DAGBLAD VOOR
Drie golven
Kuliuurweek
in Nederland.
„WIJ ZULLEN DEZEN TIJD DOORSTAAN EN
TENSLOTTE WINNEN".
Amerikaansche doorbraakpogingen in Italië mislukt
Harde gevechten tusschen Minsk en Wilna.
Nieuws in 't kort.
Gevechten voor de
Nederlandsche kust.
De kleeren....
Verwachte groote offensief bij Caen begonnen
Aanval in richting van den weg
Caen-Bayeux.
Radiopraatje Max Blokzijl.
Waarschuwingsdienst
aardappelziekte.
in de Technische Oorlogsontwikkeling.
Distributienieuws.
Waar Stad en Land
elkaar ontmoeten.
Uitgave:
Dagblad voor Noord-Holland N.V.
Alkmaar - Voordam C 9.
Bureau Alkmaarsche editie:
Voordam C 9, Alkmaar.
Telefoon Adm. 3X20 - Red. 3330.
Giro 187294.
DONDERDAG S JULI 1944.
ALKMAARSCHE EDITIE.
NOORD-HOLLAND
146e Jaargang, No. 156, 2 pagina's.
Hoofdredacteur: H, M. C. SCHRöDER, Alkmaar.
Prijs der gewone advertenties in deze
editie min. 1.40, elke m.m. meer
0.10. Tarieven voor de gebeele op
lage op aanvraag. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar ƒ2.10,
voor het geheele Rijk ƒ2.63. Losse
nummers 5 cent.
De geboortedag van Rembrandt viel
op 15 Juli.
Veela" werd die dag vergeten. Mis
schien, dat een enkele docent op een
middelba-e school, die liefde en ver
eering had voor één der grootste kun
stenaars der wereld, die tevens Ne
derlander was, zijn leerlingen op dien
datum attent maakte. Maar veel naam
zal het toch stellig niet gehad mogen
hebben. Het Nederlandscbe volk als
geheel ging zonder bijzondere belang
stelling aan dien dag voorbij.
In de naaste toekomst zal dit anders
Worden. De vijftiende Juli zal voortaan
elk jaar worden verheven tot een dag
van nationale herdenking en bezinning.
Van bezinning vooral, en een bezin
ning,- die zich niet slechts bezig houdt
met den genialen schepper Rem
brandt van Rijn, doch met de
gansche Nederlandsche kunst; met de
kunst, die gewrocht werd in het verle
den; met de kunst, die thans, onder de
huidige oorlogsomstandigheden, haar
vormen vond en met de kunst, zooals
«leze in komende jaren haar gestalte
zal verkrijgen.
Vijftien Juli!
Een dag van verdiept Nederlandsch
zelfbesef tevens hoogtepunt eener
ieestweek, gewijd aan de vaderland-
sche kunst in haar omvangrijkste be-
teekenis.
Kunst, heeft men terecht gezegd, is
de bloei van het zieleleven eener na
tie, en naar dien bloei zal het Neder
landsche volk met een eerbied, waar
in deemoed en liefde vermengd zijn,
leeren opzien zooals mén ademloos
en bewogen kan opzien naar een boom,
die in den pracht van zijn bloei staat.
Het lag voor de hand, dat men op. het
denkbeeld kwam om in Rembrandt
de som der geheele vaderlandsche
kunst te eeren, want hij blijft méér
dan wie ook het centrale punt, om
hem heen groepen zich velen; hij is als
een zon, die haar licht naar alle zijden
uitzendt. Wie de grootheid van Rem
brandt beseft, beseft tegelijkertijd, dat
de schoonheid, die de eenvoudige mole
naarszoon uit Leiden schiep, als een
bundelend zoeklicht door de wereld
straalt.
Van 10 tot 15 Juli a.s. zal Nederland
zijn kunstprestaties herdenken in
tallooze steden, grootere en kleinere,
maakt men zich daartoe gereed.
Hoe zeer het de bedoeling is om niet
slechts het oog op het verleden te rich
ten, blijkt wel uit het feit, dat aan den
Nederlandschen kunstenaar, die voor
het vaderlandsche kunstleven van de
grootste beteekenis is, een „Rembrandt-
legpenning" uitgereikt zal worden.
Een eerbetoon, dat elk jaar een an
deren kunstehaar ten deel zal vallen.
Hitler vol vertrouwen.
Onderscheidingen verleend
aan technici.
Op een vergadering, die Rijksminis
ter Speer had bijeengeroepen om den
verantwoordelijken mannen der Duit-
sche wapen- en oorlogsproductie ver
dere richtsnoeren voor hun arbeid te
geven, hebben Rijksminister Speer en
de bureauchefs van zijn ministeriën 't
woord gevoerd, terwijl in opdracht
van Rijksminister Backe Staatsminis
ter Ricke sprak over de voedselpositie
van het Duitsche volk
In den loop der vergadering deco
reerde minister Speer een aantal man
nen, die zich bijzonder verdienstelijk
hadden gemaakt voor de bewapening.
In opdracht van den Führer overhan
digde hij bet ridderkruis van het kruis
van oorlogsverdienste met de zwaar
den aan den Reichslastverteiler dr.
Fischer, aan Generaldirektor Kessler,
commissaris-generaal voor bijzondere
productie, den Direktor Langenohl,
leider van den hoofdring gieterij en
aan ir. Lüsche, leider vgn de hoofd
commissie electrotechniek.
Aan een aantal andere medewerkers
overhandigde de minister het hun door
den Führer verleende Duitsche k?uis
in zilver.
Onwrikbaar vertrouwien.
Het hoogtepunt der bij eenkomst
werd gevormd door een ontvangst der
deelnemers door den Führer in zijn
hoofdkwartier. De Führer gaf den
verantwoordelijken mannen van de
Duitsche bewapening en oorlogspro
ductie een overzicht van de taak van
„hét Duitsche bedrijfsleven in oorlog en
vrede.
„Deze oorlog," aldus zei de Führer,
„kan niet worden afgemeten naar ge
beurtenissen van den dag. In een zoo
geweldige, historische worsteling
speelt een voorbijgaand succes of een
voorbijgaande tegenslag geen beslis
sende rol. In dezen grootsten lotsstrijd
van het Duitsche volk, die beslist over
zijn of niet zijn van vele geslachten,
heeft elk slechts den plicht, onver
moeid voo? de overwinning te strij
den en te werken. Ik weet. dat een
Ongekende zenuwkracht en een onge
kende^ vastbeslotenheid noódig zijn om
in tijden als deze te volharden, maar
boven ons staat als de ster, die ons
handelen leidt, het eene beginsel,
dat voor geen enkele moeilijkheid ge
capituleerd wordt."
De Führer wees op den heldenmoed
aan het front, waar zooveel dappere
soldaten dag aan dag het schijnbaar
onfhogelijke mogelijk maken en ook voor
onoplosbaar lijkende moeilijkheden
niet terugdeinzen, maar ze toch steeds
weer meester worden.
„Als gij dezen heldenmoed gadeslaat,
dan begrijpt ge ook mijn onwrikbaar
Vertrouwen. Zou tegenover een derge
lijk heldendom een leiding als de onze
die zoo gelukkig is te kunnen zeggen,
dat zij vier jaar-lang slechts succes
sen heeft behaald, in eenig opzicht fa
len? Neen. Wij zullen dezen tijd door
staan en ten slotte dezen oorlog win
nen. De overwinning zal ons eens al
len schadeloos stellen voor onze of
fers, onze zorgen en ons bloed.
Een oorlog van de techniek.
Deze oorlog is niet alleen een oor
log van de soldaten, maar vooral ook
van de technici. Technische uitvindin
gen hebben van het begin af haar
stempel op hem gedrukt. In den loop
van den strijd zijn de vijanden er in
geslaagd, van onze ervaringen te lee
ren, onzen voorsprong op menig ge
bied in te halen en op enkele terrei
nen ons voorloopig ook voorbij te gaan.
De Duitsche uitvindersgeest echter is
bezig het technische evenwicht te
herstellen om zoo de voorwaarden te
scheppen, waardoor het stuur van den
oorlog voor goed zal worden omge
gooid."
Aan het slot van zijn toespraak be
tuigde de Führer Rijksminister Speer
en zijn medewerkers zijn bijzonderen
dank voor hun voortreffelijke presta
ties op het gebied der Duitsche bewa
pening en droeg hij hun op, dezen
dank ook over te brengen aan alle
arbeiders in de Duitsche wapenbedrij-
ven.
Weermachtbericht.
Volledig Duitsch afweersucces
in Normandië.
UIT HET HOOFDKWARTIER
VAN DEN FiiHRER, 5 Juli. (D.N.B.)
- Het opperbevel der weermacht
maakt bekend:
„In Normandië is de vijand gis
termorgen aan weerszijden van den
weg Bayeux-Caen na zwaar voor
bereidend vuur met sterke infante
rie- en pantserstrijdkrachten tot
den aanval overgegaan. Er ontwik
kelden zich hevige gevechten, in
welker verloop de vijand overal
bloedig werd afgeslagen. Ook ten
Zuidwesten van Tilly stortten ver
scheidene vijandelijke aanvallen in
ons afweervuur ineen.
Op den Westelijken vleugel van
het landingshoofd duurden de
zware afweergevechten ook giste
ren den geheelen dag voort. AJle
aanvallen mislukten met zware
verliezen aan dooden en gewonden
voor den vijand. Waar de tegen
stander onze linies kon binnen
dringen, werd hij door tegenaan
vallen terstond weer naar zijn
stellingen van uitgang terugge
worpen.
Zware gevechtsvliegtuigen vfelen des
nachts vijandelijke scheepsconcentra-
ties voor de Normandische kust aan
en brachten 1 torpedojager en 1 koop
vaardijschip van 5.000 brt. tot zinken.
Een kruiser werd zwaar beschadigd.
Boven het landingshoofd en de bezette
Westelijke gebieden werden gisteren
65 vijandelijke vliegtuigen, waaronder
45 viermotorige bommenwerpers, neer
geschoten.
In midden-Frankrijk werd een met
valschermen neergelaten Britsche sa
botagegroep ter sterkte van 43 man
geliquideerd. 108 andere gewapende
terroristen werden doodgeschoten.
Zwaar vergeldingsvuur ligt op Londen.
Italiaansche front.
In Italië lag het zwaartepunt van de
gevechten gisteren in het gebied ten
'Zuiden van Arezzo en ten Noorden van
Siena. Na verbitterde, wisselvallige
gevechten kon de vijand daar eenige
kilometers naar het Noorden opruk
ken. Zijn pogingen, een doorbraak te
bereiken, mislukten. Aan den Weste
lijken en Oostelijken kustweg sloegen
onze grenadiers, door artillerie en
zware wapens voortreffelijk onder
steund. alle ook met tanks ondernomen
Vijandelijke aanvallen uit elkaar.
Oostelijk front.
In den Zuidelijken sector van het
Oostelijke front werd de stad Kowel
ten behoeve van de plaatselijke front
verkorting volgens de plannen en zon
der vijandelijken druk ontruimd.
In den centralen sector duurt de
zware strijd om de landengten tusschen
de moerassen' in het gebied van Ba-
ranowice én Molodeczno voort. Ten
Oosten en Noorden van Baranowice
werden de bolsjewieken na zware ge
vechten in grendelstellingen opge
vangen. Ten Zuiden van Minsk banen
zich onze formaties al strijdende een
weg verder terug. Ten Noordwesten
van de stad werden hevige aanvallen
der bolsjewieken afgeslagen. Hier
schoot een pantsergevechtsgroep onder
bevel van luitenant-generaal Saucken
ip bewegelijke gevechtsvoering in den
tijd van 27 Juni tot 3 Juli 232 vijande
lijke tanks stuk. Om Molodeczno' wordt
verbitterd gevochten. Ook^ ten Noord
oosten, van Wilna zijn hevige gevechten
met Sovjet-Russische aanvalsvoOThoe-
den aan den gang. Westelijk en Noord
westelijk van Polozk stortten talnjke,
door tanks ondersteunde aanvallen van
den. vijand met zware verliezen aan
dooden en gewonden 'ineen. Eskaders
slagvliegers ondersteunden den af-
weerstrijd van het leger en brachten
den bolsjewieken zware verliezen toe.
Een formatie zware gevechtsvliegtui
gen ondernam des nachts een gecon-
cenfreerden aanval op Minsk. Talrijke
groote branden werden waargenomen.
Bij een aanval van Sovjet-Russische
vliegtuigen op Kirkenes werden 26
vijandelijke vliegtuigen in luchtge
vechten neergeschoten.
Amerikaansche bommenwerpers vlo
gen naar Roemenië en wierpen bom
men op Kroonstad. Er ontstond schade
en de bevolking leed verliezen. Vijf
viermotorige vliegtuigen werden neer
geschoten.
Enkele Britsche stoorvliegtuigen
wierpen in den afgeloopen nacht bom
men in het Rijnlandsch-Westfaalsche
gebied".
LavaKlooft 20 millioen francs uit! - De
Fransche regeeringschef Laval heeft een
belooning van 20 millioen francs uitge
schreven voor de opsporing van de moor
denaars van den staatssecretaris van In
lichtingen en Propaganda, Philippe Hen-
riot. (C.D.)
Voor de Nederlandsche kust zijn
Woensdagochtend tusschen 2 en 5 uur
verscheidene gevechten ontstaan tus
schen Duitsche beveiligingsstrijdkrach-
ten en Britsche torpedomotorbooten.
Daarbij werd voor IJmuiden tegen 3
uur een aanvallende formatie torpedo
motorbooten zwaar beschoten. Een der
booten werd tot zinken gebracht* 20
leden der bemanning, waaronder de
commandant, werden gevangen geno
men. Hierbij ging een eigen patrouille
boot verloren. De bemanning hiervan
kon bijna voltallig gered worden.
Voor Vlieland werden verscheidene
malen vruchteloos aanvallende torpe-0
domotorbooten verdreven en werd een
boot door voltreffers zwaar bescha
digd. Hierbij werd aan Duitsche zijd^
geen schade geleden.
Hoewel de vijandelijke formatie ge
probeerd had om met een geldig her-
kenniögssignaal door te gaan voor een
Duitsche formatie torpedomotorbooten,
werd de formatie zwaar getroffen en
met talrijke treffers op de vlucht ge
dreven.
Nadere bijzonderheden ontbreken
nog,
Max Blokzijl spreekt in de serie
Brandende Kwesties, te zenden op he
denavond oven. Hilversum 1, om 18.45
uur. De titel van dit praatje is: „Hoe
raken we ze straks weer kwijt?"
In het etmaal van Maandagavond
3 tot Dinsdagavond 4 Juli is de
weersgesteldheid in de streek be
noorden Alkmaar en in de streek
tusschen Hoorn en Enkhuizen kri
tiek geweest voor het optreden van
aardappelziekte.
Ontlastingsoffensief bij St. Lö.
Dinsdagochtend, bij het aanbre
ken van den dag, is het 'tweede
Britsche leger onder generaal
Dempsey na een hevig trommel
vuur uit alle monden, van enkele
uren lang, het verwachte groote
offensief in het gebied van Caen
begonnen. Geografisch gezien is
het verschil met den eersten groo-
ten slag om Caen, dat deze zich
voornamelijk afspeelde op den
thans bekend geworden straatweg
van Caen naar Villers Bocage, ter
wijl het zwaartepunt van de be
gonnen gevechten zich heeft ge
vormd ter weerszijden van den
zoogenaamden „nationalen weg",
die van Caen naar Bayeux loopt.
Volgt men dezen weg naar het
Westen dan komt men in Carentan.
De vraag duikt op of de verleg
ging van het zwaartepunt, in direct
verband staat met eventueelen
stenn, die zou worden verwacht
van Bradley's eerste Amerikaan
sche leger.
De eigenlijke aanval begon omstreeks
zeven uur en werd aan de spits geleid
door tanks, waarschijnlijk ter sterkte
van twee divisiés. In zeer korten tijd
wakkerde de strijd tot groote felheid
aan. Het gelukté eén afdeeling Britsche
tanks om tot Carpiquet door te drin
gen, daar vlak achter lagen Duitsche
artillerie-stellingen, waar de aanval
hoogstwaarschijnlijk op was gemunt en
begrijpelijkerwijs bereikte het gevecht
daar een hoogtepunt. Omtrent de front
breedte is het moeilijk, juiste gegevens
te verkrijgen. Vermoedelijk houdt men
in Duitsche kringen, naar ons te Ber
lijn werd meegedeeld, rekening met
een front ter breedte van 10 a 12 kilo
meter.
Over deze eerste phase van den
nieuwen slag om Caen men kon be
ter zeggen: de ruïne van Caen ver
namen we voorts nog, dat Dinsdagmid
dag 37 vernielde Britsche gevechtswa
gens waren geteld. Terwijl we dit schrij'
ven zijn de gevechten nog in vollen
gang en het laat zich aanzien, dat er
ook. verder nog zware strijd zal worden
geleverd: Caen is een belangrijk punt»
er komen zeven hoofdwegen samen.
Onze berichten wijzen er voorts op,
dat ook oostelijk van Caen de strijd
weldra hevig zal opleven. Men houdt
er aan Duitschen kant in ieder geval
rekening mee. In het gebied van de
monding der Orne werden ook Dinsdag
ontschepingen van troepen en mate
rieel geregistreerd, in stijgenden om-
wang zelfs, en dit wijst op zichzelf
Met de V. I viel het startschot
der 3de faze.
LlOE denkt Duitschland de enorme
belasting, waaraan het als gevolg
van de concentrische aanvallen van de
tegenstanders op het oogenblik bloot
staat, te boven te kunnen komen? De
ze vraag kan als beslissend gelden voor
den afloop van den oorlog en is als
zoodanig van kardinaal belang. De be
antwoording daarvan houdt verband
met het materiaalvraagstuk. Iri de
Duitsche pers wordt het Duitsche volk
de ernst van den toestand geenszins
verheeld. Doch tegelijkertijd bevatten
de commentaren aanduidingen, hoe de
Duitsche leiding den tegenwoordigen
toestand meester hoopt te kunnen wor
den, waarbij het kernpunt is, dat door
een nog totaler krachtsinspanning dan
tot dusverre het Duitsche volk den
voorsprong, dien de tegenstander op ma
terieel gebied heeft weten te verwer
ven, moet inhalen.
Dit was ook de tendenz van het arti
kel van dr. Göbbels in het jongste
nummer van „Das Reich", dat alge
meen wordt uitgelegd als de aankdhdi-
ging van een nog strafferen koers, die
tot een verdere concentratie der krach
ten in het belang der oorlogvoering
moet leiden.
UET valt niet te loochenen, dat
Duitschland een moeilijken tijd mee
maakt, zoo schrijft de Berliner Börsert-
zeitung in een hoofdartikel. In het Oos
ten is een strijd gaande, tegen welke
geen ander "volk in den afweer opge
wassen zou zijn. In midden-Italië voert
de tegenstander steeds nieuwe strijd
middelen uit vier werelddeelen tegen
een handvol Duitsche divisies aan. Op
technisch gebied heeft de oorlogsin
dustrie van den tegenstander verba
zingwekkende prestaties geleverd om
het welslagen der invasie in Frankrijk
te waarborgen. De luchtmacht, de ma
rine en het leger van Engeland en
Amerika hebben de elite beschikbaar
moeten stellen om de bliksemsnelle be
slissing van den invasieslag te be
werkstelligen.
.&nder« Duitsche bladen schrijven in
denzelfden zin. In het bijzonder de ont
wikkeling van den strijd in het Oosten
wordt in de commentaren als ernstig
gekenmerkt en hoewel- het front/in het
Westen van Duitsëhe militaire zijde
steeds het belangrijkste is genoemd,
schijnt het Oostelijke front in verband
met het verloop, dat de gevechten daar
nemen, in de beoordeeling van deze
krijgen langzamerhand een minstens
even belangrijke plaats te gaan inne
men.
In verband hiermede wordt er nog
eens aan herinnerd, dat de opzet der
Duitsche strategie tegenover het con
centrische. offensief der tegenstanders
steeds hierop gericht geweest is een
beslissing in het Oosten voorloopig te
ontwijken om in het Westen een be-
slissenden slag te kunnen slaan en ver
volgens weer alle aandacht aan het
Oostelijke front te schenken.
Terwijl Duitschlands tegenstanders,
wier productie aan oorlógsmateriaal
een in de krijgsgeschiedenis ongekend
hoogtepunt heeft bereikt, ook volgens
hun eigen verklaringen, naar een zoo
snel mogelijke beëindiging van den
oorlog streven, tracht Duitschland, ter
wijl het zich tot de verdediging be
perkt, in stormachtig tempo zijn ach
terstand op materieel gebied in 'te ha
len, ten (ïinde tijdig gereed te zijn om
met nieuwe en betere wapens de
krijgskansen te doen keeren.
Dit was het belangrijkste van de re
de, die de Führer voor de kopstukken
van de oorlogsindustrie/heeft gehouden
en waarin hij zeide er van overtuigd
te zijn. dat het Duitsche vernuft er in
zou slagen de Duitsche wapenen een
voorsprong te geven, in de eerste plaats
in kwalitatief opzicht, waardoor de
oorlog een wending ten gunste van
Duitschland zou nemen.
jJIJZONDER duidelijk feonrt de Duit
sche visie tot uiting in een artikel
van een oorlogsverslaggever, die in de
technische ontwikkeling in dezqn oor
log drie golven meent te kunnen vast
stellen.
De eerste golf omvat de periode
van het begin van den oorlog tot het
najaar van 194?, die in het teeken der
ondubbelzinnige superioriteit stond.
Herinnerd wordt aan de Stuka's, de
zelfstandig operèerende pantserdivisies
en de duikbooten. De beide sterkste
tegenstanders, Engeland en de Sovjet
Unie; met de Vereenigde Staten op den
achtergrond, kwamen door hun onder
linge kracht alle crises te boven en
•\v<mnen zoo den noodigen tijd om uit
de bittere ervaringen met de Duitsche
wapens en hun moderne toepassing
leeririg te trekken. Hiermede wordt de
tweede golf in de technische ontwikke
ling der strijdmiddelen ingeluid. Het
luchtwapen van de tegenstanders krijgt
een numerieken en technischen voor
sprong, de afweer tegen de Duitsche
duikboot was door heli gebruik van
een nieuw lokaliseeringsapparaat doel
treffender geworden. Het artikel ver
volgt: Deze en andere tegenslagen, die
de tweede, in het teeken onzer vijan
den staande, golf voor ons tengevolge
heeft, zouden ons wellicht omvergewor
pen hebben, wanneer onze weerstands
kracht niet uit de reserves, die wij als
vrucht van de eerste golf hadden ge
oogst, gevoed had kunnen worden. Hoe
zouden /3e vertragingsgevechten in het
Oosten mogelijk zijn geweest, zonder de
successen van onzen stormachtig ter
rein winnenden opmarsch in de beide
zomers van 1941 en 1942?
Hier herhaalt zich than$, aldus het
artikel, wat wij reeds bij de eerste golf
vaststellen konden, doch ditmaal in
omgekeerden zin. Thans zijn wij het,
die den noodigen tijd winnen om, ont-
wikkelingstechnisch, in zekeren zin
diep adem te halen. In alle stilte vol
trekt zich bij ons de voorbereiding van
de derde golf in de technische ontwik
keling van nieuwe wapens. Met de ac
tie van de „V. 1" is het startschot der
derde golf gevallen. Deze derde golf
staat in het teeken der Duitschers. Zij
waarborgen ons, zoó besluit het arti-.
kei, de eindoverwinning der Duitsche
wapens, want een vierde golf zal niet
meer komen. Daartoe is de kracht der
sedert vijf jaren in uiterst harden
strijd gewikkelde volkeren nietmeer
toereikend.
Zooals uit het voorgaande duidelijk
blijkt, is de Duitsche strategie er op
het oogenblik in de eerste plaats op ge
richt, te voorkomen, dat de tegenstan
der overeenkomstig zijn plannen 'n snel
le beslissing van den oorlog forceert.
Gelukt dit plan, dan kan dit het
beeld van den oorlog ingrijpend ver
anderen.
reeds op de voor de hand liggende mo
gelijkheid van gevechten beoosten de
rivier.
In den westelijken sector van het in-
vasiegebied hebben de Amerikanen
Dinsdag hun aanvallen ten Oosten en
ten Westen van de Prairies Marecageu
ses de Gorges voortgezet.. Van welinge
lichte Duitsche zijde vernamen we, dat
aan deze gevechten in hoofdzaak plaat
selijke beteekenis moet worden toege
kend, althans zeer zeker tot dusyerrë.
Men hecht er dus nog geen operatieve
beteekenis aan. Een oorlogsverslagge
ver, die Dinsdagavond voor de Duitsche
radio sprak, kenschetste den strijd in
dit gebied als een „ontlastingsoffen
sief" ten behoeve van de gevechten om
Caen. Overigens wordt de strijd aldaar
ook weer niet onderschat: we verna
men te Berlijn,, dat er op verschillende
plaatsen met groote hevigheid wordt
gevochten. De weersomstandigheden
lieten aan het front Dinsdag een groo
tere activiteit in de lucht toe dan
Maandag.
Gevechten om Carpiquet.
De pantserslag ten Westen van Caen
laaide Dinsdagavond weer in alle he
vigheid op, nadat de namiddag betrek
kelijk rustig was verloopen. De Engel
sehen brachten vooral in de richting
van Carpiquet, vlak ten Zuiden van
den nationalen weg Bayeux-Caèn,
nieuwe formaties in den aanval, om de
tanks, die hier de voorste Duitsche li
nies waren gepasseerd, maar daarna
nog voor de artilleriestellingen door
pantser jagers waren aangevallen, uit
haar bedreigde positie te bevrijden.
Het kwam tot verbitterde, heen en
weer golvende gevechten in de straten
van het dorp Carpiquet, die den ge
heelen nacht voortduurden en van
ochtend vroeg nog niet waren' geëin
digd. Duitsche stormpioniers vernie
tigden in de geveciiten om Carpiquet
Dinsdagavond en Dinsdagnacht 13
tanks met nieuwe, zware ontplofbare
stoffen.
Noordwestelijk van Caen werden
vlak naast het aanvalsgebied vhn Dins
dag nieuwe, sterke tankconcentraties
der Engelschen waargenomen. Aange
nomen kan worden, dat de bèvelvoe-
.ring van het tweede Britsche leger
deze formaties gisteren heeft doen bi-
grijpen in den strijd om Caen*
Vijf leeftijdsgroepen-
Zqoals bekend, ontvangen personen
van verschillende leeftijdsgroepen ver
schillende soorten bonkaarten, aange
zien het wenschelijk is, Hij de distribu
tie van voedingsmiddelen rekening te
houden met speciale behoeften van per
sonen van verschillende leeftijdsgroepen.
Zoo is destijds een indeeling gemaakt
in vijf leeftijdsgroepen. Voor elke groep
werd een apart inlegvel vastgesteld en
ieder ontving de speciaal voor zijn leef
tijd bestemde bonkaart voor voedings
middelen.
Bij de .uitreiking der tweede Distribu
tie-stamkaart is deze indeeling in
groepen in beginsel gehandhaafd en
werden eveneens vijf verschillende
soorten inlegvellen uitgereikt. De oude
leeftijdsgroepen waren: personen toten
met één jaar, van 2 en 3 jaar, van 4
tot en met 13 jaar, van 14 tot en met 20
jaar en van 21 jaar en ouder. Deze in-
deeling is thans door een andere ver
vangen, waarbij uitsluitend het jaar van
geboorte doorslaggevend is. Thans
uitgereikt aan personen geboren in:
1925 en vroeger een inlegvel GA 401
1926 t/m 1929 een inlegvel GB 401
1930 t/m- 1939 een.inlegvel GC 401
1940 en 1941 een 'inlegvel GD 401
1942 en later een inlegvel GE 401
Het zal derhalve voorkomen, dat aan
bepaalde personen ean ander soort bon
kaart wordt uitgereikt dan tot nu toe
het geval was. Zoo ontvangen b-v. al
len, die in den loop van het jaar 1944
den 19-jarigen leeftijd bereiken of reeds
bereikt hebben, thans een voedings-
middelenkaart voor volwassenen, welke
zij volgens de oude regeling eerst op
21-jarigen leeftijd zouden gekregen
hebben.
Met betrekking tot het inwisselen
van inlegvellen wegens overgang naar
een leeftijdsgroep, welke voor andere
rantsoenen - in aanmerking komt, zal
nog nader een regeling worden bekend
gemaakt. Het inwisselen zal echter niet
meer regelmatig gelijktijdig met de
vierwekelijksehe uitreiking der bon
kaarten kunnen geschieden. Totdat de
nadere regeling is getroffen zal geen
omwisseling van inlegvellen plaats
hebben.
Het Centraal Distributiekantoor wijst
er op, dat deze en dergelijke verande
ringen in overeenstemming met de des
betreffende voorschriften zijn en het
derhalve geen zin heeft hierover nog
vragen te stellen. Uitsluitend zij, die in
het bezit zijn van een ander inlegvel
dan hun volgens bovehstaand lijstje
uitgereikt had moeten worden, dienen
zich hieromtrent ten spoedigste tot den
plaatselijken, distributiedienst te wanden.
Men zegt, dat de kleeren den man
maken- Wat natuurlijk niet heele-
maal waar is. Want iemand met een
pelsjas en glimmende schoenen
de uiterlijke kanteekenen van een
heer kan een boef zijn, en de
man, die in lompen gekleed loopt,
kan de drager zijn van den adel van
het individu.
Ook hier zij men dus op zijn
hoede.
Maar toch schuilt er in die klee
ren, welke den man maken, een
schijn van waarheid.l Ik begon aan
het bestaan van Sinterklaas te twij
felen, toen ik in mijn jeugd in een
lunchroom een Sinterklaas zag, die
onder zijn tabbard twee schoenen
droeg, die er uitzagen alsof de mui
zen ervan gevreten hadden.
En nu begin ik met ontstelling te
merken, dat er onder de Nederland
sche advocaten een verontrustende
nonchalance gaat heerschen ten
aanzien van hun ambtskleeding. Ik
vernam en zag het ook zélf dat
er nog maar weinig advocaten 'zijn,
die zich de moeite nemen in de
rechtszaal, Wanneer zij pleiten moe
ten, hun toga behoorlijk aan te
trekken. En over het witte befje,
dat er in 99 van de 100 gevallen als
een grauw' vodje bijhangt, maar
heelemaal gezwegen! Hoe kan het
pleidooi van zoo iemand indruk ma
ken op de rechtbank stellig eveh-
min als het commando van een
generaal, die op pantoffels een
troep commandeert!
Het zal er nog van komen, dat de
jongens uit de onderwereld, die van
deze nonchalanche de dupe worden,
uit protest de staking der misdaad
proelameeren, waarmee dan weer
op hun beurt de advocaten gedu
peerd worden, want als de misdaad
afgeschaft wordt, kunnen fij hun
toga wel voorgoed aan den kapstok
hangen.
OVIDIUS- j
Wanneer de stedeling bij boerof
tuinder komt en met hem over het be
drijfsleven spreekt, krijgt hij voortdu
rend te hooren, dat de producten zoo
goedkoop zijn en dat de boer, 'als hij al
zijn verplichtingen volkomen volbrengt,
feitelijk met verlies werkt.
Dit is voor den stedeling onbegrijpe
lijk en zoo gemakkelijk wordt daarom
gedacht aan hebzucht van boer of tuin
der.
Toch zit er in de bewering van den
plattelander een grond van waarheid-
Wat is toch het geval?
Vóór dezen oorlog ging het op het
land slecht. Iedereen weet dit. De bou
wer in de Streek of aan den Langendijk
ging met. brood met slaboonen naar zijn.
werk; de veehouder at zelf margarine
en verkocht zijn boerenboter. Wij wa
ren immers in de internationale con
currentie betrokken en de handelsmag
naten in Rotterdam en Amsterdam
zorgden er wel voor, dat de walvisch-
traan voor de margarine, de graan
oogst uit Amerika en het vleesch uit
verre landen onbelemmerd binnen
kwam. Hiertegen kon de Nederlandsche
boer niet concurreeren, hij kon niet
meer koopen en slechts in een uiterst
sober bestaan zijn bedrijf behouden.
Hierin betrok hij de dorpsambachtslie
den, die weer: van zijn koopkracht af
hankelijk waren, en uiteindelijk ook de
plattelandssteden, die slechts floreer-'
den als het omringende platteland kon
koopen. Met den tuinder, vooral met
hem, die „grove" producten verbouwde,
ging het evenzoo bergafwaarts. Kool en
aardappelen, grove fruitsoorten en
zelfs vele kasproducten, alles daalde in
prijs. Het leek wel of de menschen
minder begonnen te eten en al deze
noodzakelijke voedingsmiddelen in
steeds mindere mate gingen gebruiken.
Versobering was hiervan het gevolg.
Werd het al te erg, dan begon de Over
heid met steunmaatregelen. Wij kennen
ze, steun aan den tarweprijs, toeslag op
de melk, crediet aan den tuinbouwer.
Wij weten dat er door velen een oor
deel over geveld is op zeer uiteenloo-
pende wijze, maar dat vrijwel iedereen
de maatregelen als zoodanig veroor
deelde.
VELEN verhieven hun stem om een
oplossing van dit netelige vraagstuk
te zoeken. Tevergeefs, er was geen
grondige verandering van de toenma
lige Overheid te wachten. De stem van
de geldmagnaten overheerschte- en van
die zijde is zelfs eenmaal in vollen ernst
voorgesteld om het platteland maar niet
meer te steunen, zelfs al zou het ten
gronde gaan. Het was toch nog veel
goedkooper om er een stelletje arm
lastige plattelanders bij te hebben dan
hun verouderde bedrijven in stand te
houden.
Laten wij ons eens Indenken dat men
dezen weg gevolgd zou zijn en dat ons
platteland een verwilderde woestenij
geworden zou zijn, zooals b.v. sommige
gebieden in Frankrijk!
Gelukkig werden er ook andere stem
men gehoord en één ervan kwam
van een gepensionneerd departements
ambtenaar, den heer Jan Smid uit
Voorburg. Deze kwam voor den boer
en voor Nederland als landbouwland
op, zoodanig, dat men rekening begon
te houden met hem en zijn aanhang, al
wilde men dit ook niet volmondig er
kennen-
Een krachtige staat kan slechts ge
grondvest zijn op een welvarend boe
renland, zei Jan Smid. De bodem is de
oerbron van de menschelijke voeding;
maakt dus de bodembewerking tot een
rendeerend bedrijf en de overige dee-
len van de volksgemeenschap zullen op
dezen onderbouw kunnen bloeien. Dit
te bereiken door een regeling bij de
grenzen; onze Nederlandsche volksge
noot, boer of stedeling, landarbeider of
handelsman, kan nu eenmaal niet con
curreeren met den Japanner of den koe
lie uit Indië.
Toen kwam deze oorlog, een strijd,
die nog steeds niet uitgestreden is, maar
die mede beslissend zal zijn over het
bestaansrecht van c.ns platteland.
Wij weten het reeds: het land is de
voedingsbron voor het volk en mag
nimmer, zelfs onder geen enkele om
standigheid, worden opgeofferd aan. de
concurrentie met landen die een veel
legeren levensstandaard hebben dan
het onze.
Ir. C- K.