STERKER dan de Haat USAREX BIJ DE BEWARING VAN AARDAPPELEN IN KUILEN FUSAREX e a ill e 10 n KI JFS VOORLICHTING. Mededeling No. 419. c verband met verschillendedat Fusarex de spruiting totaal ven inzake behandeling van remmen kan. Zoals bekend, kan lappelen met Fusarex, komt ook met groeistoffen remming ons gewenst voor hieronder in| van de spruiting bewerkstelligd kort weer te geven wat hier^ worden, maar Fusarex werkt ef- door Dr. J. C. Mooi in een in- fectiever. De uitwerking was in de J.ng op de Aardappeldagen van verschillende streken van ons land N.A.K. is medegedeeld. Deze enigzins verschillend. Werd Fusa- iding is opgenomen in het rex in Drente toegediend aan de jdbouwkundig Tijdschrift van zomerkuii en werd deze kuil in de tember 1949. waaraan onder- herfst verplaatst en ingericht tot tnde werd ontleend. winterkuil of werd in de herfst gesorteerd, dan was, ondanks het pzet der proeven. verlies aan Fusarex tijdens de fusarex is een wit poeder en verplaatsing, de gift van 4y2 kg ft tweeërlei werkzaamheid I toch steeds voldoende. Slechts in gaat n.1. het rot tegen en het i een enkel geval trad geringe .kt remmend op de spruiting.1 spruitvorming op. De gift van a past dit poeder toe door het j 2! kg was in sommige gevallen c de aardappelen uit te strooi- j geheel onvoldoende, in andere waarbij zorg dient gedragen te gevallen werd de spruiting ook den, dat zoveel mogelijk alle volkomen geremd. De gift vaft dappelen door het poeder ge- j 3 3 8 kg was meestal, echter niet kt worden. altijd, voldoende. In Zeeland .angezien het middel in damp- bleef de kuil, na toediening van m werkt, moet de kuil na toe- j Furarex na het rooien, in de ning geheel afgesloten worden j meeste gevallen liggen tot het c een laag grond. De in Enge- d gewoonlijk toegepaste hoe- lheid bedraagt 4y2 kg Fusarex 1000 kg aardappelen. >e volgende proeven werden ïomen Bij sommige werd Fusarex gediend aan de zomerkuil, ter- nd na het rooien. voorjaar. Wanneer 4' kg Fusarex werd toegediend trad geen sprui ting op, behalve bij één proef. Het is mogelijk, dat bij deze proef de bedekking van de kuil niet vol doende is geweest. Aangezien Fusarex de spruiting zo volkomen remmen kan, rijst de vraag natuurlijk Hoe zullen de Bij andere proeven werdbehandelde aardappelen zich ge dragen, wanneer ze uitgeplant worden Zullen deze niet achter blijven doordat de remming na werkt Dit is niet het geval, mits men voorkiemt aan het licht. Door het voorkiemen in poter bakjes zal de eventuëel op de aardappel nog aanwezige Fusarex de spruiting niet meer kunnen beïnvloeden, aangezien de damp ontwijken kan. Van alle proeven, die genomen zijn, werden mon sters voorgekiemd, afkomstig van de behandelde en onbehandelde kuilen. In verreweg de meeste ge vallen was de opkomst van de behandelde gelijk of zelfs iets beter dan die van de onbehandel de poters. Dat de opkomst beter was, moet daaraan worden toege schreven, dat het behandelde pootgoed krachtiger was dan het onbehandelde, aangezien het be handelde geen verliezen door spruiting had geleden. Er werden ook proeven verricht, waarbij zon der voor te kiemen uitgeplant werd. De aardappelen werden uit de kuil in zakken gedaan hierin bewaard en na ongeveer 4 weken uitgeplant. De damp van eventu- arex toegediend in de herfst, «\et sorteren of wanneer de iierkuil werd ingericht. Tenslotte werden proeven richt, waarbij tweemaal Fusa- werd toegediend dus zowel het rooien als in de herfst. Verschillende giften Fusarex rden toegediend de gebruike- :e hoeveelheid 4^ kg, de helft ■rvan, dus 2V< kg, en driekwart 4* 2 kg. dus 3 3/8 kg. Alles toe- liend per 1000 kg aardappelen, deze proeven werden verricht •t het ras Bintje. Bintje is voor export onze belangrijkste poot- rdappel, maar is zeer gevoelig Dr Fusariumrot. Jit de proeven is nu gebleken, t de \eigenschap van Fusarex i' de spruiting te verhinderen niet minder belangrijk is, waarschijnlijk nog belangrijker n de eigenschap om het rot te- n te gaan. Daarom zullen eerst resultaten in verband met de ruiting besproken worden en iarna de invloed van Fusarex op it rot. De invloed op de spruiting. er ook in dit geval geen achter stand in de opkomst te bespeuren; hieruit volgt, dat voorkiemen niet beslist nodig is. Voorkieming is echter wel aan te bevelen vooral wanneer men vroeg uitplanten wil. De invloed op het rot. Thans zal de uitwerking van dit middel op het rot nagegaan worden. Ofschoon de ervaring van één jaar natuurlijk niet voldoen de is hierin een volledig inzicht te krijgen, kunnen toch reeds ver scheidene conclusies getrokken worden. Wanneer Fusarex aanwe zig is op het moment dat de wond is ontstaan, kan het verhinderen, dat de schimmel naar binnen dringt. Is de schimmel reeds binnengedrongen, dan helpt Fu sarex niet meer. Het is dus van belang, dit middel terstond na het rooien of sorteren, in de herfst toe te dienen. Nimmer was de uitwerking van Fusarex zodanig, dat geen rol meer_ optrad. De con clusie dus deze Tn vele gevallen kan het rot, dat in de winterkuil ontstaat, tegengegaan worden. Soms is deze vermindering groot, soms minder belangrijk. Èr dient hierbij bedacht te worden, dat elke vermindering niet alleen van belang is om de vermindering zelf, maar ook om de minder gro te kans oP besmetting van andere aardappelen. In de kuilen komt ook vaak bacterie-rot en water rot voor. Tegen deze soorten van rot is Fusarex niet werkzaam. Of het middel in staat is Alternaria- rot tegen te gaan kon uit de proe ven niet met zekerheid vastgesteld worden. Toepassing in de practijk. Toediening van \y2 kg Fusarex zal de houdbaarheid vermoedelijk het meest verbeteren. Indien het pootgoed bestemd is voor de ex port, is de gift van 4y2 kg zeker het meest aan te bevelen. Wil men de winterkuil direct na het rooien inrichten en de kuil dus laten lig- I gen tot het voorjaar, dan is toe diening van 41/2 kg het beste. Toe diening van 41/» kg na het rooien en verwerken van de kuil in de herfst is in Drente en z. O. Fries- land ook mogelijk, maar minder aan te bevelen, aangezien een deel van Fusarex tijdens het ver werken verloren gaat. Men moet bij de toediening van Fusarex wel oppassen niet te veel toe te die- nen. In dat geval zou de remming I wel eens te sterk kunnen zijn j Toediening van Fusarex na 1 Ja nuari moet vooralsnog ontraden worden. De remming is waar- I schijnlijk te sterk na het uitplan- I ten. Het bovenstaande geldt voor het ras Bintje. Met andere rassen zijn nog geen proeven op grote schaal 1 genomen. Wel is gebleken, dat Fusarex ook bij andere rassen remmend werkt, op de spruiting. Welke hoeveelheden hierbij toege past kunnen worden en vooral hoe het met het uitplanten zal gaan is nog onvoldoende bekend. Voor het ras Bintje is de uitwer king van Fusarex voldoende on derzocht om de toepassing ervan op grote schaal aan te bevelen. Door de Heer C. Zijdenwind is in zijn lezing over de bewaring van aardappelen in gebouwen aan het slot nog iets medegedeeld over behandeling met Fusarex. Poot goed voor eigen gebruik van het ras Bintje zou goed met Fusarex kunnen worden bewaard, mits daarna voorgekiemd in het licht. Indien dit laatste onmogelijk is, kan ook zonder voorkiemen uitge plant worden. Ook voor de handel kan Fusarex worden gebruikt met het oog op de betere houdbaarheid. Men dient hierbij de beslissing van de N.A.K. of bepoedering toe gestaan wordt, af te wachten. Met het oog op de ongunstige invloed op de smaak, meende inleider ge bruik voor consumptieaardappelen voorlopig te moeten ontraden. E. OOSTERHOFF. Het aardappelbewaar middel. Fa. R. IJPEY, Witmarsum. Vertegenwoordiger J. de Groot, Torenstraat 46, Middenmeer. Alieenvertegenwoordiging voor Wieringermeer en Wieringen. AVONDTEKENSCHOOL TE SLOOTDORP. Door de Vereniging tot Be vordering van het Vakonderwijs in West-Friesland, is besloten de cursus van de avond-vak- tekenschool in de Wieiingermeer door te laten gaan, Op Maandag 3 October j.1. zijn de eerste lessen gegeven in de Noodschool te Slootdorp. De aanvang der lessen is 7 u. Er zal les worden gegeven in: Vaktekenen, handtekenen, Ned. taal, rekenen, wiskunde, boek houden en sociale wetgeving. Voor jongens, die de lagere school hebben doorlopen, be staat gelegenheid tot practische opleiding 'in de werkplaats voor alle ambachten volgens het leerlingenstelsel. Degenen, die de ambachtschool hebben doorlopen, kunnen in de werkplaats een vervolg-oplei- ding ontvangen. BANKET en BROOD plus kwaliteit, dat wordt bij KOK met zorg bereid. Het meest opvallende resultaat eel nog aanwezige Fusarex kon dus j deze proeven is dan geweest, niet ontwijken. Desondanks was Nieuwe telefoonaansluitingen Hippolytushoef 180 Rijkspolitie, Beltstraat 2. Opperwachtmeester Verduin. 13 P. Lont Dz., Westerklief 23. Wagendorp 69 W. Ruiter, Schervenweg K 17. Medemblik 238 H. Ruigerwaard, Koningshof 2. 239 C. Imming, Bagijnhof 35, Oude Zeug 65 P. Oosterveld, Zeugweg J 71. 66 Th. Koole, Zeugweg J 70. 63 C. Stolwijk, Noorderdijkw. L 58 60 E. Scholten, Noorderdijkw. L 51 Wieringerwerf 40. V. Verm'aat, Zeugweg J 68 Middenmeer 195 B. Ton, W.middenmeerweg H 8 23 Boekhandel C. J. Bosker, Brug straat 23. 4 R. J. de Ridder, Brugstraat 58. BRIEVEN UIT INDIË. Morotai, 11 Sept. 1949. De Flevo-Bode komt steeds met de regelmaat van een klok door, wat door mij buitengewoon op prijs wordt gesteld. Dank zij uw blad hoeven we bij terugkeer in Holland niet tot de bittere conctusie te komen „Dit land, deze plaats is me vreemd geworden," maar kunnen we direct weer echt Wierings mee gaan doen. De Flevo-Bode is hier in Indië eerst pas goed ook „mijn blad" geworden. W. J. MEIJERS, dpi. Sgt. Stb. no. 270228205, Meteo. - L. M. N 21 V.B. Morotai, Indonesië. „DE FLEVO - BODE" „EEN VAN DE INTERESSANTSTE BLADEN." Van soldaat-verpleger B. de Bont, te Semarang, ontvingen wij het volgende schrijven Semarang, 10-9-'49. Geachte Redactie, Hierbij wil ik U beleefd verzoe ken de toezending van „Flevo" stop te zetten. Begin volgende maand vaar ik thuis met de „Grote Beer." Langs deze weg zeg ik U en alle medewerkers mijn hartelijkste dank voor het regelmatig ontvan gen van onze polderkrant. Een van de interessantste bladen, die ik altijd ontvangen heb, omdat deze je zo mooi met alles uit eigen omgeving op de hoogte houdt. Oorspronkelijk Nederlandse roman door H. van Heeswijk. (23 „Denkt u dat ik iemand zou unnen liefhebben, die mijn broe- ler vermoord heeft NooitIk ;al hem altijd blijven haten, al- ij d, al zou hij hier op zijn knieën ïaar me toe kruipen als een hond n al zou het leed als een brand- nerk op zijn gezicht te zien zijn. NooitZo iemand is voor mij geen mens meer. Dat is een paria, die niet meer voor' de maatschappe lijke samenleving deugt. Hij is een gevaar voor de mensen." „Dus u bent van oordeel, dat zulke mensen geen kans meer mo gen hebben om het opnieuw in de maatschappij te proberen „Neen", antwoordde ze koud, een slang zal niet eerder onscha delijk zijn dan wanneer men hem doodt. Zelfs als men hem zijn gif tanden zou uittrekken dan zou hij nog gevaarlijk wezen, doordat hij zich om zijn slachtoffers zou kun nen rollen en hen zodoende doen verstikken. Zo zijn de menselijke slangen ook. De natuurwet is voor zulke mensen de enig geldende oog om oog, tand om tand, en dus ook leven om leven." Toen Antoon die avond naar zijn hotel terugkeerde, beheerste slechts één gedachte zijn geest weg uit Bergen, weg uit Holland, weg van hen, die zo wreed kunnen zijn om niet te vergeven. In de verte kwam Bennie aan huppelen aan de hand van het meisje, maar Antoon sloeg een zij paadje in. Hij wilde alleen zijn met zijn leed. HOOFDSTUK X. IN DE SMELTKROES. De avond bracht geen verkoe ling. De lucht bleef broeierig en bezwangerd, geen wolkje vertoon de zich aan de gezichtseinder. De atmosfeer scheen gespannen van de electriciteit en wachtte op de vonk, die haar zou ontladen. Zelfs de vogels bleven in hun nesten, angstig als met een voorgevoel voor het naderende onheil Alles scheen de gedruktheid te voelen. De bloemen lieten hun geurige kopjes hangen, smachtend naar regen. De bladeren hingen verdord en verschrompeld aan de takken der bomen. Het gras was ver schroeid, ondanks dat de zeewind er over blies. Doch deze was nu ook verdwenen. Geen koeltje ver- friste> geen briesje vervrolijkte de natuur. Het was bladstil. De vlag gen aan de stokken hingen bewe gingloos naar beneden en de men sen zaten zolang buiten als moge lijk was, omdat het in de kamers te benauwd was. De hotelgasten zaten allen op het brede terras, aten ijs en luis terden naar het strijkje dat zich in de hitte afmatte om het pu bliek enigermate te ontspannen. Antoon merkte van dit alles niets. Hij zat op zijn kamer voor het wijd geopende raam en rook te de ene sigaret na de andere. Hij voelde niet de drukking van buiten hij voelde slechts de druk van binnen. Hij had gehoopt, dat de wond langzaam genezen was, al liet ze een breed lidteken na, maar vanmiddag was ze weer wreed opengescheurd door een vrouwenhand en het hartebloed vloeide weer. Waarom had het noodlot hem juist hierheen gevoerd. Waarom had hij haar moeten weerzien, zij, de zuster van de man die hij ge dood had Zij, die voor hem de verpersoonlijking was geweest van datgene, wat hij kon liefhebben en wat hij wilde liefhebben. Zijn illusie was nu wreed verstoord geworden. Zij haatte iemand die haar het liefste wat zij pp de we reld had bezeten, had ontnomen, haar broer. En die man was hij, en zij wist het niet. Hoe had hij haar leren liefheb ben. Iedere dag meer en meer. Een nieuw gevoel was in hem op gekomen, dat hij eerst wrevelig had onderdrukt. Hij ruim dertig jaar oud en verliefd als een schooljongen Onzin, dat bestond voor hem niet meer. Hij had ge dacht, dat het meer een impuls van het ogenblik was geweest, doch later, na diep nadenken, was hij tot de slotsom gekomen, das zij alleen de ideale vrouw voor hem zou kunnen zijn. Hij, de practische man, had een ideaal ontdekt. Maar hij kon tenslotte niets anders meer dan toegeven aan de impulsie. Hij aanbadt haar, maar de vrees, dat zij zijn liefde niet beantwoorden zou, had hem tot nu toe nog weerhouden zich uit te spreken. Hij was een man en had geleerd zich te beheersen. Hij was er nu dankbaar voor dat hij zich niet aan haar verklaard had. „Denkt u dat ik iemand zou kunnen liefhebben, die mijn broer vermoordde Nooit Ik z$l hem altijd blijven haten Dat had zij gezegd. Hij was ont zet geweestWat kan de haat toch diep zitten, wat waren de wortelen van deze vervloekte plant diep in haar hart geschoten. Hij had haar niet kunnen begrijpen en tochhaat was ook een hartstocht en iemand, die zo hartstochtelijk iemand kan haten, moet ook met diezelfde hartstocht voor liefde vatbaar zijn. Wat was haar gelaat anders ge worden bij die woorden. Anders zo zacht, zo lief, haast majestueus als een koningin geleek ze, wan neer ze hem tegemoet trad om hem te verwelkomen. Dan was ze in zijn ogen zo mooi, zo schoon, maar in haar hart was ze een duivelin met die ogen, die vonken schoten en met die harde trek om haar bleke mond. Wat kan de haat een mens verblinden. Zij dacht, dat hij nu kalm en vredig leefde, nu hij zijn vrijheid weer terug had. Ze moest eens weten, hoe hij overal naar rust zocht, rust voor ziel en lichaam, dat hij ondanks zijn rijkdom niet kon krijgen, wat hij zo nodig had, om dat het met geen geld te betalen was, die innerlijke vrede. Vijf jaren. Hij had gedacht zijn straf gehad te hebben, maar hij zou het zijn hele leven mee moeten dragen, steeds zou hij er weer aan herinnerd moeten worden, bij elke stap die hij zou doen in zijn leven. Het zou immer voor zijn voeten branden Van buitenaf drong flauw de muziek tot hem door en het ge lach van de mensen. Het leken hem dolksteken toe en hij voelde een machtige drang in zich op komen om in de stilte te zijn. Het werd hem te benauwd binnen. Hij verlangde haar weer te zien, maar dat mocht immers niet. Hij verlangde haar te omhelzen en er kwam een storm in hem op om te beminnen, om haar in de armen te sluiten en zijn machteloos smachten dreef hem de deur uit. Langzaam liep hij op de wreg met het hoofd naar de grond gebogen, de handen in de zak. Doelloos liep hij verder, over de hellingen tot aan de bosrand, waar nu alles verlaten lag in de stilte van de avond. Ginds kwam een schelpen visser met zijn gespan het dorp in rijden een gelukkig mens, zonder leed en een gelukkig dier, verlan gend naar de stal. waar het voer op hem wacht. Hij benijdde de mensen die geen zorgen hebben, hoewel ze toch arm waren. Ze waren gelukkig en tevreden. De zee was hun brood, al was het dan ook geen dik stuk. Hij benijdde de vrouwen met de witte doeken om het hoofd, waar uit de verbrandde gezichten hem tegenblonken. Zij leefden hun eigen leven, ver van het koortsige leven der wereldstad, wars van kommer en moeite, tevreden met een houten huisje, een man en kinderen. Antoon komt boven aan de weg en draait zich om. Van hier uit heeft hij een blik op het dorpje, dat daar beneden ligt met zijn vaalgrijze huizen en rode daken zich scharend rond de kerktoren, die zich boven alles verheft. Geen geluid dan het geratel van de schelpenwagen daar in de diepte, verbreekt de stilte. Alles is rust, alles ademt vree en er schijnt geen leed onder de mensen te zijn, te kunnen zijn. De schijn, die zo vaak bedriegelijk is. Doch de eenvoudige mens treft het leed niet. Ze zijn rein, omgeven door de bruisende zee en de zwijgende bossen. De blauwe lucht begon te don keren, langzaam aan. Ver over zee daalde de zon, niet scherp gloeiend als om twaalf uur, maar in harmonie met de avond, zachte, gouden stralen achterlatend, lang zaam verder, steeds verder (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Flevo-bode: nieuwsblad voor Wieringen-Wieringermeer | 1949 | | pagina 4