Bene vrouw uit de volksklasse, gehuwd en moeder van drie kinderen, is te Zutphen aan een noodlottig onge val overleden. Terwijl zij met haar eigen schoothondje speelde, beet het dier haar in de lip. Spoedig vertoonden zich de verschijnselen der watervrees en, na een hevig lij den bezweek de ongelukkige. Men weet niet of ook an dere honden door het zieke beest vroeger gebeten zijn doch de noodige voorzorgen worden genomen en het dolle hondje is afgemaakt. Twee ambtenarenonlangs in de provincie Drenthe op surveillance, bezochten een zoogenaamde polderkroeg. Na ieder een glas jenever te hebben gevraagd en bekomen vroe gen zij aan de waardin of zij ook een patent had. "Wel neen, was het antwoord"aan die formulen doen wij lieden nooit". »En gij verkoopt ons drankhernamen de ambtenaren P //Tolstrekt niet," zeide de vrouw, "ik heb dikwijls rusie met met mijn man, omdat ik zoo goedgeefs ben omtrent vele mannen daarom geef ik u drank om niet; maar omdat gij op mijne stoelen zit, van de zwavelstokken gebruikt en den vloer smerig maakt, moet u mij te zamen een daalder geven." De ambtenaren dropen af met een langen neuszegt men dikwijlsdoch ik geloof liever met een platte beurs. Het nieuwe jaar zegt een Engelsch blad be gint in vollen vrede. Terwijl de groote Amerik. republiek hare wonden verbindt en weêr in krachten begint aan te winnenblijft Europa naar het doel strevendat het zonder veel geestdrift of vertrouwen tracht te verwezenlijkeneen toestand van hooger moraliteit, ruimer vrijheid, billijker regtsbedeeling. En wat men ook bewere, de beschaviug gaat iu werkelijkheid steeds voorwaarts en dringt de landpa len binnen der barbaarschheid en onwetendheid, terwijl de ideën der menschen zich uitbreiden ten gevolge der ver overingen door de wetenschap en het onderzoek volbragt. Het blad hangt vervolgens een niet al te aanlokkelijk ta fereel op van Engelands morelen en politieken toestand, waaruit nogtans moet blijkendat zoo hier als elders zoo als zelfs in Frankrijk, Oostenrijk en Rusland, de ware vrijheidsbegippen zich meer en meer baan breken. Bij de jongste stormen in het kanaal heeft zich een hond als redder onderscheiden. Een Fransch schip was op Bee Sands gestrand. Een sleepboot was gereed om zich derwaarts te begevenmaar hoe zou men de lijn aan boord van het schip brengen, daar er eene hevige branding op de plaat stond? Een hond werd met het bes te gevolg hiertoe gebruikt; met minstens 70 vadem touw bereikte hij den gestranden bodem die later in de haven»' gesleept werd. Ook bragt hij een der schepelingen behou den aan wal. Op den South-Side-syooïWigin den Noord-Ameri- kaanschen Staat Virginieheeft op 8 December 11. een ongeluk plaats gehad waarbij 30 personen gedood en on geveer 50 meerendeels zeer ernstig gekwetst werden. De oorzaak van dat vreeselijk ongeluk was het instorten van van eene brug over de James-rivierop zes mijlen afstands van Lynchburg tengevolge waarvan de gansche passagiers- trein in de rivier stortte. Het schijnt dat de Amerikanen thans kanonnen laten makenzóó dik dat één voldoende isom er een oorlog schip mede te wapenen. In de marine-artillerie is alzoo een omwenteling te verwachtenook de prins van Joinville heeft dit ten duidelijkste betoogd. Onlangs zeide eene Amerikaan- sche officier toen hij de eskaders van Cherbourg en Brest gezien had De schepen zijn zeer goed gebouwdmaar zij hebben één groot gebrek, er zijn slechts pistolen, geen kanonnen aan boord. Zij zouden volstrekt niet bij magte zijn te strijden tegen de onzen, die ze zouden verpletteren zonder er door beschadigd te worden. Dit schijnt waaren wat Napoleon uiterst grieftisdat het onmogelijk miskend kan worden, dat de waarschuwing hieromtrent aan Frank rijk gegevenvloeijen uit de patriotische pen van den prins van Joinville. Uit Berlijn komen bij voortdurig berigten omtrent ge vallen van trichinenziekte. De geneesheeren toonen door microscopische nasporingen het bestaan van die diertjes aan, en alle lijders hebben verklaard raauw spek of worst te heb ben gegeten. De politie te Berlijn heeft nu tegen het ge bruik hiervan gewaarschuwdterwijl de Keulsche gezoud- heids-commissie een uitvoerig rapport over deze ziekte pu bliek heeft gemaakt. Daaruit blijkt, dat deze diertjes het eerst in het jaar 1832 gevonden zijn in lijken door een Engelsch geneesheer onderzocht. Toen had men geen gedachte dat deze parasiten de oorzaak van den dood kon den geweest zijn. Later werden zij eveneens herhaaldelijk gevondenomdat de geneesheeren er hunne aandacht op hadden gevestigdmaar eerst in 1860 constateerde een Duitsch docter, dat zij voor het leven zeer gevaarlijk zijn en de uitbreiding, die in 1862 de ziekte in verschillende streken van Duitschland ondergingbewees dit ook ten volle. Men heeft nu die diertjes aan een naauwkeurig onderzoek onderworpen waaruit blijkt, dat zij alleen door het eten van trichiuenhoudend vleesch wordeu overgeplant en dus alleen bij vleeschetende dieren gevonden worden.%Uit de darmen banen zij zich een weg naar de spieren en werpen daar hunne eijeren. De mannetjes zijn 1 streepde wijfjesj 3 streep lang. De laatsten dragen 4 tot 7 dagen en werpen dan 80 eijeren. Merkwaardig is het dat jonge trichinen niet in de darmen voorkomen, maar alleen in de spieren. Daar toch vormt zich om deze diertjes eene soort van schaalwaardoor de voortplantig belemmerd wordt. Wordt echter van het vleeschwaarin de trichinen in dezen toestand verkeeren gegeten dan lost zich de schaal op en de voortplanting heeft op bovengemelde wijs plaats. Wat het aantal trichinen be treft men heeft berekend dat er gevallen zijndat een pond vleesch 5 millioen van deze diertjes bèvat. Vraagt men hoe het komt dat die ziekte thans eerst bestaatdan antwoorden de geleerden dat zij altijd bestaan heeftmaar niet erkend werd en voor andere ziekten doorging. HAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage, 4 Januarij. Mijnheer de Redacteur! Ik zou meenen te zondigen tegen de allereerste regelen der wellevendheidindien ik mijn schrijven heden aanving, zon der een enkel woord te rigten tot uwe en zoo ik hoop ook mijne lezers. Immershet is het eerste artikel van den nieuw ingetreden jaarkring, en hoe zou ik die gele genheid laten voorbijgaanom hen een heilrijk en gelukkig jaar te wenschen, en w, M. d. R., een correspondent met veel stof tot schrijven Mogt die laatste, wel wat egoistische, wensch vervuld worden in de toekomst, op het oogenblik is ze het niet, want gevoegelijk zou ik met den wijzen koning der oudheid kunnen uitroepen«er is niets nieuws onder de zon", en, terwijl ik dit schrijven aanvang, vraag ik mij afwaar vind ik stof om 't te eindigen? De Eerste en Tweede Kamer schrik niet, waarde leze res dat ik u wederom met kamerdebatten zal lastig vallen dezen rusten op hare lauwerenen dus is ook die anders zoo onuitputtelijke bron van correspondentie, voor heden opge droogd. Zal ik u mededeelen wie den heer Betz als minister van Finantiën zal opvolgen Gaarne zal ik het doenmaar alleen bij wijze van gerucht. Gerucht No. 1 zegt, dat het de heer Bachiene, gerucht No. 2 zegt, dat het de heer van Bosse, gerucht No. 3 zegt, dat het de heer Vissering, gerucht No. 4 zegt, dat het de heer de BruijnKops, gerucht No. 5 zegt, dat het de heer Uittenhoven, gerucht No. 6 zegt, dat het de heer Geertsema wezen zal, terwijl het onpartijdig orgaan der oppositie er nog bijvoegt, dat «het jonge Holland", na «den meester" overboord geworpen te hebbeneen nieuw ministerie zal vormen, waarin «zeker oud financier" de betrekking van minister van Finantiën zal vervullen. (Ter informatie der minder ingewijden in den Dagbladstijl dienei^dat «het jonge Holland" moet verbeeldende door dat blad uitgedrukte partij van den minister van Koloniën. Dat »de meesterniemand anders is dan de oorzaak van de vee pest hier te landenl. Thorbecke zal wel geene vermelding behoeven.) Ja, M. dR.alleen Thorbecke is de oorzaak van de onder het vee heerschende ziekte. Het staat duidelijk gedrukt in het nieuwejaars-nommer van het Dagbladwaarin ook on- wederlegbaar betoogd wordt, dat ons Vaderland op den rand van den afgrond staatwaarin het onvermijdelijk zal gesleept worden, zoo de Dagbladpartiï niet bij tijds hare reddende hand uitstrekt. En hoe kan 't ook anders Terwijl Thorbecke de «veeziekte meebrengt"doet Fransen van de Putte «onze koloniën te gronde gaan" is Olivier «het geheele jaar slapend en in rustige rust", zijn onze buitenlandsche aangelegenheden in handen van een «welwillende nulliteit", is de Tweede Kamer zamengesteld uit «stemmachines" en de Eerste uit »af- i wachters. NeenM. d. R., een ministerie Simons Rochussen, Wintgens en van Goltstein ziedaar wat we noodig hebben om het dierbaar Vaderland waarin even als in het Denemar ken van Shakespeares Hamlet «verrotting bestaat" uit zijn verval te redden. Vergeef mijwaarde lezersdat ik mijn ondanks weder in de politiek vervallen benmaar het Dagbl. had door zijn zwarte schilderingen van den toestand van ons Vaderland zulk een diepen indruk op mij gemaakt, dat het mij onwillekeu rig uit de pen is gevloeid. Dewijl de goede bewoners der Residentie nu weten, dat het Dagbl. voor hunne belangen waakten in het vertrouwen dat de drie milhoen Nederlanders voorloopig nog niet zullen gedwongen worden de vijftien millioen gulden te betalen, die ze zullen moeten opbrengen als we de Oost kwijt zijn, in dat vertrouwen durven ze het wagen de Fransche opera te bezoeken. Ik wil uwe lezers niet doen watertanden, M. d. R.doof eene beschrijving van de opvoering van de Africainewaarin I de prachtigste decoratiën wedijveren met de uitstekende mu- zijk van den grooten Mijerbeer. In alle opzigten mag die I operahelaas het laatste werk van den beroemden maës- tro, een meesterstuk genoemd worden en wordt ze door bevoegde autoriteiten der auteur van les Huguenots, le pro phéte en Robert, waardig gekeurd. Ware de spoorweg van I den Helder reeds geopend tot Amsterdam in plaats van tot Alkmaarik zou uwe gefortuneerde lezers gerust durven I raden eventjes des Zaturdags naar den Haag te komen, om des Zondags middags wederom te huis te dineren. Zij zouden I zich de moeite en kosten niet beklagen. De beide eerste voor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2