M 482.
Zesde Jaargang.
1866.
31ieui»s= en <ftÖoerfentte--6faÖ.
WOENSDAG
10 JANUARIJ.
ELDERSGHE COURANT.
Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maanden1.30
Franco per post 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjss.
De prijs der Ad verten tiion van 1—4 rogels is 40
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens eén dag vroeger.
EURO PA in den aanvang: van 1§66.
I.
Onze lezers zullen ons vergunnen dat wij, de belofte ge
trouw die wij hun in ons nieuwejaars-nommer gegeven heb
ben, thans een oog werpen op den toestand waarin Europa
in den aanvang dezes jaars bevindt. Wij stellen ons voor
daarvan heden een kort en algemeen overzïgt te geven ons
voorbehoudende in de volgende artikelen meer in het bijzon
der terug te komen op ons Vaderland en andere rijken die
eene afzonderlijke beschouwing vorderen.
Het zal niemand verwonderen dat wij met Spanje begin
nen. Dat rijk toch heeft de treurige eer thans de aandacht
van geheel Europa tot zich te trekken, omdat er sedert
weinige dagen een opstand is uitgebroken waarvan de gevol
gen op dit oogenblik nog niet te berekenen zijn. Die opstand
komt niet onverwachtwant reeds sedert eeuwen is dat eenmaal
zoo magfcige rijk ten prooi aan burgeroorlog en inwendige
twisten. Daar die opstand van jeudige dagteekening is, en
de,-wezenlijke berigten omtrent den waren toestand derinsur-
rectie nog ontbreken, omdat alles wat wij weten ontleend is
aan t'èlegraphische dépêches en de zoo weinig vrije Fransche
bïadenis het nog niet doenlijk een getrouw overzigt van die
zoo betreurenswaardige gebeurtenis te leveren.
Gelukkig is liet voor Spanje dat Napoleon III op dit oogen
blik de handen te vol heeft om aan eene interventie te denken
want, wat men er ook van schrijven moge, noch de bin-
nenlandsche, noch de bnitenlandsche aangelegenheden van
Frankrijk bevinden zich in een' bevredigenden staat. Het
gebeurde met de Parijsche studenten geeft ons een bewijs
hoezeer de regering voor elke demonstratie bevreesd is, ter
wijl 't ons van de zijde der studenten het vers te binnen
brengt dat in 1862 zulk een' diepen indruk te weeg bragt
getiteld »Le lion du Quartier latin"dat aldus begint
Non, la jeunesse n'est pas morte!
Dans sa colère, elle a surgi.
en eindigt met de woorden:
II est temps quil meure ou qu'il parte
Celui qui du dernier festin
Paiera la carte!
II veut manger du Bonaparte,
Le lion du Quartier latin!
welk vers wij dan ook in ons nommer van 22 Maart van
dat jaar hebben medegedeeld.
Waarschijnlijk zal de regering door toegevendheid dien
opgekomen storm wel wederom tot bedaren weten te bren
gen door het verbod van uitsluitingdat sommige studenten
getroffen heeftop te heffendoch en men moet dit niet
voorbijzien die toegevendheid toont'méér de onmagt der
redering dan wanneer men de gansche zaakals ten eenen
male de aandacht van het Gouvernement onwaardig, met
stilzwijgen ware voorbijgegaan.
Maar ook de afkeuring, die zich bij de geheele bevolking
begint te openbaren, tegen de zoo willekeurige handelingen
der censuureene afkeuring, die zich bij^ elke gelegenheid-
openbaart en die de politie niet bij magte is te belettenis
een voldoend bewijs dat de geest der bevolking niet met dien
den regering overeenstemt, maar dat ze slechts door dwang
en geweld de meer en meer toenemende zucht tot vrijheid
weet te onderdrukken. En die censuur treft tegenwoordig
niet alleen de binnenlandsche dagbladen ook de buitenland-
sche zijn verpligt alleen datgene te vermelden, dat de^goed-
keuring der Fransche regering wegdraagtwillen zij zich
niet in Frankrijk verboden zien. Een dergelijk lot trof nog
zeer onlangs de bekende Belgische Inclépendancewelk blad
zonder waarschuwing zonder vorm van procesonverwachts
uit de Fransche couranten verneemtdat zijn verspreiding in
Frankrijk is verboden. Welk nadeel dergelijke handelingen
van het Fransche gouvernement, aan de eigenaren berokkenen
en hoe deze dus als 't ware gedwongen worden hunne arti
kelen te kleuren naar goedvinden dier regering of wel zich
een aanzienlijk verlies te getroosten, is te duidelijk om op
heldering te behoeven.
Wij zullen hier niet spreken over den steeds aangroeijenden
schuldenlast van dat rijk, die van jaar tot jaar toeneemt.
Zoolang Napoleon III geene wezenlijke vermindering in het
leger te weeg brengt en men ziet ligtelijk dat hij niet
gemakkelijk zal overgaan tot dien maatregel die de ontevre
denheid van het legerzijn eigenlijken steunzou opwekken
tot zoolang zal het budget jaarlijks klimmende blijvenen
de schuldenlast van jaar tot jaar toenemen. Wat daarvan
het einde zijn zal, kan slechts de toekomst ons leeren.
Wat de buitenlandsclie politiek van Frankrijk aangaat, te
dien opzigte is dat rijk in zoovele belangrijke kwestien ge
wikkeld, dat men niet weet welke het eerst te vermelden.
Eene van die kwestien is vroeger door dat rijk zelf in het
leven geroepen en zal thans veel moeite kosten om op eene
bevredigende wijze opgelost te worden. Onze lezers bevroeden
dat wij de Mexicaansche quaestie bedoelen, die thans een
onderwerp van onderhandeling uitmaakt tusschen Frankrijk
en de Yereenigde Staten van Noord-Amerika. Zijn de laatste
berigtendie de telegraaf ons aanbrengt juistdan zou
de Fransche gezant te Washington, de heer de Montholon,
reeds aan den hr. Seward (minister van Buitenl. Zaken van
het Noor d-Amerik. Kabinet) hebben kennis gegeven, dat het
Fransche gouvernement binnenkort zijne troepen uit Mexico
zou terugroepen. Dit zou zeker eene groote concessie van de
zijde van Frankrijk wezenen aantoonen dat Napoleon III
niet zonder vrees den uitslag der beraadslagingen van den
senaat en het congres te gemoet ziet. De bewoordingen echter
door den president Johnson gesproken -woorden die naar
luid der telegrammen nog zouden verzacht zijn door de me-
dedeeling van de hr. de Montholon -zullen wel bij magte
geweest zijn, den Franschen keizer tot nadenken te brengen.
{Wordt vervolgd.)
POLITIEK OVERZIGT.
De lang verwachte en Donderdag jl. uitgebroken opstand
in Spanje is de hoofdgebeurtenis van den dag. Hoewel uit
den aard der zaak daaromtrent nog weinig bijzonderheden
bekend zijn en de enkele woorden waarin de telegrammen
meestal van regeringswege zijn vervat, niet veel licht
over den omvang en strekking der beweging verspreidenis
reeds het feitdat het tot eene uitbarsting gekomen is, van
gewigt en in den toestand van spanning, waarin het schier
eiland verkeertzijn daar gewigtige gebeurtenissen te gemoet
te zien, vooral nu de onrustige en stoutmoedige generaal Prim
zich aan het hoofd heeft gesteld.
Men weet voor het oogenblik alleen dat de zaak juist den
zelfden loop genomen heeft als de pronunciamento's in.
Spanje gewoonlijk nemen. Eenige regimenten komen in op
stand een generaal van naam stelt zich aan het hoofd
men tracht aanhang te vindenen begint, in afwachting daar
van met zich naar het gebergte terug te trekken, Gelukt
dit niet, blijft het volk te Madrid rustig, dan beproefd men
naar het buitenland te ontsnappen. Gelukt het daarentegen
wel, dan rukt men terstond op Madrid af. Op die wijze is
NarvaezPrim en zoo menige andere Spanjaard generaal,
minister en de alvermogende man in den staat gewordenen
later weder door kuiperijen in het paleis of de kamer ten
val gebragt. Thans is het Prim graaf van Reusdie aan
het hoofd staat.
De beweging is thaus, blijkens een ontvangen telegram,
begonnen in Aranjuez en Ocana die niet ver van elkaêr
verwijderd liggen en waargedurende de zomerhitte, gewoon
lijk de troepen liggenop wie men het meest vertrouwen kan
en aan wier bescherming daarom het hof is opgedragen.
Het gebergte van Cuen9a op de oostzijde van Nieuw
Kastille, vormt eene uitnemende basis van operatie tot het
bijeenbrengen van troepen uit Nieuw Kastille, Murcia, Va-
lencia, Arragon en Katalonie.
Volgens de eerst ontvangen berigten trokken de opstandelingen
in wanorde terugen heerschte er in Madrid en in de provinciën
rust. Maar particuliere brieven van 4 Januarij uit Madrid
die te Bayonne ontvangen zijnmaken gewag van militaire
pronunciamento's in verschillende provinciesteden. In Madrid