JK 485. Zesde Jaargang. 1866. Hieums- en ZATURDAG <ftÖoertentic--6faÖ. 20 JANUARIJ. Zitting van den Gemeenteraad, Verschijnt WOENSDAG en ZATUEDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.30 Franco per post „1.50 Üen .abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den UitgeverS. Giltjbs. De .prijs der Advertentien van 14 regels is 40 Ceutenvoor eiken regel meer 10 Centen. Zegelrogt voor elke plaatsing 85 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve ïnen de Advertentien intezendên. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. op Dingsdag 16 Januarij 1866. Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse. Secretaris de heer L. Veriiey. Afwezig de heeren PapineauHaremakerSlebeReeringh cn Bakker. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat van den heer Reeringh eene verontschuldiging is ingekomenen te hebben gehoord dat de heer Bakker ongesteld is. 1). Aanbeveling van leden der Plaatselijke Schoolcommissie. De aftredende leden, de heeren J. J. Backer Dirks, Jb. Sevenhuijsen en W. W. Bingley worden met groote meerder heid herkozen. Ter formering van dubbeltallen waren door de schoolcom missie voorts op de aanbeveling geplaatst, de namen van de heeren D. Hellema, P. C. de Winter en T. Zur Mühlen. 2). Aanbeveling van leden voor het Bestuur voor het Alge meen Weeshuis. Het bestuur van het Algemeen Weeshuis, beantwoordende een ontvangen schrijven, geeft te kennen, dat inde vergade ring van 12 Dec.jl. besloten is, aan Art. 5 der instructie ge volg te geven, in het vertrouwen dat door den Raad de te doene aanbeveling niet geheel zal worden ter zijde gesteld. Voorts wordt te kennen gegeven, dat hoewel twee vacaturen bestaande aanbeveling voorloopig slechts alleen geschiedt ter voorziening in de vacatureontstaan door het overlijden van den heer K. Metzelaar. Als dubbeltal worden genoemd de heeren Mr. D. P. H. Aberson en D. Bakker Bz. Eerstgenoemde wordt gekozen met 8 stemmen. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde, om hij stemming ook te voorzien in de vacature hij het bestuur van genoemd weeshuisontstaan door de periodieke aftreding van den heer D. de Lange en mevr. Stakman Bosse. Beiden worden met 9 stemmen herkozen. Ter aanvulling der dubbeltallen werden genoemd de namen van den heer A. Rijkers en mevr. A. Gil- tjes, wed. J. In 't Velt. 3). Benoeming van een Hooisteker. Met 6 stemmen wordt A. Zwaan gekozen. 4). Bekend adres van S. Gilles. De Voorz. deelt mede, dat de conclusie van B. en W. is, om op dit adres te antwoorden dat er geene termen bestaan om op het vroeger genomen raadsbesluit terug te komen. De heer v. Strijen vraagt of er ten aanzien van het tweede lid van dit adres door B. en W. geene conclusie is genomen. In antwoord oppert de Voorzitter eenige bezwaren tegen dat gedeelte van het verzoekschrift, hetwelk luidt als volgt: "Of, dat adressant ook met de plaatsing der gemeente nannonces moge worden belast. In dat geval biedt adressant naandie plaatsing gedurende de drie eerstvolgende jaren nkosteloos te doen." De Voorzitter zegt, wanneer het alleen een verzoek was om de advertentien te mogen plaatsen, zou ik geen bezwaar makenmaar men vraagt hier geheel iets anders, het is om te worden belast met de plaatsing, en het doen van eene lastgeving daartoe zie ik de noodzakelijkheid niet in. Verder treedt de Voorzitter in eene definitie van de woorden »te worden belast" die wij niet hebben kunuen doen volgen, en voegt er vervolgens bijgeen enkel voorbeeld in ons land te weten, alwaar de gemeente annonces in twee plaatselijke couranten worden geplaatst. De heer Graat zegt, zich met die fijne onderscheiding van het woord "belasten" niet te kunnen vereenigen, en aange nomen dat het woord minder gelukkig gekozen iszou hij-toch daarom het adres niet willen afwijzen, om weder een ander, in andere bewoordingen, af te wachten. Spreker voegt er bij, dat de reden die hem beweegt, om het verzoek toe te staan ook vooral daarin gelegen isdat er voor de gemeente geene geldelijke uitgaven aan verbonden zijn. De hr. v. Strijen merkt op, dat adressant zich weldegelijk met een verzoek tot den Raad wendt, en wijst, ten blyke daarvan, op eene in het adres voorkomende regel, die luidt als volgt: "Redenen waarom adressant vermeent zich tot den Raad te mogen wendenmet een tweeledig verzoek Voorts zegt spreker, vóór het verzoek van den heer Bakker te hebben gestemd, doch dat hij toen niet bekend was met een vroeger genomen besluit, dat op deze zaken betrekking heeft. En dat hij het een verzuim achtdat bij de behande ling van het verzoek van den heer Bakker, het op 8 April 1862 genomen besluit niet aan de sedert dien tijd benoemde leden van den den Raad is voorgelezen. Hij vermeent, dat de billijke weg in deze zaak is, intrekking van het besluit van 17 Oct. jl. en de aanbesteding te doen plaats hebbenof het verzoek, voorkomende onder No. 2 van het adres, toe te staan. De Voorzitter zegt het adres zeer goed te hebben gelezen, en dat het niet twijfelachtig is, dat een rekest reeds een ver zoek is. Spreker blijft echter bij zijne opinie ten opzigte van het woord "belasten", en ziet geene noodzakelijkheid dat het plaatselijk bestuur in deze iemand zou belasten. De heer Graat zegt, dat de Voorzitter tè veel hecht aan die uitdrukking "belasten". De Voorzitter antwoordtdat adressant had moeten zeggen »zich willen belasten" en niet "te mogen wórden belast." De heer de Breuk zegt niet in de vergadering van 17 October tegenwoordig te zijn geweest, hij zou zich alnders verzet hebben tegen het toen genomen besluit, omreden hij het besluit van 8 April 1862 in deze verbindend acht. Spre ker verklaart zich alzoo voor het eerste deel van het ver zoek, vernietiging van het besluit van 17 October jl. en het doen plaats hebben van eene publieke aanbesteding; hij ver meent dat daardoor het beste blijk van onpartijdigheid zou worden gegeven en alzoo te handelen in den geest van de gemeente-wetdie publiciteit, openbaarheid en onpartijdigheid wil. Ook daardoor zou men den schijn wegnemen, alsof men den zoon van den "Wethouder eene pré had willen geven. De Voorzitter antwoordtdat een vroeger door een later genomen besluit vernietigd kan wordendat dit in deze het geval is dat daarin volstrekt geene inconsequentie is gelegen. Wordt in omvraag gebragt het eerste punt van het in behandeling zijnde adres. De hr.Strootman zegt de zienswijze van den hr.de Breuk te deè- len en vraagt of vervolgens ook het tweede gedeelte in omvraag zal worden gebragt, waarop toestemmend wordt geantwoord. Wordt geweigerd met 9 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Strootmande BreukZur Mühlen en van Kelckhoven. Het tweede gedeelte wordt toegestaan met 11 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Braaksma en de Voorzitter. 5). Voorstel tot overname van grond. Dit punt is niet behandeld. 6). Mededeeling van ingekomen stukken. a. Dat er ter voorkoming van ongelukken als politie-maat- regel, bij den toegang van het station van den spoorweg, 4 lantaarns voor gemeente rekening zijn geplaatst, die met olie worden verlicht. De voorzitter doet het voorstel tot goedkeuring van die uitgaven en om met die verlichting voorloopig voort te gaan tot die zaak beter geregeld zal zijn. De heer Strootman is van gevoelen dat de gemeente die kosten niet behoeft te dragen, én herinnert dat in andere deelen der gemeente, men reeds jaren te vergeefs naar ver lichting en verbetering uitziet. Spreker leest een deel der concessie, waarbij uit artikel 4 blijkt, dat de plaatsing van lantaarnpalen en de verlichting aan de uitgangen der stations voor rekening van den Staat komen. De Voorzitter zegtdat omreden er geene toebereidselen tot verlichting werden gemaakt er een schrijven gerigt is tot het Bestuur van de Hollandsche Spoorweg Maatschappij waarop geantwoord is, dat die Directie zich niet verpligt re^~ kende tot verlichting van het terrein buiten het stations g' bouw gelegen. Dat hij daarom noodig had geoordeeK ter voorkoming van ongelukken en dus alleen als polif/T, maatregel, de gemeente met de verlichting te belasten. De heer Strootman repliceert dat de Maatschappij in dêz*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 1