toepassing. Een ministerie Fransen van der Putte voorspe 1- len wij een zeer kortstondig bestaan. Er zou ook een conservatief ministerie kunnen optreden doch dit zou bij de actuele zamenstelling der Kamers geen levenskracht hebben, daar het in de beide Kamers op geen dertig stemmen zoude kunnen rekenen. Het eerste werk van zoodanig Kabinet zou moeten wezen de ontbinding der Staten- Generaal, doch waarschijnlijk zou die gevaarlijke proef zonder resultaat blijvendaar het Nederlandsche volkdat in waar heid liberaal isweder liberale afgevaardigden zoude verkiezen. En wat dan Dan zou het Ministerie bij de eerste aanraking met de Kamervan zijne zwakte overtuigd worden en wij zouden weder even ver zijn als op dit oogenblik. Tot zooverre was ons artikel reeds geschreven toen wij vernamen dat het Z. M. behaagd heeft den hr. Fransen van der Putte te belasten met de zamenstelling van het nieuwe Kabinet. Alzoo is de aftreding van Thorbecke een fait accompli het is een feit dat wij van harte betreuren. Wie nu met den hr. van der Putte in het ministerie zullen zitting nemen is ons onbekend, doch wie het ook zijn mogen, wij durven het gerust een kortstondig bestaan voorspellen. Zoodra de namen der nieuwe ministers bekend zijnkomen wij op dit gewigtig onderwerp terug. "CTIE TTWSTiifDirrgBir. Helder, NieuwediepWillemsoord, enz. 2 Pebruarij 1866. Naar wij vernemen is de heer C. Swaving, door dé arrondissements-regtbank te Alkmaar, tot deurwaarder bij het kantongeregt alhier benoemd. Gepasseerden nacht is op de N. haaks geraakt het Spaan- sc'ne brigatijnschip Manoiokapt. O. deMarion, geladen met tabak, komende van St. Jago op Cuba en bestemd naar Bremen. De kapt. en de overige equipagiebenevens een in het Engelsch kanaal aan boord genomen gids (geen loods), die zich niet bijzonder van zijn taak gekweten heeft, zijn met de scheepsboot gevlugt en heden nacht half twee ure bij een der steenen hoofdjes alhier geland. Heden morgen zijn een aantal schuiten en booten, in een waarvan de kapt.stuurman en een matroos, naar het schip gegaan, om de lading te lossen en het zoo mogelijk af te brengen of het laatste zal gelukken is echter zeer twijfelachtig. Nader vernemen wijdat de lading reeds geheel gelost en met schuiten en booten in de haven is aangebragt. Met vloedgetij zal men beproeven het schip af te brengen. Eene treffende ontmoeting, die wel ter vermelding waardig isheeft er voor ruim acht dagen plaats gehadmet het alhier Woensdag jl. van Batavia binnengeloopen barkschip Ida Eli.sabeth, kapt. W. Dooren, en een in zee drijvend wraji, Des nachts in de Spaansehe zee zeilende, wordt de bark, die aan zijn seinlichten te onderkennen was, aangeroepen dootr een zwakke stem, daar men echter in de duisternis niets kon gewaar worden, liet de kopt. bijdraaijen tot den vol genden morgenbij het aanbreken van den dag bespeurde men een wrak van een schip, onmiddelijk werd de sloep buitenboord gezet, om zoo mogelijk redding te verleenen; een allertreurigst tooneel deed zich op dat wrak voorzeven lijken waarvan sommigen reeds in ontbonden staat, en één nog le vend maar geheel bewustelooswezen vond men daar. Deze laatst overgeblevene, na eene liefderijke verpleging, als het ware in het leven teruggeroepen, verklaarde de kapt. te zijn van het Engelsche schip Jane Loydon, ko mende van Quebek en bestemd naar Londen, geladen met hout. En voortsdat hem 30 dagen geleden een orkaan was overvallen, waardoor het achterschip, waarin zich ook de victualie bevoud, van het overige deel van het schip was afgeslagenterwijl tevens de gehcele bemanning bestaande uit 19 koppen over boord sloeg, daarvan hebben 9 per sonen waaronder genoemde kapt., zich aan het overblijvende wrak weteu vast te klemmen en zijn in den nog staande gebleven grooten mast geklommen. Daar zij echter niet in staat waren geweest eenige levens middelen te bergenwerd hier, bij eene dikwijls strenge vorst een zware strijd des doods gestredenna acht dagen viel het eerste offer; de overblijvenden deden als met eenparige stemmen het voorstel aan den kapitein, om dat lijk tot hun voedsel aan te wendendeze verzette zich daartegen en wist door overreding zijne manschappen daarvan terug te houden, en het lijk nog met eenige plegtigheid de laatste eer te be wijzen zoo als dat op zee gebruikelijk is. Achtereenvolgens zag de kapitein al zijne overige lotgenooten bezwijkendoch de kracht ontbrak hem om die lijken buiten boord te zetten. Hij verhaalt verder, dat bij liet zien naderen van de sloep ter zijner reddinghij zich van blijdschap had willen oprigten, doch toen uit den mast op dek was nedergevallen, alwaar hij in bewusteloozen toestand, tusschen de lijken der overigen was gevonden. 28 dagen zou die kapitein zonder voedsel hebben door- gebragt, en het leven hebben behouden, alleen bij eenige druppels waterdie hij somtijds op een stuk zeildoek mogt opvangen. Van de Ida Elisabethalwaar hij op voortreffelijke wijze door kapt. van Dooren en een zich aan boord bevindend geneesheer verpleegd is, is hij naar 's Rijks hospitaal alhier overgebragt, alwaar hij door den dirigerend officier van gezondheid 1ste klasse, wordt behandeld met eene belang stelling en zorg, die voorbeeldig mag genoemd worden. Heden morgen te acht ure, is Zr. Ms. stoomfregat Adolf Hertog van Nassauvan hier vertrokkenkoers zet- tenden naar Vlissingen. Men wil het vertoon van dit schip te Vlissingen in verband brengen met het tegenwoor dig verblijf aldaar van een Peruaansch oorlogschip. De kapt. 2e kl. bij het korps mariniers G. A. P. Chomel, laatst behoord hebbende tot het escader iu Oost-Indieen onlangs van daar teruggekeerd, is, te rekenen met 23 Jan. jl., ter beschikking gesteld van den kommandant van het corps mariniers. Dingsdag 30 Januarij is aan het strand bij Huisduinen aangespoeld, een rond houten dekseltje van een zakspiegeltje, waarin geschreven stond: fjohannis Jansen, oud 23 jaar, geboren te Biervliet, 15 Maart 1842. Ook is hier langs de kust opgevischt een pak kurk in bladen. Dingsdag morgen jl. is in de nabijheid van Vollen hoven het lijk gevonden eener jeugdige vrouw, welke naar alle waarschijnlijkheid op gruwelijke wijze vermoord is. 'Te oordeelen naar hare gehavende kleeding, moet de verslagene met haren, aanvaller geworsteld hebben. Op het lijk is een sleutel gevonden, die men zegt van het huis te zijn, waarin de ontzielde als dienstbode gewoond heeft. Een streng on derzoek is reeds ingesteld. Men schrijft uit Singapore, 23 Dec. Het schip Pride of the Ganges is op 17° N.Br. door kapt. W. v. d. Linden, voerepde het Nederl. schip E. T. Visser, alhier binnen, gepraaid koer/zettende naar de Chinesche kust, en seinende //dat er oproer aan boord was." Kapt. v. d. Linden seinde daarop: //draai bij, en wij zullen assistentie verleenen," dat beantwoord werd met: //zulks wordt niet toegestaande T). T. Visser zette hierop de Pride of-the Ganges na, doch kon hem niet bereiken, en toen men het schip voor het laatst zag werd er geseind //de kapitein over boord." -Een Engelsch vaartuig, de Tamar Queen, kwam den 23 Jan. te Plymouth van de Azorisohe eilanden binnenmet 1 bootsman1 matroos en 1 jongen te St. Georges had de kapitein een inlander aan boord genomen; deze had in zee den kapitein en een matroos met een bijl vermoord maar was daarop door den bootsman met een handspaak ge veld zoodat hij den volgenden dag stierf. De drie lijken waren over boord gezet, en de bootsman had het schip in veilige haven gebragt. Eene dame had te Berlijn een feuilleton geleverd, dat zeer lang was, en waarmede zetters en correctors door het slechte schrift veel moeite hadden. Achter het woord einde zette de corrector, de Hemel zij gedankt. Bij ongeluk werd dit door de zetters bijgevoegd. Zoo kwam 't feuilleton in 't licht. De dame deed den zetters en corrector hierover een proces aan, maar de regter verwees haar in de kosten. Te Solingen is de vrouw van een armen scharenslijper dezer dagen van drie zoons bevallen. De vader, die zijne familie zoo plotseling in zoo ruime mate vermeerderd zag wendde zich tot den koning van Pruissen met het eerbiedige verzoek om het peetschap over deze drie nieuwe wereld burgers te aanvaarden. De koning voldeed aan dit verzoek schriftelijk, onder toezending van 10 ducaten tot aankoop van een geschenk voor de drie peetkinderen. ""HAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage, 1 Februarij. Mijnheer de Eedacteur! Hetgeen ik u in mijn vorig schrijven voorspelde, is geschied. De heer Fransen v. d. Putte is door Z. M. met de zamenstelling van een nieuw Ka binet belast. Het zal wel ónnoodig zijn u te melden dat er hier reeds vele namen in omloop zijn van hen die met ministeriële portefeuilles zullen worden belastdoch ik meen dat daaromtrent nog niets met zekerheid te zeggen valt. Zeker acht ik het echter dat geen staatsman van naam en bekwaam heid in dat ministerie zitting zal willen nemenwant ik hond voor uitgemaakt dat het niet van langen duur zal zijn. De heer Fransen v. d. Putte is niet de man om als eerste minister te fungeren hij moge in vele opzigten een geschikt minister van Koloniën zijn maar de kalme bedaardeberedeneerde staatsmans-wijsheid van Thorbecke is hij verre van te bezitten. Allen die den minister van Koloniën in de Kamers hebben bij gewoond zullen dit beamen. Wel is waar bezit hij eene gemaakte rond borstigheid (oin niet te zeggen driestheid), waarmede hij effect maakten waarmede hij het woord voert als hij zijne ontwerpen verdedigtwel is waar verklaart hij stoutweg, reeds bij eene halve motie van wantrouwen te zullen aftreden en dat is ligt te zeggen als men archi-millioenair is doch er wordt meer gevorderd, om de geheele leiding der staatszaken op zich te nemen. Ook heeft de gemaakte onverschilligheid van dien heer, velen tegen hem ingenomen. Immers wanneer in de Kamers het woord werd ge voerd bleef Thorbecke kalm en impassibel zoowel bij de soms wat overdreven lofuitingen zijner voorstanders als bij de hatelijkste insinuatien zijner anta gonisten. Niet alzoo de hr. v. d. Putte. Zoodva een lid der oppositie tegen hem het woord voerde verliet hij den mini steriel en zetel om een praatje te gaan houden met een zijner vrienden in de Kamer het daarbij zóó aan leggende dat hij als bij toeval dien spreker den rug toekeerde. Ieder die de zittingen der Kamer bijwoont heeft dit opgemerkt, en dikwijls heeft dit velen onaangenaam aangedaan. De tijding van het zamenstellen van het Kabinet door dien heerheeft dan ook hier in 't algemeen geen gunstigen indruk te weeg gebragt en niet zonder bezorgdheid vraagt men zich af welk een loop de staatszaken' nemen zullen met den hr. Fransen v. d. Putte als premier. Voeg daarbij M. d. E. dat, waar het uitstekend talent van Thorbecke zelfs door zijne heftigste tegenstanders werd erkendde grondige algemeene kennis van den nieuwen premier wordt in twijfel getrokken dan is 't klaar dat wij geene redenen hebben ons over de ministeriële verandering

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2