Zesde Jaargang. 1866 lïieuros- en <aööertenfie-6faÖ. ZATURDAG V E E S CHOU W I i\ G. .Diit-pfftciëd gcbcclte. kïi TT W S T IJ D IIT 3- E 1T. Jfi 497. BELDERSCHE COURANT. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs vobr 3 maandenf 1.30 Franco per post 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Gii.tjfs. De prijs der Advertentien van 14 regels is 40 Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zcgelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. 5 MAART. pcbccltE. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat door de bevoegde Keurmeesters eene schouwing zal plaats hebben over de RUNDEREN, PAARDEN en SCHAPEN, en wel: In het Koegras Op Maandag den 5 Maart a. s. langs de Zanddijk en Vliet. Op Dingsdag den 6 Maart a. s. langs het Groot-Noordhol- landsch Kanaal. Te Huisduinen en Helder: Op Vrijdag den 9 Maart a. s. te Huisduinen en in het ,3Vjestelijk deel van den Polder (westzijde spoorweg.) Op Zaturdag den 10 Maart a. s. in het oostelijk deel van den Polder (oostzijde spoorweg) en in het Brakkeveld. Eiken dag te beginnen des morgens ten 9 ure. De veehouder^ worden bij deze herinnerd aan de bepalingen van artt. 459, 460 en 461 van het Wetboek van Strafregt, en aangemaand om hun vee behoorlijk gehokt te hebben ge durende den tijd voor het onderzoek bepaald. Helder28 Februarij 1866. Burgemeester voornoemd STAKMAN BOSSE. POLITIE. Ten burele van den ondergeteekende zijn gedeponeerd de navolgende voorwerpen: Een Vrouwenzak en een gouden Sleuteltje. Helder2 Maart 1866. T)e Commies, van Politie A. C. BOONZAJER. POLITIEK ÖVEItZIGT. Wat zal er van Moldavië en Wallachije worden nu prins Couza van den troon heeft afstand gedaan? vraagt men. Op dit oogenblik nog wordt beweerd, dat de vorstendommen slechts winnen kunnen door het verlies van den man die despoot was zoover en zooveel hij konal zeide hij ook dat hij de volkssouvereiniteit huldigde. Alle standen der maat schappij had hij door zijne willekeurige maatregelen tegen zich ingenomen en bij zijn val was er dan ook geenmensch, die hem nog trachtte te redden. Ilij werd zonder eenige tegenstand in hechtenis genomen en in de gevangenis gebragt. Toen hij zich terstond bereid verklaarde om af te treden en verlof verzocht om zich naar het buitenland te begeven, bragt men hem over naar het paleis Cotroceniterwijl zijne gemalin uitgenoodigd werd zoo spoedig mogelijk alles gereed te maken voor de afreis. Onmiddelijk nadat zijne abdicatie bij het voorloopig bewind was ingekomen werd hij en zijne gade met een militair escorte van Bucharest naar Kronstadt in Zevenbergen gevoerd. Maar nu? De graaf van Vlaanderen wilCouzas plaats niet innemen; reeds zeide men dat de hertog van Leuchtenberg door Ruslaud tot zijn opvolger was bestemd; thans wordt dit weder tegengesproken met de bijvoeging dat een Russisch grootvorst nooit de vasal van den sultan kan worden. Maar de keuze van een vorst heeft ook geen haasthet voornaamste is maar dat de Rumeniers zich rustig houden en de beslissing afwachten die de onderteekenaars van het traktaat van Parijs nemen zullen. Heeft weder de herhaling plaats van hetgeen men vroeger zag: een strijd tusschen de invloedrijkste bojaren om tot hospodor te worden verheven, dan zou de Porte, als suzerein gewapend tusschenbeide treden. Dat Rusland zich in deze zaak mengen zou is voorloopig niet te gelooven; en het zamentrekken van Russische troepen langs de Pruth, en het in orde brengen van de pontons enz., om bij het eerste hevel die rivier over te stekenzou indien de e berigten waarheid blijken, slechts een maatregel van voorzorg zijn. Aan het Neue Fremdenblatt wordt het volgende getelegrafeerd: Volgens zekere berigten uit de Russisch-Moldavische grenzen hebben de Russische troepen aan de Pruth eene rugwaartsche beweging gemaakt. Een sterk cordon van troepen aan de Pruth bewaakt de grenzen. Reeds meermalen is door Parijsche correspondenten van de Frankforter Europe de aandacht gevestigd op eene vordering waarop Frankrijk ten opzigte van Engeland aanspraak zou hebbenen die ook .herhaaldelijk in het wetgevend ligchaam door een der afgevaardigden is ter spraak gebragt. Men meent namelijk door cijfersvan welke de naauwkeurigfeeid niet in twijfel schijnt te kunnen worden getrokkente kunnen 'aantoonendat Engeland aan Frankrijk de niet geringe som van vijf-honderd vier-en-vijftig millioen franken schuldig is. In Engeland zoowel als in Frankrijk heeft men tot op dit oogenblik aan die schuldvordering weinig geloof gehecht. Men begreep niet, waarom, indien Engeland werkelijk zulk eene belangrijke som aan Frankrijk schuldig was, de Fransche regering zoo lang zou hebben gedraald met hare regten op eene delging van die schuld te doen gelden. Te meer wekte dit bevreemding, omdat de vordering was ontstaan in de d?4|»en van den tegenspoed der keizerlijke dynastie. Men meende derhalve te kunnen verwachten, dat Napoleon III er meer dan iemand anders op gesteld zou zijn een einde aan de zaak te maken. Uit de stukkendie nu onlangs in het bezit zijn gekomen van l"Europemeent het blad echter te kunnen afleiden, dat toch op dit oogenblik zelfs zij, die het bestaan der vordering vermoedden zoo weinig met de bijzonderheden van haar ontstaan bekend waren, dat zij aarzelden, de zaak in het openbaar ter spraak te brengen. Uit de bedoelde stukken, waarvan men de kennismaking voornamelijk te danken zoude hebben aan de onvermoeide onderzoekingen van een gewezen hoofdofficier van het eerste keizerrijkdie sedert jaren als advokaat te Londen is gevestigdblijkt nu volgens het Frankforter blad, ten duidelijkste, dat door Frank rijk, bij de traktaten van 1814, 1815 en 1818, aan de En- gelsche regering eene som van 130 millioen franc3 is verstrekt om alle Engelsche onderdanenwier bezittingen in Frankrijk ten gevolge van de revolutionaire wetten verbeurd verklaard en verkocht waren, schadeloos te stellen. Er zou echter uit drukkelijk bij bepaald zijn, dat, wanneer er, na afbetaling der schuldeischers, een batig saldo mogt overblijven dit saldo met bijvoeging van de renten (interest van interest), aan de Fransche regering moest worden terug gegeven. Er werd verder een tijdstip bepaaldwaarop de aanvragen om schade loosstelling moesten zijn ingezonden terwijl de-later ingeko- mene niet meer in aanmerking zouden worden genomen.Eene gemengde commissie, uit Franschen en Engelschen bestaande, onderzocht te Parijs de regten van hen, die aanspraak op schadeloosstelling meenden te hebben: eene andere commissie, uitsluitend uit Engelschen bestaandedeed hetzelfde te Londen. Door de beide commissien werd eene som van ruim 65 mil lioen fr. uitbetaald, zoo dat het Fransche gouvernement van het Engelsche ruim 64 millioen fr. had terug te vorderen. Deze som vermeerderd met de renten (interest van interest) loopende van 22n Maart 1818, den dag der sluiting van het verdrag, bedroeg op 22 Maart 1862 reeds meer dan 554 millioen fr. Aan VEurope wordt nu uit Parijs gemeld, dat dit jaar het onderzoek dezer kwestie aan de groote staats- ligchamen zal worden aanbevolen, en wel in den senaat door den markies de Boissy. In het wetgevend ligchaam zou de heer Belmontetdie reeds drie jaren achtereen in de com missie voor het budget telkens op deze schuldvordering heeft gewezen de zaak ter tafel brengen. Helder, NieuwediepWillemsoord, enz. 2 Maart 1866. Dingsdag heeft de Tweede Kamer hare werkzaamheden hervat en is dadelijk de zaak der ministeriële crisis van de vorige maand en de optreding van het nieuwe ministerie besproken. Het ministerie heeft verklaard te zijn een voort-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 1