TOeuros- en sl# j? «flöo erteiitie=6faÖ.
Zesde Jaargang.
ZATURDAG
Ao 505.
1800.
HELDERSCHE COURANT.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post u 1-EO
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjfs.
De prijs der Advertentien van 14 regols is 10
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertenticn intezeudcu.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
24 MAART.
POLITIEK OVERZIGT.
Aangaande de spanning tusschen Oostenrijk en Pruisen
vernam men in de laatste paar dagen weder gunstiger berig-
ten. De Indépendance en de K'óln. Zeit. berigtten, dat van
Berlijn eene meer vredelievende depêche naar het bof van Wee-
nen was gezonden.
Uit Oostenrijk zijn echter de berigten verre van geruststel
lend ,en duren de troepenbewegingen steeds voortmen gewaagt
van eene alliantie tusschen Pruisen en Italiëdie reeds waar
schuwende nota's of mededeelingen van Engeland en Frankrijk
ten gevolge zouden hebben gehad.
Ook de Morning Post spreekt het gerucht tegen van toe
nadering van Pruissenen voegt er bij, dat de vrees voor
oorlog op verre na nog niet geweken is.
De Arnhemsche Courant van gister (Donderdag) zegt over
dat onderwerp het volgende:
Al weder is de in de laatste jaren zoo dikwerf gedane vraag
oorlog of vredeaan de orde.
Zullen Oostenrijk en Pruisen hunne geschillen over de
verdeeling van het gezamenlijk op Denemarken buit gemaakte
Sleeswijk-IIolstein beslechten met het zwaard of met de pen?
zal er bloed stroomen of alleen inkt?
Er is voor beide gevoelens te zeggen. Oorlog is een duur
artikel en Oostenrijk nog meer als Pruisen kan de thalers
beter besteden dan aan kruid en lood. Oorlog daarenboven
tusschen twee Duitsche mogendheden is iets dat in de vorige
eeuw, niet in 1866, te huis behoort, iets voor de negentiende
eeuw onmogelijks en ondenkbaars. En dan de bloedhonden
los te laten en den oorlog te beginnen is gemakkelijk genoeg
maar wie zal den omvang dien de eens begonnen oorlog
krijgen kan, bepalen? wie durft het einde van dit begin voor
spellen Want niemand kan twijfelen datis het zwaard
eens uit de schedehier niet enkel van een tweegevecht
maar van eenen algemeenen oorlog sprake is. Wanneer Pruisen
en Oostenrijk in Duitschland om het meesterschap over Duitsch-
land strijden, kan Duitschland zelf niet onverschillig blijven.
Italië heeft een regtstreeks belang bij de vernedering van
Oostenrijk en zal gaarne Pruisen een handje helpenwanneer
het voor belooning daarvoor Yenetie kan verkrijgen. Doch,
zal Frankrijk niet een tegenovergesteld belang hebben, zoo
wel Oostenrijks vernedering als Pruisens verheffing te ver
hoeden? En, indien Frankrijk deel neemt aan den grooten
strijd kan dan Ruslandkan dan Engeland lijdelijk en met
de handen in den schoot toe zien? Ziedaar eene reeks van
gevolgen en gebeurtenissen die men kan vooruitzien. Zullen
de twistende deelgenooten niet voor de verantwoording eener
rasse daad terugdeinzen Zal men het zwaard niet liever be
zigen om eene nieuwe pen te vermakendan om er elkander
mede dood te steken?
Deze bedenkingen hebben zekerlijk haar gewigt en zullen
haren invloed niet missen. Doch er zijn ook even gegronde tegen-
bedenkingen te maken. Er zijn meer groote oorlogen met ledige
schatkisten gevoerd »>en waarom" zou Oostenrijk kunnen
.-redeneren »zou ik de kans niet wagen omals overwinnaar
de kosten te laten betalen door de overwonnenen De on
waarschijnlijkheid van een oorlog tusschen twee groote Duit
sche mogendheden is voor ons eene zeer zwakke gerustelling,
nu wij in de laatste jaren zooveel wat onwaarschijnlijkja
onmogelijk en ondenkbaar verklaard werdhebben zien waar
en mogelijk worden en gebeuren. Wie hieldnog geen twin
tig jaren geleden, eene tweede Fransclie republiek mogelijk?
wie oordeelde de restauratie van het Napoleontisch keizerrijk
denkbaar? Frankrijks en Engelands bondgenootschap, hun
oorlog met Rusland, de verdrijving der Oostenrijkers uit
Italië, de vestiging van dit nieuwe koningrijk, Pruisens en
Oostenrijks strooptogt tegen Denemarken wie had nog voor
weinige jarenvermoed dat zulke dingen gebeuren konden
Wie zou niet de schouders ophalend, gezegd hebben»dit
alles behoort tot de geschiedenis van het verleden; in de
negentiende eeuw is dit alles onmogelijk, ondenkbaar"? Het
onmogelijke ondertusschen werd werkelijk het ondenkbare
werd de gèschiedenis van den dag.
Wij zouden geruster zijn, wanneer het gevaar waarschijn
lijker werd geoordeeld, want nu loopt men de kans, dat
juist het vertrouwen, dat de dreigementen niet zullen en niet
kunnen voeren tot eene uitbarsting, er toe brengt de zaken
tot zulk een uiterste te drijven, dat men in den oorlog ge
wikkeld is, vóórdat men hem verklaard heeft.
Dat er spanning, dat er wrijving is, is boven twijfel. Ai
deze diplomatieke conferentien en overleggingendit onder
de hand polsen van eventuele bondgenooten, deze half ge
loochende en toch steeds blijkende militaire toerustingendeze
dagelijksche veranderingen van maarschalken die toch niet
hij elkander zullen komen om over de weldaden en zegeningen
van den eeuwigen vrede te philosopherendit alles werkt
niet ter geruststelling. Het publiek meent hier en daar eene
brandlucht te ruiken en rook te zien opgaan, en zijn gezond
verstand zegt hemdat waar het rookt vuur smeult. En
waar het vuur lang gesmeult heeft, is er steeds gevaar, dat
onverhoeds eene felle brand uitbreekt.
Het is echter zeer wel mogelijk dat ook dit brandgevaar
voorbijgaat, en het vuur van zelf uitdooft. Dit is dan een
gelukkig toevalmaar welk verstandig mensch kan zich veilig
rekenen, door te vertrouwen, dat steeds gelukkige toevallen,
alle gevaren van hem zullen afwenden Laten wijzonder
al te zwaartillend en pessimistisch te zijnevenwel niet toe
geven aan illusien en droomenwaaruit wij wel eens ruw
zouden kunnen wakker geschud worden. Europa's toestand
is geenzins een vredes-toestanden tegen het gevaar van
oorlog zijn wij niets minder dan verzekerd. Er bestaat, sinds
1814 en 1815bij de meeste volken van ons werelddeeleen
donker en onbepaald voorgevoel, dat alvorens het statenstelsei
van Europa en zijne internationale huishouding op goede en
duurzame gronden gevestigd zal zijn, een groot conflict en
een groote strijd, eene omwentelings periode aan de reconstru
ering der Europesche maatschappij, der zamenleving van de
Europesche volkenzal moeten voorafgaan. De pen der di
plomaten kan dit niet tot stand brengen. In den smeltkroes
der algemeene internationale revolutie zullen de gistende
stoffen zich ontmoeten. De leer der keur verwantschap zal de
kunstige zamenstellingen der diplomatieke alchimisterij ver
vangen. Wat vreemd en vijandig aan elkander is zal zich
afscheiden; wat tegen rede en natuur gescheiden iszal zich
zoekenaantrekken en vereenigen. De eenvoudige wet der
natuur zal de kunstwet der hoogere staatkunde vervangen.
De vraag is nu slechts deze: Zal de vervulling van dit
voorgevoel eene vervulling van onzen tijdvan dezen dag
zijn? of ligt zij nog in de verre toekomst?
1TI 2 TT TT S liT D 11T 3 2 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 23 Maart 1866.
De afloop der lieden aan liet raadhuis alhier plaats gehad
hebbende aanbestedingen, is als volgt
a. Het onderhoud der gebouwen bruggen, enz., ingekomen
7 inschrijvingsbiljetten, als van de heeren W. v. d. Wooning,
f 5700P. Dekkerf5409Gebrs. Moormanf5360P. Spruit
f5310; S. Gooien en R. Vos, f5290; P. Verheijf5278
Gebrs. Korff, f5240;
l. Het driejarig onderhoud der straten en pleinen inge
komen 10 inschrijvingsbiljetten alsvan de heeren J. D. de
Graaff, f18093; P. Dekker, f16845; H.J. Rippens, f15900;
II. J. Janzen Sz., f14593; Gebs. Moormanf14300; S. Gooien
en R. Vos, f14280; W. van der Wooning, f13800; A. Bas,
f13700; Gebr. Korff, f13600; P. Verheij, f13548.
c De bestrating van den polderweg en het maken van een
riool. Ingekomen 10 inschrijvingsbiljettenals van de heeren:
P. Spruit, f15433; P. Dekker, f13798; Gebrs. Moorman
f13400; A. Bas, 12600; Gebrs. Korff, f12600; S. Goole
en R. Vos f12594; W. v. d. Wooning, f12540; P. Verhe
f12436 ;J.D. de Graaff, f11989; H.J. Jansen Sz., f1149