Zondag jl. is op Zr. Ms. wachtschip alhier des morgens
op de wachtparade, aan den constabel-majoor W. de Haas, de
groote gouden medaille uitgereikt voor öOjarige trouwe dienst.
De luit. t/z. le kl. G. Bijl de Vroe hield bij die gelegenheid
eene gepaste aanspraak.
Een bij het departement van Marine ontvangen tele
grafisch berigt meldt, dat Zr. Ms. fregat met stoomvermogen
Adolf Hertog van Nassau, onder bevel van den kapit. t/z.
O. A. Uhlenbeck, den 30 Maart jl. te Smyrna is aangekomen.
Bij de Zaturdag jl. door de directie der Holl. IJzeren
spoorwegmaatschappij plaats gehad hebbende aanbesteding van
het maken van den spoorweg HaarlemUitgeest, ter lengte
van ongeveer 18 mijlen, was de minste inschrijver de heer
C. Bot, van Sliedrecht, voor f344,000.
Op Dingsdag 1 Mei zal te Alkmaar op het raadhuis wor
den aanbesteed het bouwen van eene Hoogere Burgerschool.
Op Woensdag 11 April zal worden aanbesteed het bouwen
van eene nieuwe predikantswoning te Noord-Scharwoude.
Op Donderdag 12 April a. s., des namiddags ten half
drie ure, zal te Haarlem aan het lokaal van het Provinciaal
bestuur, bij enkele inschrijving worden aanbesteed: 1. Het
onderhoud van den provincialeu zeedijk te Petten met de
daarvoor gelegen hoofden, paalwerken, enz. gedurende het
tijdvak van 1 Mei a. s. tot 1 Januarij 1869. 2. Het leveren
van brik-, zet- en stortsteen en het doen van bestortingen
tot onderhoud en verbetering der zeewering alhier, in twee
perceelen. 3. Het onderhoud van de bakens in het IJ en
in de Voorzaanva'fi 1 Mei 1866 tot l Mei 1867.
In de zitting van den raad der gemeente Alkmaar
is door den voorzitter op het door II. M. de koningin van
Engeland uitgevaardigde verbod tot invoer van vee uit Ne
derland gewezen en op diens voorstel besloten, dat door bur
gemeester en wethoudersnamens den raadbij de Hooge
Regering pogingen zullen worden aangewend, om opheffing
van dat besluit te verkrijgen.
Heden zal te 's Hage te ter aarde bestelling plaats heb
ben van het lijk van mr. Floris Adriaan baron van Hall; hij
bezweek in den ouderdom van bijna 75 jaar. Groot en veel
zijdig waren zijne talenten, als regtsgeleerde en als staatsman
in verschillende tijdperken trad hij op als minister van Justitie,
Einantiën en Buitenlaudsche Zaken. Zijn hoofdwerk als staats
man was de leening van het jaar 1844, waardoor hij onze
verwarde finantiën redde. Hij behoorde altijd tot de gema
tigd liberale partij vastheid van beginselen was echter nooit
een hoofdtrek van zijn karakter; hij was eerder geneigd tot
schikken en plooijen en tot het toegeven aarT de omstandig
heden. Zijne politieke loopbaan ving hij aan als dagbladschrij
ver. Gezamenlijk met zijn broeder, den ook reeds overleden
Utrechtschen hoogleeraar van Hallredigeerde hij het dagblad
de Noorrlstar, dat vaak in oppositie was tegen het toenmalige
gouvernement en over het algemeen eene eenigernrate vrijge
vige staatkunde huldigde.
Gepasseerde week gebeurde aan het Bronkhorster veer
huis te Brummen een vreeselijk ongeluk. Vijftien personen
van eene houtverkooping huiswaarts willende keerenwaren
totdat einde reeds allen in het bootje gestaptom naar den
overkant te roeijen, toen, door den golfslag van de daar
voorbij stoomende IJsselboot, en welligt. mede door het over
laden van het vaartuig, dit omkantelde, en allen in het water
stortten, hetwelk bij genoemd veerhuis eene diepte heeft
van ruim twintig voet. Vijf der zieh daarin bevindende
personen hadden het geluk den oever te bereiken, doch de
overigen zouden gewis allen den dood in de golven gevon
den hebben, indien niet de onvermoeide menschlievende
ijver en tegenwoordigheid van geest van den Mr. bakker Kraa
te Brummen, op het oogenblik van het onheil aldaar aan
wezig, hun ware te hulp gekomen. Voorzien van een langen
haak, mogt hij, met bovennatuurlijke inspanning en ijzeren
volharding, er in slagen, achtereenvolgens zeven personen
uit de kaken des doods te redden. Had de gelegenheid
hem niet ontbroken, voorzeker zou hij dan de zelfvoldoe
ning gehad hebben allen te redden doch de drie overigen
waren reeds in de diepte gezonken.
- Te Marseille is de lading van een schip met lompon
uit Konstantinopeldat in den Pyraeus en te Malta had
aangelegd, in quarantaine gesteld, omdat men vreest, dat
juist door de lompen die voor een groot deel uit de gast
huizen als anderzins afkomstig zijn, de besmettelijke ziekten
inet name de cholerawordt overgeplant. De aanvoer van
lompen uit het OostenRuslandSpanje en Italië te Mar
seille bedraagt jaarlijks ruim twee en een half millioen kilo
grammen.
HAAGSCHE CORRESPONDENTIE
's Hage 2 April.
Mijnheer de Redacteur
Even als zulks gewoonlijk omstreeks dezen tijd van het jaar het geval is,
'is ons binnenlandsch politiek nieuws uiterst schaarsch. De Fransche opera
zoowel als de Hollandsche comedie zijn gesloten en daar er ook geene con
certen plaats vinden, is de stille week inderdaad eene stille week voor de
bewoners onzer residentie. Misschien dat Woensdag a.s., wanneer de Eerste
Kamer hare werkzaamheden hervat, eenig animo in dien politieken stilstand
teweeg brengtten minste het zou niet te verwonderen zijn wanneer bij de
eerste aanraking van dat staatsligchaam en het ministerie wederom de thans
reeds oude politieke quaestie omtrent zijne vorming werd ter sprake gebragt.
Misschien hooren wij dan wel iets nopens het tijdstip van het indienen der
memorie van beantwoording over de cultuurwet die thans toch wel reeds
het licht mogt hebben gezien. Het is dan ook te hopen dat de N. Rott. Ct.
goed onderrigt moge zijn in hare mededeeling, dat de minister van Koloniën,
hersteld zijnde van zijne ziekte, weldra de Indische begrootiug over 1867
en voormeld antwoord ter behandeling in de afdeelingen zal voordragen.
Gij zoudt u ondertusschen zeer bedriegen M. d. R., wanneer gij dacht, dat
ons Hagenaars gedurende de afgcloopen week stof tot discours zou hebben
ontbroken. Het tegendeel is waar het plan tot verbreeding van de Veenestraat,
tot uitbreiding der stad aan den kant van de laan van Meerdervoort tot
oprigting van een slagthuister verkrijging van goed en goedkoop vleesch,
dat ziju allen onderwerpen, die ons residentiebewoners groot belang inboezemen,
doch die voor uwe lezers zeker dat belang missen. Ik moet er echter bijvoegen,
dat die plannen alleen nog maar ter sprake zijn gebragt, doch dat er aan geen
van allen nog een begin van uitvoering is gegeven, omdat voornamelijk het
eerste eeue belangrijke uitgaaf zou vorderen en er zooveel ontwrerpen zijn
ingediend, dat men ten slotte niet weet aan welk de voorkeur te geven. Van
verschillende bevoegde zijden wordt mij verzekerd, dat ze geeia van allen
aan de verwachting die men er van koestert zouden voldoen.
Onder de weinige liefhebberijen die deze week heeft opgeleverd zou ik
haast het bezoek aan den zoogenaamden walvisch vergeten dat velen aan
dat monster op Scheveningeu hebben gebragt. Ik moet bekennen, 11a hetgeen
mij verhaald werd door bezoekers geen lust gevoeld te hebben om mijne
reukorganen bloot te stellen aan een minder aangenaam genot.: Van wege
de politie is dau ook lastgegeven hetter voorkoming van ziekte te ver
wijderenzoodat het morgen publiek zal worden verkocht.
Een anderen helaas zeer ernstig onderwerp houdt nietalleen ons
maar zeker geheel Europa bezig. Men ziet met verwachting uit naar de tij
dingen die ons morgen of overmorgen door de telegraaf zullen worden ge
bragt nopens de Oostenrijk-Pruisische quaestiën. Wat zal de afloop wezen
Vrede of oorlog Hoe optimistisch men ook wezen moge en hoezeer men
de goede kansen in de balans moge werpen het is niet te ontkennen, dat
de vreedzame afloop niet meer tot de waarschijnlijkheden behoort. De con
ventie vau Gastein werpt hare wrange vruchten af waarvan misschien geheel
Europa de bitterheid zal oudervinden waut het zou dwaasheid wezen te
onderstellen dat de oorlog tot de beide groote Duitsche mogendheden zou
beperkt worden. Italië zal die schoone gelegendheid om Venetië te bemag-
tigeu niet ongebruikt voorbij laten gaanen hoezeer Napoleon III aan het
kabinet van Florence heeft doen weten dat lietingeval eener alliantie met
Pruisseu, niet op zijn bij sta ud zou kunnen rekenen kan men toch uit de
woorden van het half-officiele regerings-orgaan duidelijk opmakendat de
Fransche keizer geen lijdelijk toeschouwer in dien strijd zou blijven.
Wat toch fcêteekend de uitdrukking „dat Frankrijk zou zorg dragen.op alle
eventualiteiten voorbereid te zijn"? Keizer Napoleon zal toch wel geen in
val in Frankrijk vreezen
De vredelievende woorden des keizers, kunnen, in verband met de slangen-
politiek van het kabinet der Tuilleriën, en zijue eeuwige aanspraken op de
Rijnprovinciën, en de leer „der natuurlijke grenzen", weinig geruststelling
inboezemen omtrent de houding die de keizer bij het ontstaan van een dier
„eventualiteiten" zou aannemen. De vrees is dan ook niet ongegrond, dat
bij het uitbarsten van den oorlogdeze niet alleen geheel ons werelddeel
zal schokkenmaar dat eene geheele omkeering in het statenstelsel daarvan
een gevolg zou kunnen wezen.
Het is daarom, dat voornamelijk de kleinere staten, wier bestaan alleen
gewaarborgd wordt door het politiek eveuwigt van Europa, alles van het
uitbarsten vau dien krijg te vreezen hebben. Laat ods echter liopen dat ik
de toekomst te donker moge inzien, en dat het onweder, dat ons werelddeel
boven het hoold'"iïuïigc', nog bij tijds moge overdrijven, hoewel ik, ik lier-
haal het, voornamelijk na de lezing van de laatste artikelen van den Times,
weinig hoop heb op eene vredelievende schikking, te meer nog omdat er
ziGh verschillende andere belangrijke vraagstukken voordoen, die op een of
andere wijze eene oplossing behoeven.
Ik las dau ook met belangstelling eeue onlangs alhier verschenen brochure van
een oud-zeeofficier, omtrent de vraagWaarom men op dit oogenblik geen
minister vau Marine vindcu kan. De schrijver meent dat de redeu daarin bestaat,
dat de jaarlijks voor onze zeemagt toegestane som te gering is, om haar
op een voldoenden voet ter verdediging van ons land en onzer koloniën te
brengen. Hij meent dat er geen minister zal te vindsn ziju, zoolang niet de
regering besluit tot het aanvragen der daartoe benoodigde gelden, eu wenscht
dat geen zeeofficier die betrekking moge aanvaarden, alvorens eene daartoe
strekkende voordragt aan de wetgevende raagt worde ingediend.
Vooreerst geloof ik, dat de vermelde reden niet de eeuige is, waarom
men geen bekwaam officier kan vinden die bereid is die betrekking te aan
vaarden. Veel eer meen ik die reden te moeten toeschrijven aan het wei
nig vertrouwen op de stabiliteit van het kabinet om welke reden men dan
ook geeu regtsgeleerde van naam heeft kunnen vinden, die zich met de por
tefeuille van Justitie wenschte te belasten. Ten andere verslinden de uit
gaven voor Marine en Oorlog reeds eeu groot deel van ons budgetzoodat
het zeer te betwijfelen zou wezen of de Kamers eeue nog aanzienlijker som
zouden toestaan in de overtuiging dat wij hoe gewapend ook en hoezeer
ook uitgerust, toch niet bestand zouden zijn tegen eene coalitie van groote
mogendheden. Reeds boven deed ik opmerken M. d. R.dat kleine sta
ten slechts bestaan kunnen door het stelsel van politiek evenwigt niet door
magtsoutwikkelingdaar ze in elk gevalhoe dapper ook door de getal
sterkte des vijand3 zouden worden overmeesterd. Daarom is elke overdrevene
poging tot krachts vertooning overbodig en in ieder geval nadeelig voor het
belang van den staat.
In een vorig schrijven beloofde ik U uwe lezers den uitslag mede te
decleii van eene quaestie betreffende het bekende art. 24 der gemeente wet
in onzen gemeenteraad aanhangig. Het betrof de vraagof de firma L'. J.
Enthoven en Cie. nog de levering kan doen plaats hebben van een ijzeren
hek voor het gasthuis daar een lid dier firma lid was geworden van den
gemeenteraadna de aanbesteding doch voor de aflevering van het hek (hoe
wel dat hek op verzoek was bewaard doch reeds voltooid was). De vraag
zal echter waarschijnlijk niet worden beslist daar de firma, het advies van
den heer de Pinto volgende heeft verzocht van de levering van het hek
te worden ontslagen waarmede de Raad zich denkelijk wel vereenigen zal.
Ik zal mij niet vermeten dat advies van den kuudigen regtsgeleerde te be-
oordeelen doch wel vind ik de toepassing van art. 24 hier wat ver gedreven.
Drie andere advocaten hadden dan ook geadviseerd, dat de levering vau het
hek in casu, wèl kon plaats hebben, doch het schijnt dat de heer E. liever
's Raads beslissing niet wenschte af te wachten, hetgeen ik, om de queestie
zelve betreur. Adieu
Het is op verzoek van den heer Michiel vander Voort,
Vlaamsch letterkundige te Brussel, dat wij het onderstaande
opnemen. Volgaarne willen wij ons blad dienstbaar stellen
ter bevordering van zijne belanglooze en liefderijke bedoe-
liugen, ten nutte ook van Nederlandsche veehouders.
Runderpest. Geneesmiddel.
Bericht aen Veehouders en Landbouwers.
Sedert drie of vier maanden heeft men wel vele remediëu voorgesteld om
de runderpest te genezen die thans Engeland en Holland teistertenkel
twee hebben de aeudacht opgewekt der wetenschappelijke wereld ei} vooral