Bestuur op te wijzen, dat bij de onlangs gewoed hebbende brand ten duidelijkste gebleken is, dat de brandbluschmiddelen der gemeente in onvoldoenden staat zijn en verzoekt, dat in ernstig beraad worde genomen om daarin verbetering te brengen. De Voorzitter antwoordt, dat hij het aangevoerde ten volle moet beamen, dat meermalen door het Dag. Bestuur voorstellen zijn gedaan tot aankoop van nieuwe spuitendat echter altijd op de 'krachtige hulp der Marine is gewezen dat het evenwel op nieuw een punt van overweging is geworden en een voorstel in dien geest aan den Raad zal worden aangeboden. De heer van Strijen maakt mede de bemerking dat de bluschmiddelen der gemeente niet voldoende waren en noemt speciaal spuit No. 4, als toen niet in staat zijnde de vercischte diensten te kunnen doen. De Voorzitter antwoordt, dat somtijds door een plotseling ontstaan gebrek aan een der deelen van het zamenstelde werkiüg belemmerd kan worden. De heer Keeringh getuigt, dat nog onlangs van den brandmeester-generaal een gunstig rapport over den staat der brandspuiten is ingekomen. De heer Braaksma zegt, dat tijdens den laatsten brand aan de Hoofd gracht geon alarm genoeg is gemaakt, wenscht daarin voorziening. Nadat de Voorzitter zegt, daarop maatregelen te zullen nemen, door onder anderen een vasten luider aan te stellen voor het zich daar bevindend brand- klokje, wordt de vergadering gesloten. POLITIEK OVERZIGT. De Pruisische nota heeft in Oostenrijk algemeene onte vredenheid gewekt. Het antwoord van Oostenrijk draagt daarvan het blijk. Het vordert de ontwapening van Pruisen en daar deze mogendheid weinig geneigd is aan het ver langen van zijn ouden bondgenoot te voldoen, is men thans meer dan ooit beducht voor vijandelijkheden. De berigten omtrent de krijgstoerustingen duren voort de Hamburgsche bladen waarschuwen zelfs geen geloof te slaan aan de bewering dat de militaire maatregelen zouden zijn gestaakt, maar anderen correspondenten blijven volhou den, dat er geen zweem daarvan in Oostenrijk bestaat. Onder anderen te Krakau arbeiden 200 man, voor het meerendeel kettinggangersmeer om de vestingen te her stellen dan haar in staat van verdediging te brengen. Het verbod tot uitvoer van paarden door Oostenrijk zou alleen een finantiële maatregel zijn. De geruchten van oorlog hadden de prijzen der paarden aanzienlijk doen stijgen en het gouvernement zou daarom den uitvoer hebben verboden zoodat de markt gedaald is. Het Duitsche volk intusschen wenscht niets liever dan den vrede en in dien zin worden overal volksvergaderingen ge houden, terwijl ook de commissie der zes-en-dertigen met nadruk zich tegen den oorlog heeft verklaard. Het plan van von Bismarck betreffende de hervorming van den Duitschen bond is niet berekend om de sympathie voor Pruisen te verhoogen. Hoewel het geheel in den geest schijnt der democraten, wantrouwen dezen echter den Prui- sischen premier te zeer, om zich hierdoor te laten misleiden, terwijl de regeringen zeiven en de conservativen het plan om zich zelf afkeuren. Een Oostenrijksch blad beweert een uittreksel mede te deelen van een of- en defensief verbond tusschen Pruisen en Italië gesloten. In de laatste jaren zijn zoo vaak zooda nige berigten in de wereld gezonden, die later bleken on waar te zijn, dat men ook thans geen onbepaald geloof hieraan hechten mag. Zoowel uit Turkije ais uit Bucharest ontvangt men be rigten die getuigen, dat men daar op een oorlog is voor bereid. De Moniteur deelt weder gunstige berigten mede uit Mexico. Het Pransche regeringsblad schijnt den moed niet op te geven. Men zegt dat Oostenrijk 5000 man aan Mexi co leveren zalallen gehuwde liedendie na het eindigen van den diensttijd grond van het Mexicaansche gouverne ment zouden erlangen. 1T2STJWSTIJDI1TÖ31T. Helder, NieuwediepWillemsoord, enz. 13 April 1866. Sedert den jongsten hevigen brand alhier, heerscht in deze ge meente een panischen schrik voor brandstichting, die dagelijks door geruchtengedeeltelijk op waarheid maar hoofdzakelijk op overdrijving gegrondwordt versterkt. Wij zijn van gevoelen, niet alleen dat het nuttigmaar zelfs dat het nood zakelijk is, dat de waarheid bekend worde gemaakt, op dat men elkander niet onnoodig schrik aanjage en verontruste. Wij hebben ons daarom zooveel mogelijk aan alle zijden, van waar geruchten uitgingengeïnformeerdde slotsom daarvan isdat behalve bij J. Winter, (zie advertentie hier boven van den Commissaris van Politie) alwaar in een turfboet poging tot brandstichting is gepleegd, hetzelfde tot twee maal toe heeft plaats gehad bij J. Hopman aan de binnen haven wat men overigens van aan de hoofdgracht en be- treifende brandbrieven die gevonden zijn, enz. enz. verhaald, zijn wij tot de overtuiging gekomendat daarvan in werke lijkheid niets bestaat. Wij kunnen verder de geruststellende verzekering geven, dat door de politie dag en nacht met een onvermoeiden ijver buitengewone maatregelen worden genomenter opsporing van den schuldige en ter beveiliging der ingezetenen.. "Voorts veroorloven wij ons de vrijheid, een verzoek tot alle welgezinde burgers te rigten, dat is; om de politie in deze behulpzaam te zijn, door zelfs van den minsten sohijn van vermoeden kennis te gevenuit de onbeduidendste aanwij zing weet de politie, bij een oordeelkundig onderzoek, dik wijls de grootste boosdoeners op het spoor te komen. Wij kennen onzen commissaris van politie genoeg, om te weten, dat hij dergelijke pogingen op hoogen prijs stelt, en hem die steeds ten allen tijde aangenaam zijn. Bij beschikking van den minister van Binnenland- sche Zaken van den 10 April, is, ondermeer anderen, de heer K. P. J. Stakman Bosse toegelaten als leerling voor de telegrafie. Gisteren werd aan het bureau der Staatsspoorwegen te 's Hage aanbesteed: het maken van gebouwen en verdere wer ken op het halteplein te Castricum en het stationsplein te Uitgeest, ten behoeve van den spoorweg vanhier naar Am sterdam; daarvoor waren de minste inschrijvers de heeren Gebr. van Malsem te 's Hage, voor de som van f175,500. De Belgische regering heeft den in- «n doorvoer van TexelscJie ongewasschen schapenwol (zoogenaamde vette wol) verboden. Ook de Pransche havens zijn voor clai artikel geslotenwordende in de beide Bijken de T^xelsche wol alleen toegelaten als dezelve gewasschen is; en «daeo slechts de sclioone wol niet afgewezen. Dat dit alles geschied met het oog op de veeziekte zal wel geen betoog behoeven. Men schrijft uit Harlingen 8 April. "HedeD morgen zijn hier begraven twee oude vrouwen, die, naar algemeen wordt gezegdten gevolge van armoede en gebrek zijn om gekomen. Afkomstig van gegoede familie, hielden ze.haren hoogen nood voor anderen verborgen. De buren, die getuigen waren van de ellende der ongelukkigentoen hunne hulp werd gevraagd, waren ten diepste getroffen door de name- looze ellende in het huisje der overledenen. Onder hunne familie wordt een broeder geteld, die een zeer welgesteld man is. Yan Urk wordt het volgende gemeldBij het ophalen eener schuit op de scheepshelling alhier, geraakte de ketting om den hals van een der knechts. De ongelukkige was ter - stond een lijk. - Uit Londen wordt van den lOn dezer geschreven dat de Engelsche regering, met 't oog op de schaarschte van vleesch, die zich in Engeland reeds begint te doen gevoelen, de ver bodsbepalingen tegen den invoer van vee uit Holland weldra zoodanig zal wijzigen, dat de invoer weder zal worden toe gelaten, maar onder voorbehoud dat het vee in de haven van aankomst geslagt worde. In het quartier Picpus te Parijs is een 65jarig man van gebrek omgekomen. Men vond slechts 2 fr. 40 cent. bij hem, terwijl zijn persoon en omgeving van de grootste ellende getuigden. Een onderzoek door den commissaris van politie ingesteld, heeft een kapitaal van 480,000 francs aan den dag gebragt. De erfgenamen van den vrek zijn nog niet bekend 3[n0E30nbcn. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders. Mijnheer de Redacteur! IJEd. gelieve het onderstaande in uw veel gelezen blad op te nemen. Eenige Spuitgasten, gelezen hebbende in de Eeldersche en Nieuivedieper Courant van 12 dezerdat in de Raadsvergadering der gemeente, door den heer van Strijen is aangemerkt, dat de gemeente-spuit No. 4 bij aankomst buiten staat was om mede te werken, verklaren dat dit gezegde geheel on waar is want dat genoemde spuit bij aankomst direct in werking is geweest en door ff.W. S. op het dak der belendende gebouwen is water gegeven en dat het defect eerst tusschen half vier en vijf ure is ontstaan en gere pareerd zoodat de spuit toen weder in volle werking is gebleven tot er order kwam van den opperbrandmeester om op te houden. Tevens durft genoemde H. W. S. verzekerendat er geene spuit beter in staat is om water te geven als de gemeente-spuit No. 4, buiten het defect dat waarschijnlijk is ontstaan door overtollige geestdrift der pompers. Eenige Spuitgasten. Aan den Heer Redacteur der Eeldersche Courant. Nieuwediep 12 April 1866. "WelEdele Heer I Met het oog op zekere feiten en geruchten die er dezer dagen hebben plaats gehad en worden verspreidgeloof ik dat het zijn nut kan hebben om in herinnering te brengen de navolgende van het Wetboek van Strafregt: UI. Manslagenkwetsuren en slagen of stootenniet als misdaden of watibedrijven aangemerkt. 327. Daar is noch misdaadnoch wanbedrijf, wanneer de begane manslag of de toegebragte kwetsuren of slagen of stooten door de wet bevolen en door het wettig gezag ge last zijn geworden. 328. Daar is noch misdaad, noch wanbedrijf, wanneer de begane manslag of de toegebragte kwetsuren of slagen of stooten, door den werkelijken nooddwang der wettige zelfs- verdediging of verdediging van eenen anderen bevolen werd. 329. Onder de gevallen van werkelijken nooddwang van verdediging, zijn de twee volgende begrepen: 1°. Zoo de manslag begaan, zoo de kwetsuren of slagen of stooten toegebragt zijn met bij den nacht, de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2