JV 512. Zesde Jaargang. 1860. Jïteuros- en WOENSDAG <RÖoertentie--6faÖ. 25 APRIL. ^ffidccï gebetfte. P O L I T I E ^ict-oficiËEÏ geöeeïte. Kiezersvereenigingen. HELDERSC Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor S maandenƒ1.30 Franco per post w pl.£0 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjfs. COURANT. De prijs der Advertentien van 14 regels is 40 Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Dezer dagen op de publieke straat gevondendrie Zak doeken, een Sigarenkoker, een Bijbel (Nieuwe Testament) en twee Sleutels. De regtmatige eigenaars kunnen deze voor werpen ten burele van den ondergeteekeude terug ontvangen. Helder, 24 April 1866. Be Commissaris van Politie, A. C. BOONZAJER. Nog slechts weinige weken en de gewigtige dag der ver kiezingen is daar. Zoo ooitdan dreigt de strijd die gevoerd zal worden, dit jaar hevig te worden. Reeds meermalen hebben wij, in ons blad, het noodzakelijke aange toond van voorafgaande zamenspreking der kiezers en be toogd, dat de daarstelling eener krachtige en degelijke kiezers- vereeniging een noodwendig vereischte is, om versnippering en verbrokkeling van stemmen te voorkomen. Zoo ergens dan vindt hier de gouden spreuk onzer vaderen »Eendragt maakt Magt" hare toepassing. Misschien zouden wij echter op dit onderwerp niet terug gekomen zijn, ware het niet dat wij in de Schager Courant van Donderdag 29 Maart jl. een artikel vonden onder het zelfde opschrift, waarin dat blad weinige ingenomenheid be tuigt met kiezersvereenigingen. Daar nu dit gevoelen met het onze in lijnregten strijd is, wenschen wij de redenering der Sch. Ct. eens te ontleden. Vooreerst stelt dat blad feitelijk«dat de verkiezingsstrijd tot nog toe geen ander schouwspel gaf dan onverschilligheid van het volk en kuiperijen van partijen." Het wijt ditvoor een groot gedeelte, aan de inrigting der kiezersvereeningen en staaft zijn gevoelen door de navolgende opmerkingen: lo. Dat de kiezersvereenigingen alleen kiezersvereenigingen in dien zin zijn, dat zij de kiezers van eene bepaalde partij vereenigen en alzoo dat zij een bepaald programma hebben. Hij beweert dat de magt uit die vereeniging geboren in strijd is met de vrijheid der verkiezingen. 2o. Dat de meeste kiezersvereenigingen zich niet tevreden stellen met een programma, maar zelfs een kandidaatstellen, dien men verpligt is te stemmen wanneer de meerderheid hem als kandidaat der vereeniging heeft geproclameerd. 3o. Dat eene kiezersvereeniging een permanent bestuur heeft. De Sch. Ct. voegt hierbij de opmerking: »met de lei ding der vergadering stelt het bestuur der vereeniging zich meestal niet tevreden; men bemagtigt in den regel de leiding der zaken en pe* slot van rekening is de kiezersvereeniging het werktuig van het bestuur." Geen der drie argumenten is, naar ons bescheiden oordeel, tegen onderzoek bestand. De redenering der Sch. Ct. zou slechts d&n eenige waarde hebben zoo de kiezer zijns ondanks genoodzaakt was zich bij eene bepaalde vereeniging aan te sluiten. Zoo lang hij dat niet is, blijft hij in zijne keus, in zijne stem, volkomen vrij. De noodzakelijkheid van het bestaan van kiezersvereeni gingen in het algemeen zal wel niemand ontkennenwant wie kan zich de chaotische verwarring voorstellen die eene ver kiezing zou opleveren, wanneer er volstrekt geene voorat- gaande zamenspraak der kiezers had plaats gegrepen. De stembus zou honderdeja duizende namen te voorschijn bren gen, waarvan de een al meer onbekend zou zijn dan de ander. Dat er bij de verkiezingen hier te lande, over het algemeen, eene lakenswaardige onverschilligheid heerschtgeheel anders dan bv. in Belgie of Engeland het geval isgeven wij gaarne toe. De oorzaak daarvan ligt echter niet in het bestaan van kiezersvereenigingen, maar in de weinige politieke ontwikke ling van de massa des volks. Men behoeft slechts weinig met de verkiezingen bekend te zijn, om te weten dat er velen zijn die zeggen: »wat kan het mij schelen wie ze naar den Haag sturenbetalen moeten we toch." Om zoodanigen naar de stembus te krijgenbestaat er slechts één middelhen wijs te maken dat deze of gene kandidaat zal zorg dragen öf voor afschaffing van belastingen, of voor afzonderlijke scholen, of voorden aanleg van een spoorweg of iets dergelijks. Van daar de tallooze kuiperijen bij de verkiezingenwaarvan wij treffende voorbeelden zouden kunnen bijbrengendoch daaraan hebben de kiezersvereenigingen geen schuld. Op de gronden door de Sch. Courant aangevoerdant woorden wij het volgende: Ad lum. Dat eene kiezersvereeniging een bepaald pro gramma hebbe dat wil zeggen dat de algemeene beginselen waarvan ze uitgaatvooraf zijn vastgesteld is eene nood zakelijkheid. Men verbeelde zich, bv.eens eene kiesveree- niging, waarvan de eene helft behoorde tot de liberalen de andere helft tot de anti-revolutionairentot welk resultaat zou ze komen Immers tot geen. Niemand zou zijne over tuiging opofferen om ten koste van zijn beginsel zijne stem uit te brengen op zijn tegenstander. Eene kiesvereeniging, uit zulke heterogene bestanddeelen te zamengesteldzou elke kracht missenslechts de zamenwerking uit dezelfde politieke denkwijze geboren, kan juist haar kracht geven. En hoe is die overeenstemming in politieke denkwijze te constateren wanneer niet de grondslagen der vereeniging door een pro gramma zijn openbaar gemaakt? Hoe nu de magt uit die vereenigingen geborenin strijd zou zijn met de vrijheid der verkiezingen zoo als de Sch. Ct. beweert is ons ten een en- male onbegrijpelijk. Wanneer verschillende personen, vrij willig, naar hunne gevestigde overtuiging, tot besluit zijn gekomen om denzelfden persoon te stemmen, als naar hun oordeel het meest bekwaam om in hunnen geest werkzaam te zijnwaardoor is dan inbreuk gemaakt op de vrijheid der verkiezingen Ad 2um. zegt de Sch. Ct. »dat de meeste kiesvereenigingen zich niet te vreden stellen met een programma, maar zelfs een kandidaat stellendien men verpligt is te stemmen wan neer de meerderheid hem als kandidaat der vereeniging heeft gepro clam eer d Dit is een noodwendig gevolg van de wijze van zamen- stelling der vereeniging en daarin ligt hare eenige kracht. In elke vergaderingwelke ookonderwerpt zich de min derheid aan de beslissing der meerderheid. Daarenboven zal de kandidaat dien men stemttoch altijd tot zijne eigene po litieke partij behooren. Eene liberale vereeniging zal even min een anti-revolutionairen kandidaat stellen als omgekeerd eene anti-revolutionaire vereeniging een liberalen candidaat zal proclameren. Dat nu juist niet allen het eens zullen zijn omtrent den persoonis te begrijpendoch het beginsel door den kandidaat voorgestaan, zal het beginsel zijn derge- heele vereenigingen om dit te doen zegevieren zal men aan de meerderheid moeten toegeven. Trouwens zijn er bijna overal kiesvereenigingen van verschillende rigtingzoodat ieder kiezer zich voegen kan bij die zijner partijverkiest hij zich nergens aan te sluitenhet staat hem vrijdoch eenmaal lid geworden is hij even als bij elke andere vereeenigingge houden zich aan hare besluiten te onderwerpen. Ad 3uni. Het is ons niet bekend dat elke kiesvereeniging een permanent bestuur heeft. Is dit zoo, dan is het een ge volg harer statutendie men geteekend heeft alvorens het lidmaatschap te aanvaarden. Verlangt de meerderheid daarin verandering, welnu, de statuten zullen toch wel niet on schendbaar zijn. Wat nu den invloed van het bestuur betreft, dat de Sch. Ct. zoo zeer vreest, het is toch wel niet aan te nemen dat eene talrijke vergadering, uit meerendeels verstan dige leden zamengesteld (want wij spreken hier niet van die vereenigingen, die slechts bij naam of uit 3 a 4 leden besta aan den leiband zal loopen van drie of vier leden van bestuur, tenzij juist die invloed van het bestuur het zij van zijne zedelijke meerderheid; doch dan erkenn leden stilzwijgend vertrouwen te stellen in de bekwaam*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 1