BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE DEEDER. BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE TERSCIIELLING. en doorzigt van dat bestuur, en dan vragen wy»waar is het kwaad Tot zooverre onze bedenkingen tegen de gronden der Sch. Ct. In tegeüstelling van dat blad zijn wij bepaalde voorstan ders van kiezersvereenigingenuit kundige leden zamenge- steld, en bestuurd door bekwame en invloedrijke mannen. Wij willen hier nog'bijvoegen, dat het volstrekt ons doel niet is, over dit onberwerp met onze Schager zuster in het strijd perk te treden; maar dat wij, met het oog op den strijd die ons op 13 Junij te wachten staatreeds nu de aandacht der kiezers op de noodzakelijkheid eener naauwe aansluiting en overeenstemming hebben willen vestigen. Er is een ander argument dat men hier en in alle onder kiesdistricten tegen onze redenering in het midden zou kun nen brengennl. de geringe invloed door de onderkiesdistricten in 't algemeen uitgeoefend, daar toch altijd het hoofdkiesdis trict den toon aangeeftdoch vooreerst worden ook daar ge woonlijk verschillende candidaten gesteld, omtrent welke men zich in de onderkiesdistricten verstaan moet, en ten andere kunnen deze bij onderlinge aaneensluiting eene groote magt uitoefenen bij de verdeeldheid die er altijd ontstaat, doordien de verschillende kiezersvereenigingen in 't hoofdkiesdistrict, ook verschillende kandidaten stellen. Het vorige had meer bepaald het oog op het nut der kie zersvereenigingen met betrekking tot de keuze voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generral. Het onberekenbare nut te doen uitkomen, dat die vereenigingen kunnen uitoefe nen bij de verkiezing van leden der Provinciale Staten en hoofdzakelijk van den Gemeenteraadachten wij ten eenen- male overbodig. Daarom hopen wij alhier spoedig eene krach tige en talrijke vereeniging te zien verrijzen, bestaande uit wakkere en degelijke mannen, opdat onze gemeente, welke thans eene zoo schoone toekomst te gemoet mag zien, waar diglijk gerepresenteerd worde, zoowel in de Staten-Generaal als in de Provinciale Staten en in haren eigen boezem. Hoe die doel, naar onze bescheiden meening, het best kan bereikt wordenhopen wij ter juister tijde uiteen te zetten. MS E U" W S T IJ~DÏXT 3-E IT. Helder, NieuwediepWillemsoord, enz. 24 April 1866. Met regt mogen wij vau het zanggezelschap Cecilia we derom met lof gewagen, daar het jl. Zondag avond eene uitvoering leverdedie een lust was te hoorei). Alle nummers van het programma werden flink, krachtig, met aplomb en goed genuanceerd gezongenhet duet Puritani en de solo "Jalousie POrosmaneverdienden de bij zondere toejuiching ten volle. Jammer, dat een groot deel van het publiek m Die Har monie cler Sp/iaretiniet heeft gehoord, door niet op den bepaalden tijd aanwezig te zijn. Ter vervanging van den majoor A. L. van Loonis door Z. M. benoemd tot plaatselijken kommandant 3° kl. alhier de majoor W. Yske. Overgeplaatst bij het regement grenadiers en jagersde kapitein J. D. Luchtmails, van het 4e bataillon 7e regiment infanterie, alhier in garnizoen. Z. M. heeft benoemd tot heemraad van het dijkbe stuur van Wieringen, den heer J. Tijsen Mz. en tot hoofd ingeland plaatsv. van de Schager en Niedorper-Koggen, den heer C. Smit. Op Vrijdag 27 April a. s. des middags ten 12 ure, zal in het Statious-Koffijhuis te Schagen worden aanbesteed: Het bouwen van een gasfabriek aldaar, met toebehooren. Beroepen tot Doopsgezind leeraar op Terschelling de WelEerw. heer J. van der Veen, van Wormerveer. 1-IAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage 22 April. Mijnheer de Redacteur Het is mijn stellig voornemen geweest, uwe lezers, die ik uit den aard der zaak gedurende den laatsten tijd heb moeten bezig houden met de mi- nistriole crisis of met Kamerdebatten, over eeuige weken eens eene afwisse ling te bezorgen door mijne beschouwingen over de politiek eens te ver wisselen met de meer vrolijke en opbeurende verslagen onzer Haagsche-kermis, die, het zal u wel uit liet Dagblad bekend zijn, een der schitterendste beloofde te worden die wij in de laatste jaren in de residentie hebben beleefd. Het is helaas hoogstwaarschijnlijk dat er vau dat plan niets komen zal. Ik betreur dit, niet zoo zeer om de kermis zelve, als w el om de treurige oorzaak die daartoe heelt aanleiding gegeven. Ten gevolge van het uitbreken der gevreesde cholera waarvan zich ook reeds hier enkele gevallen hebben voorgedaan heeft de minister van Binnenl. Zaken den Gemeenteraad in overweging gegeven de kermis dit jaar te schorsen iets waartoe de Raad in de vergadering van Dingsdag a. s ongetwijfeld besluiten zal. Dat de tijding van het uitbreken dier ziekte, in de eerste oogenbliklcen nog al on gerustheid en bezorgdheid verwekt, is natuurlijk. Ondertusschen was het bestaan dier ziekte te Rotterdamreeds alhier bekend alvorens de Staats-Courant daarvan officieel kennis gaf, zoodat het Gemeente-bestuur bij inagte is geweest bij tijds de noodige maatregelen te nemen. Laat ons hopen dat ze overbodig wezen mogen. Dingsdag a. s. ten twee ure komt de Tweede Kamer weder bijeen Waarschijnlijk zal de Indische bcgrooting worden behandeld vóór de cultuur wet. Ook verwacht men dat de minister van Buitenl. Zaken zal worden geïnterpelleerd over onze Buitenlandsche politiek. Ik zal er wel niet op be hoeven te wijzen dat dergelijke interpellatie tot niets kan leiden, want, hoedanig de stand van zaken ook wezen moge en welke ook de plannen der Regering voor de toekomst mogen zijn is het bijna ongelooflijk dat zij daarvan in eene openbare zittiug der Kamer mededeeling zal doen. Indien de Regering al antwoord geeft zal dit waarschijnlijk bestaan uit eenige al gemeenheden die weinig licht kunnen verschaffen. Ik voor mij acht dan ook eene interpellatie over onze Buitenl. politiek op dit oogenblik onraadzaam. Er zijn heden vredelievende tijdingen ontvangen het telegraphisch berigt van de Times betreffende de terugroeping der gezanten uit Weenen en Ber lijn, wordt door the Globe wedersproken. (Wegens plaatsgebrek moeten wij het overige achterwege laten. Red) 3Jnge5anbrn. De Redactie onderschrijjt niet altoos de gevoelens der inzenders. Mijnheer de Redacteur I Ik ben maar een eenvoudig burgerman en houdt van degelijkheid maar niet van lettervitterijOf dus het stuk van den heer van Strijen in mooi Hollandsch is opgesteld doet naar mijn idee aan de zaak zelve niets af. Maar dit weet ik, dat ik en velen met mij, het zeer goed verstaan hebben, en dat zal toch wel de hoofdzaak zijn. Ik geloof dat de schrijver op het slot van het stuk, den aap uit den mouw laat komen. (Is dat Nederduitsch als hij vraagt of het de bedoelipg geweest is van den heer v. S. om de aandacht der kiezers te vestigen op zijn persoon of zijne welsprekendheid. Hij wil met zijn ongepaste flaauwo taal v. S. bespottelijk maken om hem zoodoende uit den Raad te krijgen waar ze bang voor hem zijn omdat hij voor de zaken durft uit komen zonder er doekjes om te winden. Hij zal dat echter met al zijn schrijverij niet gedaan krijgen, al maakt die taalvitter zich nog zoo warm. Wij burgers hebben in den Raad geen taalgeleerde noodig of manuen die letter voor letter wikken en wegen. Wat wij noodig hebben is in Dekker's Wielewaal kan men het lezen „eerlijk volk" in onzen Raad. Welnu. Van Strijen is een man die regt op staat, die t-egt en billijkheid wil en voor de waarheid durft uitkomen die zijn gevoelen niet plooit naar dat van anderen maar die de belangen van ons burgers en van het alge meen opentlijk durft verdedigen ook al laat men hem ujleen staan en al wordt hij door alle leden verlaten. Wij burgers weten genoeg hoeveel sukkels en meêgaanders er in den Raad zitten om ons niet te laten verleiden er een der beste èn onafhankelijkste uit te weren omdat hij naar het oordeel van een onbekende geen mooi Hollandsch schrijft. Ik zou wel eens willen weten hoeveel leden er in den Raad zijn die in staat zijn een fatsoenlijken brief te schrijven zonder taal fouten Men kan er zeker van zijn, zeer velen staau in taal en stijl zeer verre beneden v, Str. en of ze allen zoo moedigzoo ambitieus zoo onpartijdig zoo onafhankelijk zoo belangloos in een woord zoo ferm zijn, als v. Str. durf ik gerust in twijfel trekken. Ik heb dit geschreven M. d. R. om den tegenschrijver nu de gedachten te ontnemen dat zijn flaauw artikel bij ons burgers een nadeelige indruk tegen r. Str. zou hebben te weeg gebragt. Het tegendeel is waar. Wij letten niet op geleerden stijl, maar alleen op de bedoeling waarmee, de woor den gesproken of geschreven worden. Ik verzoek IJ dit stuk te willen opnemen in uw blad. Of Taai-criticus den stijl mooi of leelijk vindt is mij geheel onverschillig. 4 EEN BURGERMAN. Mijnheer de Redacteur In het laatste nommer van uw blad komt een ingezonden stuk voor onder den titel „Is dat Nederduitsch en geteekend taal-criticu9. De ondertee- kening had misschien meer naar waarheid moeten luiden ,;Een schoolvos die zijn kennis eens te luchten wil hangen". Immers wat bewijst dit stuk? Wat zegt het? Niets, volstrekt niets. Schrijver wijst er alleen op dat do stijl van het stuk van den heer v. S. niet vloeijend isen .dat hetzelfde woord daarin eenige malen meer herhaald wordt dan met de welluidendheid bestaanbaar is. Indien al de ingezonden stukkeu Tan eenige courant aan eene taal kritiek werden onderworpen liet zou er mooi uitzien Zulk een idee kan alleen opkomen in de hersenen van een of ander pedant ondermees ter. Het is o. i. ook blijkbaar dat het stuk van den heer v. S. in haast is gesteld en dat hij meer op het feit dan op de taal heeft gelet. Wij betwijfelen het of de kiezers dezer gemeente hunne stem zullen laten afhangen van den meerderen of minderen fraaijen stijl waarin onze raads leden hunne geschriften weten te kleeden anders zouden wij hun den raad gevende candidaten vooraf aan een examen in stijl te onderwerpen en onze criticus tot examinator te benoemen. Ik blijf M. d. R. Uw bestendige lezer. BEMOEIAL. Correspondentie. Nog twee artikels over liet hier boven behandelde onderwerp zijn bij ons ingekomen waarvan dat geteekend „Arie" wclligt in een volgend nommer zal worden opgenomen het andere geteekend X. hebben wij ter zijde ge legd de reden waarom zal den inzender schriftelijk worden medegedeeld. Van 6 13 April 1866. ONDERTROUWD J. Bouwen werkman bijna 26 j. en J. Kossen21 j. H. Heijmanscheepstimmerman, 27 j. en M. E. Diemei, 28 j. C. J. Stelleman metselaar, 22 jen S. de Rooij 27 J. GEHUWD N. H. Peters en J. Hoogenhosch. M. W. de Meijer en E. C. M. Vennix. J. F. Rijkers en G. van Hert. J. Pardoen en A. C. Lammcrs. BEVALLEN: G. de Ruijter geb. Quak D. M. Smit gcb. de Jong Z. K. Runnenbuj'g geb. Griek 2 D. M. Huijsers geb. Krijgsman Z. T. Bot geb. Visscher Z. J. van der Pauw geb. Jansen Z. M. E. Kalishoek geb. Rover D. C. G. Pieters geb. Spigt D. L. Schmidt geb. Stokvis Z. J M. Lumkeman geb. Buijs D. M. Krul geb. Wur- kum D. N. Verschoor geb. van Dam D. M. Kamp geb. Hartog D. G. Gorter geb. Jes D. OVERLEDEN D. Swart ruim 62 j. G. Weij ruim 3 m. S.Smit 5 j. P. Jacobse 34 j. Ambtshalve ingeschreven 1. Van 16 Maat 16 April 1866. ONDERTROUWD Lodewijk Paulus Schmidtgeneesheer 25 j. en IJtia Cornelia de Boer 20 j. GEHUWD Ocp de Breed en Maamke Heertsen £>chroor. Jetze de Boer en Bankje Cupido. Ariën de Boer en Maria Bakker. Lodewijk Paulus Schmidt en IJtia Cornelia de Boer. GEBOREN Albertje d. van Roramert Alberts Roos en Willemke Hen- i driks de Breed. Grietje, d. van Jan Cornelis Wever en Sellij Molenaar. Anna d. van Pieter Pieters Schol en Jetske Oepkes. i OVERLEDEN Johanna Meijer geh. met Doeke Doekes Roos 42 j. Johannes Heudrikus Diederikus Marius van Werkhoven 11 w. Marlje Alberts Roos, 16 j. Wijbrand Adrianus Vis, 22 m. Pieter Tijs Visser, 81 j., weduwn. van Anlje Rijns de Jong. Ambtshalve ingeschreven 1 en 1 levenloos kind. H A R K T B E R I G T E N. ALKMAAR 21 April. Aangevoerd 5 Paarden f30 a 60, 12 Koeijen f 110 a 150, 647 Scha pen f 14 a 28 30 Lammeren f7 a 12 6 Geiten f 5 a 8 50 Magere Varkens f 16 a 25 277 Biggen f8 a 14. Boter per kop 60 a 70 ets. HOORN 21 April. Aangevoerd 3 mud Tarwe f 9.25 27 mud Gerst f6, 30 mud Haver f4.75 32 mud Boonen, Bruine f 13.25 Paarden f7, 7 ,n\ud Erwten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2