TiffiiMisiimii «t «tbiro. In liet Utr. Dagblad leest men Ter geruststelling der ingezetenen kunnen wij mededeelen, dat, in strijd met 'tgeen de Staats-Cour. heeft gemeld; hier (Utrecht) nog geen geval van cholera officieel is gecon stateerd nog minder heeft een sterfgeval aan die piekte hier plaats gehad. Een geval is er voorgekomendat wei- ligt cholerine wasmaar de lijder daaraan is herstellend. Uit 's Gravenhage schrijft men Met zekerheid kan ik u melden dat sedert het ééne ge val van choleradat laatstleden Zaturdag uit Rotterdam naar hier was overgebragt, tot op heden (Woensdag) namiddag, dus in vier dagen tijds, van geen enkel verder geval bij het gemeentebestuur aangifte is geschied. Dr. P. Bleeker geeft tegen de cholera het volgende recept, ten einde bij het onverhoopt uitbreken der cho lera een iegelijk in staat te stelleneen choleradrank bij de hand te hebben, waarvan het tijdig gebruik in Indië duizenden en duizenden het leven heeft gered Laudanum 24 druppels, Pepermuntolie 12 druppels, Hoil'mann 90 druppels, Suiker 2 theelepels, zuiver Water 1 halve wijnflesch. Men roere het Laudanumde pepermuntolie en hoffman- druppels met de suiker, en menge er daarna het water bij. Gebruik. Men gebruike van dezen drank als eerste gift 4 eetlepelstien minuten later als tweede gift 2 eetlepels en na nog tien minuten als derde gift nogmaals 2 eetlepels. Sir Thomas Carlyle, rector van de Edinburger uni versiteit, heeft zijne gade op eene treurige wijze verloren. Laatstleden Zaturdag overreed haar rijtuig haar hondjedat tegen de paarden blafte. Zij nam liet niet gevaarlijk ge kwetste dier bij ziGh en reed voort. Een poos later zag de koetsier om en bemerkte dat zijne meesteres naar het scheen in onmagt lag. Hij reed naar een naburig hospitaal en hier bleek het, dat zij was gestorven. De schok, haar zenuwen toegebragtwas haar dood geweest. IIAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage 26 April. Mijnheer de Redacteur De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft eergisteren hare werkzaamheden hervat. Na de mededeeling der inge komen stukken en nadat de heer mr. Jb. Dam, afgevaardigde uit Deventer, zitting had genomen, vroeg en verkreeg de heer van Kerkwijk het woord. Die spreker wenschte van den minister van Buitenl. Zaken mededeeling te erlangen van de maatregelen door onze Regering genomen om van het Engel - sche gouvernement opheffing te verkrijgen van het verbod van invoer van vee uit Nederland. De minister verklaarde, dat van zijnentwege verschillende pogingen daartoe waren in het 4 werk gesteld, welke echter tot nu toe vruchteloos zijn geble ven hij lioopte echter dat de vertoogen van onzen kant en de aandrang die in Engeland zelf plaats hadspoedig tot op heffing van dat verbod zou voeren. In de zitting van gisteren werden de werkzaamheden der Kamer geregeld en o. a. besloten de cultuurwet reeds Dings- dag a.s. in behandeling te nemen. Het besluit van onzen raad tot schorsing der kermis, heeft hier, voornamelijk onder de mindere klasse, eene buitengewone sensatie teweeg gebragt. Het raadhuis werd Dingsdag letter lijk bestormd, en de anders zoo leege tribune, waar een toe hoorder tot de »rari nantes" behoortwas niet alleen opge propt vol, maar zelfs de trap die daarheen voert, was met menschen als bezaaid. Een tal van adressen was ingekomen, om tegen de schorsing te protesterendoch desniettegenstaande heeft de raad wijselijk liet voorstel van B. en W. met alge- meene stemmen aangenomen. Dat de neringdoende stand door dat besluit een aanmerkelijk verlies lijdt, is duidelijk, want er zijn er hier velen die bijna uitsluitend van de kermis be staan ook de stad heeft daardoor eene aanmerkelijke schade, doch zoo als de Burgemeester zeer teregt opmerkte, was, alhoewel daardoor vele materiële belangen werden benadeeld het besluit eene noodzakelijkheidhet algemeen belang moet gaan boven het bijzonderewat het zwaarst is moet het zwaarste wegen. Nieuws ontbreekt hier ten eenenmale. Het zal u bekend zijnuit No. XVII der parlementaire studiën en schetsen van den heer Groen, dat die bekwame leider der anti-revolutionaire partij, zich bij de aanstaande verkiezingen in Junij weder candidaat voor de kamer zal stellen. Zoo ergens dan zal zeker de verkiezingsstrijd in onze re sidentie ernstig wezen, en ik twijfel of den naam van het aftredend lidden heer Kappeijne van de Coppellowel weder overwinnend uit de stembus zal te voorschijn komen. Wanneer men den uitslag der laatste verkiezingen alhier in aanmerking neemt, behoort de herkiezing van dien afgevaardigde niet tot de waarschijnlijkheden. Vroeger aftredende als lid van den Gemeenteraad, verzocht de heer Kappeijne alszoodanig niet meer in aanmerking te komen. Velen meenden daarin »bonne mine a mauvais jeu" te zien. Terwijl het Dagblde V. Rott. Ct.en het Handelsbl. zich met de analyse der Indische begrooting bezig houden bespreken de Arnhemschede Middelburgschede Amsterdam- sche Ct. en de Tijdde vraag: welke houding door ons gou- vernement moet aangenomen wordenin geval van oorlog tüsschen de beide groote Duitsclie mogendheden. Ik geloof dat, tlmoretisch beschouwddie vraag voor verschillende be- beschojkvingen en bespiegelingen vatbaar is (zooals trouwens blijkt uit de aangehaalde bladen)doch dat de practische op lossing zeer groote moeijelijkheden heeft. Zeker is het bewaren eener strikte neutraliteit het verstandigste en wenschelijkste, maar of het ons in alle voorkomende omstandigheden gegeven zal zijn dit te hunnen doen, (zelfs met opoffering van millioenen voor leger en vloot) that is the question. Welke houding door onze regering aangenomen isligt in het duisterenzooals ik in mijn vorig schrijven reeds opmerkte, eene interpellatie zal daarover weinig licht verspreiden. Het is dan ook niet te vorderen van den minister van Buitenl. Zaken, dat hij de stappen door de Regering gedaan, openbaar make, dat zou tegen elke onvoorzigtigheidsmaatregel strijden. Wat wij be treuren isdat in deze zoo ernstige dagen het beleid onzer buitenlandsche aangelegenheden is opgedragen aan een' diplo maat zonder antecedentenin wiens inzïgten men dus geen onbepaald vertrouwen kan stellen, terwijl onder zijne ambt- genooten er niet één te vinden is, die met den naam van Staatsman kan dragen. Misschien dat de minister van Justitie die toch een specialiteit (al is het slechts ï1ff specialiteit, vol gens de schrijfwijze van een spotvogel in het Dagbladook wel in de quaestie onzer buitenlandsche betrekkingenadvies uitbrengt. Adieu 3fnge50nbcn. De Redactie onderschrijjt niet altoos de gevoelens der inzenders Mijnheer de Redacteur I Ik lach om de gevolgtrekkingen, die men maakt uit mijne taal—critiek. Mijne beschouwing betrof alleen de taal afgescheiden vau de zaken die be handeld werden in het artikel van een raadslid. Of een bemoeial of een onbekend burgerman goed hollandsch schrijft, gaal mij niet aan. De artikels van het geacht tweetal zouden anders rijke stof opleveren voor eene vinnige taal-critiekmaar dit te doen is mijne roeping niet. Geen paarleu voor de zwijnenoch ik wil zeggen voor burgerlui en bemoeiallen. Ik wilde alleen de tuchtroede gebruiken voor iemand die nonsens schrijft en dan nog wel onderteekent: Lid van den Gemeenteraad. Het zuiver spreken en schrijven van de taal is een kenmerk van bescha ving. Wat denkbeeld moet men elders van de inwoners van den Helder in zoo vele opzigteu reeds miskend, wel verkrijgen, wanneer een lid des raads, in den regel behoorende tot de elite der gemeente schrijft zoo als de heer v. Str. dit deed in de Held. Ct. van 18 April Elk lid van deu raadv. Str. of eeu anderdie zieh op zulk eene wijze blootgeeftzal een bespotter vinden in TAAL-CRITICUS. An dp redaksie van de helderse krant. Meneer wat is dat tog en gezaanik in uwes krant' over 'de brantspuiten eerst van de spuit gasten toe van v. Strijen en dan weer zóón stuk van en taalfitter ik stem het mee met v. S. dat de brandspuiten van -onse gemeente niks deugen ze benue vau en vooregc eeuw doot ouwerwes ze geeven la weinig waater en is te veul volk bij tis gemakkelijk om en report optemaa- keu as dat de spuiten goed in order benue wie zal zen ijgen werk af keu reu maar om met alle hens tegen v. S. te strijen daar kom ik teugen op de spuitgasten skrijven as dat hij onwaarlieit spreekt maar de waarheit kan geen herberg vinden in de raat is gezeit as dat hij er niks mee van noodig liat wat blief je waar is hij dan lit van de raat voor en dat het report goct was hoe keur je dat meneer daar koomen Ave niemedal verder mee en dan durft er noch en taalfitter en gnap man mollesteeren die zen pligt in de raat behartigd en zoon ilouwe reedenaasic in de krant stuuren van angceven ccdelagtbaare en weet ik het allemaal wat voor en kakelewraasie meer ik heb het men vrou voorgeleesen die zee dcrect das vau en fitter die lui deugen niks Arie ze fitten op de gerifformeerde leer ook daar weet je alles van ze praaten teegeswoordig van gasfitters ook ik heb het op die lui niks begree- pen ik heb er naafraag naagedaan of er ook en kerel an tnievvediep woont of an de helder die taalkrieklus heet maar ze zeggen we kennen hem niet dus houw ik tervoor als dat hij en valse naam opgeven het maar laat de lceerel het liart es hebben en op mijn stuk fitten want ik ben niet letterwijs van het boovcnsle bortje dat wil ik wel weeten maar ik heb steevige handen om en fitter in de kraag te pakken maar aaperoopoo wat ik uwe skrijven wil is as dat ik en men buuren we beunc allemaal kiezers want geloof maar as dat ze ons met de belasting nooit vergeten niet hoor dat wij van Strijen voor en best lid van den raat houwen en twas te wense as dat er meer van die lui inzalten hij durft tog maar zeggen as er knoeijerei keu plaas hebben bij anuecmerij of as ze wat te veul geit uit de kas willen uitgeeven hij is ook teegeu de niewe belasting daar we lest en pampier van gekreegen hebben dat noeme ze nou omslag wat zeg je van zoon woort meneer de taalfitter daar zal v. S. ook wel tecgen weesen w ant je begrijpt meneer redaksie wij moe ten betaalen en as de akzijssies weggaan zeggen ze moeten wij nog meer betaalen eu dan willen de ofsieren van het wagtskip nog graag vrei weesen ik won maar as dat ze zoo bretaal niet deur de glaasen keeken as men dog- ters voor de raamen zitten dus meneer uwe kan wel nagaan as dat de bur gerij maar afdokken kan en as er dan eu man in de raat is die voor de burgerij opkomt die moeten wij de kroon niet van thooft laaten haaien van brantspuitgasten van zijn komfraters in de raat of van en taalfitter al die praatjes die ze teegen van strijen inbrengen zaageu geen hout maar ik zeg maar daar moet er ook maar een wezen die hem wat helpt verdeefendeereu en daarom skrijf ik uwe wees verder van mijn gegroet die zich noemt ARIE. Nog geen lid voor de raad Correspondentie. Z. verklaart in een uitvoerig artikel, het raadslid v. Str. betreffendehet met de beide in het vorig nommer voor komende ingezonden stukkengeheel eens te zijn. Om ech ter niet te dikwijls in herhaling te komen, oordeelen wij het noodig dit stuk ter zijde te leggen. Z. duide het ons s.v.p. niet ten ten kwade. Wij houden ons echter zeer aanbevolen voor het beloofde artikel een ander onderwerp betreffende wij stellen ons voor dat de strekking daar van zeer nuttig kan zijn. Van 19 26 April 1866. ONDERTROUWD Gcrrit Klaassen arbeider 40 j. en Neelije Jans Witte, 29 j. Jacob Witte, veehouder, 31 j. en Deentje Tauis 21 j. GEHUWD: Teunis Koning en Geertje Dekker. Pieter Dijker en Dirkje Wiegel. Hendrik van Heerwaarden en Hendrica van Lenten. Jacob Jansz. Bruin en Maatje Visbeen. Tijs van Heerwaarden en Jannetje Dijt. GEBOREN Tijsz. van Jau Tijs Zijm en van Grietje Schraag. Reijer Jan z. van Hendrik Meijer en Jobanuetta Sophia Visser. OVERLEDEN Gerrit Hoogheid 8 m.z. van Cornelis Hoogheid en Grietje Pippeling. Een lijk uit zee opgevischt(mannelijk).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2