TELEGRAM. heid van zooveel belang openlijk een middel aanprijstdat met welke goede en prijzenswaardige bedoelingen door den schrijver ook aan de hand gegeven, evenwel niet in alle om standigheden het gewenschte gevolg kan hebben. -Yier manschappen der equipage van het stoomschip Waterloodienst doende tusschen Londen en Rotterdam, zijn veroordeeld tot betaling van 100 p. s. boete per hoofd, wegens binnensmokkelen van 61 Ned. p. tabak. De pakjes tabak en de sigaren waren op zulk eene ingenieuse wijze verborgen, dat het schip viermalen was doorzocht door de ambtenarenvóór dat zij iets vonden. In den laatsten tijd heeft de vreesvan verschillende zijden aan de dag gelegd, dat de Engelsche steenkolenmij nen, eene der voornaamste bronnen van Britsche welvaart, binnen een niet al te ver verwijderd tijdstip uitgeput zou den gerakende aandacht van deskundigen meer dan tot dusver op het steenkolen verbruik gevestigd, bij welke ge legenheid is gebleken dat eene ongeloofelijke verkwisting op dat gebied heerscht Bij de stoommachines bedraagt, naar het oordeel van sir William Armstrong,de gemiddelde hoe veelheid die verbruikt wordt om eene bepaalde uitwerking te weeg te brengenniet minder dan het dertigvoudige van de hoeveelheid welke voldoende zou zijn wanneer men volko men goed vervaardigde machines had. Niet veel beter is het gesteld met het steenkolenverbruik in de huizendat jaarlijks 30 millioen tonnen verslindt. //"Wanneer men be denkt," zegt sir Armstrong, //dat een enkel pond steen kolen door eene stoommachine van goede constructie tien pond water in stoom veranderen kan, en met dit resultaat de onbeduidende hoeveelheid water vergelijkt, welke door dezelfde massa bij gewone kookkagchels verdampt, kan men zich ongeveer een denkbeeld maken van de ontzaggelijke verkwisting van steenkolen die in onze keukens plaats heeft." HAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage 29 April. Mijnheer de Redacteur Zoo al3 ik U reeds in mijn vorig schrijven mededeelde, zal Dingsdag a. s. de discussie over de cultuur-wet in de Tweede Kamer aanvangen. Ik had gedacht dat de behandeling der Indische begrooting over 1867welke deze week in de af- deelingen is onderzocht, zoude voorafgaan. Van daar dat ik meende den tijd te hebben om aan mijne belofte, om U eenige artikelen over de cultuurwet te doen toekomen, te voldoen. Dit is echter thans het geval nietendaar het ook wel niet noodig zijn zal, U het uitgebreid debat dat daarover zal gevoerd wordenin zijn geheel mede te dee- len, zal ik trachten het overzigt daaromtrent zóó inter.igten, dat het ook voor uwe lezers, die met dat onderwerp geheel onbekend zijn, verstaanbaar zij. Nieuws ontbreekt hier geheel. Het doet mij genoegen U te kunnen mededeelen, dat zich sedert jl. Zaturdag tot heden volstrekt geene gevallen van cholera hier hebben voorgedaan Dat is gelukkig, want het is den geneeskundigen raad vol komen gelukt ons in de war te brengen. Het zal U bekend zijn dat die Raad het recept van Dr. Bleek er heeft afgekeurd doch er geen ander voor in de plaats heeft gegeven. De duidelijke en heldere brochure van Dr. Bleeker, die voor iedereen verstaan is en waarin hij het in Indie gebruikelijk recept in het Hollandsch opgeeftin plaats van in het Latijn en met het voor 't publiek onverstaanbaar teekenschrift, is door de zeer geleerde heeren van dien Raad afgekeurd en veroordeeld. Uit de Utrechtsche Ct. zult gij gezien hebben dat er hier een gerucht heeft geloopen dat het Departement van Marine zou worden gevoegd bij dat van Koloniën en opgedragen aan een' directeur. Wat tot dit berigt heeft aanleiding gegeven is mij onbekend, want volgens door mij iDgewonnen infor- matiën is van dat plan tot nog toe geen sprake geweest. Men verwacht integendeel de optreding van een' Minister dadelijk nadat de cultuurwet zal zijn beslist. SJngtgonöcn. De Redactie ondersclirijjt niet altoos de gevoelt ens der inzenders. Mijnheer de Redacteur l Het zij mij vergund nog eenmaal in uw geacht blad liet woord te voeren, ten einde eenige opmerkingen in het raidden te brengen over liet antwoord van den zich noemenden Taai-Criticus, in uw no. van Zaturdag opgenomen. Ware eene courant daartoe eene geschikte plaatsik zou dien bluffcnden Taai-Criticus sommerende „vinnigetaal-critiek", waartoe, volgens hem, mijn laatste artikel rijke stof opleverthet licht te doen zien. Waarschijnlijk zou ik daarop het stilzwijgen niet bewarendoch ik mag van u niet de ruimte noch vau mijne lezers het geduld vergen, daartoe benoodigd. Ik wil dus daarom dien opgeblazen laffen bluf slechts stilzwijgend voorbijgaan. Het schijnt echter dat die zich als censor opwerpende criticus den eersten pligt des Christeus, nl. nederigheid, niet alleen geheel uit het oog verliest, maar zelfs de pedanterie drijft tot eene hoogte, die in het oogvallend be spottelijk is. Hoor slechts M. d. R.Taai-Criticus wil noch den burgerman noch mij beantwoorden want zegt hij „geen paarlcu voor de zwijnen." Homerus zong eenmaal van den grijzen Nestor, dat uit zijn' mond de woorden vloeiden zoeter dan honig; Taai-Criticus schrijft van zich zelv' dat uit zijne pen de woorden vloeijen aan paarlen gelijk. O nederigheid nederigheidBij gebrek aan een Homerusom hem te bezingen, bewier- rookk Taai-Criticus zich zei ven. Onze Taai-Criticus leert ous wat verder „dat het zuiver spreken en schrij ven "eener taal het kenmerk van beschaving is." Niets is meer waar. Maar niet"allèen het zuiver schr ij ven eener taal kenmerkt den fatsoenlijkeu man maar ook de bedaarde en kalme toon waarop men schrijft is een be wijs van eene beschaafde opvoeding. Fortiter in re, suaviter in laodo mijnheer de Criticus ziedaar het kenmerk der ware beschaving. Hoe nu een beschaafd man zijne antagonisten met zwijnen vergelijken durft, is mij wat onbegrijpelijk misschien behoort zulks tot de civilisatie der taai-criticicveuzeer als het welligt tot de nederigheid dier heeren behoort hun geschrijf te vergelijken met paarlen. Ik had gedacht M. d. R. dat sedert de wet van Junij 1855 de geeseling was afgeschaft. Ik zie echter dat ik mij daarin bedrogen heb, want (o horror Taai-Criticus vertelt ons (sidder gij, niet goed Hollandsch schrijvend raadslid I) dat hij (en dat wil wat zeggen) de tuchtroede zal blijven gebruiken om er niet zuiver Hollandsch sprekende of schrijvende raadsleden mede te geese- len. Jammer dat zij nog in het onzekere verkeeren of zij de nieuwe of oude spelling zullen moeten gebruiken om de tuchtroede van Taai-Criticus te ontloopen. Weest voorzigtig Raadsleden, om de tuchtroede, gezwaaid door de beulshanden van Taai-Criticus (want daar hij die vroeger de tuchtroede zwaaide, „beul" genoemd werd kan Taai-Criticus mij dat woordje niot ten kwade duiden) te ontgaan. Studeert nog eeuigen tijd uwe moedertaal c& tracht zóó te schrijven dat uwe woorden, even als die van onzen Tgal-Critu^is, 0p paarlen gelijken. Een enkel woord ten slotte M. d. R.Het is ongepast iemand, wie het ook zijn moge, in een publiek blad aan te vallen omdat zijn stijl niet vloeijend, ja zelfs gebrekkig is. Die lafheid wordt nog grootep, wanneer de eerste zijn stuk onderteekent, terwijl de ander zich versdliuilt achter het masker der anonymiteit. „La critique est aisée et l'art est difficile" zegt een be kend schrijver, en teregt. Maar de pedanterie wordt onuitstaanbaar, wanneer zoodanig onbekend persoon (die ons een artikel levert waartoe ieder onder meester van den vierden rang in staat zou zijn) dreigt met het zwaaijen eener tuchtroedezijne tegenstanders vergelijkt met zwijnen eu durft schrijven dat zijne woorden paarlen zijn, welke hij die «wijnen niet wil voorwerpen. Eene dergelijke onbeschaamdheid kan ik alleen verkeren ##6or het denken aan de spreuk die zeer onlangs een ander in uw geacht blad aanhaalde „Quo quis indoctior eo impudentior," hetgeen in goed Ncderduitsch moet vertaald worden door „hoe dommer hoe onbeschaamder Ik verzoek u, M. d. R dit stuk in uw eerstvolgend nommer te willeu opnemen, <en teeken mij hoogachtend, Uw bestendige lezer BEMOEIAL. Correspondentie. X. Z. Y. te Schagen boude liet ons ten goede, dat wij ditmaal zijn schrij ven ter zijde leggen. Er moet eenmaal aan een geschil een einde komen en wij meeuen dat dc tijd daartoe thans daar is. Dat de redactie der Schagcr Courant zich niet met onze opvatting of die van onzen Haagschen Correspondeut omtrent het nieuwe Ministerie vereeuigen kan is voor ons geene aanleiding* om op dat reeds zoo herhaald besproken onderwerp terug te komen en dit zou toch het geval zijn zoo wij het stuk van X. Z. Y. in ons blad opnamen. Tot verdere medewerking houden wij ons voor het vervolg aanbevolen. R. Z. uwe opmerkingen over ons hoofdartikel getiteld „Kiezersvereeni- gingen" zullen geplaatst worden zoodra gij ons uw' naam zult hebben be kend gemaakt. Aan uw verzoek tot wederlegging daarvan, van onzen kant, kunnen wij niet voldoen hoewel wij al uwe opmerkingen ougegrond achten. Aan Joost („een simpel burgerman") die in toorn is ontstoken'over het laatste artikeltje van Taai-criticus en hem plat weg eenige scheldwoorden naar het hoofd wenscht te werpen berigten wij dat zijn stijl voor ons blad wat al te „glocijend" is. Hij leze echter het bovenstaande van Bemoeial en vele zijner denkbeelden zal hij daar terug vinden in eenigzius meer ge- cïvïliceerde bewoordingen. MLIJKË SI AM) l)ËB ÜKUE HELDER. Van 20 27 April 1866. ONDERTROUWD F. Jongcrling, landman 34 jaren en A. Zander 39 jaren, weduwe van A. Zwart. II. de Graaf, aardeweiker 21 jaren wonende te Amsterdam en E. J. van Haren, 20 jaren. C. Harkesmet selaar 29 jaren en M» Krul 28 jaren. GEHUWD: I. J. van Hees en J. A. Vennik. J. Eedens en N.J. de Reoij. R. J. Wols eu M. C. van Tonningen. -F. L. ltapati en T. de Wijn. H F. de Graaf en A. van Rijn. BEVALLEN G. Gorter geb. Jes D. A. de Roos geb. Tholen D. G. van Willigen geb. Veen D. G. Kooij geb. Mos D. G. T. C. Zur Mühlcn geb. Boelen Z. G. vau Asselt geb. van der Steeg Z. A. Dijkman geb. Kemp D. C. A. C. Ilanewald geb. Bieckman Z. B. Hoogendijk geb. van Pelt Z. M. Fooij geb. de Bun je D. C. A. do de Wijn geb. Frikke Z. E. J. Muller geb. Guillot D. S. M. C. van Hoppe geb. Winkel D. S. van Engelen geb. Meijer Z. OVERLEDENIC. Visser 17 maandeu. M. II. M. Lijdsman 7 we ken. M. Krul 36 uren. M. Boots geb. ltoodt 79 jaren. J. W. Tukke 26 dagen. A. N. Swart 18 jaren. M A K li TB UIGTË N. ALKMAAR 28 April. Aangevoerd 8 Paarden f30 a 70, 17 Koeijen f90 a 150, 593 Scha pen f 14 a 28, 170 Lammeren f8 a 128 Geiten f4 a 8, 80 Magere Varkens f 18 a 30, 259 Biggen f8 a 12. Boter per kop 60 a 70 qts. HOORN 28 April. Aangevoerd 19 mud Gerst f6.50, 5 mud Haver f4.50, 64 mud Bruine Booneu f 1411 mud Erwten, Graauwe f18, Vale f 15.50 Groene f 15 Witte groote f 11. Op monster verkocht: Mosterdzaad f21, Kar weizaad f 20. 34 Paarden f 95 a 215 65 Koeijen f 125 a 3005a Kalveren f4 a 12, 606 Schapen f 14 a 31 90 Lammeren f8 a 14, 325 Varkens f 16.50 a 25, 9 Zeugen f 16 ii 44, 616 Biggen f 5, a.18 25 Bokkèn f 0.40 a 6, 13 Geiten 0.70 a 7, 500 Kippen 0.40 a 2,10, 29000 Kip - Eijeren f2 a 2.30, 16500 Eend-Eijeren f2.20 a 2.40 per 100, 450 Kievits- Eijeren 5 a 7 ets. per stuk, 2300 koppen Boter 45 «a 52 ct. per kop. lieden Dingsdag 1 Mei 18^6. EFFECTE^ Londen geen Beurs, Duitschland en Parijs beter. Beurs van AMSTERDAM 5°/0 Metalliek (oude) 48 »/0 5°/0 Amerika 67TSÏ- 6% Vereenigde Staten v. Noord-Amerika 1882 78T3T 3°/0 Mexico (oude) 3°/0 Mexico (nieuwe)16J a 3°/0 Binneul. Spanje35|- 5"/0 Turken 2«| Stemming beter dan gisteren. Geld ruimer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2