van het meerendeel der Nederlandsehe R. Catholieken mag sterk betwijfeld worden. Men kan in het godsdienstige een goed R. Cath. zijn en toch in het staatkundige de liberale beginselen zijn toegedaandit is het geval met bijna al de R. Cath. leden van de Eerste en Tweede Kamer, doch niet met den heer Borret. De heer Schimmelpeuuickdie de portefeuille van Justitie heeft aanvaard, heeftsteeds zoolang hij lid der Kamer was gestemd met de conservatieven en het was van algemeene bekendheid, dat hij steeds het mi nisterambt heeft geambieerdvoor het overige is hij geen man die zich voor een beginsel zal laten doodslaan." In de Tijd leest men //Niemand is tot het onmogelijke verpligt. En dewijl er nu geen partij bestaat die op eene homogene meerderheid in de Tweede Kamer kan rekenen zoo komen van zelf en onvermijdelijk nieuwe toestanden voor den dag, waarvan wij reeds een belangrijk verschijnsel zien in het nieuwe ministerie. Eene regering als nu optreedt, was vóór zes maanden niet denkbaar. Is het daarom minder goed? Dat mogen wij niet zeggen." Men schrijft ons het volgende Het baart nog al verwondering datnadat in de zitting van den Bondsdag, Oostenrijk, PruisenBeijeren Hanuover en Baden waren aangewezen, om over de Luxemburgsche kwes tie rapport uit te brengen, die zaak toch voorkomt onder diegenen die op de Parijsche conferentie zullen kunnen be handeld worden. In verband met andere artikelen dezer da gen in de officieuse Erausche dagbladen voorkomende, heeft dit gerucht een onaangenamen indruk te weeg gebragt. In den nacht van Zondag op Maandag is van een Scheveninger visschersvaartuig achter Texel, vijf uren van den wal, over boord gevallen en verdronken, den jong ma troos Dirk den Heijer, oud 16 jaren. Men was bezig de netten uit te zetten toen de jongeling het ongeluk had met zijn been in een der sprenkels vast teraken. Zijn vader, de stuurman van de pink, hield zijn zoon nog eenige oogen- blikken vastdoch was verpligt hem los te laten, daar het ligchaam anders vaneen zou zijn gerukt. Geen oogenblik werd verzuim om de netten op te halenmen rnogt echter het geluk niet hebben den drenkeling daarin te vinden. De minister van Koloniën maakt bekend, dat er ge legenheid bestaat voor jongelieden van goede gezondheid om na voldoend eindexamen eener hoogere burgerschool met öjarigen curcus of van examen bedoeld bij de wet van 2 Mei 1863, na opleiding aan de polytechnische school of in den vreemde, na afgelegde examens voor mijn-ingeniefiTS en na volbragte wetenschappelijke reis, als aspirant-ingenieur naar Indie te gaan. De opleiding zal 4 tot 6 jaren duren; de regering verleent toelage, en later voorloopig traktement van f 100 's maands, gratificatie van f 2500 en vrijen overtogt. Hoe weinig de kans voor Breda is, blijkt uit het aantal aspiranten, dat p.m. 250 bedraagt, terwijl er slechts 70 kunnen geplaatst worden. Als eene in den tegenwoordige» tijd groote bijzonder heid kan medegedeeld worden, dat aan het militaire hospi taal in Utrecht meer vacatures zijn dan zich kandidaten hebben aangegeven. Den 27 Mei zijn in de registers van den burgerlijken stand te Rotterdam geene, den 2S Mei 3 personen en dpu 29 Mei één persoon ingeschreven als aan cholera overleden; sedert het begin der epidemie 362. De militiens der ligting van dit jaar en wel uit Rot terdam en Delfshavendie na hunne inlijving met verlof zijn gezonden, zullen den 1" J al ij a. s. in activiteit bij hunne corpsen optreden. Zoo ook zullen militiens uit die gemeentendie zich vóór dat tijdstip bij hunne corpsen mogten aanmelden, daarbij evenwel in werkelijke dienst worden gesteld. Nn zich den laatsten tijd geen gevallen van veepest in de provincie Noordbrabant hebben voorgedaan, is dein en doorvoer van hoornvee naar de provincie Gelderland weder opengesteld. Gedeputeerde staten van Noordholland hebben bij besluit het vroeger daartoe gegeven verbod ingetrokken. Te Parijs is in den kabinetsraad van 26 Mei een voor stel behandeld, volgens hetwelk de staat den heer de La- martine eene jaarlijksche lijfrente van 40,000 fr. toekennen en zijne schulden betalen zal. Tn ruil daarvoor zal de be roemde dichter ten voordeele der regering afstand doen van al zijne bezittingen. Zoodra de heer Lainartine definitief tot dat plan zal zijn toegetreden, zal het door de regering be krachtigd en aan de kamers onderworpen worden. De statistiek wijst aan dat het aantal dooden en ver minktentengevolge van ongelukken in de straten van Lon den, jaarlijks gelijk staat met de cijfers, dip een groote veld slag in dit opzigt opleveren. Een aantal dier zoogenaamde ongelukken is echter aan roekeloosheid en onvoorzigtigheid toe te schrijven en nu de jury in den laatsten tijd aange nomen heeft, dat dit als manslag is te beschouweu en een paar voorbeelden gesteld heeft, hoopt men dat hierin eenige ver betering tot stand zal komen. Uit New-York meldt men datProbst, demoordenaar van de familie Deering, zijne schnld heeft bekend. De misdaad is ongetwijfeld de afschuwelijkste van dien aard. Die man moordde eenvoudig uit begeerte naar bloed. Zijn eerste slagtoffer was de werkjongen dien hij in den koestal om hals bragt. Vervolgens lokte hij achtereenvolgens ieder lid der familie en de nicht daarheen. Hij droeg het jongste kind dat niet spreken kon op zijn arm daarheen en plaatste het in het hooiterwijl hij een ander kind slagtte. Het arme wicht ontsnapte evenmin aan dien tijger in mensche- lijke gedaante. Een tijger houdt ten minste op, Wanneer zijn honger verzadigd is. Die man moordde, voort zoolang er nog een slagtoffer te vinden was. Hij zegt thans, dat hij eerder zou bekend hebbenware het nietdat hij de gewelddadigheid van het volk gevreesd had. Men leest in verschillende nieuwsbladen de volgende artikelen: Sedert het vreeselijke ongeluk, dat dezer dagen door het ontploffen van een gashouder te St. Elms js voorgevallen, worden er in Engeland in alle groote steden meetings gehou den ter verplaatsing der gasfabrieken buiten den kring der bewoonde plaatsen. Op menige plaats is die volksbeweging reeds nuttig geweest en de tijd is niet verre meer dat gas fabrieken niet digter dan op 1000 ellen afstands van de steden, zullen mogen geëxploiteerd worden. Of men het weten wil of niet, gashouders kunnen ont ploffen, en de nabijheid eener zoodanige fabriek is en blijft een gevaar voor de omliggende wijken. Men zal echter in ons land eerst tot die overtuiging ko men, als er een onheil te betreuren is. Het zeewater oefent op gietijzer een zeer zonderlinge wer king uit. Het ijzer verandert daarin langzamerhand in oen graaufeachtige zeer poreuse zelfstandigheid, die zich, met de dampkringslucht in aanraking komendein hooge mate verhit. Onlangs zijn, aan de kusten van Schotland, eenige gegoten ijzeren kanonnen opgevicht, die, boven water komende, bin nen weinige minuten zoo heet werdendat men ze onmoge lijk met de hand kon aanraken. Men roemt zeer een mengsel van 80 deelen zink, 10 deelen koper en 10 deelen ijzervoor ornamenten en allerlei me taalwaren en beweert dat die legering aan geen roesten of oxyderen onderhevig is. Men schrijft uit Konstantinopel; voor eenige dagen is hier een diefstal ontdekt, die wegens zijne vernuftigheid wel der vermelding waardig is. De telegraafdraad loopt in die stad langs de daken der huizen. Een Griek kwam nu op den schranderen inval een toestel door middel van een draad met den grooten telegraafdraad te verbinden enop deze wijze de beurs- en koersberigtendie uit Europa aankwamen te stelen. Hij werd echter zeer spoedig betrapt, want, be halve deze kunstgreep hield hij zich ook met de vervalsching der telegrammen bezig: daar hij in de Blanquets, de hand- teekening der beambten namaakteop deze wijze fabriceerde hij valsche coursde'pêchesdie hij voorgaf van een goed on- derrigten correspondent te ontvangen, waardoor hij er te ruimer voor betaald werd. Om de vervalschingen gemak kelijker te makengaf hij zijne dépêches meestal in cijfer schrift met den sleutel er bijdoch vergiste zich eens in de berekening. De kooper der dépêche ging argeloos naar het telegraaf-bureau en vroeg of er bij het afschrijven geen schrijffout was ingeslopendaar hij de dépêche niet ontcijfe ren kon. Het bedrog werd dadelijk ontdekt en de rer- valscher op een plaats bezorgdwaar hij zich vooreerst niet met de telegraphie zal bezighouden. Te Londen worden nog voortdurend meetings gehouden over de onbedongen emancipatie der negers. Onlangs sprak een gentleman van een zeer invloedrijke positie over de onregtvaardige vooroordeelen tegen de zwar ten en sprak met veel nadruk zijne bekentenis uit, dat hij zijne innigste vriendschap, aan eiken braven manvan welke kleur ook, zou schenken. Een neger, die toevallig de ver gadering bijwoondejuichte natuurlijk even luide den spreker toeals de anderen. Hij vroeg echter den gentlemanof deze menschelijke gevoelenswezenlijk uit bet hartmaar niet van de lippen kwamen Voorzeker antwoordde de redenaar! Welnu, ging de zwarte voort, ik wil u op de proef stellen zoudt gijwanneer gij uwe voorname vrienden een diner geeft, mij ook daarbij uitnoodigen. Voorzeker, hernam de heer, wanneer ik er maar de ge legenheid toe had. Zoudt gij mij ook wel een langer verblijf in uw huis toestaan Buiten allen twijfel! Maar wanneer mijne inkomsten met de uwe gelijk stonden en ik uwe dochter bemindezoudt gij mij haar tot vrouw geven, ingeval zij wederliefde voor mij gevoelde? Dat was een onaangename vraag. De heer had verschei den dochters: en daar over smaak en kleuren niet valt te twisten, meende hij reeds een doorgestoken werk voor zich te hebben riep woedend uit»Neen bij Goddat zou ik niet doen!" Een schaterend gelach der aanwezenden begroette dit antwoord, en de neger nam met een bedroefd gelaat weer plaats, en sprak: Uwe woorden mijnheer, logenstraffen uwe gevoelens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2