breedte van 20 ned. ellen. De ingang zal zijn op den Dam achter het kommandantshuis, dat naar de ontwerpers hopen, aan het plan opgeofferd zal worden. De centrale burgerwijk zal gebouwd worden in het hart der stad, op grond te verkrijgen door het dempen van den "Uilenburgwal, van den Houtkooperswal af tot de Rapenburger gracht. De gezamenlijke kosten worden door hen geraamd op f4,541,000, waaronder begrepen is f2,018,000 voor de onteigening, terwijl de onkosten voor de gemeente voor het dempen, het leggen van bruggen en maken van kaai muren op f 402,000 worden begroot. De Minister van Oorlog heeft de bevelhebbers in de militaire afdeelingen gemagtigd om, wanneer door vereeni- gingen, die zich ten doel stellen om door vrijwillige oefening in den wapenhandel en zich voor te bereiden het vaderland in tijden van gevaar te dienen, bij hen ondersteuning of medewerking wordt gevraagd, deze alsdan te verleenen. In plaatsen waar geen infanterie-garnizoen aanwezig is, kan een geschikt onderofficier of ander persoon voorzien van de uoodige gewerenderwaarts worden gedetacheerd om de oefeningen te leiden. De uitgaven, daaraan verbonden, zullen echter voor rekening der vereenigingen moeten zijn. De volgeude dagorder van den majoor kommandant der dienstdoende schutterij te Utrechtis volgens het U. D. aan het bataillou gerigt «Officieren! Onderofficieren! Schutters //Zware beproevingen zijn in de laatste dagen ons opge legd; te midden van die rampen is het mij gebleken, dat geloof aan God voor u geen ijdele klank is. Bij u gaat onderwerping aan Gods beschikking gepaard aan het edele besef van eigenwaarde. Voor u zijn liefde tot den koning, liefde voor het vaderland geen holle klanken; vaderland en Oranje sterken uwen arm. //Met God voor koning en vaderland" zijn werkelijk voor u woorden van de edelste beteekenis. Officieren, ouderofficieren, schutters, in uwe handen is het juistheidsgeweer een wapen, waarmede wij met vertrouwen ons geliefd vaderland kunnen verdedigen. Gij hebt mij bewezendat gij de waarheid gevoelt van de spreuk //geoefendheid en kennis geeft kracht." Ik zeg u dank voor uwen ijver, zoo sprekend bij de laatste exercitie betoond; gij kunt //Oranje boven" uitroepen. Onze vijanden zullen ondervinden dat onze harten even zuiver gerigt zijn als onze vizieren. Jk vertrouw op u, schutters: met u is: leve de koninggeen klauk zonder beteekenis. De majoor kommandant A. G. J. Taets van Amerongen." In de Haagsche Kronijk van het Handelsblad schrijft men uit Scheveuingen Waar verleden zomer uit elk raam van badhuis of hotel garni een badgast tuurde, waar men elkander om eene kamer verdrong, zitten nu tien tot twaalf logés in de eetzaal du Grand Hotel des Bains aan tafel, eu houden veertig (zegge veertig) bedienden een steeple-chasewie dat twaalf tal het vlugst bedienen zal. De knechts betwisten elkaar letterlijk een logé gelijk vorige jaren de badgasten om een knecht vochten, en daar niemand natuurlijk ooit tevreden is, klaagt men er nu over, dat drie of vier bedienden let terlijk al uw gangen volgen en u met al hun voorkomend heden martelen. Men schrijft van Groningen 19 Julij: Gerekend naar de bevolking is het aantal der door de cholera aangetaste personen in geen stad van ons vaderland zoo groot als hier ter stede. Het bestuur dezer stad is met hoogst loffelijken ijver bezig, om alles aan te wenden wat wetenschap en ervaring aan de hand geven, om zoo mogelijk de ziekte te stuiten of hare verspreiding te ver minderen o. a. ook door het dagelijks bevochtigen der stra ten met water, waarin chloorkalk vermengd is. Met de uiterste naauwkeurigheid wordt voor de zindelijkheid gezorgd en verder alles gedaan om hulp te verschaffen en tot ver- ligting der lijdenden. Men kan door de stiltedie hier heerscht en de weinige beweging op straten en wandelwegen wel bemerken dat de bevolking dezer zwaar geteisterde stad onder eene groote ramp gebukt gaat. Mogt de weldadig heid van stad en landgenooten er veel toe bijdragen, om ook de gevolgen van deze ziekte te lenigen en te verzachten! "Van eene andere zijde verneemt men, dat te Groningen in sommige buurten, tot zuivering der aldaar zeer erg besmette lucht, teer wordt gebrand. Men berigt uit Zwolle, dato 20 Julij: Heden stond een bespannen paard (terwijl zijn meester bezig was met het afgeven van vaatjes boter) voor de stads waag stiltoen een paar jongensdoor het werpen met wortelbossen het paard schrikachtig maakten, dat het op een loopen zette. Bij den eersten schrik vlogen de men- schen uiteen, maar eenige oogenblikken later hadden een paar mannen den moed om naar het dier te grijpen. Het p3ard sprong met eene vervaarlijke sprong op zij en raakte op den stoep van een winkelhuis, waarop, ter gelegenheid van den marktdag eene menigte koopmansgoederen waren uitgepakt. Dat het dier daar eene belangrijke schade aan- gerigt heeft laat zich begrijpen. Maar wie moet de schade nu dragen? De man die het paard onbewaakt liet, de jon gens die door hunnen moedwil het dier schuw maakten, de mannen door wier onhandigheid het dier op den stoep raakte, of de winkelier die daar zijne goederen ten toon stelde de tijd zal het leerenwant er is of wordt wegens deze zaak een zeer uitvoering procesverbaal opgemaakt. Te Zwolle zal voor de noorderlijn een constructie-winkel voor het materieel der staatsspoorwegen worden opgerigt, aan welke inrigting ruim 500 werklieden van verschillende beroepen hun bestaan vinden. 'De 8000 Beijerschen, die te Sohleusingen binnenrukten, hebben in den tijd van twee en een halven dag 3000 ankers bier gedronken, dat is dus gemiddeld per man 17 flesschen. Oostenrijksche bladen prijzen het denkbeeld aan om de lijken niet op de slagvelden te begraven, maar te ver branden. Professor Gioppi te Padua voert in de Medic. Zeit. de gronden aandie hier voor pleitenmaar erkent zelf dat men er nog niet toe komen zalen dat eerst het denkbeeld meer algemeen moet wordenom door een volgend geslacht te worden toegepast. Yolgens de Augsburgsche Allgemeine Zeitung heeft de Pruisische regering aan Italië 20,000 naaldgeweren gezonden en het tevens bekend gemaakt met het geheim der patronen. Italië heeft overigens nog 30,000, zulke geweren besteld. Aan de N. Pr. Z. schrijft men uit Parijs: Reeds eenige weken hebben de ltaliaansche bladen de op merkzaamheid gevestigd op de uitvinding van een zekeren heer Muratory, die de kunst ontdekt heeft om de ligste stof ondoordringbaar voor kogels te maken. De artillerie-commissie te Parijs heeft proeven ingesteld, die inderdaad verrassend zijn. Men denke zich een stof zoo ligt dat de bekleeding van een mhn, borst en rug, slechts twee pond weegt, ter wijl er een geweerkogel op afstuit. Muratory zou eerstdaags door den keizer worden ontvangen. Ik zelf, zegt de corres pondent heb de proefnemingen bijgewoond, die aan het ongeloofelijke grenzen. Te Rijssel is een bankier Joire beschuldigd van het uitgeven van I j- millioen aan valsche bankbilletten; de ïransche bank heeft reeds een millioen er van ingewisseld. Joire be weert dat hij de wissels van een derde ontvangen heeft. Jl. Dingsdag namiddag, passeerde door de Porte de Fer te Autwerpeu de lijkstoet van een man's morgens ten elf ure overleden, die zich naar het kerkhof van Keel be gaf, toen men op eens een akelig geluid in de doodkist meende te hooren. Men besloot deze te open en waar lijk daar kwam de doode man er levend en wel uit. Men wikkelde hem in een mantelen bragt hem in het rijtuig waarin zijn familie was gezeten om hem de laatste eer te bewijzen naar zijne woning terug. Dezer dagen heeft in een der kerken te Parijs een voorval plaats gehad, dat duidelijk bewijst, dat onder een zacht uiterlijk, dikwijls een ijzeren wil huist. Een jeugdig* meisje uit den geringeren stand zou met een jongman uit denzelfden kring in den echt vereenigd worden. De' priester had het conjungo uitgesproken, en voegde er nu eenige weinige toepasselijke aanmerkingen bij, om het jonge paar tot wederzijdsche genegenheid en trouw te vermanen. Toen hij geëindigd had, zeide de bruid, wier beurt van spreken was gekomen, kort en bondig: «Mijnheer de pastoor, wan neer mijn echtgenoot zich gedraagt zooals hij zich gedragen moet, dan beloof ik, dat mijn gedrag jegens hem onberis pelijk zal zijn; maar indien hij dat niet doet, dan wil ik mij niet verbinden iets na te komen van hetgeen gij hebt gezegd." Dat kan waarlijk opregt spreken genoemd worden. Berig-ten betreffende de cholera. Den 20 Julij zijn Den 21 Julij zijn: aanget. overleden. aanget. overleden. Amsterdam 25 22 Leiden 7 3 6 5 's Gravenhage 51 20 21 23 Delft 0 1 2 2 Schiedam 1 1 1 1 Rotterdam 26 20 29 18 Dordrecht 8 11 7 2 Gouda 1 1 3 1 Utrecht 22 21 28 23 Haarlem 8 1 Kampen 15 8 Meppel 5 3 Groningen 28 22 Van de aangetasten te 's Gravenhage op 20 Julij, woonden 34 te Scheveuingen, van de overledenen 16.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2