eenkomstig de plannen van het Berlijner kabinet tot recon structie van den Duitschen bond. Het eerste artikel luidt in dat stuk woordelijk aldus //Het bondsgebied bestaat uit die staten, welke tot hiertoe tot den bond hebben behoord, met uitzondering van de keizerlijk Oostenrijksche en koninklijk Nederlandsche gewesten (Landestheile)." Alzoo bewilligt de Pruisische regering er zelve in, dat bij eeue eventuele weder- oprigting van den bond, Limburg daarvan uitgesloten blijve. Bij besluit van den Koning der Belgen is bepaald dat de Nederlandsche guldens en rijksdaalders van lo. Aug. a. s. in België geen wettigen koers meer zullen hebben en dat die muntstukken tot den laatsten dezer maand door de arrondissement-betaalmeesters in België zullen kunnen wor den ingewisseld tot een bedrag van2.10fr. voor den gulden en van 5.25 fr. voor den rijksdaalder. Tevens heeft de Koning van België nieuwe bepalingen vastgesteld omtrent den vorm der zilveren muntstukken in dat land. Te Bristol heeft men berigt ontvangen van den ge lukkigen afloop eener reisdie met geen klein gevaar scheen vergezeld te zijn. Een klein pleizier-stoomjagt van slechts 12 ton inhoud, de Molique genaamd, ondernam een reis naar Eernambuc, en, verliet na eene kleine bemanning van eenige waaghalzen aan boord gekregen te hebbenboven genoemde haven, met het voornemen, om in geval van be houden overkomst, voor de kustvaart gebezigd te worden. De reis naar Femambuc werd zoo gelukkig mogelijk volbragt, en hoewel men alleen van de zeilen gebruikmaakte, duurde de overtogt slechts 43 dagen. -- Yolgens de inlichtingen van het Fransohe dagblad le Siècle, zou er sprake zijn van een nieuw verdrag betrekke lijk de visscherij, hetwelk tusschen Frankrijk en Engeland zou worden gesloten en waarvan de andere natiën zouden kun nen gebruik makendie met genoemde twee mogendheden handelsovereenkomsten hebben aangegaan. Dat verdrag zou op een tweeledigen grondslag rusten; de vrijheid der visscherij en de vrijheid van den verkoop van viseh. De Fransche, Belgische en Hollandsche visschers bv. het schijnt dat de Nederlandsche en Belgische regeringen reeds het voor nemen hebben te kenuen gegeven om tot de nieuwe over eenkomst toe te treden -zouden in de Engelsche wateren kunnen visschen, onder voorwaarde dat de Engelsche vaar tuigen in de Fransche havens de opbrengst hunner vangst vrijelijk zouden kunnen verkoopen. Evenzeer zou de Engelsch- man vrijelijk kunnen visschen in de wateren van Frankrijk Holland en Belgie en zijne havens openen voor den verkoop van visch in genoemde drie Staten gevangen. Wij weten natuurlijk niet in hoever deze mededeelingen van het Fransche blad juist zijn. //Twee geleerden, de heeren Frantz en Henri Faure, redacteur van de France médicaleberigten" zoo meldt de Moniteur des intéréts matériels dezer dagen //dat zij er toe geraakt zijn zilver, koper en zelfs kwik in goud te veranderenvermitszeggen zijdeze verschillende metalen N eigenlijk niets anders zijn dan één en dezelfde delfstof in verschillende dienamische toestanden. In Berlijnsche bladen leest men de volgende aankon diging //Bij Trautenau en Königgratz hebben de voortref felijke vervaardigde en gevoerde pantserhemden zich uitstekend gehouden. Men vestigt er daarom nogmaals de aandacht op." Een Beijersch blad deelt de volgende circulaire mede aan Pruisische officieren gezonden: //Hooggeëerde heer ter wijl ik tot dusverre slechts op bijzondere bestelling van heeren officieren pantserhemden vervaardigen liet, zijn de aanvragen zoo talrijk gewordendat ik tot dit doel eene fabriek heb ingerigt, waardoor ik in staat gesteld ben, dit artikel in groote hoeveelheid voorhanden te hebben. Ik veroorloof mij daarom u hierbij pantserhemden aan te bieden, waar van ik om ze algemeen verkrijgbaar te stellenden prijs v tot 12 thaler heb verlaagd. Het pautserhemd bestaat uit 12,000 ringentjes van gegalvaniseerd metaaldie elkauder bedekken en daardoor een ondoordringbaar kuras vormen. Deze .pantserhemden zijn zoo dun en rekbaar, dat zij niet alleen om elk ligchaam passen, maar ook gecne enkele be weging belemmeren, en niet den minsten last veroorzaken. Zij kunnen onder elk uniform worden gedragen. Het zal wel niet noodig zijn, hooggeëerd heer u op het nuttige en doelmatige te wijzen van deze hemden, die het onder alle omstandigheden mogelijk maken om zich zeiven voor koning en vaderland langer in het leven te houden en den vijand grooter tegenweer te bieden. Te zamen gerold neemt het pantserhemd slechts eene ruimte in van 4 kubiek duim." Te gelijk met de kunst om elkander te vernielen neemt ook de kunst toe om de verloren ledematen te ver vangen. Zoo heeft de Amerikaansche regering, gelijk blijkt uit een rapport aan het congres, niet minder dan 2134 kunst armen, 44 handen, 3784 beenen en 9 voeten voor hare in validen doen maken. Deze voorwerpen zijn geleverd door 23 verschillende instellingen en het totaal der onkosten bedraagt 357,628 dollars. Op de Fransche spoorwegen is in de nabijheid van het station Lagny weder een moord in een waggon gepleegd. Het slagtoffer is eene min, die door den moordenaar, welke zich met haar alleen in een wagon bevond, werd verworgd. Den zuigeling slingerde hij het portier uit. De moordenaar bevindt zich reeds in handen der justitie. Berig-teu betreffende de cliolera. Den 24 Julij zijn Den 25 Julij zijn aanget. overleden aanget. overleden. Amsterdam 20 17 21 Leiden 6 1 1 5 's Gravenhage 37 19 41 13 Delft 3 2 1 4 Schiedam 3 5 2 0 Rotterdam 12 11 10 12 Dordrecht 5 4 0 3 Gouda 2 0 4 2 Utrecht 15 13 21 13 Haarlem 6 2 Kampen 13 10 Meppel 2 2 Groningen 23 13 Van de aangetasten te 's Gravenhageop 24 Julijwoonden 30 te Scheveningen, van de overledenen 14. Van de aangetasten op 25 Julij 30 en van de overledenen 8. Correspondentie. Aan „een opmerker". Uwe satire op de van de cholera-comraissie uitgaande bekendmaking liggen wij ter zijde. Uwe behandeling van dit onderwerp is zeer aardig en geestig, doch de door UEd. bedoelde „nuttige strekking" kuunen wij niet in zien, vooral na de than3 plaats hebbende rectificatie, zie aan het hoofd van dit nommer. HAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage, 26 Julij. Mijnheer de Redacteur! Het brandeu van teer in de straten schijnt in vele gemeenten met succes in de laatste dagen als een hulpmiddel tegen de cholera te zijn aangewend. Geen wonder dan ook dat men besloot het in 't zoo geteisterde Scheveningen toe te passen, doch, naauwelijks was men daarmee begonnen ot' een hoop dwecpers begon met zóódanig geweld daartegen op te komen, dat de politie, zeer weinig in getal, besloot in het belang der openbare rust en orde, voor- loopig van dien maatregel af te zien. Gisteren ochtend echter werd eene be hoorlijke politie magt naar Scheveningen gezonden, in de meest besmette buurten werden teertonnen gebrand zonder dat die fanatieke onruststokers het toen durfden wagen zich daartegen te verzetten Ik zou over dit feit, op zich zelf van zoo weinig belang, niet gewagen, ware het niet dat die ziekelijke vroomheid zich sedert de optreding van dit ministerie in groote mate schijnt te openbaren. Sedert men officieel, op ver zoek van het gouvernement gebeden heeft, schijnen alle andere hulpmiddelen overbodig geacht te worden. Het zal u bekend zijn wat de Haagsche correspondent van de Middelb. Ct. over de circulaire van graaf Schimmelpeuniuck schrijft „Het voorstel, door de Regering aan de synode der Hervormde kerk gc- „daan, om een biddag uit te schrijven, is door ue synode met slechts 9 „tegen 6 stemmen aangenomen. Deze zes tegenstemmers hebben bovendien „aauteekening verzocht, dat zij tegen dit besluit protesteren. „Men vond het ('t niets tot de ziekte afdoende van een biddag daargelaten) „beleedigend voor de kerk, wanneer de Regering daaraan zulke wenschen „te kenuen gaf, waarin het verwijt ligt, dat deze hare eigene pligten niet „vervult. Tot zulk eeue grove behandeling van dc synode, is de Regering „echter overgegaan, om de massa voor zich te wiuncn. „De meerderheid der synode was wel niet met veel vuur voor het voor- „stel bezield, maar meende toch, nu het gedaan was, zich daartegen niet „te moeten verklaren". Wanneer gij U daarbij nu herinnert wat alle onafhankelijke bladen ja zelfs het Volksblad over de circulaire des Ministers van Finantiën geschre ven hebben dan kunt gij begrijpen waartoe die kunstgrepen van uitwendig godsdieustbetoon eigenlijk dienen moesten. Namelijk om de massa voor zich te winnen. Dat winnen van de massa echter kan der Regering nog geen genocgzamen steun verschaffen. Om zich te kuunen staande houden heeft ze grooter hulp noodigb. v die van gemeentebesturen. Hoe die hulp te verkrijgen Zeer eenvoudig, b.v. Door een koninklijk besluit in het leven te roepen waarbii de Minister van Finantiën gemagtigd wordtgedurende het jaar 1866 aan de gemeente voorschotten te doen op de uitkeering van de opbrengst van het personeel welke de wet haar toekent. Ik wil niet onderzoeken welke gemeenten thans nog door dit besluit zullen wordeu gebaatdat in geval het wezenlijke hulp kon bewijzen, vroeger had genomen kunnen worden. Misschien ware dit voor onze gemeente het geval geweest. Maar de minister van Bosse meende (toen o. a. onze gemeenteraad hem daarom verzocht) daartoe niet te mogen medewerken - er was nochi wet noch besluit die hem daartoe magtigde. Welke wet of welk besluit magtigt nu graaf Schimmelpenninck tot een maatregel die en in strijd met artikel 119 der Grondwet en met dc alge- meene voorschriften der Rekeukamer? Op die vraag moet ik natuurlijk het autwoord schuldig blijven. Welligt wordt het gegeven door het Dagbladwelligt wordt het gegeven in de aan staande bijeenkomst der Tweede Kamerdoch dit zijn alles slechts vermoe dens. Zeker is het dat ons nationaal conservatief Kabinet veel doet dat de toets der legaliteit niet doorstaan kan in de hoop (stellig valsche hoop) zich bij eukele gemeenten een' witten voet te verwerven. Er heeft gisteren aan het departement van Koloniën eene langdurige con ferentie plaats gehad tusschen den minister van Koloniën en den voorzitter der Tweede Kamer den heer van Reenen. Men wil dat het onderwerp dier couferentie zou geweest zijn de aanstaande bijeenkomst der Kamer; men wil echter ook beweren, dat in die langdurige bijeenkomst dier beide hoogge plaatste staatslieden, verschillende andere hoogst-belaugrijkc vraagstukken be sproken zoudeu zijn. Tn mijn volgenden zal ik u daaromtrent misschien nader inlichting kunnen geven. Adieu.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 3