Paul van Vlissingcn cn Du dok van Heel, werd Woensdag
jl. met liet boste gevolg te water gelaten het eerste der
twee ijzeren raderstoomschepen, genaamd Borneoaldaar
voor het departement van koloniën in aanbouw en bestemd
voor de dienst in Nederlandsch Indie.
Zondag jl. had te Eindhoven een treurig voorval plaats.
De marechausóe P., te Breda gestationeerd, had verlof ge
vraagd en bekomen om naarVenlo te gaan en deed op zijne
reis Eindhoven aan, ten eiude het kind te zien waarvan
zijn meisje, (de dochter van zekeren S.) was bevallen. De
familie van het meisje wilde dit niet toestaan en overreedde
den majoor Paulus, zich daar op tournee bevindende, aan
P. het verdere verblijf te Eindhoven te ontzeggen. Die
hoofd-officier gaf zelfs last, toen P. persisteerde om zijn
kind te zien vóór hij naar Venlo zou vertrekken, hem,
onder geleide van een onder-officiernaar Breda terug te
brengen. P. in woede outstoken en in zijn eergevoel ge
krenkt trok een dolk en bragt zich twee steken in de
borst toezoodat hij bloedend en ernstig gewond neerviel,
liet voorgevallene met den armen P. wekt algemeene deel
neming, en de handelwijze van den majoor afkeuring; zelfs
vraagt men of deze het regt had aan P. het verblijf te
Eindhoven te ontzeggen?
De dagbladen hebben ons weer gemeld, hoe een on
gelukkig werkman in een fabriek met zijne kleederen in eeu
kamrad geraakt, en in weinige oogenblikken verbrijzeld is.
Wij kunnen niet nalaten te blijven aandringen op betere zorg.
Dikwijls kan een eenvoudig hordje van ijzergaas, opgepaste
wijze aangebragt dergelijke ongelukken voorkomenmaar 't
schijnt of de meeste werklieden willens onvoorzigtig zijn,
cn het als het ware tot een schande rekenen goede voor
zorgen te nemen. Een niet dadelijk en bepaald dreigend
gevaar schijnt tot een soort van trotseren te leidendat
in de gegeven omstandigheden bespottelijk is. Het ware
te weuschen dat de eigenaren en opzigters van fabrieken
verantwoordelijk voor zulke onheilen werden gesteld. De
nieuwe strafwet zal hopen wijdaarin voorzien. N. Ulr. Ct.
De ontvangst van den prins-stadhouder in Luxem
burg is ditmaal van eene demonstratie vergezeld gegaan.
Een optogt met fakkellicht, 25 in het wit gekleede jonge
dames en drie muziekkorpsen bevonden zich aan het station
om het vorstelijk paar te ontvangen en daardoor het be
wijs te leverendat de bevolkiug den tegenwoordigen politieken
toestand van het groothertogdom wenscht bestendigd te zien.
Uit de Kaap zijn berigten tot den 20 Augustus.
Einantiëel was de toestand nog niet voldoende maar er
was, bij groote vermindering van invoer, toename van uit
voer, 't geen niet ongunstig werkte. Een wijnboer, de
lieer Gotobcd, heeft Kaapsehe wijnen naar Engeland uitge-
gevoerd; die behoeven slechts weinig spiritus, om met vei
ligheid den uitvoer te wagen. Er is echter nog geene
behoorlijke organisatie, om dit op groote schaal te doen.
Onder den arbeidenden stand heerscht veel armoedevooral
door den laatsten mislukten oogst. Door de regering
niet genoegzaam beschermd hebben de Britsch-KafTerlanders
onlangs eene soort van onderling verdedigingsgenootschap
opgorigt en in het openbaar te kennen gegevendat als zij
geene betere protectie van de regering bekwamen, zij zich
zclven zouden beschermen en de op heeter daad betrapte
dieven zouden schieten. In den Yrijstraat is men nog
altijd druk bezig met de regeling der nieuwe aangelegenhe
den die het gevolg zijn van den oorlog.
De Morning Star bespreekt, de aarzeling der Engel-
sclie regering om den aanvoer van vee uit de niet-besmette
Nederlandsche provinciën toe te staan, en de nadeelendie
dit voor de Londensche markt heeft. Ten slotte zegt het
blad: //Blijft het ministerie in gebreke om verbetering in
den drukkenden toestand te brengen dan is het een nieuw
en duidelijk bewijs, dat onhandigheid en onregtvaardigheid,
wij zouden bijna gezegd hebben oneerlijkheidnog altijd de
karakteristieke eigenschappen zijn van een conservatief beheer,
zoowel in aangelegenheden van sociaal als van politiek belang."
The Illmslralcd Bondon News geeft in zijn No. van
Zatuvdag den 22sten dezer eene plaat met beschrijving van
eenen wedstrijd tusschen drie Engelsche schepen van China
naar Bondon, dat voor zeevarenden gewis zeer belangrijk
moet wezen.
Op den 30stcn Mei dezes jaars verlieten de Taefsing, de
Arial en de Serica de haven van Foo-Chow-Foo met nieuwe
thee, om den prijs van 10 schillings por last te winnen
die beloofd was aan het eerste schip dat te Bondon zou
aankomen. Gedurende 99 dagen zeilden deze schepen naast
en bij elkander, kwamen gelijktijdig in het gezigt der En
gelsche kust cn namen aan de singels de loodsen in.
Bij het opvaren had een der schepen het geluk eene
sleepboot te hebben die iels sterker was dan de anderen,
zoodat hij een half uur eerder te Londen aankwam. Een
half uur op eene reis van zoo vele mijlen en zoo vele dagen.
Ieder zeevarende zal kunnen nagaan welk een ambitie er
gedurende dien tijd onder het schoepsvolk heerschtc, cn
welke middelen er zullen aangewend zijn, om elkander met
zeilen den loef af te steken.
llaphael Semmes, de beruchte kapitein van het ka
perschip Alabumais tot regter in de regtbank te Mobile
gekozen. Het gouvernement heeft hem de uitoefening vau
dat ambt verboden. Semmes, zich grondende op de procla
matie van den president, dat de vrede hersteld was, heeft
een beroep gedaan op zijne medeburgersom hem in zijne
betrekkingen te handhaven. Het gouvernement heeft echter
geweigerd op grond dat Semmes elk oogenblik iu hechtenis
kan worden genomen voor gepleegde daden die bij de wet
op landverraders worden strafbaar gesteld.
Op Corsica heeft dezer dagen een vreeselijk ongeluk
plaats gehad. Sedert eene week staat daar een uitgestrekt
woud in brand; het was een der schoonste van geheel het
eiland. Men kan zich een denkbeeld maken van de felheid
der vlammen, als men nagaat, dat het schier geheel uit pijn-
boomeu bestaat, die natuurlijk eene groote hoeveelheid harst
opleveren. Het is dan ook geen brand meer, maar een wer
kelijke vuurpoel, die den geheelen omtrek bedreigt. Millioenen
zijn door het vuur vernietigd, niettegenstaande het mogelijke
wordt gedaan om de vlammen te stuiten. Jaren en jaren
zullen noodig zijn om deze ramp te doen vergeten en de
schade te herstellen.
Gedurende den jongsten oorlog ontmoette een Pruisisch
beambte vau den veldpostdie zich geheel alleen op den
weg van Islau naar Znaym in Moravië bevond, ouverwachts
een Oostenrijksch soldaat, met wien hij vroeger bij het
bondsgarnizoen te Mentz had gediend. Nadat zij elkander
herkend en hartelijk gegroet hadden gaf de Pruis te kennen
dat hij den Oostenrijker gevangen moest nemen. *Neen,
oude kameraad," sprak laatstgenoemde, dat gaat zoo niet;
wij zijn hier alleen, en zoo gij mij niet volgt, zal ik tot
mijn leedwezen genoodzaakt zijn geweld te gebruiken." Toen
de Pruis beweerde dat hij tot de overwinnaars behoorde,
zeide de Oostenrijker dat hij in zijn eigen land was en
daarom grqoter regten had. De strijd tusschen de oude
vrienden duurde zeer lang, en daar geen van beiden in zijn
pligt te kort wilde schietenbesloten zij elkander wederkeerig
te arresteren. Zij gaven daaraan gevolg en vervolgdeu stevig
gearmd den weg', elkander over hun krijgsmansleven onder
houdende. Nadat zij aldus lang waren voortgewandeld stelde
de Oostenrijker voor, dat zij, na hun pligt te hebben ge
daan, nu ook elkander in behoorlijken vorm zouden uit
wisselen. De Pruis nam dit voorstel aan en toen ging
ieder zijn weg.
Als een staaltje van de stemming der gemoederen in
de thans Vereenigde Staten van Amerikadiene het
volgende
Bij eeu der laatste vergaderingen van de //Republican Con
vention," las de Eerw. heer Newmande voorganger der
vergadering voor dien avond, het volgende gebed voor:
//Almagtige Godwij bidden uverlos ons van de rege
ring van booze menschenvooral vau hem (Andrew Johnson)
die door het werk des satansmagt over ons verkregen
en diedeze magt misbruikendeniet alleen het bestaan
onzer republiek, maar zelfs ons leven in gevaar brengt.
//Groote God ontbloot uwen sterken arm tot wraak en
vergelding, en red ons van zijne schandelijke en verderfe
lijke praktijken" Herhaald en luid geroep van //Amen"
//Amengetuigde van de ingenomenheid der vergadering
met deze christelijke uitboezeming.
In de Kamper Ct. leest men de volgende twee, ingezonden,
GEDACHTEN.
Wat is de oorlog anders dan een groot schaakbord, met
dit onderscheid dal er levende stukken op het spel staan,
en dat ééne verkeerde zet vaak aan duizenden levau of
gezondheid kost? die zich dan het meest bloot geeft, zijl*-'
leven het ineest op het spel zet, mits het geluk hem dient,
dien noemt men een dappere, een held. Als men de zaak
beschouwt zooals zij werkelijk is zonder illusie wat is het
dan anders dan waaghalzerij in een opgewonden toestand,
uit eerzucht, met het vooruitzigt op bevordering of belooning.
Hij die in tijden van gevaar kalm en bedaard zijn leven
waagt om zijn evenmensch te redden, hij die niet schroomt
om bij storm en onweer, vaak in het holle van den nacht,
zich van het veilig land in de verholgen zee te begeven
alleen gedreven door menschenmin om den ongelukkige»
schipbreukeling te reddendezen zijn in waarheid men
schen van vastberaden moed. Het zijn ook helden, en toch
zouden dezen hun leven niet uit enkele waaghalzerij op het
spel zettenterwijl zeer mogelijk de zoogenaamde heides
voor die minder schitterende gevaren, zouden terugdeinzen.
In do vergelijking met vroegeris de tijd waarin wij leven
een tijd van verlichting, beschaving en van menschelijkheid. -
Ongelukkig dat het menschelijk vernuft er aanhoudend op uit
is, om de verdelgingsmiddelen al sehrikkelijker te maken.Is
het niet de grootste parodie, dat terwijl de strijdende partijen
voor de gekwetsten over en wederzonder onderscheid tus
schen vriend en vjjandwillen zorgenmen er tevens op uit
is om het getal gekwetsten zooveel immer te vermeerderen.