Onze Haagsche correspondent schrijft ons
De Tweede Kamer der Stal en-Generaal heeft in hare zitting
van Zaturdag besloten dat de toelating van den hr. Verheijen
uit den Bosch, tegen wiens verkiezing bezwaren waren ge
opperd, als zouden honderd (volgens anderen drie honderd)
stembriefjes niet duidelijk een bepaald persoon aanwijzen en
al zoo van onwaarde zijn.
Ook besloot de Kamer tot toelating van den hr. Haffmans.
De handelwijze van den minister van Justitie tijdens die hr.
candidaat was, werd door sommigen teregt scherp gelaakt
o. a. door de hh. Storm van 's GravensandeGodefroi en
Fransen van de Putte. Men weet dat de minister van Ju
stitie den hr. Haffmans op 29 October jl. (een dag voor de
verkiezingen) heeft herbenoemd als Kantonregter te Tilburg
hoewel zelfs het tijdstip zijner aftreding nog niet daar was,
ja zelfs op 7 Jan narij plaats moest hebben. Die herbenoeming
geschiedde natuurlijk met het doel om zijne aftreding op dien
tijd tevermijden als zijnde de hr. Haffmans ministrieel candidaat.
De hh. Storm en van de Putte wenschten dat de hr. Haff
mans zich in Januarij aan eene herkiezing zou onderwerpen.
Zoo neen dan zouden zij trachten hem te overtuigen
dat zijn gedrag in strijd is met de kieschheid.
De toelating der hh. de Bieberstein en van der Maesen
werd afhankelijk gesteld van den uitslag van het later on
derzoek.
Heden middag ten drie ure maakt de Kamer het rooster
der periodieke aftreding op.
In het Politie blad leest men het volgende
De commissaris van politie te Leeuwarden berigt, dat in
den avond van 17 Nov. jl., zich in een manufactuurwinkel
te Leeuwarden vervoegde een persoondie een lap duffel
kocht voor een jas. Nadat deze lap was ingepakt en op de
toonbank voor hem nedergelegd, vroeg hij of men hem ook
een driehonderd gulden bankpapier voor geld zoude kunnen
wisselen. De koopman riep een zijner compagnons, die in
het kantoor was bij den winkel, en deze stelde aan den be
doelden persoon eene banknoot van 200 en eene van ƒ100
ter hand. De onbekende sloot deze biljetten in eene enve
loppe welke hij daartoe uit zijn zak haaldezooals zij meenden
lag de enveloppe op het pakje duffel neder en zeide dat hij
naar zijn schip zoude gaan om geld te halen en daarna te-
rugkeeren. Hij had zich echter naauwelijks verwijderd, of
de koopliedendie deze handelswijze eenigzins vreemd voor
kwam openden de enveloppe en vonden daarin tot hunne
verbazing alleen een toegevouwen stuk wit papier.
Van de verdachte weet men geene nadere beschrijving te
geven dan dat hij het voorkomen had van een schipper, naar
gissing ongeveer 40 jaren oud, rood van aangezigt en ge
kleed met een duffelsclieu jas en pet.
Hij heeft hetzelfde in nog andere winkels te Leeuwarden
beproefd en zal dit waarschijnlijk ook elders doen; waarom
deze dient tot waarschuwing en zoo mogelijk tot opsporing.
Door den brigadier-kommandant der marechaussee te
Axel, is, op aangifte van boekhandelaars te Neuzen, pro
ces-verbaal opgemaakt ten laste van den directeur van het
postkantoor in laatstgemelde plaatster zake van het doen
circuleren van inteekeningslijsten op boekwerken.
Blijkens de Deensche courant Dagbladet is door de
politie te Kopenhagen aldaar de verkoop verboden van een
parfumerie-artikel, dat in kleine glazen bollen, als druiven
verhandeld wordt. Die druiven zijn met welriekende essence
gevuld en in korfjes ten toon gesteld. Daar gemelde bollen
met een violet of groen gekleurde stof overtrokken zijn,
en de laatstgemelde bij onderzoek gebleken zijn, veel rot
tenkruid te bevattenen alzoo gelijk het geval zich reeds
heeft voorgedaan ligt aanleiding tot vergiftiging kunnen
gevenwordt de verkoop van zoedanige groen gekleurde
artikelen op straf van vervolging verboden.
Daar genoemde artikelen ook hier te lande verkocht wor
den kan de bekendmaking der Kopenhaagsche politie ook
hier niet overbodig geacht worden.
De Engclsche bladen bevatten talrijke bijzonderheden
omtrent de overstroomingen in Yorkshire en Lancashïre. In
Manchester was het water gewekenmaar in vele andere
steden is het nog wassende. Te Leeds waar een dertigtal
personen naar het wassen van de Aire zagenzonk plotseling
de kade weg waarop zij stonden. Slechts tien van hen wer
den gered. De anderen werden door den stroom medege-
sleept en linnne lijken zijn nog niet gevonden. Op eenigen
afstand van de stad ligt een viaduc van den spoorweg. Deze
is gebroken door den schok der boomendie door den
stroom medegedreven warenen men ontdekte het onheil
eerst op het oogenblik dat er een trein in aantogt was.
Voorts staan de meeste spoorwegen in dezestreek onderwa
ter. Ken trein van Otley naar Leeds moest zijn togt staken,
omdat het vuur der locomotief die als het ware dwars door
een meer reed, werd uitgeblusclit. Zeven personen verdron
ken te Dewsbury en vier te Rippond. Te Preston hebben
een aantal fabrieken den arbeid moeten stakenomdat de
zalen onder water staan.
Aan een nog vreeselijker onheil is men ontsnapt. De
Tawd namelijk trad buiten hare oevers en de stroom rigtte
zich naar den kant van de kolenmijnen, waar houderden
arbeiders aan het werk waren. Gelukkig werd bij tijds alarm
gemaakt en de mijnwerkers zijn maar juist aan den dood
ontkomen, want verscheidene mijnen staan nu geheel onder
water. Weken zullen er voorbijgaan voor (le arbeid weer kan
worden hervat. In Rufford, Blackpool en Kirkliam zijn een
aantal huizen medegevoerd. In de valei van Rippond werd
een brug weggeslagen op het oogenblik dat zich daarop vier
kinderen bevonden, die zich naar eene fabriek begaven.
Deze kinderenbroers en zusterswerden vier uren later
op een mijl afstand teruggevonden, Hunne lijken waren op
de vreeselijkste wijze verminkt. In een aantal andere voor
name fabrieksteden van genoemde graafschappen staat alle
vertier stilen ook in de omliggende gemeentendaar alle
gemeenschap is verbroken.
De regtbank te Parijs heeft een persoon tot 200 fr.
boete veroordeeld, omdat hij in een rijtuig 3e klasse van
den spoortrein had gerookt, terwijl een zijner medereizigers
verzocht had dat hij niet zou rooken. De regtbank heeft
zich daarbij gegrond op de wet van 15 Julij 1845, art. 21,
waarbij tegen de overtreding eene boete van 1000 francs als
maximum wordt bedreigd. Als verzwarende omstandigheid
werd aangenomen, dat de overtreder, Genami, in plaats van
aan het verzoek van mejufv. Sydonic te voldoen, haar een
klap had gegeven. Die klap volgde echter eerst, nadat 'ij
zijne pijp had stuk geslagen en met hare parapluie zijn neus
had getroffenwelke daad ook weder werd uitgelokt door
de onbeschoftheid van Genamidie haar verzoek om niet
te rooken beantwoord had met een rookwolk in het gelaat
der schoone kamenier te blazen.
De regtbank van gezworenen te Bresciaheeft onlangs
een proces ten einde gebragtdat wel verdiend onder de
Causes célebres opgenomen te wordenen dat de «Public"
aldus mededeelt: «Zekere doctor J. B. Feltrinelli en twee
anderen waren aangeklaagddat zij het geheele gezin van
doctor Salvetti uit ver gedreven broodnijd hadden willen om
brengen. Uit het geregtelijk onderzoek bleek, dat men het
jongste kind van doctor Salvetti 24 stuks naainaalden wilde
laten inslikken, dat men tot drie malen toe beproefd had,
een oudere knaap in het Gardameer te verdrinken en dat
men een derde kind door vuistslagen op de maag had willen
dooden en eindelijkdat men het vierde kind van doctor
Salvetti had willen vergiftigen door petroleum in de soep te
doen die voor het wicht bestemd was. De behandeling van
het proces duurde 17 dagen en waren er 120 getuigen bij
opgeroepen. De uitspraak der gezworenen luidde «schuldig."
Dr. Feltrinelli werd tot 16 jaren, de meid, die zijn misdadige
bevelen ten uitvoer bragt tot 21 jaren dwangarbeid veroor
deelden een jong meisje dat de medepligtige van beiden was,
zonder juist te weten wat zij deed, tot acht jaren gevange
nisstraf veroordeeld.
Eene particuliere correspondentie uit Parijs bevat eenige
bijzonderheden waarvoor de briefschrijver zegt te kunnen
instaan, betreffende de reis van keizerin Eugenie naar Rome.
Toen dit berigt in de dagbladen was opgenomenzegt de
briefschrijver, volgde terstond een officieel dementi, en op
dat oogenblik meende men dan ook in de hofkringen dat de
keizerin geheel terug was gekomen van een plan hetwelk zij
vier maanden vroeger had opgevat. In Augustus had zij het
denkbeeld van zulk eene reis in den ministerraad uitgesproken,
maar de meeste leden hadden er zich tegen verklaardde
keizer zelf liet er zich niet over uit. Tijdens des keizers ver
blijf te Biarritz werd nog tot tweemalen toe dat plan aan
den ministerraad onderworpen, maar telkens met hetzelfde
gevolg. De keizerin echter werd meer en meer doordrongen
van de neiging om aan haar voornemen gevolg te geven. Te
Compiègne kwam nu onlangs de zaak weder ernstig ter sprake.
De meerderheid der ministers verklaarde er zich weder tegen,
en de keizer bleef het zwijgen bewaren. Men weet nu niet
naar welke zijde de schaal zal overhellen. De keizerin laat
niets na om haren wensch te doen zegevieren. Zij wil in Rome
komen op denzelfden dag, dat de laatste Fransche soldaat die
stad verlaat. Op die wijze zou, zoo al» niet de steun der
bajonnetten, toch zedelijk de steun van Frankrijk voortduren.
Het plan verraadt ontegenzeggelijk groote koenheid en ge
hechtheid aan den paus, maar uit een staatkundig oogpunt
zou de uitvoering tot niets leiden zoo zij al geene verwik
kelingen te weeg bragt, want niemand kan er voor instaan
dat de keizerin tegen elke beleediging veilig zou wezen. Bo
vendien gesteld dat dit niet gebeurdezij kan toch niet
altijd in Rome blijvenen bij haar vertrek zou dezelfde toe
stand geboren wordendie nuna het ontruimen van Rome
door de Fransche troepen ontstaan zal. Dit wordt door de
ministers tegen het plan der keizerin aangevoerd, terwijl door
hen ook gewezen wordt op den ongunstigen indruk dien hare
reis naar Rome maken zou, niet enkel op deltalianenmaar
op een groot deel van Frankrijk en van Europa. Met het
oogmerk dat oordeel van Europa uit te lokken en het aan
de keizerin te onderwerpen, is het berigt omtrent dien pel-
grimstogt naar Rome in de Fransche bladen opgenomen. De
vrienden der keizerin meen en echter dat de verwezenlijking
van het plan zeker is en dat de gepantserde stoomschepen
La Magiianime en La Provenee reeds aangewezen zijn om de
Aigletebegeleiden, waarmede Eugenie naarltaliezou oversteken.
Dr. W. Byrd Powellhartstogtelijk phrenoloog in Ame
rika, heeft zijn hoofd aan eene weduwe vermaakt, die een
zijner meest geachtte leerlingen was geweest. Het hof van
Kentucky beval dat het hoofd van het ligchaam zou worden
gescheiden en aan de dame gezondenhetgeen dan ook ge
schiedde. De weduwe, die deze mooije erfenis kreeg, huw
de kort daarop met professor A. T. Kickeierdie nu to
New-York voorlezingen over de schedelleer houdt, waarbij
hij zijne stellingen met het hoofd van Dr. Powell opheldert.
De International" vertelt: In de nabijheid van Londen,
te Hampsteadwas aan den ingang van een omheinde weide
het volgende opschrift te lezen In deze weide kunnen paar-