SCHAGER NIEUWS.
Nadat de beslissing van den krijgsraad aan de beschul
digden was medegedeeld, hebben zij allen te kennen gege
ven daarin te berusten.
Als men de omslagtige wijze van procederen, voorgeschre
ven bij de regtspleging bij de landmagt, in aanmerking
neemt, er op let, dat in deze zaak omstreeks zeventig ge
tuigen zijn gehoord en dat gedeelten van organen genomen
uit het lijk van het slagtoffer aan een dubbel onderzoek van
scheikundigen zijn onderworpen geworden dan moet men
zich verwonderen dat de krijgsraad reeds heden zijne beslis
sing aan het wijzer oordeel van het hoog militair geregts-
hof heeft kunnen onderwerpen.
De minister van Oorlog brengt, als een vervolg op de
voorloopige kennisgeving, voorkomende in de Staats-Cl. van
den 9 dezer, tot geruststelling vau ouders en voogden dien
zulks mogt aangaan, ter hunner kennis, dat wanneer dit jaar
en zelfs in het volgend jaar geen jongelingen als kadet aan
de koninklijke militaire academie mogten worden toegelaten,
de admissie in volgende jareu ook op lateren leeftijd zal
geschieden, zoodat de jongelingen welke in die jaren het
maximum van den leeftijd volgens de tegenwoordige voor
schriften mogten bereiken, het vooruitzigt op eene plaatsing
als kadet niet behoeven op te geven.
Door de permanente kommissie uit de Amsterdamsche
reederijen is dezer dagen aan de Nederlandsche handelmaat
schappij een brief geschrevenhoudende mededeeling van de
bedenkingenwaartoe aanleiding geeft de wijze waarop de
Nederlandsche handelmaatschappij zich voorstelt uitvoering
te geven aan het besluitomte beginnen met 1 Januarij
1868de beurtbevrachting voor den overvoer van gouver-
nementsprodukten van Indië herwaarts te vervangen door
vrije mededinging tusscheu de Nederlandsche schepen.
Blijkens de 60e lijst van giften, bij de redactie van
de Tijd, Noordhollandsche Courant ingekomen voor paus
Pius TX, is het totaal bedrag reeds geklommen tot f 95,024.01.
Het kantongeregt te Heusden heeft Vrijdag jl. een
vonnis gewezen in een schier nooit voorkomend gevalde
zaak is deze
Den hofmeester vau de Heusdensche stoomboot werd in
1853 door een onbekenden reiziger, op de boot, een zakje
met geld ter bewaring gegeven, inhoudende f 113.975. Zijn
knecht, en door dezen ook de directie, wisten hiervan.
Ruina een jaar lang had hij het geld bewaardtoen hem
de dienst opgezegd en tevens het zakje met geld opgeëischt
werd. De hofmeester voldeed hieraanmaar verlangde een
bewijs van overgiftemet vermelding hoe en op welke wijze'
dit zakje in zijn bezit was gekomen en de inhoud der munt
speciën. Intusschen ging hij als hofmeester over op de
Capelsche boot, en bij het verongelukken van die boot, in
1862, vond hij den dood in de golven. Zijne weduwe her
trouwde in 1864 en verlangde van de directie het zakje
met geld terug, dat, dewijl zich nog niemand daarvoor als
eigenaar had opgedaannu aan haar als de wettige eigenares
moest worden teruggegeven. De directie weigerde die te
ruggave en beweerde dat zij het geld tot een goed einde
aan de armen had besteed.
De hertrouwde weduwe stelde nu tot dat einde eene regts-
vordering in tegen de directie, bij welke haar eerste man
in dienst was geweest. De gedaagde directie erkende ter
teregtzitting de inbewaargeving en de overgiftemaar be
weerde nu dat de overgifte aan de directie vau het aan haar
eersten man in bewaring gegeven zakje met geld niet was
geschiedom voor dezen of zijne erfgename te bewaren
maar om als zijn patroonin bewaring te houdentot dat
de regtmatige eigenaar zich zou hebben doen kennen. De
eischeresse ontkende dit en bleef bij hare vordering volharden.
De kantonregter, overwegende dat de bewering van
de gedaagde directie niet kan opgaan zoolang deze niet
bewijst dat de inbewaargeving door den onbekenden reiziger
aan den auteur der eischeresse is gedaan, met clen last om
die som aan de directie als zijn patroon over te geven dat
deze last door de directie niets eens wordt beweerdveelmin
heeft bewezendat eenvoudig het beroep van de directie
als ware de eerste man van de eischeresse op het oogenblik
der inbewaargeving in dienst van de directie en alzoo van
zelf moest geacht worden aan haar te zijn gedaan, niet vol
doende is, omdat geene enkele wetsbepaling regt. geeft op
dergelijke gevolgtrekking, vooral niet, omdat het in be
waring nemen van goederen of gelden niet gerekend kan
worden tot den werkkring van den auteur der eischeresse
te hebben behoord; dat, nu de inbewaarneming en overgifte
door partijen is erkend de gedaagde directie moet beschouwd
wordendie som eenvoudig van den auteur der eischeresse
te hebben in bewaring genomen, zonder meer, en diensvol
gens ingevolge de artt. 1758, 1762 en .1755 B. W. tot
de teruggave is gehouden,heeft aan de eischeresse hare
vordering toegewezenmet veroordeeling van de gedaagde
directie in de kosten.
Onlangs is iemand uit het dorp Beetgum naarNoord-
Amerika vertrokken. Hij heeft zeer gunstige tijdingen me
degedeeld en het gevolg zal zijndat al zijne betrekkingen
hem zullen volgenen dat nog onderscheidene andere gezinnen
zullen mede gaan. Ook uit andere plaatsen in dien omtrek
verneemt mendat verschillende personen en gezinnen voor
nemens zijn naar Noord-Amerika te verhuizen. Velen verkoopen
hunne bezittingen reeds.
Thans worden op de lijnen van afsluiting voor de
veepest, waarschijnlijk in navolging van Pruisen, ook in
Nederland streuge maatregelen in achtgenomenzoowel op
die van Gelderland en Noord-Brabant als op die van Zuid
holland en Noordhollaud. Op een dezer werden een paar
dagen geleden eenige manden met flesscheu wijn aangehouden,
en zulks omdat de flesscheu gepakt waren in hooi, terwijl ook
meubelaire goederen werden aangehouden, omdat deze met
stroo waren omwonden; een en ander zou de besmetting
der runderpest hebben kunnen bevorderen.
Men zegt dat tegen deze aanhalingen verzet zou zijn
aangeteekend.
Sedert de photographie op zijde en linnen in Prankrijk
voortdurend wordt volmaakt, hebben verscheidene personen
hun portret op het linnengoed laten maken in stede van letters.
Te Calevoet, een dorpje tusschen Uccle en Beersel, is
bij het herstellen der kerk eeu belangrijke kunstschat ge
vonden. Bij het herstellen van het jube heeft men tusscheu
een paar planken eene prachtige Sint-Cecilia van v. Dijk
gevonden. Volgens kunstkenners, zoo schrijft men aan het
Journal de Jeudiis deze schilderij een der schoonste voort
brengselen van den grooten kunstenaar. Zij is zoo goed
geconserveerd of zij in eene kunstgalerij bewaard ware
geworden.
De Etendard deelt de volgende bepalingen mede uit
het ontwerp betreffende de leger-reorganisatie in Frankrijk.
Het contingent zal telkens 100,000 man sterk zijn, van welke
80,000 man vijf jaren in actieve dienst zijn, en na dien tijd
vier jaren bij de reserve staan. Het tweede gedeelte van
het contingent blijft vier jaren bij de reserve en vijf bij de
mobile nationale garde. Tot die garde behooren ipso jure
alle vrijgestelden. Het effectief zal mitsdien zijn: in de ac
tieve dienst circa 450,000 man, in de reserve 560,000 man
en mobile nationale garde 450,000, zoodat het land in oor
logstijd over 1,400,000 man zal kunnen beschikken.
In België beraadslaagt eene staatscommissie over de
organisatie der landmagt en over hetgeen er te doen zou
zijn om hare sterkte te vermeerderen. Eenige van hare leden
hebben op hare uitnoodiging een plan van reorganisatie ont
worpen. Volgens dat ontwerp zou, zoo de opgave van een
ministerieel blad van Brussel juist is in Belgie de algemeene
dienstpligtigheid worden ingevoerd en er eene actieve leger-
magt van 250,000 man opleveren, benevens eene reserve van
nagenoeg dezelfde getalsterkte.
In het Prater te "Weenen heeft den 16 dezer een duel
plaats gehad tusschen prins Solms en graaf Wedelnaar
aanleiding van het ongunstig oordeel door dezen uitgesproken
over het gedrag van sommige bloedverwanten van den prins
in den slag bij Langensalza. Prins Solms daagde Wedel uit,
die zijne woorden niet wilde terugnemen. De ridderlijke geest
van den prins deed hem voor zijne familie partij vatten, of
schoon hij zelf niet in de zaak betrokken was. De uitdaging
was voor hem des te gevaarlijker omdat graaf Wedel bekend
staat als een der beste schutters, wiens schot nooit faalt.
Hij besefte dan ook dat hij den dood te gemoet ging en
maakte zijn testament voor hij zich naar het terrein begaf.
Aan de vuurwerkers zijner compagnie gaf hij f4000 in bank
papier toen hij zijne woning in het arsenaal verliet met bij
voeging, dat dit wel het laatste geschenk was, dat hij hun
geven zou. Zijn voorgevoel had hem niet bedrogen de kogel
doorboorde hem de borstholte en bleef in den lever. Den 19
had zijne plegtige begrafenis plaats, die onder anderen werd
bijgewoond door den koning van Hannover, met zijn staf,
aartshertog Wilhelm, den Oostenrijksehen minister van oor
log, bijna alle de officieren der artillerie enz. De predikant
der evangelisch-luthersche gemeente hield de lijkrede bij het
graf.
Mijnheer de Redacteur!
Met den blos der schaamte op de wangen, en een berouw
vol gemoed, kom ik tot umet de belofte op de lippen, uwe
lessen ter harte te zullen nemen en er mij op toeteleggen een
toonbeeld van buisselijkbeid te worden. Trouwens, ook zonder
uw »publiek vermaan," zoude ik geloof ik, niet ten tweede
male zijn gestruikeld. Vooreerst waren daar de tranen mij
ner goede, vrij geduldig wachtende vrouw, welke mij op zeer
onaangename wijze aandeden. Dan en dit trof mij veel
meer den wanhopigen toestand mijner portemonnaiebij
het gezigt daarvan was bet dat mijn geweten ontwaakte, en
ik gebeten werd door »de slang der wroeging". Want de
tranen eener vrouw, die met hare zorgende liefde dag en
nacht de goede engel des gezins is, wier geheele leven ééne
toewijding aan het geluk van echtgenoot en kroost mag hee-
ten, de tranen van zulk eene vrouw zeg ik, mogen op enkele
verwijfde sentimentele zielen vallen als zoovele droppelen
gloeijend metaal de «man van karakter," vooral de socie-
teitman van karakter is boven dien indruk verre verheven;
deze vindt ze alleen lastigen ziet in de vrouw en-dit im
mers zeer teregt!niets meer dan eene soort van dienst
maagd, precies goed genoeg om zich des daags in de huis-