Wenschelijk ware het dat al de ter dezer plaatse wonende
Israëliten zich bij dat fonds aanslotenzonder twijfel zou het
bestuur dan in staat gesteld worden, om de behoeftige ge-
loofsgenooten niet alleen op hunne talrijke feestdagen te on
dersteunen, maar ook om bij andere omstandigheden kracht
dadig ter hulp te komen.
Het gezelschap van de heeren Louis Bouwmeester C°.
heeft bij de opvoering van de Gebogchelde doen zien dat het uit
degelijke sujetten bestaatdie iets goeds ten tooneele kunnen
brengenthans zal het op Maandag a. s. eens toonen, dat het
in het komieke genre niet minder ervaren is. En daar de
zoo algemeen met roem bekende Eduard Bamberg met den
hr. Louis Bouwmeester, die hier als//de gebogchelde" reeds zoo
veel bijval mogt verwerven, de hoofdrollen zullen vervullen,
kan het niet anders of het publiek zal zich uitmuntend
amuseren in de tal van kwinkslagen, waartoe beide stukken
aanleiding geven.
De N. Jiott. Ct. bespreekt heden het kiesregten
wijst er op, dat de heer Thorbecke voor 20 jaren in 't ont
werp voor de grondwetsherziening het kiesregt aan alle ge
promoveerden had willen verleenenzonder hen aan de voor
waarde van census te onderwerpenen dat hij in zijne Bijdrage
dit beginsel wilde zien uitgebreid tot allen, die proeve van
eenige bekwaamheid hadden afgelegd, voor zooveel zij door
■de wet duidelijk kunnen worden omschreven.
Dezer dagen is ook van conservatieve zijde voor de uit
breiding van 't kiesregt in dezen zin gesproken. Er schijnt
dus eindelijk kans, dat het onjuist begrip dat alleen het
betalen van een census het kiesregt verschaffen kanzal
vervallen. Wij hebben sinds jaren de dwaasheid anngetoond,
dat een tapper, die lezen noch schrijven kankiezer wordt
omdat hij een hoog patent betaald, en een docter, advocaat,
hoogleeraar, die niet genoeg is aangeslagen, de kiesbevoegd
heid mist. Wij zullen ons zeer verheugeu, als, door wie ook,
die zonderlinge anomalie uit ons kiesregt wordt geligt.
De Kamper Courant zich verwerende tegenover het
Dagblad van 's Hage, zegt o. a. het volgende
Het Dagblad spreekt van een riool, waaruit miasmes op
stijgen. Die miasmes zijn alleen gevaarlijk voor geweten-
looze lieden, die de publieke belangen opofferen aan de pri
vate. belangen van de personen, die hun het hoogste loon
bieden; voor eervergeten schavuiten, die van den laster hun
dagelijksch beroep en van de logen hunne uitspanning maken.
Ware het bewuste «riool" er niet geweest, de man van:
het Dagblad zou er misschien in geslaagd zijn de wereld ter
doen gelooven, dat hij een eerlijk man is, terwijl hij thans
door het geheele land bekend staat als de ontmaskerde
Het zelfstandig naamwoord kan ieder invullen.
Een particulier correspondent te Parijs schrijft
Bij de corpsen zouaveu, turcos en jagers is een geheel
nieuwe exerceer-methode ingevoerd; de manoeuvre in digte
massen heeft bijna geheel plaats gemaakt voor een tirailleur
stelsel; op een gegeven signaal zag ik gansche bataillons
zich voorover op den grond werpen en voortkruipen. De
zouaven worden met verbonden oogen geëxerceerd, om hen,
naar ik verneem, geschikt te maken tot overrompeling van
den vijand in de duisternis De minister van oorlog
heeft verder ook nog de verloven bij de kavallerie gestaakt,
en aan den keizer de voordragt gedaan tot afschaffing der
muziek bij alle regimenten kavallerie en artillerie. De voor
dragt is door den keizer goedgekeurd en de maatregel zal
onmiddelijk worden ten uitvoer gelegd.
In Engeland zijn thans door particulieren twee expe-
ditiën van belang voor de kennis des aardbols voorgenomen,
eene in het binnenste van Zuidoost-Afrika ter wegneming
der onzekerheid omtrent het lot van den reiziger Livingstone,
de andere in de Noordpoolzee ter ontdekking van den loop
der kusten van het noordwestelijkste land aldaar. De eerste
ouderneming vindt bij bet publiek meer bijval dan de laatste,
die door menig een als een nutteloos waagstuk wordt afgekeurd.
De nSalut Publicvan Lyon zegt: De hoeveelheid
wapenen, die Europa thans veranderd of nieuw maakt, wordt
op 11.000 kanonnen en 3.200.000 geweren geschat. Indien
nu de eersten op 2000 francs het stuk berekend worden,
geeft dit een som van 22 miljoen francs, en dat is een
buitengewoon lage prijs. De geweren, tegen 40 francs het
stuk komen op 128 miljoen francs te staan, en dat is in
de meeste landen ver beneden den wezentlijken prijs, daar
de Chassepot-geweren 75 fr. en de Zwitsersche-Wiuchester
buksen 100 francs het stuk kosteu. Dit bedrag zal uit
dien hoofde ver worden te boven gegaan, en daar nu alle
equipementstukken veranderd zullen moeten worden, zal deze
uitgaaf, die reeds naar een lage berekening op 22 miljoen
voor kanonnen, en 128 miljoen voor geweren bedraagt, te
zamen 150 miljoen, waarschijnlijk verdubbeld worden. Zij
zal echter tot het driedubbele bedrag stijgen, op 450 mil
joen, wanneer men kruid, lood en patronen mederekent.
Laten wij liever een half miljard of 500 miljoen francs,
in ronde sommen, zeggen. Nu vragen wij ieder verstandig
man, is het niet allersmartelijkst dat men een half miljard
aan krijgstoerustingen ziel uitgeven, wanneer men in aan
merking neemt, dat de volken overal gebrek hebben aan
lagere scholen en ambachtsscholen, en wanneer er zoo als
thans het geval is nog zoo veel behoefte bestaat aan goede
wegen, bruggen en de noodigste middelen om de gemeenschap
te kunnen onderhouden.
Te Berlijn heeft dezer dagen een zonderling tweege
vecht tusschen een zilversmidsknecht en een ander ambachts
man plaats gehad. De keus der wapenen viel op een flesch
zwavelzuur. Men was overeengekomen dat diegeen der beide
kampvechters, die het laagst met een paar dobbelsteenen zou
werpen, den inhoud der noodlottige flesch moest ledigen.
Het geluk begunstigde den zilversmid, die dadelijk een glas
vol van het vocht voor zijn tegenstander inschonk en het
hem overreikte. Deze dronk het zonder aarselen ledig, maar
tot groote verbazing van zijn vijand, die verwacht had hem
dood te zien neervallen, smakte hij met zijne lippen en vroeg
om nog een glas. De getuigen waren verstandig genoeg
geweest een flesch brandewijn in plaats van een met zwa
velzuur te nemen. Het zal nu wel geen verzekering behoeven,
dat het overige gedeelte van den inhoud der flesch gebruikt
werd, om op de verzoening der beide partijen te drinken.
Te Lissabon is eene op uitgebreide schaal werkende
werkplaats, waar valsche Portugeesche bankbiljetten vervaar
digd werden, ontdekt. De directeur der bank heeft besloten
al de valsche biljetten van 20000 reis, aan te houden en in
te trekken. Een photograaf Salveria genaamd, is als bedrijver
der misdaad, in hechtenis genomen.
OPMERKINGEN EN AANTEEKENINGEN
VAN EEN
DANSMEESTER.
Grooten, kleinen, wijzen, gekkenzij dansen allen op mijn bevel. Ik
ben koning cn veldheer van de balzacl, als overwinnaar blijf ik steeds het
allerlaatst op het slagveld. Met opgeheven hoofde voer ik de gelederen aan
te midden van den hevigsten strijd sta ik bedaard, als een Napoleon, in het
midden van mijn strijdlustigen, en niemand die aan mijn wakend oog
ontsnapt.
"Wilt ge weten wat uw uitverkorene is? Een uur slechts onder mijn
bevel en ik reik u haar acte over, of ze is zedig of niet. Haar oogopslag
onder het dansen is mij voldoende.
Wilt gij weten of uw aanstaande u werkelijk bemint, lief meisjezie, ziji
gij te vermoeid om dadelijk aan zijn verzoek te voldoen, wendt hij zich dan
onmiddelijk tot een ander, het spijt mij het u te moeten zeggen, maar zijne
liefde is dan niet bijzonder sterk.
I Wat in een balzaal geoorloofd is, zou u daar buiten zeer kwalijk genomen
worden. Dansmuzijk schijnt een geleibrief te zijn voor zonderlinge gewoon
ten. Het zal niemand in het hoofd komen een dame op de wandeling te
midden van een aantal toeschouwers te omvatten en hier zie, nadat men
naauwelijks drie, vier woorden met haar gewisseld heeft, beurt men den
lieven last doodeenvoudig al draaijende bijna van den grond op 't is waar
alles, op de maat van de muziek.
Onder die schijnbare vreugde schuilt er veel wat mijn hart dikwerf zeer
doet. Er is geen arts die zijn teeringachtige patiënt beter kan gadeslaan dan
ik het in de balzaal mijn danseuse doen kan. Hier werpt men het masker
af in die zee van licht; bij al dat gedruisch, bij al die muziek, onder het
genot dier verhittende ververschingen, smoort men die onheilspellende kuch
niet lang en verraden zich spoedig een zwakke borst en teere longen
Een avondje op een bruiloftfeest bij eenvoudige menschen. Hier is alles
natuur, geen gedwongen lach of vrolijkheid; het jonggetrouwde vrouwtje
zorgt met eigen hand voor mijn levenmakend orkest. „Ik moet daar niet
zoo als een stijve Klaas staan en alles afgluren" zegt zij. Ik moet mee
dansen. Ik dans er dapper op toe, ik ben nog een dansmeester van het
oude regime, flinke passen en nu en dan een ferme sprong in de hoogte.
Met den tijd meegaande heb ik een en ander ingekort. Gelukkig hij die als
het noodig is zijn passen kleiner maakt. Ik heb het gedaan met moed en
zelf beheersching, maar zoo'n avondje doet me goed. De jonggetrouwden
hebben geen haast. Zij worden door hunne etiquette niet onmiddelijk na
hun huwelijk de poort uitgejaagd. Het jonge vrouwtje danst met niemand
anders, dan met haar man, zij hebben zich vereenigt om lief en leed te
deelen, zij willen hun levenslied, onverschillig welke melodie de groote com
ponist hun heeft toebedeeld, zoo mogelijk zamen ten einde zingen.
Goddelijke eenvoud en waarheid, één liefhebbend hart naar waarde te
schatten, hoe weinigen vermogen dit Waarom toch zoeken wij cr zoo velen
te winnen?
Overal komt de klad in, ook in ons vak. Er verrijzen aan den horizont
balletmeesters-dilettanten, die zoo ik vrees mijn bestaan zullen ondermijnen.
Tot nu toe nam ik geen élèves onder de tien jaren aan. Helaas! ik ben reeds
af moeten dalen tot peuzeltjes die zoo klein zijn dat ik ze op een tafel les
geef
Balletmeesters en dansmeesters-dilettanten, zou dat vak ook nog eenmaal
tot den gravenstand verheven worden, evenals het personeel op de postkan
toren? Meesters in de regten (ik hoop dat zij allen het regte weten) zijn
thans werkzaam te vinden, tot bijna op de zolder van ieder stadhuis. Dat is
de vooruitgang zegt men. Gelukkig dat ik oud ben en denkelijk spoedig
voor goed vooruit ga.
„Meneer I Uw werkende tegenwoordigheid wordt heden avond niet ver
langd, maar blijf as je blieft om mijne consignes aan het orkest over te brengen".
Zoo werd ik oude man op het laatste bal door een balletmeester-dillettant
aangesproken, en ik de veldheer, de Napoleon van de balzaal, gedegradeerd
tot een wandelende telegraafdraad. Ik beefde van woede, maar ik ben een
voorzigtig man ik hield mijn mond en dacht: ieder zijn beurt, Koningen
en Ministers worden tegenwoordig wel aan den dijk gezet, wees nu bedaard
oude passeumaker.
In de pauze kwam dezelfde heer een praatje met mij maken, hij had toch
mijn ontsteltenis opgemerkt, zijn goed hart kwam boven, hij scheen het goed
te willen maken.
Ziet ge, zeide hij gij moet dat zoo euvel niet opnemen, het is niet
geheel en al mijn wensch, het verzoek dat ik u gedaau heb, de dames zien
liever iemand van hun intime vrienden in hun entourage, en daarbij de ei-
schen des tijds worden al grootcr; fouten worden niet meer geduld zelfs
niet op een casino. Om die nu zooveel mogelijk te vermijden, getroost ik
mij met de lieve dames, telkens eenige repetitien voor ieder bal.
Wordt vervolgd.