620.
Zevende Jaargang.
fM
Jlieuros- eu
WOENSDAG
<ftÖoertenUe-6faÖ.
1867,<ö H
;Vf-,
HELDERSCHE
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-
i-scteuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Ad verten wen van 14 regels is 40
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve men de Adverteutien intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
8 ME I.
gcbcdtc.
POLITIE.
Ten burele van den ondergeteekende is gedeponeerd EEN
WOLLEN BEURSJE, waarin eenig GELD.
Helder, 7 Mei 1867. De Commissaris van Politie
A. C. BOONZAJER.
JOtct-officiccl 0eöcdte.
POLITIEK OVERZIGT.
De politieke toestand heeft werkelijk een gerustellender
aanzien bekomen. In plaats van het dreigend oorlogsgevaar,
is de diplomatie druk in de weer de onmiddelijke oorzaak
voor het bloedvergieten weg te nemen. Naar men verneemt
zullen, op voorstel van den Koning-Groothertog, de groote
mogenheden te Londen eene schikking voor Luxemburg
trachten te maken, waaraan zich Frankrijk en Pruisen
onderwerpen. De eerste vergadering der gemagtigden zal
heden plaats hebben.
Wij behoeven ons dus niet meer ongerust te maken, dat
de oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland kan losbarsten
en wij in den strijd worden gemengd, terwijl wij sedert jaren
verzuimd hebben ons behoorlijk voor eene zoodanige eventua
liteit voor te bereiden en schier alles missenwapenen
zoowel als soldaten, om met eenige gunstige kans aan eenen
oorlog deel nemen of vijandige aanvallen af te slaan.
Uit Parijs wordt aan bet Journal de Bruxelles geschre
ven: «Het schijnt zeker, dat wij het diplomatieke rustpunt,
waarbij wij op dit oogenblik zijn aangekomen, aan den aan
drang van het Londensehe Kabinet verschuldigd zijn. En
geland is bezorgd over de gevolgen, die uit een grooten oor
log voor Belgie en voor Holland zouden kunnen voortspruiten;
het voorziet, dat, welke ook de uitslag van zoodanige worste
ling zou kunnen zijn, een der genoemde kleine staten zeker
zijne zelfstandigheid zou verliezen; en het zou zoo min de
Franschen te Antwerpen als de Pruisen te Amsterdam willen
zien. De Britsche regering wenscht dus ernstig het behoud
van den vrede, en laat niets onbeproefd om tot de verwezen
lijking van dien wensch te geraken. Maar zullen die pogingen
bekroond worden «De briefschrijver betwijfelt dit zeer. Geen
der voorname Fransche staatslieden, beweert hij, de heer
T h i e r s zoo min als de heer Berryer of de heer Jules
F a v r e, vleit zich met dien uitslag. Men heeft wel niet
vergetendat de Constitutionnel een paar dagen geleden ver
klaarde dat Frankrijk geene eerzuchtige bedoelingen koesterde;
men herinnert zich zelfs het antwoord, hetwelk Keizer Napo
leon aan den «Pruisischen verzoeker", Graaf von Bismarck
gaf, toen deze hem te Biaritz Belgie aanbood als vergoeding
voor de veroveringendie de Duitsche G a v o u r toen reeds in
zijn schild voerde: «Ik hecht niet veel aan Belgie; het zou
slechts de Jules Favres en Montalemberts vermeerderenvan
welke ik reeds genoeg voorzien ben"; - maarzegt de correspon
dent de Constitionnel is de Moniteur nieten toen het gesprek
te Biaritz voorvielwas Groot Pruisen nog ver te zoeken
was Frankrijk nog niet in rang gedaald, en had de Fransche
regering nog niet de teleurstellingen en vernederingen on
dervonden, die op het slagveld van Sadowa voor haar ont
kiemden. Tot staving dezer sombere zienswijzeberoept de
briefschrijver zich ook op de buitengewone toerustingendie
iq de Fransche tuighuizen en magazijnen plaats kobben, of
gehad hebben.
Aan ha France wordt uit Berlijn geschreven, dat het di
plomatiek diner, daar ter gelegenheid van Keizer Alexanders
geboortedag gegeven, zich gekenmerkt heeft door een incident,
dat de meest gunstige vooruitzigten aanbiedt ten opzigte der
gezindheid, waarmede Pruisen ter Londensehe conferentie
verschijnen zal. Nadat namelijk de heer d'Oubril, Russisch
gezant, een toast op Koning Wilhelm had ingesteld, moet
de heer von Bismarck zijn opgestaan en gezegd hebbendat
ihij.zich gelukkig zou achten als de heer Benedetti, de gezant
van Frankrijk, met hem wilde instemmen, een dronk aan
den vrede en aan Frankrijk toe te wijden.
Terwijl aller blikken op Luxemburg gevestigd blijven en
deze splinter microscopisch wordt onderzocht, let niemand
op den balk die in het oosten van Europa dreigt neer te
storten. De russische vestingen worden allen in staat van
verdediging gebragt en met getrokken geschut voorzien.
De infanterie wordt met buitengewonen spoed gewapend met
achterlaadgeweren. Aan de reusachtige hestellingen van wa
penen in Amerika is thans grootendeels voldaande meeste
leverantien zijn aangekomen. Bovendien wordt in de Rus
sische wapenfabrieken dag en nacht voortgewerkt, om gewone
geweren in achterlaadgeweren te veranderen. De troepen
oefenen zich dagelijks en binnen acht weken zal het geheele
Russische leger volgens de nieuwe methode gewapend en uit
gerust zijn. Eindelijk worden bij de spoorwegen alle maat
regelen genomendie voor het vervoer van talrijke troepen
worden vereischt.
Waartoe, vraagt men, die maatregelen? Geldt het alleen
de «verdrukte" Grieken, dan zouden de westelijke grensves
tingen niet behoeven gewapend te worden, en de troepenbe
weging zou niet naar het westen, maar naar het zuiden
plaats hebben. In het Europesche conflict heeft Rusland zich
schijnbaar onverschillig gehouden, maar dat het eenig belang
rijk plan koestert, schijnt men uit deze maatregelen te moeten
afleiden.
1TIBTJ7T3"IJDI1T331T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 7 Mei 1867.
Maandag den 13 Mei aanstaande is voor een onzer
geachte medeburgers een belangrijke dag. Op dien dag is
het 40 jaar geleden, dat de WelEerwaarde zeer Geleerde
Heer J. H. Sonstrai. voor het eerst in de Luthersche
gemeente al hier als Herder en Leeraar optrad. Het was den
13 Mei 1827, dat de commissie, die zich gevormd had, om
hier eene Luthersche gemeente op te rigten, het geluk mogt
smaken hare pogingen bekroond te zien, en dat de pas be
roepen leeraar eene taak begon, die hij gedurende 40 jaar
onafgebroken, niettegenstaande ziekte en een steeds verer
gerende kwaal, met zoo veel ijver en liefde is blijven waar
nemen. Nagenoeg 3000 malen betrad hij den kansel, om
zijne gemeente voor te gaan eu het Gods woord te ver
kondigen.
Nog leven er enkele Lutherschen in deze gemeente, onder
anderende heereu Broers, ouderling, Helleman eu H. Timner
oud-ouderlingen en welligt nog enkelen, die bij het eerste op
treden van Ds. Sonstral tegenwoordig waren, en die kunnen
getuigen van 's mans voortdurende werkzaamheid.
Maar behalve regtstreeks als predikant wist de heer Sonstral
nuttig te zijn voor zijne medemenscheu.
Talrijk zijn zijne geschriften van kleineren en grooteren
omvang, vooral op historisch gebied, waardoor hij getracht
heeft het Godsbestuur te verkondigen, en het mag dus als
een welverdiend eerbewijs beschouwd worden, dat 'L. M.
hem in 1849 met de ridderorde van den Nederl. Leeuw be
giftigde, even als het een blijk is van de algemeene erken
ning zijner verdiensten op litterarisch gebied, dat hij reeds
voor jaren benoemd werd tot lid van de Maatschappij van
Nederl. letterkunde en van het Provinciaal Utrechts genoot
schap van kunsten en wetenschappen.
Wij meenden door deze korte mededeeling aan vele onzer
lezers eene dienst te bewijzen, daar wij verzekerd zijn, dat
velen gaarne van zulk eene zeldzaam voorkomende gelegen
heid gebruik zullen willen maken, om van hunne belangstel
ling te doen blijken.
Wij vernemen nog dat Ds. Sonstral, bij leven en welzijn,
deze voor hem belangrijken dag kerkelijk zal gedenken op
Zondas den 19 Mei a. s.