j| geschikte Dienstbode "ÏRGEKLIJKE STAND DER GEMMïïnSir3 TELEGRAM ADVERTENTIE N. GEVRAAGD: eene DE SCHOOLKNAPEN. II. Was het toeval of had „Krilles van Ooste", welke dien middag op het appèl had gemankeerd, zich in den omtrek der school had opgehouden, om met de overige studenten naar huis terug te keeren, en daardoor de straf van „Taat" te ontgaan, welke hem wachtte, als deze wist dat hij „achter de tuuntjes weest was," ik weet het niet, doch dit is zeker, dat zoodra Jaap en Wullem hem in het oog kregen, hij geïnviteerd werd met hen mee te gaan. Op weg naar de kerk maken zij „Krilles" hekend met hun plan die alles „heus mooi en goed" vond en zich bereid verklaarde met raad en daad in alles bij te staan. Zoodra was men de kerk niet binnen getreden, of al aanstonds ving de vreugde aau. Willem bezat de tact om alle geluiden te kunnen nabootsen, waarom hij zich dan ook terstond voor „meisters bordje" plaatsteterwijl Jaap de preekstoel beklom en Krilles het auditorium zou uitmaken, die daartoe reeds tegenover de preekstoel, in een der banken plaats nam, waarna de eerste de vergadering verzocht „om mit aandagt en eerbied Jte lioore nee het voorleze' van enz.," hetgeen zoo juist met de stem en in de toon van meester geschiede, dat het een uitbundig gelach veroorzaakte eu elk zijn in genomen plaats verlietom, na nog een poos door stoelen eu banken te hebben gevlogen, den trap naar den toren te beklimmen, dat weder met niet weinig gerucht plaats greep. Al zeer spoedig had ons drietal den toren be stegen, en den opgedragen last volbragtdoch wat ontdekt hun oog daar in gindscheu duisteren hoek Het schijnt te levenDadelijk onderzoekt men, wat het wezen mag, en o! vreugd, men ontdekt een paar vleermuizen. Met een puntig grift is spoedig een gat in de regter vleugel van het eene en linker vleugel vau het andere diertje gestoken, en zij door middel van een touwtje, met eenige tusschenruimte aan elkander verbonden. Het klaverblad komt verder overeen, om de dieren in een der schoolborden te bergen, de wijl Jaap het voorstel doet „om ze in de evend skool te laten vliege" het geen bij acclamatie wordt aangenomen; de gevangenen gaan nu mee naar huis, terwijl Jaap zijn ouderen broeder, die de school al heeft verlaten, en ook «iet tot de uitgelezene vrienden van meester heeft behoord, zou vragen, om ze door het gootgat in de school te doen komen, die zich daarmede wel wilde belasten. Verder kwam men overeen, den volgende avond daarvoor te be stemmen. Alvorens echter de diertjes in dienst te stellen, worden eenige ètrooholmen bijeen gebonden eu met een zwarte band omwonden en deze halmen aan het touwtje dat de beide vleermuizen vereenigde vastgemaakt waardoor tusschen beide eene lange beweegbare staart gevormd werd. Den volgenden avond toen de klok half zes had geslagen, waren alle leerlingen in de school op hunne plaatsen, eu meester, als naar gewoonte, in zijn stoel gezeten, waarin hij dan meestal spoedig indutte, nu echter scheen hij geene neiging tot slapen te hebben. De jongeus werkte dat het een lust was om te zien en ook meester scheen dit met welgevallen gade te slaan; doch op eens wordt de aandacht gestoord door een vreemd gerucht, dat zich ter hoogte van het gootgat doet hooren, het was, als of een rat zich gevangen gevoelde, en daar het nog al wat aanhield meende meester eens te moeten gaan onderzoeken, waardoor het kan veroorzaakt worden; tot dat einde neemt hij de kaars mede en stapt manmoedig op het gerucht af, doch naauwelijks nadert hij met licht het gootgat, of de muisjes maken gebruik van de haar door de natuur geschonken reddingsmiddelen en vliegen buitelende op, nu eens den zolder bereikende, dan weer strijkelings langs den vloer of over tafels en banken gaande, hier door siiugerd de geïmprofiseerde staart heen en weer en worden alle lichten in een oogwenk, uitgedoofd. De vleermuizen toch, even als nu nog, haters van het licht en liefhebbers der duisternis zijnde, fladderen nu verder in het donker roud. De jongens verbergen zich onder tafels en banken, schreeuwen en huilen geen gebrek; terwijl de drie snaken, die van de moord af wisten, het razend prettig vinden. Meester die meeude dat de satan in persoon een bezoek kwam afleggen, strompelde eindelijk op knieèn en ellebogen kruipende zoo goed en zoo kwaad het wou lukken, naar zijn zetel terug. Toen hij die, na veel inspanning bereikt heeft, vlogen de vleermuizen hem rakelings voor bij, zoo dat de staart iu zijn aangezigt sloeg; nu neemt zijn angst dermate toe, dat ook hij vermeent, niet beter te kunnen doen dan onder de bank te gaan liggen. Daar gelegen begint hij met luider stem te zingen van psalm 143 2. „Wil Uwen knecht door schuld verslagen, „O Heer niet voor u vierschaar dagen. enz. en daafna van psalm 57 1 Gena o God gena, hoor mijn gebed, tot zoo ver had hij gezongen, toen Antje, want zij had het rumoer ge hoord, en gezien dat er een Egyptische duisternis in de school heerschte, >*- met een buurman, die een lantaren had mee genomen, de schooldeur opende, om te zien wat er gaaude was; niet zoodra hebben de jongens en de muizen de buitenlucht gerookeu, of beiden kiezen het hazenpadde eersten blij zijnde, er zonder letsel te zijn afgekomen. Daar er nu, noch het een noch het ander in de school werd ontdekt en alle jongens present waren geweest, kon het maar niet bij meester opko men, iemand hiervan te verdenken, van hem een poets te hebben gespeeld, en was het maar niet uit zijn hoofd te praten, dat hier niet aan eene ont moeting met den boozen moest worden gedacht. Vroeg hij zich zelf af waaraan hij welligt de eer van dat avond bezoek van mijnheer Satan ver schuldigd was. dan wist hij daarover geen andere reden te vinden, dan dat hij zich den vorigen dag te veel door zijn drift had laten bcheerschen bad ernstig om vergeving daarvan, beloofde voortaan minder streng te zullen wezen en legde hij er zich werkelijk met ijver op toe, om de harts- togt van oploopendheid en drift te bedwingen en te overwinnen. En toen hij ondervond hoeveel hij daardoor won iu zielerust en vrede, dankte hij God, dat Dezen hem op een bovennatuurlijke wijze, van den boozen had verlost. Niet lang na het voorgevallene in de school, achtte meester, Willem genoegzaam gedresseerd, om tot het aanlecren van een beroep over te gaan hij had steeds veel lust aan den dag gelegd voor de zeevaart. Zijn vader die een schooijerschuit voer en daardoor veel aan boord kwam van de ter reede liggende schepen, wist hem dan ook al heel spoedig als kajuitswach ter op het schip Minerva, naar Oost-Indie bestemd, geplaatst te krijgen. De kapitein, stuurlieden en verdere bemanning wedijverden, om hem in alles wat tot de zeevaart betrekking heeft, te bekwamen. Gp de reis die ruim 4 jaren duurde, bragt Willem het zoo ver, dat hij voor 3n stuurman kon varen, voor welke kwaliteit hij dan ook de volgende reis aanmonsterde. Nog maar wr aig weken in zee zijnde, beliep het schip een vreeselijke ■afcorm, waardoor het niet alleen eenige ligte averijen bekwam, maar ook de opperstuurman door een stortzee over boord sloeg, over welke ramp de ge- hcele equipagie rouw droeg; doch hierdoor moest er ook weder bevordering plaats hebben en voer Willem als 2n stuurman te huis. Uithoofde de af gelegde reis zeer voordcelig was geweest voor het kantoor, besloten de ree- ders, den kapitein het bevel over hc-t grootere schip de Amsterdam op te dragen, 't welk hij met erkentelijkheid aanvaarde, doch thans verzocht, dat Willem van Dijk, daarop ook als ln stuurman mogt overgaan, waartegen van de zijde der reederij, gecne bedenkingen werden gemaakt. Door dien het schip iu timmering lag, verzocht Willem verlof eenigen tijd bij zijne betrekkingen te mogeu gaan doorbrengen. Van dien tijd maakte hij niet alleen gebruik om zijne uitrusting voor de volgende reis weder in orde te laten bieugen, maar nok en dit was wel zijne voornaamste be zigheid om kennis aan te knoopen met- en de hand te verzoeken van „goey Anke van meister." Antje die Willem kende als een flink en op passend jong meusch, vermeende dit aanzoek niet te mogen afslaan, en toen zij daarover met haren vader sprak en diens raad vroeg, zei de oude man, met vreugde tranen in de oogen, „lief kiend je kent niet beter," maar ook de ouders van Willem waren er zoodanig meê ingenomen, dat zij geen oogenblik aarzcldeu, de verklaring af te leggen, dat zij „graag Anke er skoou- dogter zaggc worre en er zouwe licfhewwe als er eigen kiend." Naardieu het verblijf van Willem in het vaderland van betrekkelijk korten duur zou wezen, en er dan weer een lange reis voor hem op handen was, besloot het jonge paar zoo spoedig mogelijk te trouwen, daar Antje dan toch even goed als tot nu toe, het huishouden van haar vader kou blijven be sturen, en zij bij diens overlijden dan toch verzorgd was. Het was iD de maand Julij, dat de verloving plaats had cn voor Let einde van October was de huwelijksband reeds gelegd. Gedurende de bruidsdagen was het voor de jonge lieden van het dorp feest en des avonds, na de voltrekking vau het huwelijk, waren de weder- zijdsche betrekkingen cn eenige buren tot de bruiloft geuoodigd; er heereshte gulhartigheid en gepaste vrolijkheid; zang en dans werd geaccompagneerd door Lammert huur, die, als reeds te oud zijnde, geen deel kon nemen, aan den dansdaartoe plaatste men hem met een stoel op een tafel, in de eene hand de haardtang en in de andere de deursleutel houdende, om bij wijze van een drie augcl, daarop muziek te maken dc kom met „brande- wien, suker en resiene" werd de noodige eer bewezen, en nadat men den gehcelen avond had gezongen, gedanst en gejoeld, werd het feest besloten met ecu klein vrienden maaltijd een souper zou men thans zeggen waarbij heilweuschenaan de jonggetrouwden, hunne ouders en betrekkingen, op de behouden reis van Willem, enz. werden uitgebragt. Een drietal weken na die prettige avond waren verloopen, toen Willem de tijding ontving, dat het schip gereed was, om over Pampus in dc Zui derzee naar Texel te vertrekken, en hij alzoo werd verzocht, zoo spoedig mogelijk naar Amsterdam te komen, aan welk verzoek hij den volgenden dag reeds voldeed. Toen eenige dagen later de Amsterdam ter reede Texel was geankerd, was de wind te gunstig om lang aldaar te vertoeven. Het vaartuig van den ouden van Dijk was spoedig op zijeen hartroerend afscheid vond daar plaats, Willem omhelsde zijne jeugdige gade, haren vader' eu zijne ouders, en van Weerszijde beval men elkander aan de hoede en bescherming van Hem, bij wicu men steeds veilig en geborgen is, ook in den grootsten nood. Houd mij nu vast lieve lezer, want wij gaan een kapitale sprong maken, voor een tijdvak van vijf jaar en zeven maanden. Zoo lang had de reis geduurd van de Amsterdam, uithoofde men in Oost-Indie order had beko men, om van daar naar China te verzeilen en daarna de terugreis aan te nemen. Wie beschrijft de vreugdedio Antje «n hare wederzijdsche familie smaakte, toen men de driemaster statig onder kanon gebulder ter reede zag teruggekeerd; ook toen was dc schooijer van van Dijk spoedig op zij van de Amsterdam, en na een korte welkomstgroet, verkreeg Willem verlof om zijne familie naar Texel terug te brengen, met last om den volgenden dag weer aan boord te wezen; des avonds was de gehccle familie bijeen en toen onder het gezellig keuvelen en praten, het gesprek kwam op de school- en satan historie en de ouden man dit nog altijd aan een boven natuurlijke oorzaak toeschreef, zei Willem goedhartig lagchcndc, .nou m' oiiutjc, dat het Wullem je lapt." H ANN IS. Van 1 8 Augustus 1867. ONDERTROUWD Cornelis Zegel, vrachtrijder, cn Cornelia Veen. GETROUWD: Wijbrand Kooiman, arbeider, cn Grietje de Bruin. Jo- hannes Daalder, landman, en MarretjePlaatsman. Klaas Timmer, schipper, weduwnaar van 6ouwtje Visser, en Cornelisje Dijker, weduwe van Aric Burger. GEBOREN: Pietcr, z. van Jacob Lindeman en Naantje van der Vis. Dirkje, d. van Arie Koopman en Ariaantje Koorn. Jansje, d. van Arie Boerhorst en Geertje Beumkes. OVERLEDEN Grietje Vos, ond 5 m., dochter van Paulus Vos en Trijntje Visser. Adam Touw, oud 66 j., weduwnaar van Elisabeth Elias. Reijer Bakelaar, oud 14 m., zoon van Paulus Bakelaar eu Benjamintje Mulder. UARKTBERIGTEIV. HELDER 7 Aug. Aangevoerd 1 Vet Varken 41 ct. p. Ncd, fg, 11 Biggen. 30 Kippen en 1 Haan 55 a 70 ets, 27 Eenden,6 Konijnen 10 a 60 het stuk. 70 Zoetem. Kazen f 0.70 a 1.20 p.stuk, 197 kop Boter f 1.15 a 1.20 p. N. fg. 1625 Kip-Eijeren 3.25 per 100 stuks. 50 Eend-Eijeren 3§ ct. per stuk, 2 Kalkocn-Eijeren 7^ ct. per stuk. 125 halve mudden Aardappelen f3 a 4.20 per mud cn a 7 ct. per kop. 6 manden Peren f3.50 a 4.per mand. 550 Ned. fg. Aalbessen 14 ct. per Ned. tg. Een groote hoeveelheid diverse Groenten. SCHAGEN 8 Augustus. 6 Paarden f30 a 100. 1 Veulen f 50. 2 Stieren f 60 a 120. 14 Magere Gelde Koeijenfl20 a 160. 12 Vette Gelde Koeijen f 205 a 260. 4 Nuchtere Kalveren f6 a 9. 180 Magere Schapen f 8 li 16. 46 Vette Schapen 1'21 a 24. 50 Lammeren f9 a 11. 4 Bokken en Geiten f 1 a 5. 24 Magere Varkens fS a 14. 68 Biggen f3 a 5. Konijnen 10 a 60 ct. Kippen 30 a 50 ct. Eenden 30 a 45 ct. Duiven 10 a 30 ct. Boter 77^ ct. per kop of f 1.03 per Ncd. fg. Kaas 30 a 40 ct. per Ned. f§. Kip-Eijeren f 2.70 a 2.90 per 100 stuks. PURMERENDE 6 Augustus. Aangevoerd 213 stapels Kleine Kaas, 4 Middelbare. Boter van 1. tot 1.10 per Ned. ffj. Gemiddeld f 1.05 per Ned fg. Aangevoerd 166 Runderen. Vette Koeijen gingen traag van de hand; de prijs bleef echter nog al staande. Mclkkocijen gingen door het meer gunstige weder iets beter van de hand. 21 paarden. 99 Vette Kalveren, prijs van 50 tot 70 ct. per Ncd. fg. Handel vlug. 24 Nuchtere Kalveren, prijs van f 4 tot 12 per stuk. Handel vlug. 69 Vette Varkens. De prijs was van 38 tot 49 ets. per Ncd fg. Handel vlug. 6 Magere Varkens van f 9 tot 17 en 300 Biggen van f2.50 tot 5. Handel stug. 1424 Schapen en Lammeren. Vette Schapen waren ruim aangevoerd en werden niet ving verkocht. In Lammeren blijft de geest zeer lusteloos. Kip-Eijeren f2.60, Eend-Eijercn f2.70 per 100 stuks. mud Peren f3 50 cn 6.50 per mud. Verleden Dingsdag zijn ter waag gewogen 180 stapels Kaas wegende 49990 Ned. fg. De hoogste markt was voor Kleine f 27.75, Middelbare f 26.50 Aangevoerd 811 Ned. fg Boter. Heden Vrijdag 9 Augustus 1867. Buiten vast. 5°/0 Metalliek (oude) 44J; Amerika 1882, 77|; Grieken 12T°T, Handelm. 137f; Mexico nieuwe 7 j-, oude 15^. LOON f 50. PER JAAR. Adres bij den uitgever dezer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 3