BEKENDMAKING.
668.
Zevende Jaargang.
1867.
Jïieums- en
WOENSDAG
<flÖoertentie--6faÖ.
23 OCTOBER.
geöcrite.
ÜtEt-officiM gcherite.
ELDERSCHE COURANT.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
franco per post #1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Ad veeten tiicn van 1—4 regels is 40
Centenvoor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentienintezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER maken
hij deze bekend, dat, even als vroeger, van den 16 dezer tot en met den
15 April 1868, de quarantaine zal gehouden worden achter in hetNieuwe-
^diep bij .het Nieuwe werk, en dat alle vroegere bepalingen opzigtelijk het
stoppen of ankeren en in quarantaine liggen iu den mond van de Haven,
van vólle kracht blijvenzullende de schepen aldaar de eerste visitatie moe
ten ondergaan, na" welke visitatie de visiteur der quarantaine, indien daar
tegen geene bedeukingen bestaan, vrijheid geeft om naar het Nieuwewerk
te vorfcilen of te zeilen doch ingeval er onverhoopt ziekte of besmetting
aanwezig'te vermoeden is, zoodanige schepen zal gelasten om in den mond
der haven aan den Steeucndam te meeren, alwaar zij tot nadere orders van
Hoogérhand steeds zullen bewaakt worden.
Het zal echter aan schepen, welke slechts aan visitatie zonder quarantaine
onderworpen zijn, vrijstaan om de visitatie op de reede af te wachten, in
dien hét ;met hün belang in strijd is om in het Nieuwediep te komen.
Ied«* .wordt ernstig gewaarschuwd, om zich zonder schriftelijke vergunning
Tan den "Heer Directeur en Kommandant der Marine, aan boord van qua
rantaine-schepen te begeven, ten einde zich te vrijwaren voor de toepassing
"der zware straffen, welke op de overtreding zijn vastgesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HeWer, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den'18 Octobcr 1867. L. VERHEY, Secretaris.
POLITIE.
Gevonden op de straat alhier een KINDERJURKJE.
Helder22 October 1867. De Commissaris van Politie,
A. G. BOONZAJER.
POLITIEK OVERZIGT.
Men beweert dat eene interventie van Frankrijk te Rome
thans weder minder zeker is dan een paar dagen geleden, volgens
sommigen omdat de regering door Italië's krachtige houding
tot nadenken gekomen is; volgens anderen omdat zij het
eerst nog met een ultimatum wilde beproeven, waarin ver
langd wordt, dat het kabinet van Florence binnen zeer kor
ten tijd een einde make aan den opstand, zullende anders de
interventie plaats vinden. Hen spreekt ook van een vriend
schappelijk schrijven van den keizer aan Victor Emmanuel,
waarin deze te kennen gegeven wordt, dat Frankrijk zich
'verpligt zou zien tot interventie, indien hij niet in staat ware
de Sept.-overeenkomst beter te doen eerbiedigen. Waar
schijnlijk is te gelijker tijd uit Biarritz een dépêche afgezon
den om Niel op te dragen alles voor de expeditie gereed te
maken. Het zwijgen van den Moniteur na den gehouden
grooten ministerraad schijnt intusschen te bevestigen, dat eenige
stilstand in de zaak plaats vindt. Dit wordt ook daardoor
bevestigd, dat de Lavalette die, naar men verzekert, toen de
interventie zoo goed als zeker scheen, eenige malen zijn ont
slag heeft aangeboden, daarop niet op nieuw heeft aangedron
gen, terwijl het toch wel hekend is, dat hij niet van gevoe
len veranderd is wat betreft een nieuwe expeditie.
Uit Rome wordt van den 14 geschreven
De beweging breidt zich uit en wordt algemeen onweerstaan
baar. In alle provinciën houden zich benden op, die dage-
'llijks talrijker worden. De bevolking heeft nog geen noe
menswaardig aandeel aan de beweging genomen, doch zich
baar ook niet vijandig betoond. De Romeinen zijn tot dus
ver blijven toekijken. Zij schijnen nu geneigd, tot handelen
over te gaan. De jongste proclamatie van het nationaal
comité, schijnt ten deze goed gewerkt te hebben. Dit
■comité, dat zoo lang het ongeduld der Romeinen bedwon
gen heeft, roept hun nu toe dat het oogenblik gekomen is
-en zij zich gereed moeten houden, en zal waarschijnlijk ook
gehoor vinden als het hun zegt de wapenen op te vatten.
Onder de geruchten, die in omloop zijn, behoort ook dit,
«dat het Italiaansche gouvernement, terstond na de ontvangst
van eene dépêche van den heer Nigra, aan den generaal
iGavone bevel zou hebben gegeven om met zijn leger de gren
zen over te .trekken.
Mazzini, die gezegd werd op weg te zijn naar Rome, ten
einde zoo mogelijk aldaar de republiek te helpen proclameren,
heeft zich, volgens een berigt uit Parijs, niet uit Londen
verwijderd, welke stad hij door eene ziekte belet wordt te
verlaten.
De baron von Hubner, Oostenrijksch gezant, is te Rome
wedergekeerd en men zegt, dat hij den paus uitgenoodigd
heeft om die stad niet te verlaten. Drie talrijke benden
schijnen Viterbo te bedreigen. De bende, die in Sabinazich
bevindt, wordt gedurig door aanvoeren versterktde Napel-
sche bende is meer dan 2000 man sterk, zij heeft haar leger
te Monte Carpigno. Men verwacht de komst van garibaldini
uit Sicilië.
Het Fransche Middelandsche Zee-escader is teruggeroepen
en reeds te Toulon aangekomen: De geheele vloot is gereed
om te vertrekken. Er heerscht groote beweging op de ma
ritieme etablissementen
De Diritto berigt, dat Caprera nog altijd bewaakt wordt
door zes oorlogschepen en 350 zeesoldaten.
Lord Standley heeft op een diner te manchester over den
diplomatieken toestand voornamelijk gezegd, dat er geen ge
vaar voor een oorlog is, waarin Engeland zou kunnen be
trokken worden. »Wat de Vereenigde Staten betreft," zeide
hij, nhoewel wij er nog niet in geslaagd zijn om dien twist
die gedurende hun burgeroorlog ontstaan is, voor goed bij
te leggen, hebben wij toch, durf ik zeggen, de zaak in een
eerlijken en vriendsehappelijken geest behandeld, en ik geloof
dat reeds de groote vredestichter, de tijd, veel gedaan heeft,
om die gevoelens van verbittering, welke ontegenzeggelijk voor
een oogenblik tusschen ons bestaan hebben, te verzachten eu
tot bedaren te brengen."
Lord Stanley heeft aan den koning van Abyssiniö een ul
timatum gezonden, houdende dat alle vriendschappelijke be
trekkingen met hem zijn afgebroken, zoodat geen verdere
diplomatieke stappen te verwachten zijn tot bevrijding der
gevangenen. De verkennings-expeditie, die den 26 Sept. van
Bombay te Aden aankwam en den 29 van daar naar de
abyssinische kust vertrok, heeft ten doel in de eerste plaats
een geschikte haven voor 200 stoombooten te zoeken en tot
zekeren afstand van de kust de voor- en nadeelen van de
verschillende wegen na te gaan. Als landingspunt heeft men
voorloopig gekozen de Annesleibaay ten zuiden en niet ver
van Massowah.
ITI 3 TT 7T S T IJ D 11T 3 53IT.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 22 October 1867.
Gisteren avond had in het lokaal Tivoli eene algeraeene vergadering
plaats van de werkende, contribuerende en eere-ledcn van het artillerie-vrij
korps alhier.
De pre3ideut de heer Jhr. T. J. Kraijenhoff opent de vergadering. De
secretaris J. H. Polak leest de notulen der vorige vergadering.
De heer Jeekel heeft schriftelijk kennis gegeven, dat hy -de vergadering
tot zijn leedwezen niet kan bijwonen.
De president leest een, na de uitreiking van het Vaaudel ingekomen, brief
van de afdeeling Helder van het Metalen Kruis, waarin die afdeeling hare
sjmpathie te kennen geeft in die plaats gehad hebbende plegtigheid.
Na eenige wijziging in Art. 3 van het reglement en eenige strengere
strafbepalingen bij ongeregeldheden, wordt overgegaan tot de ver
kiezing, ter voldoening aan art. 31, van 4 leden, om bij voorkomende ge
schillen het bestuur ter zijde te staan.
Daartoe worden gekozen de hoeren S. Jaring met 63, B. R. de Breuk met
63, J. Hecres met 63 en J. de Wit met 53 stemmen
De president zegt, dat ten gevolge van zijne verplaatsing naar elders deze
■vergadering, tot zijn innig leedwezen, de laatste zal zijn die hij zal kunnen
leiden, dat hij voor zijn «eervolle betrekking zal moeten bedanken, waarop hij
straks nader zal terugkomen, en nu vooraf de vergadering verzoekt over te
gaan tot het kiezen van een nieuwe president.
Alvorens daarmede wordt aangevangen vraagt de heer Swaving namens de
leden van het korps het woord en houdt de volgende toespraak.
Geachte Heer KRAIJENHOFF!
Het is om tot u een enkel woord te rigten, dat door mij, namens mijne
kameraden, verlof tot spreken is gevraagd.
Gij hebt het ons thans gezegd dat het kommando over ons korps,