Hoe wijlen Keizer Maximiliaan van Mexico de linie passeerde. Het Departement van Marine heeft uit Hong-Kong een rapport ontvangen van den kapt.-luit. t/z W.B. F. Escher, kommanderende Zr. Ms. stoomschip Watergeus. Daaruit blijkt o. a. dat die bodem op een tegen de zeeroovers opzettelijk gedanen togtden 5 Sept. jl. in de Chinesche zee bij het eiland Gow Tow of Pirate-eiland twee vaartuigen genomen had, waarvan het eene een rooversjonk en het andere een geroofde handelsjonk was. De opvarenden hadden hunne vaartuigen verlaten en waren bij het naderen der gewapende sloepen naar het gebergte gevlugt. Op genoemd eiland werden 12 personen gevonden, die eenigen tijd geleden van hun vaartuig beroofd, daar aan land gezet waren. De geno men handelsjonk was door den kommandant, in overleg met den zich aan boord van de Watergeus bevindenden manda rijn, aan deze lieden ten geschenke gegeven, en de roovers jonk had hij in zee doen verbranden. Z. E. de minister van justitie mr. E. J. H. Borret, is Zondag voormiddag te 's Gravenhage overleden. Zaturdag is aan de Leidsche hoogeschool tot doctor in de beide regten bevorderd de heer F. W. Smit, geboren te Zaandamna verdediging van zijn akademisch proefschrift De wet van 1 Maart 1815. Slaatsbl. No. 21. Bij het jongste najaars-examen in al de gewesten onzes lands, zijn voor het lager onderwijs geëxamineerd 1876 can- didaten, van welke 769 zijn toegelaten en 607 afgewezen. Bij de redactie van de lijd is tot heden als bijdra gen voor het Pauselijk leger ontvangen f 40,240.45 en bij die van de Maas- en Roerbode fr. 1474.77. In een brief uit Holland, voorkomende in de Gro- ningscke Court, leest men onder meer andere beschouwingen, het volgende //Bijna algemeen wordt in onze politieke kringen verwacht, dat het ministerie den nieuwjaarsdag van 1868 niet zal beleven. De verwerping toch der begrootingshoofdstukken van buitenlandsche zaken, van finantien, van oorlog en van koloniën is waarschijnlijk; en hoe geneigd de leden van dit kabinet ook mogen zijn om, ongeacht een af keurend oordeel der vertegenwoordiging, te blijven zitten, zoo zullen zij aan die neiging wel niet kunnen toegeven, wanneer het regerings beleid op alle gewigtige punten door de vertegenwoordiging wordt afgekeurd. De leiding onzer betrekkingen met het buitenland, het finantiëel beheer, de zorg voor de defensie en het koloniaal bestuur, ziedaar zoovele onderdeelen van het algemeen beleid der zaken, waarbij niet een enkel mi nister, maar wel degelijk de regering in haar geheel betrokken is. In de Gorinc/temmer Courant leest men Naar wij van goederhand vernemen is dezer dagen door de kamer van koophandel en fabrieken alhier, aan de hooge regering een adres ingediend tot vermindering van het briefport tot op 5 cents, kan het zijn gepaard met invoe ring van gedwongen of begunstigde frankering, op het voet spoor van Belgie, door welke laatste vooral de handel, we gens de bespoediging van de bezorging der brieven, veel gemak en gerief zou ondervinden. Daar de redactie dit denkbeeld geheel toejuicht, hopen wij dat andere dagbladen dit ous berigt zullen overnemen, en andere kamers van koophandel en fabrieken deze zaak zullen ondersteunen. Een boer uit Meeuwen had geweigerd zijn aanslag ad f71. te betalen, omdat hij elders eene kamer had ge huurd. De regtbank te 's Bosch heeft echter geoordeeld dat men, door eene kamer in eene naburige gemeente te huren en daar enkele nachten nu en dan te verblijven, belasting- pligtige blijft in de gemeente, waar men zijn bedrijf uitoe fent. Het verzet zal der. boer nu ongeveer f900 kosten. In den Moniteurde Algerie van 30 Oct. leest men: //De even moedige als bevallige Hollandsche reizigster, gra vin Tinne, zet haar togten in het zuiden (van Algerie) steeds voort. Eergister heeft zij Boghari na een rust van drie dagen verlaten, en is, door een talrijk gevolg vergezeld, den weg naar Soudan ingeslagen. Zij stelt zich voor, het in de woestijn gelegen, maar wegens zijn moskeen en zijn bouw orde zoo vermaarde Tougourt naauwkeurig in oogenschouw te nemen. De gravin zal ook Mzab en TJaregla bezoeken en haren togt tot de uiterste grens van Soudan uitstrekken. Naar wij vernemen zullen de heereu Maecarthy en dr. Warnier spoedig denzelfden weg volgen, die door de gravin Tinne is ingeslagen en nog verder zuidwaarts doordringen dan de 22jarige Hollandsche reizigster voornemens is te doen. De oogst in Oostenrijk, is, in tegenstelling met wes telijk Europa, zóó gunstig uitgevallendat men berekent dat de waarde der dit jaar uitgevoerde granen en meel mins tens 159 millioen guldens zal bedragen. Een spoortrein heeft tusschen Boulogne en Pont-de Briques een troep koeijen ontmoet, welke op den spoorweg dwaalden. Daar de trein hierop stiet, werden vijf rijtuigen uit de rails geworpen. Gelukkig werd niemand ernstig ge wond, maar de vijf gederailleerde rijtuigen waren zeer be schadigd, en drie koeijen werden gedood. De trein heeft, ten gevolge van dit ongeval, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben, een oponthoud van vier uren gehad. Engeland en Wallis tellen 4,017,790 stuks rundvee (tegenover 3,848,435 in 1866) en Schotland 979,170 (tegen over 5,255,077 in 1866). Schapen zijn er in Engeland en en Walis 22,097,286 (tegenover 16,793,204 in 1866), en en in Schotland 6,893,603 (tegenover 5,255,077 in 1866). De predikant van de tweede presbyteriaansche kerk van Troy bij New-York is zeker de rijkste geestelijke der wereld. Zijn persoonlijk fortuin bedraagt f 3,200,000, dat zijner vrouw ruim 12 millioen, terwijl zijn vader 6 h 7 millioen bezit. Hij heeft daarbij nog een traktement van f 10,000, dat hij evenwel, gelijk nog meer belangrijke sommen, jaarlijks tot verschillende liefdadige doeleinde doet strekken. Hij heeft nu weder eene goede gelegenheid tot weldoen gekregen, daar in zijne standplaats een kolenmijn ontvlamd is, waarbij onderscheidene mijnwerkers zijn omgekomen. Een Amerikaansch blad vestigt de aandacht op het volgende merkwaardige feit. ./Een man in Maryland" die den rijpen leeftijd van 102 jaren heeft bereikt is voor eenige dagen met zijn tweede vrouw in het huwelijksbootje ge stapt. Het gelukkige paar doet nu hun huwelijksreisje. Onlangs werd op de kust van Ostende, kort bij het gehucht la Eanne, ten westen van Nieuwpoort, eene verzegelde flesch gevonden, inhoudende een met potlood geschreven billet of briefje. Zie hier den inhoud van het zonderlinge briefje. In zeebjj 52 breedte en 40 lengte. Mijn schip vergaatde golf dringt doorIk sterf, maar niet geheel; mijn hart is in deze flesch. O, gij die haar vindt, berigt het aan Eudoxië, in de straat Papou Bagau No. 15 te Ceylon. De Kapitein PHILOXÈNE COLIMARD, te Ceylon. Hoe vindt gij dit hart? Dwaas en ligtzinnig genoeg? Wat zullen onze lezers zeggen van dezen alias kapitein Phi- loxène Colimard, zoo maar kortaf vergaande, op 52 breedte en 40 lengte Bij de overhaasting om zijn hart in de flesch te steken, heeft de wakkere zeeman Colimard zeker ver geten ons te melden of zulks geschiedde op 40 graden Ooster- of Westerlengte of op 22 graden Noorder-of Zuider breedte. Ook wordt door hem evenmin den naam van zijn schip gemeld. Alles te zamen genomen, schijnt het eene laffe scherts te zijn van iemand, die hierdoor betuigt weinig hart en weinig kennis te bezitten. VROUW, ECHTGENOOT, GEMALIN. Trouwt men uit liefde, dan wordt men nman en vrouw;" wanneer men om geld trouwtdan wordt men «mijnheer en echtgenooten men wordt «gemaal en gemalin" wanneer men trouwt om aanzienlijke familiebetrekkingen. Men wordt bemind door zijne vrouwmet verschooning behandeld door zijne echt genoot, en geduld door zijne gemalin. Men heeft eene vrouw voor zich alleenvoor zijne vrienden eene echtgenoot en voor de wereld eene gemalin. Eene vrouw bezorgt het huishouden; eene echtgenoot houdt den staat op en een gemalin geeft den toon. Wanneer men ziek is, dan wordt men opgepast door eene vrouwbezocht door eene echtgenooten eene gemalin informeert naar den staat uwer gezondheid. Men gaat uit wandelen met zijn vrouw, uit rijden met zijn echtgenoot en met zijne gemalin geeft of bezoekt men diners. Ons leed wordt gedeeld door eene vrouw, ons geld door eene echtgenoot en onze schulden worden gedeeld door eene gemalin. Na onzen dood worden wij beweend door onze vrouw, beklaagd door onze echtgenootterwijl onze gemalin den rouw aanneemt. Mijnheer de RedacteurI Ik heb in mijn nieuws, in uw vorig no.een paar fouten ontdekt. Of daaraan de zetter dan wel de schrijver schuld heeft, weet ik niet. In het eerste geval zij het hem genadig vergevenin het laatste verzoek ik verschooning voor mijn onduidelijk schrijven en voeg er ter mijner verontschuldiging de «bemerking" bijdat ik die kunst slechts gebrekkig heb geleerd, in de dagen dat «de Meester" de leergrage jeugd nog zegende met plakslagen en Bijbelsch onderrigtdus lang vóór de uitvinding der Hoofd- en Hulponderwijzers en «Gods- dienstlooze" scholen. De door mij ontdekte misstellingen zijn «overgenomen" voor «aangenomen," «woekeren" voor «woeker," en «poeren" voor «peuren." Vooral de laatste verdient herstel, daar poeren, naar ik geïnformeerd beneen nog al moeijelijk werk isterwijl peuren die gemakkelijke, ik zou zeggen luije manier van vi3chvangen is welke met het beleg en de akademie hunner stadden roem der Leijdenaars uitmaakt. De Slijmerings en Doorgstoppels anders voor te stellen dan in rustige rustuit het zweet der door hen als lui gescholden Javanen hunne goudvisschen op halende zou voor het geheele ras eene beleediging zijn. JOB. Vervolg en slot.) Thans kwam de beurt aan ons. Wij werden door den kommandant, die de linie reeds gepasseerd had, aan den natuurlijk aangenaam daardoor ver rasten Neptunus als neophieten voorgesteld, gereed om den gebruikelijken doop te outvangen. Wij traden naderbij, gehuld in de witte kleeding, die de doopelingen bij zulk eene gelegenheid gewoonlijk dragen. Ik boog mijn hoofd, de kommandant greep eene schaal met zeewater en diende mij den zeemansdoop toe, onder 't uitspreken dezer woorden „Al "primo Archiduca che traversa il regno del Nettuno il battesimo di marinaro 1" (Den zee mansdoop aan den cersteu aartshertog, die het rijk van Neptunus betreedt.) De geheele equipagie had daarop de vriendelijke beleefdheid deze woorden met een donderend hurah te begroeten, wat mij duizendmaal liever was dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 2