3Inge5anöen. BURGERLIJKE SI Wii DER GEMEENTE HELDER. TELEGRAM. menige andere ovatie. Op dit oogenblik verstonden wij allen elkander en l gevoelden we wederkeerig den band, die ons als zeelieden gelijkelijk te za- men vereenigde. Hierop wendde de kominandant zich tot Neptunus en riep hem de volgende woorden toe o re dei profondi abissiordina ai tuoi venti\ ordina ai tuoi mari abbian ad essere propizj al principe ?narinaro!" (O Koniug in diepe afgronden, beveel uwe winden, beveel uwe golven, dat ze dezen vorstelijken zeeman genadig zijn De oude piloot, werkelijk ook de oudste in jaren van heel de bemanning der Elisabeth,en met wien ik al zoo menige zeereis gedaan had, was door mij tot peet gekozen. Met een kachelpijpvormigen, hoogen witten das om den hals, en een soort van blaauweu kiel met zwier om de leden geslagen, had deze staande de aan mij verrichte doopplechtigheid, zijne regterhand zegenend op mijn schouder gelegd. Ik stond nu dezen mijn peet aan T(Tegethoff) en den eveneens in do kleur der onschuld geklee- den dokter af. Daar ik echter de operatie van het scheren, die nu moest volgen, ontduiken wilde, zoo liet ik thans mijn af koopingsprijs daarvan Zijne Majesteit den Watergod met alle plechtigheid aanbieden. Tot dit doel trad thans met den meesten ernst de kassier op den voor grond, iu echt adelijke houding met een paar geweldig groote kartonnen vadermoorders om en bekleed met een witten mantel, welke sleep door een page gedragen werd en bood, op een paar groote offerschalen, goud en zilver voor de manschappen aan achter hem werd een, op een daarvoor uit lcege tonnen vervaardigde stellage geplaatst reusachtig groot, kwistig versierd wijnvat voortgetrokken, waarop, om de pret ten toppunt te voeren, de korte, breed geschouderde, dikhoofdige en stompneuzige professor Botanicae zat, met een rooden zwembroek aan 't lijf, een vervaarlijken buik, wijngaardloof om hoofd en schouders zwierend, een dampende XJlmer pijp in den mond en een vollen bokaal in de rechterhand voorstellende den God Bacchus. Waarlijk, een meer volledige, beter gelukte karakterteekening door een gemaskerde, is mij bij geeue andere gelegeuheid ooit voorgekomen. De kassier sprak eeuige gevoelvolle woorden tot god Neptunus en knielde daarop neder, om den doop te ontvangen; doch naauwelijks had hij zijn hoofd hiertoe gebogen, of daar goten op eenmaal de brandspuiten; met ouverbiddelijken strengheid, haar zoutwater-stralen over hem uit en dra was hij, gelijk de Leda in Versailles, als in een wolk van schuim en stofregen gebuid. Dit was het teeken voor de eigenlijke matrozen-pret en nu begon met de meeste geestdiift en de strikste rechtvaardigheid, zonder aanzicus des persoons, zouder raüg of waardigheid te letten, de stoute, dolle liefhebberij om met alle kracht, langs alle zijden, de waterstralen stroomsgewijs te doen neerkomen. Een verwarde hoop danste herwaarts en derwaarts over 't schip door de aanwezigen rond en, van den admiraal af tot den minsten scheeps jongen toe, bleef niemand één enkele draad droog aan 'l lijf. Het meest potsierlijke schouwspel evenwel bood de barbierswinkel aan. Men had de kleinste boot van 't sehip daarop iugerigfc, waarbij de barbier van Neptunus den dienst als scheerder waarnam hij was een ouderofficier die de reis rondom de wereld met de „Novara" had medegemaakt. Hij zeepte de verschillende slagtoffers met een mengsel van roest en teer in, en begon ze daarop te scheren met een vervaarlijk groot en breed blikken scheermes. De eersten die deze operatie ondergingen, waren de drie arme, onschuldige kadettenalle drie zaten ze daar, een gevoel van erbarming opwekkende, druipnat van 't zeewater, met de ingezeepte gezichten glimmende van roet en teer, in de vrij ruim gevulde boot, terwijl de kleederen hen aan 't lijf kleefden, als waren 't autieke standbeelden. Hunne fraaije, an ders van geurige haarolie glanzende lokken hingen nu, meer of min spies- vormig, wild dooreen en zoo leverde dit drietal, in de boot vol schuimend zeewater, als Jt ware een tegenhanger van de drie jongelingen in den vu- rigen oven. Behalve zij, die zich ter regter tijd daarvan hadden losgekocht, werden bijna allen geschoren. Op die enkelen, welke zoo onverstandig waren, om zich onder of achter een of auder te verschuilen, werd een ware klopjacht gehouden. Juichend en in triomf werden ze uit hunne schuilhoeken te voor- schiju gehaald en moesten tot straf, zoo mogelijk nog zwaarder pijnbank vcr- dureu. Eu nadat nu eindelijk alles en allen door en door nat waren ge spoten, begon de manschap er aan te denken zich ook inwendig wat te verfrisschen. Op echte zeemansmanier werd er thans wijn en punsch ge dronken. Wanneer tengevolge daarvan, toen 't avond begon te worden, enkele ma trozen vrij duidelijk toonden ffaauwer of sterker geïllumineerd te zijn, zoo kan ik toch tot hunnen lof vermelden iu aaummerking genomen den geheel wetteloozen toestand, die bij zulk eene gelegenheid de gewone orde der dingen op't schip vervangt dat niemand zich in den eigenlijken zin van 't woord op onbeschaamde wijze had te buiten gegaan de manschappen hielden zich over 't geheel uitnemend goed binnen de gestelde perken en bleven doorgaand vrolijk, plaizierig geluimd. Met Engelsche matrozen geeft zulk een dag altijd moeijelijkheden maar zelden dat hij eindigt zonder ruw krakeel en kloppartijen. De Noordlan- ders zijn in 't algemeen voortreffelijke zeemannen, doch van een ruwe, barsche natuur, wat men tegenwoordig zelfs bij onze uitmuntende Duitsche matrozen duidelijk waarnemen kan, daar die outtegenzeggelijk de Engelsche in ruwe gehardheid het meest nabij komen. Ook de Duitschcrs zijn ge weldig dorstig en duchtige drinkers zij houden van goede lange teugen. Ik had den geheelen staf aan mijnen tafel genoodigd, om zoodoende ook den avond van dezen belangrijken dag, vrolijk verecnigd, genoegelijk door te brengen. De Elisabethis het eerste Oosteurijksche stoomschip dat, sedert de stoom de wereld regeert, de linie gepp ^erd heeft. Is het eene vrouw uit mijn geslacht, die ons het eerst den weg naar de nieuwe wereld heeft aangewe zen zoo verheug ik mij toch de eerste man mijns huizes te 2ijn, die het zuidelijk halfrond, betreedt. Tot dusverre het uittreksel uit dit vorstelijk zeemansdagboek. Het spreke voor zich zelf. Wij voegen geen woord daaraan toe, doch beamen ten volle wat hij, die' in de „lllustrirte Zeitung" ons dit uittreksel leverde, zegt het stemt weemoedig, na de lezing van zulk een blij voorspel, de droeve slotakte te Queretaro zich te herinueren. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders. Nieuwediep, 8 November 1867. Aan den Heer Redacteur en Uitgever der Held. Courant, Ni uws- en Advertentie-blad. Mijnheer de Redacteur! Zeer teregt hebt gij, bij herhaling in uw blad de verklaring afgelegd, niet te zullen treden in beschouwingen, die geacht kunnen worden ten doel te heb ben, zijdelings of regtstreeks de belangen van een kerkgenootschap voor te spreken of te benadeelen. Gij wilt onpartijdig zijn te dien opzigte. Ik ben dit mede en geloof zelfs, meerder vrienden te tellen onder anders denkenden in geloofszaken, dan bij mijn eigen kerkgenootschap. Mijne leuze is Vreest (d. i. hebt ontzag voor God!) Eert den Koning en men zij Hebreër Katholiek of Protestant, alle mencchenzijn mijne broeders Maar afgescheiden daarvan, mag men toch wel eene teregtwijzing doen aan onkundigen met 's lands wetten, of aan hun, die welligt door geheime inblazingen, valsche beloften, of door welke oorzaken dan ook, op een dwaal spoor gebragt of geraakt zijn? Dit nu is het doel, zonder iemand te kwetsen, met de onderstaande regelen: NEDERLANDERS EN PAUSELIJKE ZOÜAYEN. In vele couranten worden tegeuwoordig die benamingen als synomien, in eenen adem, gebezigd. Hoe het mogelijk is, dat men Nederlander kan zijn, met den tachtigja rig en oorlog in het geheugen, en pauselijke zouaaf, was mij steeds onver klaarbaar, en toch, het is zoo Maar weten die Nederlandsch- Pauselijke zouaven wel, dat zij thans opgehouden hebben Nederlanders te zijn, toeu zij zich zonder 'sKonings bewilliging, in vreemde krijgsdienst hebben begeven (Zie art. 10 der wet van 28 Julij 1850, Staatsblad no. 44.) Weten die jongelieden wel, dat zij, verminkt, of jpp andere wijzen, uit de pauselijke dienst ontslagen wordende, geen aanspraak op Nederlaudsche oudersteuuing mogen of kunnen maken Ja, dat zij zelfs, volgens de wet van 18 Augustus 1849, Staatsblad no. 39, het land (d. i.; Nederland) kunnen uitgezet worden En nog eens; weten zij lieden wel, dat zij in Italië hunne Katholieke geloofsgenooten bevechten? ja mogelijk liunue Nederlandsche broeders ver moorden? want ook ouder de Garibaldini zijn Nederlandsche partijgangers. Ik behoef u niet te zeggen, M. d. R., dat deze regelen in het minst niet te kort doen aan de teregt met lof verbreidde dapperheid der Ncderlandsch- Pauselijke zouaven. Tot zooverre was dit opstel, of deze welwillende teregtwijzing gereed, toen mij, in de Haarlemmer courant van hedeu, een stuk onder de oogen kwam, geheel en al in dc zelfde strekking, maar met eeuigzins verder rei kend doel. Het is gesteld en openbaar gemaakt door den heer Amersloordt, burgemeester van Haarlemmermeer, en ik achtte mij verpligt, dit hier te vermelden; waarbij ik tevens nog ecnige regelen uit evengenoemde courant afschrijf, uit eeu volgend nummer, allen over hetzelfde onderwerp. lo. In de Autwerpsche „Precurseur" wordt omtrent dit punt gelezen (volkomeu toepasselijk ook op Nederland): «Welk eene eer voor de Belgische «Katholieken, om in Italië dezelfde vrijheid te bestrijden, die zij ten hunnent, «in zulk eene ruime mate genieten! Welk eene Yoor hen, dat zij de steun pilaren van het dispotismus zijn en het bloed doen stroomen van burgers, «wier streven en wenschcn in niets van de onzen verschillen! Eu wat zullen «wij zeggen van de dagbladen, die iu Belgie den militairen stand verguizen, «maar Belgische leger bezorgen, aan vreemde souvereinen, wier trooncn in «gevaar verkeereu 2o. Het „Leidsche Dagblad" zegt dienaangaaudo onder anderen«dat «het uittrekken van enkele moedige (Nederlandsche) jongelingen, juist nog «geen afdoend bewijs is, van de belangstelling der Katholieken hier te lande. «Dat die jongelieden uitsluitend tot de minder beschaafde klassen behooren. «En, dat wat ook gebeure, de verhouding van den Paus tot de Nederland- «sche Katholieken wel dezelfde zal blijven; dat diens geestelijk gezag, niet «wordt bedreigd en evenmin het gezag van de kerk. Allen zijn buiten twijfel «begaan met de wederwaardigheden van den grijzen Pius, weinigeti zullen «sympathiseren met de aanvallers van Rome, maar gering is ook het aan- «tal dergeneu, die gelooven, dat de kerk wezenlijk zoude schade lijdeu, in- «dien de geestelijke vorst een wereld gezag verloor, 't welk slechts door «vreemde bajonnetten kan worden gehandhaafd!!" P. Jongsleden Zaturdag avond vierde het Israëlitische Jongelings-Collegie, onder de zinspreuk Eend,ragt baart Genoegen, haar 5jarig bestaan. Dc voor zitter opende de vergadering met eene gepaste openingsrede, waarin hij ver slag uitbragt betreffende de toestand van het Collegie. Hij deelde voorts mede, dat deze vergadering eenige tijd was uitgesteld wegens het afsterven van <leu heer D. Grunwald, een achtenswaardig man, die door liet bestuur wel waardig werd geacht om eene kleine rouw te bewijzen. Ook bragt hij hulde aan Z. M. den Kouiug, die dit Collegie als regtspersoon heeft doen kennen. Voorts sprak hij allen lof uit over den heer S. M. de Jongh, die bedankt heeft als penningmeester en gedurende den tijd dat hij die bctrek- king heeft vervuld, geen moeite, zorgen en opofferingen, hem te veel waren. Hij bedankte de leden voor huune welwillende bijdragen, de bestuurders en werkende leden voor hunnen ouvermoeiden ijver. Daarna ging men over tot het opvoeren van twee tooneelstukjes, No. 1 Eockenbroch of de Amsterdamsche RederijkerNo. 2 Een Oude Rat in de Val; die met den meesten bijval werden opgevoerd. Na ailoop der werkzaam heden werd algemeen deelgenomen aan het Bal. Als muziekanten verdieuen de vier heeren Gebr. Trompetter te Schagen, allen lof voor hunnen onvermoeiden ijver bij de uitvoering der regt aange name dansmuziek. Een lid van het Collegie. Correspondentie. Het versje van „een zouaaf in spe"ingezonden van Alkmaar, kan niet geplaatst worden, omreden de inzender verzuimd heeft zijn naam op te geven. Van 1 8 November 1S67. ONDERTROUWD J. Kassies, hoofdonderwijzer, 23 jaren, wonende thans te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, en voor minder dan 6 maanden te Utrecht en E. Haremaker, 26 jaren. A. Schrier, smid, 23 jaren en A. Naerc- bout, 21 jaren, wonende te Vlissingen. W. A. Bleewanes, zich noemende en schrijvende W. A. Blcwanus, rijks-ambtenaar, 25 jaren, wonende te Amsterdam en "VV. Jonker, 22 jaren. J. Cornelisse, provoost bij dc ma rine en S. M. Valkenburg. II. F. Vrijdag, werkman, 38 jaren en T. van der Kamp, 44 jaren, weduwe van T. van Sandwijk. GEHUWD H. H. Ruiter en C. W. Koster. H. van den Ilock en M, Blom. A. P. H. de Wilde en M. Wcijens. C. Mandemaker en P. Listelle. BEVALLEN: M. Smit geb. Hoogheid, D. G. van Buuren geb. Bouwens Z. J. Snooij geb. Broet Z. J. Smit geb. Stoute D. J. Kruger geb. Brcet Z. D. Sarlcmijn geb. van der Wiele, D. A. M. C. Hol- zappel Z. J. Smit geb. Tismeer Z. C. J. Jongkees geb. Koopman Z. M. A. Fransen geb. Burghart Z. P. J. Schade, geb. Kalatz D. OVERLEDEN: H. Kaptein geb. Verschoor, 51 jaren en 11 maanden. P. J. Mangel, 4 jaren. E. M. Pieters 11 weken. J. L. Vrijvogcl, 4 weken. M. M. Dwaling geb. Muller, 96 jaren. M. Krul, 3 maan den. J. Krul, 3 jaren. G. M. Limonard, 13 maanden. A. C. Fon- ijn, 5 maanden. K. de Ruijs geb. de Wolf, 64 jaren. E. van dei- Ster geb. van der Kop, 36 jaren. L. Klein, 14 jaren. N. Mol19 jaren. Levenloos aangegeven 1. MARRTBER1GTEN. ALKMAAR 9 Nov. Aangevoerd 2 Paarden f 20 a 27. 3 Koeijen f30 a 120, 10 Nuchteren Kalveren f7 a 13, 174 Schapen f 7 a 22, 12 magere Varkens f4 h 8. 220 Biiïgen f 2 a 4. Boter per kop 72^ a 80 ets. HOORN, 7 Nov. Kleine Kaas f32.Dito commissie f33.— aangevoerd 229 stapels, wegende 59397 NP. LONDEN, 11 Nov. Ter Veemarkt waren aangevoerd: 4460 Runderen, 21,360 Schapen Lammeren, 28 Kalveren, 400 Zwijnen. Prijzen Beste Runderen 5/ en Schapen en Lammeren 5/— Kalveren 5/4, Zwijnen 4/8. Heden Dingsdag 12 November 1867. Beter buiten. Handelm. 135|, Prolongatie f Grieken lOf, Vereenigde Staten 1882 76, Metall. 45J-.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 3