G A P E A V X. F. X. J. VAN 0PD0RP, St. ieolaas TELEG11AM. Carel AJ. van Roscndael. ZONDER NIETEN De Hord Post neemt uit de Fransche troonrede aan leiding te vragen, of Frankrijk niet beter kon doen, dan Europa den gewapenden vrede te geven, 't Is als met de vrijheid, die Napoleon de Franschen geeft; die wordt tus- schen twee gendarmes geplaatst, en de vrede tussehen twee chassepot-geweren. De Fenians Allen, Larken en Gould zijn Zaturdag morSen ten 8 ure, te Londen opgehangen. De orde is niet verstoord. 3jn0E5onöEn. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders X. bedankt den heer H. voor zijne openhartigheid, omdat hij ruiterlijk openbaar maakt dat de tweedragt ontstaan ift door het ontsteeken van het nieuwe licht. Welk een glans dat licht, in kerk, staat en maatschappij verspreidt, dat schildert Ds. Zaalberg ons in zijn volste kleuren, zoo dat het elk weldenkend mensch met innige smart vervuld. Scliagcn, 21 November 1867. Mijnheer de Redacteur Op liet gevaar af, de geleerden in den waan te brengen, dat onder de klasse der vleescketeudc zoogdieren hoorende naar het zelfstandignaain- «voord „Mensch", enkele afwijkingen voorkomen, die ouder de „herkaau- wers" gerekend moeten worden, bevindt ik mij in de treurige noodzakelijk heid, de plaatsing te verzoeken van eeuige regelen, naar aanleiding van het laatste schrijven des heercn X.Y.Z, Liever had ik u niet lastig gevallen, maar daar de heer X. Y. Z. zwijgen voor toestemmen houdt,* eeu stelregel, die een niet redelijk denkend mensch welligt belagcbelijk en arrogant zou vinden,, vooral wanneer hij niet verpligt was te antwoorden, moest ik mij wel tot u wenden daar het adres van ZWEd. (ik hoop dat die titel zoo niet juist, dan toch voldoende zal zijn) mij onbekend is. Om echter u tot wel willendheid te stemmen, en uwe lezers niet te ontmoedigen, geef ik bij deze de plegtige verzekering dat dit van mijne zijde de laatste variatie zal zijn op het thema: „Leelijk, Consequent De heer X. Y. Z. danmaar dat is bekend geene herhaling- dus het artikel ligt nog versch in het geheugen. De man die het zoeken naar leelijkheid verafschuwt als de pest, zocht in eeu, ik herhaal het hier nadrukkelijk, onschuldig artikel, aanleiding om mijne bedoelingen in verdenking te brengen. 'tZal zeker aan mijn „niet redelijk" denken liggen, dat ik zoo iets niet „mooi" kan vinden. En toen ik hem in beleefde bewoordingen mijn leedwezen betuigde dat en de reden opgaf waarom ik mij niet naar zijn wenseh kon voegen,beantwoordde de heer X. Y. Z. dit meteen relaas, dat ongeveer is zaam te vatten in deze woorden: „Zie daar Job in al zijn naaktheid; werpt hem uit in de bui tenste duisternishij is ouzer niet waard" I Ge ziet M. d. R. ik had wel reden om verbolgen te zijn, en, gelijk „fatsoenlijk christelijk" is, het oudtestamentische„oog om oog, tand om tand" in praktijk te brengen. Toch heb ik alles vergeven wijl de heer X. Y. Z. gelijk hij zelf getuigt een „pijulijken indruk" had ontvangen en dus niet was in normale stemming. Ik weet te goed hoe pijn den mensch kregel en onregtvaardig maakt, dan dat ik X. Y. Z., nu zijn geschrijf zou toerekenen; alleen bejammer ik, dat hij getoond heeft iets minder wijs te zijn dan de Romein, die het straf fen zijner slaaf uitstelde tot zijn toorn bedaard was. Had de heer X. Y. Z. gewacht met schrijven tot va het verdwijnen zijner pijn, hij zou mijn pro gramma hebben gelezen en begrepen, dat iets anders dan „smaak in leelijke dingen", mij nu en dau de pen doet opnemen. Doch vóór alles zou hij ge wacht hebben zich schuldig te maken aan hetzelfde kwaad waarover hij an deren de les leert. Of is dat inconsequentie die ten goede leidtwanneer de hr. X. Y. Z. de eene liaud tegen mij bestraffend opheft om „hard vallen des kerkeraads" en tegelijk met de andere, de redactie ouzer courant in het aan- gezigt slaat NB. over dezelfde zaak Is het cousequeut van hem die verkon digd „dat elk die redelijk denlct, zich van het schrijven van leelijke dingen onthoudtdat hij eeuige regels verder iemaud die hem beleefd heejt behan deld en daartoe geen aanleiding gegeven, alles wat hij zoo ongeveer „lee- lijks" bedeukeu kan, voor de voeten werpt? Indien het zoo is, dan behelp ik mij liever met mijn „treurig begrip," mijne onredelijke denkwijze en wat waarheidsliefde, al ware dan ook mijne ziel eeu weinig „verkleurd." De heer X. Y. Z. verwijt mij arrogance, omdat ik mij een dienaar van zekere koningin heb durveu noemen. Ware hij kalm geweest, hij zou hebben bedacht, dat zoowel de soldaat als de generaal regt heeft zich dienaar des vaderlands te heeten. En dan ademt zijn artikel dien geest van nederigheid, bescheidenheid en welwillendheid, waarvan hij doortrokkeu mogt zijn, die ir. anderen het tegenoverstelde gispt. Of komt niet hier en daar duchtig de Ik-heid uit de mouweu De heer X. Y. Z. heeft, zegt hij een pijnlijken indruk ontvangen. Maar dan heeft hij zich bezeerd aan hetgeen ik in 't algemeen, schreef, en mag hij dit niet euvel duiden, evenmin als ik het den schilder zou wijteD wan neer zijne fantasie bij toeval mijn neus op een of ander portret had ge maald ik zou er mij alleen over verblijden of bedroeven, al naar deze mooi of leelijk was, en, ware zulks mogelijk, in het laatste geval zorgen dat hij voortaan zoo min mogelijk op deze fantasie-neus geleek. Zou nu ten slotte de heer X. Y. Z. nog een goeden raad willen aanne men van iemand, die niemand haat toedraagt, doch alleen gelooft, dat veel zoetigheid de maag bederft, maar, „bitter in den mond het hart gezond maakt." Waarom niet. Tamerlon de groote veroveraar leerde wel volhar ding van een nietig insect, zou dan de heer X. Y. Z., ofschoon welligt zoo hoog verheven, dat ik niet waardig ben ziju schoenriem te ontbinden, toch niet iets willen leeren van een mensch. Hij zorge dan wanneer hij zich geroepen waant te oordeelen, voor kalmte, opdat hij onpartijdig zij, en leze, wanneer zijn „geloof" hem dit niet verbiedt, toch dikwijls Matth. 5 vs. 3-7, het is een lectuur voor ieder, niemand uitgezonderd, van hoogc waarde. JOB. Heeft de heer X. Y.Z., toen hij dit spreekwoord tot stelregel verhief, wel bedacht welke treurige bekentenis, dan door dienzelfde kerkeraad, welke hij in bescherming ucemt, is afgelegd? Ik toch heb in der tijd, in deze courant, beweerd, dat de kerkeraad, bij de stemming over de al dan niet- aanneming van het nieuwe sonydale reglement, niet heeft gehandeld volgens pligt en geweten. Niemand is tegen die bewering opgekomen, de kerkeraad heeft een plegtig stilzwijgen bewaard, en dus volgens X. Y. Z. verklaard dat ik gelijk had. Correspondentie. De heer X te Schagen Indien gij tegen Doeter Nuijcns tc Westwoud; in het strijdperk wilt treden, willen wij u met genoegen terrein verleenen echter op eene voorwaarde, die gij wel zult kunnen raden als wij u herin neren: Doctor Nuijens strijd met open vizier. Wij gevoelen ons zeer vereerd met het ontvangen schrijven van eene bij ons zeer geachte dame te Haarlem, en het doet ous inderdaad leed, dat wij ons genoodzaakt zien zoo onbeleefd tc moeten ziju, liet van hare hand ontvangen artikeltje ter zijde le moeten leggeu. Het is de ondorviudiug die ons heeft geleerd, dat artikelen met dergelijke strekking, in ons blad, geheel en al het beoogde doel missen, en zelfs een tegenovergestelde uitwerking hebben. De menschen zijn, voor het groote deel, "op dit puut, voorreden noch overtuiging vatbaar. Overigens hopen wij, dat deze refus, die wel is waar, de etikette ons moest verbieden, maar waartoe wij, in het algemeen belang zijn gedrongen, niet on gunstig moge terugwerken op de welwillendheid die deze geëerde dame ons blad heeft betoond. Wij blijven ons beleefdelijk in hare protectie aanbevelen. lïLRGKilI IIKE STA11 HEK GKMMË HELDlili. Van 15 22 November 1867. ONDERTROUWD T. Veenstra, zeeman, 32 jaren en J. Streefkerk, 37 jaren. R. Kramer, loods, 43 jarenweduwnaar van P. V. de Jong, eu S. Gomes, 39 jaren, weduwe van H. B. de Jong. F. F. Donderdalil, kleermaker, 39 jaren, weduwnaar van D. Storckmeijer en E. W. Pieper, 27 jaren wonende thans alhier, oulangs te Amsterdam. K. Eschcrig, zeeman, 36 jaren en D. Hoek, 30 jaren. GEHUWD: W. A. Blewanus en W. Jonker. J. Kors en W. Meijes. BEVALLEN: A. C. Krijnen geb. Bijl D. H. Vink geb. Visser D. T. G. Lijding geb. Erkamp D. A. Hen geb. Krijnen D. P. Kraak geb. Krijnen D. D. Hin geb. Rei Z. L. Beek geb. Rijnveld. D J. Hoogerduiu D. J. Nebbeling geb. Pot D. A. Jacobs geb. Boesaard Z. 'D. Dohmeijcr geb. Schipper D. J. H. Hoogenbosch geb. Winter D. OVERLEDEN: A. Snel, 6 jaren. A. Bood 7 weken. F. D. de Pain 16 maanden. A. P. W. Boonzajer 8 maanden. J. Ilolzappel 17 dagen. J. van Herwerden 59 jaren. Ambtshalve ingeschreven 4. M A n K T B E II I G T E IV. ALKMAAR 23 Nov. Aangevoerd 7 Paarden f 20 a 30. 3 Kalveren f 10, 24 Nuchteren dito f 4 a 8. 288 Schapen f5 a 24, 2 Geiten f 4. 60 magere Varkens f4 a 8. 132, Biggen f 3 a 5. Boter per kop 70 a 77 ets. HOORN, 21 Nov. Kleine Kaas f31.aangevoerd 162 stapels, wegende 47773 NP. Heden Dingsdag 26 November 1867. Handelm. 1361. Turken 31. Binnenl. Spanje 33J-. Metall. 46. Mexico (oude) 14|. Mexico (nieuwe) 7Vereenigde Staten 1882 75|. Idem 1885 74J. Russ. Spoonv. Aaud. 185^. Vrijdag 29 dezer vertrekt van hier de West- Indische mail en Zaturdag 30 dezer de Oost- Indische landmail via Southampton. ADVERTENTIES. Bevallen van een ZOON D. RUI JTER, geliefde Echtgenoot van C. J. BL OK, Instituteur. Helder, 25 November 1807. De gevoeligste slag mijns levens heeft mij getrof fen daar ik heden het treurig berigt ontvingdat inijn Oudste Zoon CHR1STIAAN, in den ouderdom van 24 jaren te Souralaija is overleden. Helder25 November 1867. MARTJE KEEIN. Wed. L. BROEKHUIZEN. ARTS- AdresDen heer MARINKELLEBinnenhaven. Van af heden tot Zaturdag aanstaande zal in het Verkoophuis DEHO ODE KOUS een EXTRA INGERIGT LOKAAL zijn ter bezigtiging van Artikelen geschikt voor CADEAUX. Wegens gebrek aan plaatsruimte kan deze extra inrigting niet langer plaats hebben en verzoek ik het geachte Publiek ten spoedig ste een kijkje te komen nemen. NB. Van af ZONDAG aanstaande zal er Groote Tombola, gehouden worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 3