de tegenwoordige uitbreiding van het volksonderwijs noodwendig verbonden was de vestiging van bibliotheken, en dat het de pligt van iedere gemeente was, zoo spoedig mo gelijk in die behoefte te voorzienAan de maires van Parijs werd door de regering opgedragen het stichten van biblio theken en het openen van leeskamers. In Engeland vindt men, behalve de uitgebreide openbare bibliotheken, bij ieder genootschapja! zelfs bij eenige groote industriële ondernemingen, eigene boekverzamelingen en lees kamers ten dienste der leden en der fabriekarbeiders. De «Pioneer van Roehdale" hebben reeds een zeer goede bibli otheek van 7000 banden en goed geventileerde en verlichte leeskamers, waarvan veel gebruik gemaakt wordt. In Berlijn werden in 1850 vier stedelijke volksbibliotheken geopend, die twee dagen van de week voor hot publiek toe gankelijk waren. Aan ieder der inrigtingen worden op die dagen tusschen de 200 en 250 banden ter lezing uitgegeven. Te Hammerfest, de noordelijkste stad van Europa, is dezer dagen het eerste aldaar gedrukte boek in het licht gegeven. Het werk (im Verlag van H. Krone, uitgegeven) bevat, naar tnen verneemt, zeer aantrekkelijke familie-tafe reel en uit het leven der Scandiuaviers benevens eenige ge dichten. Het is de arbeid eener dame. In het huis der gemeenten is eene wet aangenomen, welke de openbare teregtstellingen afschaft. De gruwel van het publieke ophangen van een misdadiger is reeds te lang een smet geweest op Engelands beschaving, want het ruwe, onbeschaafde publiek, dat dergelijke treurtooneelen bijwoout, wordt er door verhard in plaats van verteederd. Zoolang de doodstraf behouden blijft, zal zij veel afschrikwekkender zijn, indien zij wordt toegepast binnen de muren der gevangenis, in tegenwoordigheid van een zestal daartoe gekozen meuschen. Alleen het doffe roffelen der trommels en het hijschen der zwarte vlag zal dan aan het publiek verkondigen, dat een misdadiger tot zijne laatste verantwoording is heengegaan. De Liberté maakt de opmerking, dat onder de 629 volksvertegenwoordigers, die op 28 Julij 1848 vóór het onbeperkte regt van vereenigiug stemden, zich bevonden de burgers Bonaparte, Baroche en Rouher. "De H. Petrus" voegt de Liberté er bij./verloochende drie malen zijnen Heerde profeet (van Scribe en Meijerbeer) verloochende zelfs zijne eigene moeder; maar nog Petrus noch Jan van Leiden, verloochenden zich zeiven. Hoe dikwijls noch vóór dat de haan kraait, zal de minister Rouher den burger Rouher verloochenen Volgens berigten uit Noorwegen was de vaart naar Christiauia weder geopend. Over eene lengte van 16 mijlen had men het ijs opengemaakt. Een handelsreiziger in Engeland is verleden week door een der regtbauken daar te lande tot eene boete van 3.17 (ongeveer f47.veroordeeld, omdat hij in een spoorweg rijtuig 1° kl. ondanks herhaalde aanmaningen, had gerookt, een dure sigaar. Het is niet van algemeene bekendheid, dat de naam morgve afgeleid is van de binnenste deur van de gevangenis le Chatelet, waar pas aangekomen gevangenen eenige minuten werden opgehouden, opdat de wachters hen goed zouden kunnen opnemen (van waar het werkwoord morguer). Later werden alle onbekende lijken die in de straten te Parijs werden gevondenaan de deur dezer gevangenis nedergelegd, totdat in 1804 een afzonderlijk gebouw met dien zelfden naam ia Morgue werd gesticht. Alles gaat hier met de meeste naauwkeurigheid toe. Een proces-verbaal, niet minder dan twintig bijzonderheden bevattendewordt door den opzig- ter opgesteld, en wanneer na drie dagen het lijk nog niet is opgeëischt, wordt het op stadskosten begraven. Treurig is het, dat het aantal lijken in de morgue in de laatste jaren vreeselijk toeneemt, buiten evenredigheid met de toe nemende bevolking. In 1846 was dat aantal 602, in 1S56 wa3 het 476, tien jaar later 733. Van de 445 die herkend werden hadden 285 zich verdronken, waarvan 19 waren moordenaars, 36 hadden zich opgehangen 5 zich doodgeschoten 3 hadden zich door messen, 6 door kolendamp, 6 door vergif van 't leven beroofd3 waren van gebrek gestorven en 82 waren plotseling op straat omgekomen. Het grootste aantal lijken wordt in de morgue gebragt in de maanden Junij en Julijhet kleinste in December en Januarij. Men beweert, dat speculatie op de beurs de meest gewone aanleiding tot zelfmoord is. Voor ieder lijk dat in de morgue wordt gebragt, wordt 15 francs betaald. Het aantal is soms te groot voorde ruimte, hoe uitgebreid de inrigting ook is. De NewYork Times zegt, dat men te Boston met het plan omgaat, om een asyl voor nultelooze jonge vrouwen op te rigten. De verdedigers van gelijke regten dringen er op aan, om het groot genoeg te maken om er ook nuttelooze jonge mannen in te kunnen opnemen. Er bestaats slechts een te genwerping tegen het plan: en wèl dat wij reeds een zoo danig asyl hebben. Wat is ons geheel maatschappelijk stelsel anders dan een ontzaglijk asyl. waarin de nuttige menschen voor de nuttelooze zorgen en dat is in het voorbijgaan gezegd, juist hetgeen, waarin de grootste nuttigheid ligt. Voor de assises van het departement der Beide-S'èvres wordt een geding behandeld, waarop de algemeene aandacht in Eraukrijk, maar vooral van de Vendóesche bevolking, zeer gevestigd is. Het geldt eene beschuldiging van vergiftiging van zekeren Pierre Texier, een 50jarig gegoed en ongehuwd landbouwer, van la Meillerayedie, na een lijden van eene maand, in Augustus jl. bezweken is en welgelijk bij de geregtelijke schouwing gebleken is, tengevolge van toediening van arsenicum. Van deze misdaad wordt beschuldigd de 36 jarige schoonzuster van het slagtofferHonorine Charlot weduwe Auguste Texier, eene nog rijkere boerin uit den om trek van la Meilleraye, die de wandaad, naar men vermoedt, gepleegd heeft uit vrees, dat Pierre Texier, bij langer leven, hare twee nog zeer jeugdige dochters, ten gunste van andere neven en nichtenzou onterven Als hare medepligtigen staan teregt haar 7 ljarige vader, Framjois Charlot, mede een rijk Vendéesch pachter, en Pranpoise Richard, de öljarige bediende en verpleegster van Pierre Texier. Wat dit geding belangrijk maakt, is, eensdeels, dat de vergiftiging onder het oog des geneesheers, den heer Gadne, indien niet begonnen, dan toch krachtdadig voortgezet is; anderdeels dat er zeer veel vermoeden voor de schuld der aangeklaagden bestaat, maar tot hiertoe nog niet het minste bewijs daarvoor is ge vonden; terwijl zij alle drie het feit op rekening stellen van den genoemden geneesheer, hem wel niet regtstreeks van opzettelijk vermoorden van den lijder, maar van het toedienen van verkeerde en zeer schadelijke middelen beschuldigende; iets, hetwelk zij hem reeds gedurende de ziekte van Texier herhaaldelijk verweten hadden. Bij haar openbaar verhoor heeft de hoofdbeschuldigde o. a. verklaard, nooit iets voor haren zwager gedurende zijne krankheid bereid, noch hem iets toegediend te hebben. Men verwacht dat het regtsgeding langer dan eene week zal aanhouden, daar meer dan honderd getuigen gehoord moeten, worden. De vermaarde Parijsche advokaat Lachaud zal de weduwe Texier verdedigen. Dezer dagen is te Londen plotseling eene dame gestor ven, wier naam in verband staat met een sedert lang aan hangig proces, waarin zij een van de voornaamste getuigen was. De dame is lady Henriette Felicité Tichborne en bet proces, dat nog steeds in de aanvang-periode is, het sedert lang in de bladen besproken Tichborne Case. Haar geboor- tenaam was Seymour en zij was verwant aan het hertogelijk huis van Somerset en halve zuster der beide parlementsleden Danby en Alfred Seymour. Gehuwd met sir James Fran- cis Tichborne kreeg zij een zoon Robert Charles, die de erf genaam van den titel en van het aanzienlijk vermogen scheen te zullen worden, maar op een reis naar Zuid-Amerika ver ongelukte, althans geacht moest worden verongelukt te zijn, daar sedert 26 jaren niets van hem gehoord is. Bij den dood van sir James ging dus de nalatenschap over op den jongeren broeder, die een dochter van lord Arundell of Wardour huw de, maar na weinige jaren overleed, een eenig zoontje nala tende. Dit gebeurde in 1866. De weduwe van den ouden Tichborne, wier zoon als overleden beschouwd moest worden, en de weduwe van den jongere, met haar onmondigen zoon, den erfgenaam van het huis, bleven over. Naauwelijks ech ter was de jongere Tichborne overleden, of er kwam uit Amerika een brief van den lang vermiste, die weldra in persoon volgde, om de nalatenschap zijns vaders in bezit te nemen. Hij verklaart, werkelijk aan boord van het voor 27 jaren verongelukte schip geweest, maar de eenige geredde te zijn zich daarna in Australië gevestigd te hebben en gehuwd te zijn en, om redenen, die hij wel later voor den regter zal kenbaar maken, niets van zich te hebben laten hooren. De familie echter heeft van den aanvang af verklaard, dat hij de vermiste niet is, en dit niet zonder grond, want uiterlijk noch in beschaving en manieren heeft hij iets met dezen ge meen. In 27 jaren kan iemand in alle opzigten veel veran deren, maar hij zal dan toch niet ten volle zijn moedertaal, de plaatsen en herinneringen zijner jeugd vergeten en dat is hier het geval. De vermiste zoon van Tichborne was van jongs aan te Parijs opgevoed, zoodat het franseh als 't ware zijn moedertaal was en hij dan ook 't engelsch met een vreemd accent sprak. De zich voorgevende Tichborne verstaat geen woord franseh en van personenplaatsen en zaken waar mede hij als knaap en jongman in naauwe aanraking was zegt hij zich slechts oppervlakkig het een en ander te herin neren. Toen Tichborne op reis ging was hij officier in een der garderegimenten. De weder gevonden Tichborne herin nert echter geen enkel van zijn toenmalige makkers en diegenen hunner welke hem nu zienherkennen in hem hun vroegeren makker niet. Intusschentwee menschen in Engeland hebben hem herkend, nl. een neger, oud bediende van zijn vader, en zijn moeder, de nu overleden Lady Tichborne. Dit zou zeker vrij wat gewigt in de schaal leggenmaar de neger wordt sterk verdacht de gansche intrigue op touw gezet en den vermeenden erfgenaam de noodige bijzonderheden meêge- deeld te hebbenen de moeder was sedert het verdwijnen van haar zoon steeds zoo overtuigd, dat hij weêr zou op dagen, dat zij eenigermate tot melancholische ontoerekenbaar heid verviel en nog voor zij den plotseling teruggekeerde zag verklaarde, hem in allen gevalle als haar verloren zoon te willen erkennen. En dat deed zij ook. Door haar dood ver dween de voornaamste getuige en het is dus begrijpelijkdat de advocaat van den zich noemenden erfgenaam op geregtelijke schouwing aandringt. Bij deze gelegenheid beweert de we dergevondene, dat aan zijn bediende 1000 p. 3t. geboden is om hem uit den weg te ruimen. De lijkschouwing intusschen heeft niéts bijzonders opgeleverd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 3