1T I 5 :i W 3 T IJ D 11T 3- 3 1T. ^een woord tot de regering: U, raadslieden der Kroon, heeft men in deze Kamer durven beschuldigendat gij niet de Kroon dekt., maar u achter de Kroon wegschuilt. Deze strijd geldt de zijdelingsche verwijdering van het ministerie. Maar de hoofdkwestie is om het zwaartepunt van het gezag der Kroon naar de Tweede Kamer over te brengen. Die vraag, dat is de groote vraag die aan de orde is. De motie-Blussé doet een greep naar de Souvereiniteitomdat zijbezien in het licht onzer parlementaire geschiedenisdat eind-resultaat wil verkrijgen. Mij komt het voor zegt spr. tot de ministers dat voor Uraadslieden der Kroon een schoone, maar moeijelijke taak weggelegd is. Het is in deze hagchelijke omstandigheden Uw plïgt om daar te blijven zoo lang het vertrouwen der Kroon U daar roept. Blijft op Uw post. Op u rust de taak de grondwettige regten der Kroon te handhaven tegen de aanmatiging van een deel der Kamer. Men zal u herinneren aan het woord van Bosscha, dat mannen van karakter na een nederlaag geen oogenblik zitten blijven. Maar die begrippen, in gewone dagen toepasselijk, zijn in dezen strijd en in deze dagen niet toepasselijk. De Tweede Kamer is geworden een strijdperk, een slagveld, waarop het grondwettig overwigt van de Kroon wordt aangevallen. Voor dat grondwettig overwigt, zult gij, ministers pal moeten blijven staan. Daardoor zult gij nationale ministers zijnministers in den geest der natie, zoowel voor het volk achter de kiezers als voor het kiezersvolk. De heer Jonckbloed wenscht een einde aan het debat, hij doet een beroep op de vaderlandsliefde der leden, om niet langer op de wijze als de vorige spreker voorttegaan, die de oppositie beschuldigd van een streven naar Kamer-almagt en het ministerie een nieuwe ontbinding aanraad. Maar spr. verkeert nog in dezelfde ongunstige meening omtrent het buitenlandsch beleid. Als wij de afkeuring niet Lebben voorgesteld, zegt spr., dan was het omdat het niet op onzen weg lag, want wij hebben reeds eenmaal afgekeurd. De ministeriëele leden hadden eene goedkeuring moeten voor stellen. Men herhaalt op den duur: de motie-Blussé is een grijpen naar de Souvereiniteit of eene bloote thesis van een dispuut-collegie. Maar of de aanneming der motie zal hebben eenige werking naar buiten of niet 't hangt van de regering af. Zij zal dan moeten beslissen of zij nog langer demoreele kracht heeft te blijven regeren. De heer Koorders vraagt het woord voor een persoonlijk feit. De vorige spreker heeft hem toegedicht ophitsing tot een derde ontbinding. Hij moet hiertegen opkomen. Spreker ver klaart dat hij het ministerie niet alleen daartoe niet heeft aangezet, want hij zou dit ontradenmaar er blijven middelen genoeg over voor de regering, om zonder ontbinding het streven naar Kamer-almagt tegen te gaan. De heer Jonckbloet houdt vol, dat de heer Koorders de ministers gewezen heeft op den steun van de kiezers en van het volk achter de kiezers. De beraadslagingen worden gesloten en de motie-Blussd in stemming gebragt. Zij wordt aangenomen met 39 tegen 34 stemmen. Vóór, de heerenBlom, de Bieberstein, Hingst, Wijben- ga, Sloet, van Eek, Kerstens, Fransen van de Putte, Geert- sema, deRoo, Godefroi, Storm, Guljé, Dumbar, Pijpers, van Delden, Viruly, Bots, Reinders, van Blom, van der Maesen, Dam, Kerkwijk, Moens, van der Linden, Thorbecke, Corne- lis, Dullert, Heemskerk, Jonckbloet, de Bruyn Kops, Fok ker, Blusse, Gratama, Beyma, Lenting, van Bosse, Wester- hoff en Heijdenrijck. Tegende heeren Hoffmann, Nierstrasz, Pijnappel, Tnsïnger, J. K. van Golstein, van Wassenaer Catwijck, de Willebois, W. van Golstein, van Foreest, de Bosch Kemper, de Brauw, Hardenbroek, Gefken, Verheyen, Simons, van Zinnicq Berg- mann, Rochussen, Kien, Smitsz, van Yoorthuysen, de Casem- broot, van Nispen, Borret, Koorders, Begram, van Naamen, van Sypestein, Saaymans Vader, van Kuyk, vjin der Hucht, Taets van Amerongen, KalfF, Hafimans en de Voorzitter. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten Donderdag te 11 ure de beraadslagingen aantevangen over het voorstel van den heer de Bosch Kemper om een adres aan den Koning te rigten. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 24 Maart 1868. Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van den 22 dezer, no. 10, wordt lint schroefstoomsclvip de Amstelliggende te Hellevoetsluis, met den 1 April a. s. in dienst gesteld, met bestemming naar de Kust van Guinea, en het bevel daarover opgedragen aan den luit. t/z. le kl. J. B. Everwijn. Voorts worden met gemelden datum op dien bodem geplaatst de luits. t/z. 2e kl. P. Wittop Koning, P. J. Zaal en J. C. A Wissel; de offic. van gezondh. 3° kl. C. Enthoven en de offic. van adm. der 3e kl. H. Kits van Heijningen. De onheilspellende geruchten hier dezer dagen ver spreid, betreflende Zr. Ms. stoomschip het Metalen Kruis, kunnen wij met zekerheid tegenspreken. Dit vaartuig is naar alle waarschijnlijkheid reeds op zijne terugreis. De ongerijmde geruchten o. a. dat liet stoomschip 4C kl. de Amstel, uitgerust voor de kust van Guinea, bestemd zou zijn om de eer van Neêrlandsch vlag te handhaven daar waar de krachten van een stoomschip le kl. te kort schieten is reeds voldoende om er niet het minste geloof aan te hechten; inaar bovendien hebben wij de verzekering dat er officieel van eenige ramp niets bekend is. Men berigt ons dat door den machinist-leerling E. J. Graat, dienende aan boord van Zr. Ms. stoomschip Leeuwar den in Oost-Tndie, op 20 Jauuarij 11. voldoend examen is afgelegd als machinist 3e kl. Het werkend personeel van het gezelschap Ernst en Scherts schonk gisteren avond aan de overige leden weder een regt genoegelijken avondde voordragt van acht tafereelen uit Schillers Willem Teil werden in zeer goed gekozen Cos- tumes op eene wijze voorgedragen die de algemeene goedkeuring der leden in ruime mate rnogt wegdragen. Vooral de hoofd personen en niet het minst Walter, de Zoon van Teil, kweten zich uitmuntend van hunne taak. De daarna gehouden voordragt en het later opgevoerde kleine tooneelstukje vonden mede een algemeenen bijval. De uitslag der herstemming voor een lid van den Baad der gemeente Sehagen, is als volgt: uitgebragt 140 geldige stemmen, waarvan 81 op den beer J. Denijs Wz. en 59 op den heer C. de Heer zijn uitgebragt. Alzoo gekozen de heer Jb. Denijs Wz. De dagbladen hebben het in der tijd vermeld, welke uitstekende diensten de Pruisische genietroepen in 1866 hebben bewezen bij het herstellen van beschadigde spoor wegen, het besturen der locomotieven en de regeling der militaire treinen. Met het oog op de ervaring, in Duitsch- land verkregen, hebben de ministers van oorlog en binnen- landsche zaken bepaald, dat het station van den staatsspoor weg te Utrecht als oefenschool voor ons leger zou dienen en thans ziet men dagelijks een detachement van het bataillon mineurs en sapeurs met onderofficieren en korporaals, onder de leiding van een officier van dat korps, spoorstaven plaatsen, wissels en puntstukken bevestigen en al datgene verrigten wat bij de vervaardiging van spoorwegen te pas komt. Ook zijn eenige mineurs in dienst gesteld bij de Nederl. Bijn-Spoorwegmaafschappij, om als stoker van locomotieven eenigen tijd werkzaam te zijn, en het besturen dier stoom wagens, waarin zij gedurende den winter door een der officieren zijn onderwezen, ook van de praktische zijde te leeren kennen. Weldra verwacht men bij het korps mineurs eenige onder officieren der infanterie, kavelerie en artillerie, aanvankelijk slechts een tiental, om onderrigt te ontvangen in de dienst der spoorwegenhet telegraferen en het besturen der loco motieven. Van dit onderrigt hangt natuurlijk alles af. De Pruisische onderofficieren, die onvoorbereid tot de dienst ge roepen werden, waren volgens getuigenis van de ingenieur die hunne verdere vorming heeft ondernomen, na een dienst van zes weken niet veel verder gevorderd, dan dat zij wisten hoe de remtoestellen bediend en de wagens aangespannen moesten worden. Door ,de meer stelselmatige en geregelde opleiding die door den minister van oorlog is voorgeschreven zal het Nederlandsche leger in oorlogstijd op de spoorwegen aan bekwamer handen zijn toevertrouwd. Men heeft nog liet voordeel dat deze militairen bij het verlaten van de dienst bekwaam zijn, om op voordeelige en eervolle wijze in hun onderhoud te voorzien. Dat zal gewis eene aansporing voor velen zijn om als vrijwilliger in dienst te treden. Bij het instituut voor doofstommen te Groningen worden thans weder de noodige maatregelen genomen voor de opneming van nieuwe kweekelingen, bij het begin van den aanstaanden cursus. Dit jaar kunnen geplaatst worden alle doofstommen, die in Augustus e. k. den ouderdom van zes jaren bereikt hebben, en nog geen volle 15 jaren oud zijn. Aan de ouders, die zulks mogten verlangen, kan ook toegestaan worden hunne kinderen te hunnen kosten buiten het instituut te doen verplegen, zoodat deze dan als externes het onderwijs bijwonen. Onvermogende kweekelingen worden gratis gehuisvest, gevoed en onderwezen. Wegens de nabijheid van den nieuwen kursus is eenige spoed allezins noodig, daar, in den regel, alleen bij den aanvang van het schooljaar nieuwe kweekelingen opgenomen kunnen worden. Adrianus de Loos is Vrijdag jl. door het provinciaal geregtshof in Zeeland veroordeeld tot de doodstraf wegens manslag met voorbedachten rade en diefstal gepleegd als loonbediende. Uit Almelo schrijft men van 17 Maart. Gisteren avond arriveerde alhier een geheele troep Heidens of Zigeuners, afkomstig uit Hongarije, en voornemens zijnde zich naar Belgie te begeven. Zonder veel omwegen sloegen zij in korte oogenblikken op de veemarkt een 4tal tenten op en legerden zich daar, om na een paar dagen verder te trekken. De geheele troep bestaat uit circa 100 personen, doch in Hengelo hebben zij zich geplitst en heeft het grootste gedeelte zijne roete over Delden genomen. Zij zijn allen van een zeer woest uitzigt, zoodat dan ook de politie een waak zaam oog op hen houdt, en de ingezetenen van Almelo bijna allen een kijkje naar deze havelooze half naakte menschen gaan nemen. De laatste berigten uit Oost-Tndie per telegraaf, loopen tot 26 Eebr. en per mail tot 12 Eebr. Te Samarang heeft weer eene geduchte overstrooming

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 2