STRANDGOEDEREN, DE DOCHTER YAN DEN BEKEL. BlIKIiEllLIJKE KIWI) DEK GËiftEME HELDE». ADVERTENTIES. MASTEN, BALKEN, DEELEN, BADDINGS en RONDHOUT van verschillende afmeting. 1 Vat PALMOLIE4 Vaten Stokholmer TEER, 3 SCHEEPSBOOTEN, WATERVATEN, NAAMBORDENTOUWWERK, 1 stuk POKHOUT eene partij oud GEWIGT en hetgeen verder zal worden ge presenteerd. de buffetjongen en de vrouw van den hofmeester, allen tot de- equipage behoorende, werden gedood. De heer Gamer, een der eigenaren, bekwam zeer ernstige wonden. ■Men kent de oorzaak dezer ramp niet. De eerste machinist hati eenige minuten vóór de ontploffingde stoomketels onderzocht en alles in goeden staat bevonden. ff- 'Volgens een later berigt weet men thans zeker, dat 84 personende slagtoffers dezer ramp zijn geworden. De Revue de V art Chretien meldt uit Palestina, dat de navorschingen der oudheidkundigen in het heilige land steeds voortgaan. Een hunner moet onlangs de synagoge hebben ontdekt, waarin de Zaligmaker te Capernaiim ge predikt heeft. Een ander meent een nieuwe verklaring te hebben opgespoord voor de woorden des evangeliesdat een rijke moeijelijker het Koningrijk der Hemelen zal binnen gaan, dan een kemel door het oog eener naald kan komen. Veelal werd die tekst als een hyperbool, in den oosterschen stijl gebruikelijk, aangezien, en menig uitlegger heeft dan ook Tiet hebreeuivsehe woord, dat tevens hemel beduidt, liever in zijn andere beteekenis van kabel genomen. Nu echter heeft een reiziger bevonden dat er te Jerusalem een tolpoort heeft bestaan die «oog der naald" genoemd werd. Zij was zoo eng en zoo laag, dat een bepakte kameel zich er niet dan met groote inspanning en met gebogen knieën kon doorwringen. De vergelijking tussclien den rijke, gedrukt door het gewigt van zijne wereldsche bezittingenvóór de poort des Hemels, en het kameel, zwoegend onder zijn last. voor het //oog der naald"zou alzoo niet hyperbolisch, maar van treffende juistheid zijn. Eene Schelsnaar waarheiduit hel leven van den Javaan.) V. K K o M o. Ja, daarom weent zij, daarom zien wij haar met bittere tranen en diepe smart aan de beek nederzitten, omdat heden morgen Mas Bei Wedono bij haar vader was, omdat zij buiten moest komen, en, toen allen heen waren gereden, van hare ouders hoorde „Merjam, gij zult de vrouw van Drono worden." Maar niet Merjam alleen zit treurig neder; daar ginds in die hut, aan de overzijde der beek, zit ook een jongeling met diepe smart en in somber zwijgen verzonken op zijn amben. Hij zag heden morgen den trotsehen Wedono, gevolgd door den overmoedigên Drono en de zijnen, de dessa binnenrijden. „Waarheen die stoet vroeg hij zichzelven ontroerd af„zou het waar zijn, wat ik gisteren hoorde mompelen, dat de Wedono kom nontonni bij den Bekeldat Merjam Drono's vrouw moet worden Zijn oog volgde hem met angst; geen twijfel meer: hij ziet, hoe de Bekel hen ontvangtzijne schoonste hoop, de toekomst van zijn leven, is hem eensklaps en zoo wreed vernietigd; hij heeft Merjam verloren. Wat zal ik van beider liefde verhalen zoo schoon eene maagd als Merjam, zoo fier een jongeling is Krorao, die daar thans zoo smartelijk nederzit. Beiden, te Siuga-redjo geboren, hadden als kinderen met elkander ge speeld, later als jongeling en jougedochter dagelijks elkander ontmoet, om het met iederen dag meer en meer te gevoelen, dat beiden, met elkander vereenigd, gelukkig zouden zijn. Zij hadden het elkander dan ook reeds vaak gezegd wij willen eenmaal in dezelfde hut wonen, op dezelfde ambeu rusten, van hetzelfde blad onze rijst eten. Kamisa deelde in beider liefdesgeheim. Geen wonder, waut zulk een vriend als Kromo voor Merjam, was ook Wirio, Kromo's broeder, vóórhaar. Daarover spraken beide meisjes gisteren morgen daarom zagen zij zoo blijde en praatten zoo vrolijk met elkander. In de eerste losbarsting zijner hartstogteu had Kromo zijne kris gegrepen en wilde daarmede naar de wo ning van den Bekel snelleD, om Drono, den verwoester van zijn geluk, voor aller oog te treffen. Maar Wirio had hem weerhouden, en het moord dadig wapen uit de hand gewrongen Toen was hij in dat somber zwijgeu verzonken waarin wij hem nog vinden. Een somber doodsch zwijgen, ge lijk dat der natuur, wanneer zij als 't ware al hare krachten verzamelt om in vreeselijke stormen los te breken. Wirio kende zijn broeder, zijn in zichzelf gekeerd en vastbesloten karak ter; hij wist het, Kromo zoude ze niet kunnen hooren, die blijde bruilol'ts— toonen, niet kunuen zien de feestelijke optogten, die weldra MerjanDs en Drono's huwelijk moesten verheerlijkeu. Iïij vreesde alles voor hem daarom zeide hij eindelijk: „Kom, Kromo, laat ons vau hier gaan; wat zoudeu wij langer op deze plaats des ongeluks vertoeven wij willen ons naar Sama- rang begeven, naar oom W7ougso Tomo. Reeds lang schreef hij ons te komendaar in die groote stad willen wij eenigen tijd vertoeven, en zult gij uw leed kunnen vergeten later keeren wij weder, als gij wilt, nu is het r.iet goed hier te blijven." Reeds weinige uren later sloegen beide broeders het pad in, dat naar den grooten weg voerde. Nog geen woord had Kromo gesproken als ecu hul peloos kind, werktuigelijk, beseffeloos, liet hij zich door ziju broeder leiden. YI. Drono. Een ander maal spreken wij van de leesten en optogten, welke de hu welijken der Javanen, indien zij die eenigzins kunnen bekostigen, vergezel len van de geschenken, die wederzijds worden gegeven van de vele cer- moniën, die daarbij moeten nagekomen worden. De feestelijke dagen zijn voor Merjam en Drono verloopen, en zij volgt hem thans als vrouw naar het huis zijns vaders. Zij had geen mond opengedaan tegen den wil liarer oudersdie wil was immers eene ijzeren wet, en zij wist het ook, Kromo was heengegaan. Van den avond tot den morgen hadden dagen lang de luide gamelans-toonen door Singa-redjo weergalmd, maar zij wareD niet blijde haar harte binnengedrongen; daar woonde slechts de stomme smart. Men had haar in zijde gekleed, met goud en bloemeu omhaugeu, eene kroon op het hoofd geplaatstmaar ze waren voor haar als de tooi en de opschik van het lam, dat ter slagtbank wordt geleid. Zoo volgde zij ook, te mid den van den blijden feestelijken stoet, Drono naar zijns vaders huis. De profetie der oude Doekon was vervuld, de adem des doods was over Singa- redjo's schoonste bloem gegaan zij hing geknakt op haren stengel. Neen, Drono was geen man voor haar. Trotsch cu eigenziunig als zijn vadev, was hij ook wreed en woest van karakter. Dat wisten allen die hem kenden, dat moest ook Merjam weldra ondervinden. Ilare ouders hadden haar als slavin verkocht aan deu meestbiedenden, maar ook den wreedsten heer. Als zoon van een Wedono, had ook hij de opvoeding genoten, welke de zoneu van Javaansche hooldeD, als vermoedelijke opvolgers van hunne vaders in hun ambt, ontvangen. Een Djoeroetoelies, schrijver van zijn va der had hem geleerd zijue taal en de Maleische te lezen en te schrijven, om officiële brieven, rapporten en staten, de dieust betreffende, zamen te stellen een priester had hem onderwijs gegeven in het lezen van den niet verstaanbaren Arabischeu Koran, in de waarneming van ecuigc uiterlijkhe den zijner godsdieuat en daarmede was zijne opvoeding voltooid. Neen, ik vergis mij, men had zich verder beijverd om zijn karakter, van nature reeds zoo boos, nog boozer te doen worden. Van jongs af aan, had men zijne luimen en hartstogteu gevleid en gediend. Zonder eenige zedelijke, godsdienstige vorming, was hij slechts ouder geworden, om ook met iederen dag boozer te worden. Men had hem de nederige dessabewoners steeds doen beschouwen als zijns vaders en zijne slaven men had hem ge zegd, dat zijn wil, als zoon vau een Wedono, steeds moest geschiedendat allen, die zijnen vader gehoorzaamden, slechts bestonden om zijne luimen te dienen, om voor hem in het stof te kruipen. Hij had die fraaije lesseu reeds maar al te goed in beoefening gebragt. Ook Merjam, die hij met ziju vader slechts tot vrouw had begeerd, omdat zij de schoonste was, ondervond weldra, welk een goed leerling hij van zijn booze meester was. Nog meer moest zij het ondervinden, omdat zij vau lagere geboorte was dan hij, en hij het spoedig had gehoord, hoe zij hein slechts alleen als vrouw was gevolgd om aan den wil van hare ouders te gehoorzamen, dat haar hart en hare liefde Kromo volgden. IVordt vervolgd.) Vau 10 17 April 1868. ONDERTROUWD: P. Parras, scheepstimmerman, 27 jaren, weduwnaar vau J. Veen, en W. van Leeuwen, 89 jaren, weduwe van J. du Pon. M. Witsenburg, broodbakker, 26 jaren en A. J. E. de Könnigh, 21 jaren, wonende te Texel. GEHUWD G. van Osch en G. R. de Roos. J. de Moei en E. Nicuwbuurt. A. Kamp en E. J. Zuidewind. J. Smit en. M. E. Bo- ~nefacius. A. van der klam en E. Darphoru. J. Duijvetter en C. Rems. BEVALLEN J. Wcber, geb. Wielick, Z. W. F. Busquet, geb. Bruiusma, D. A. J. Snaphaan, geb. de Haas, D. T. W. van Seelt Kouingstein, geb. de Wiju, D. S. P. Smit, geb. Wilner, D. J. G. Broekhuizen, geb. van Haarschot, D. S. Moen, geb. Kuipers, I), J. van der Miesen, geb. Smit, D. G. Drijver, geb. Kleijenburg, Z. M. E. Kalishoek, geb. Röver, Z. P C. Gude, geb. Slijboom, D. A. Klok, geb. Zaatman, Z. M. Gvunwald, geb. de Leeuw, 2 Z. C. .Slort, geb. Faber, Z. C. M. Meijer, geb. de Vries, D. G. Kolk, geb. Heijdenrijk, D. N. Boon, geb. Bakker, Z. OVERLEDEN J. Vinken, 41 jaren. A. Hessel, geb. Mossel, 63 jaren. V. J. Miuneboo, 19 maanden. E. Visser, 6 jaren. M. van Wetteren, 6 jaren, A. P. Piuxtcr, 20 jaren. C. J. Kenninck, ruim 2 jaren. A. Zinco, 44 jaren. E. Peereboom, 71 jaren. N. Slij- kerman, 3 jaren. E. C. Filmer, 11 weken. Lcvenlops aangegeven 1. MAKKTBCIilGTE IV. ALKMAAR, 18 April. Aangevoerd 4 Paarden f 30 a 80. 71 Nuchtere Kalveren f 3 a 9. 381. Schapen f6 a 25. 10 Lammeren f5 a 8. 8 Geiten 3 a 5. 10 Kleine Bokjes f 0.40 a 80. 120 Magere Varkens f5 a 20. 302 Biggen f4 a 7. Boter per kop 75 a 82^ ets. HOORN, 16 April. Kleine Kaas f 29Aangevoerd 87 stapels, wegende 20908 NP. 266ste STAATS-LOTERTJEerste Klasse. Eerste Trekking. No. 7112 12000; no. 17212 f1500; no. 7120 en 11908, ieder f 1000; no. 8473 f400; no. 9165, 12313, 17093, 17498 en 17693, ieder f100. Woensdag 22 dezer vertrekt van hier de Oost- Indische landmail via Triest en Vrijdag 24 dezer via Marseille. Heden overleed te Bergen, na een korstondig lijden, voorzien van de H. Sacramenten der ster venden, onze geliefde Moeder en Behuwd-Moeder ELTSABETH KUISEchtgenoote van wijlen WIL LEM BRAKENHOFF, in den ouderdom van bijna 63 jaren. Koegras, 12 April 1868. Mede uit naam der overige Kinderen P. KOS. J. KOS geb. BRAKENHOFE. Algemeene kennisgeving. De BURGEMEESTER van TEXEL, belast met het be heer over de Strandvonderij, presenteert op Vrijdag den 24 April 1868's voormiddags ten 11 ure, in het Logement de Lindenboom aan den Burg Eene partij ongereclameerde bestaande in t voorts: Alles liggende aan de verschillende dorpen van het eiland Texel en twee dagen voor den verkoopdag voor een ieder te zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 3