Zitting van den Gemeenteraad,
op Dingsdag den 23 Junij 1868.
Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakma.jï Bosse.
Secretaris de heer L. Verhey.
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezig de heeren Janzen en Jelgersma, de laatste met
kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
1.) Adres van den aannemer Joh.de Graaf wonende te Alk
maar, om kwijtschelding van boete
De Voorzitter deelt mede, dat het voor en tegen in deze
zaak met de Commissie voor de gemeente-werken en den
Gemeente-bouwmeester is overwogen, en het noodwendig is
geoordeeld de boete niet geheel kwijt te schelden doch in
aanmerking genomen dat de aannemer, volgens zijne opgave,
een verlies heeft geleden van f 5000.deze boete die bedraagt
ƒ450.te verminderen op ƒ275.-
Dit voorstel in omvraag gebragt, wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
2.) Regeling Schutterlijke zaken.
De Voorzitter deelt mede, dat van den Commissaris des
Konings eene aanschrijving is ontvangen, om mededeeling te
doen van het bedrag, waarop de bezoldiging is bepaald voor
die officieren bij de schutterij die daarop aanspraak hebben.
Tengevolge waarvan het Dagel. Bestuur aan den raad voor
stelt, om het traktement van den le luitenant-kwartiermeester
te bepalen op 100.en dat van den officier van gezondh.
op ƒ60.—.
De heer de Breuk vraagt welk motief het Dagel. Bestuur
geleid heeft, om die traktementen op de genoemde sommen
vasttestellen.
De Voorzitter antwoordt, dat de gemeente Alkmaar hier tot
leidraad heeft gestrekt.
De hr. de Breuk betw ijfelt of in deze de toestanden der gemeen-
Helder en Alkmaar wel gelijk zijn. Alkmaar is eene kleinere
gemeente, alwaar men meer gefortuneerde ingezetenen vindt
die een dergelijke betrekking alligt zonder salarisalleen
voor de eer, zullen willen waarnemen daarom meent spreker
dat opgenoemde traktementen voor deze gemeente te laag
zijn gesteld. Ook zegt spreker dat er eene circulaire bestaat
van 12 Dec. 1828, N°. 91, waarbij bedoelde traktementen
worden bepaald.
De heer Graat beantwoordt den heer de Breuk, dat niet de
juiste cijfers van Alkmaar zijn gevolgd, maar Alkmaar slechts
tot leidraad heeft gestrekt, en de traktementen hier hooger
zijn gesteld dan te Alkmaar. Voorts zegt spreker wat die
bedoelde oude circulaire aangaatik ken ze niet, maar wan
neer daarbij de traktementen zijn bepaald, dan toch zou de
'Commissaris des Konings daarheen wel verwezen hebben.
De heer de Breuk vraagt of de heer Graat ook het ver
schil in de traktementen met Alkmaar zou kunnen mededeelen.
De heer Graat antwoordt, dat de luitenant-kwartiermeester
in Alkmaar/40.geniet, en dat daar tevens een magazijn
meester iswelke betrekking hier ook aan die van den
kwartiermeester is verbonden.
De Voorzitter is het met den heer Graat eens, wat betreft
de opgenoemde circulaire, en stelt voor daarom over te gaan
tot de stemming over die traktementen.
Wordt aangenomen met 14 tegen 1 stem, de heer de Breuk
stemt tegen.
Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat bij missive van Ged. Staten van 27 Mei No. 14,
is goedgekeurd de verordening op de straten en wegen, zoo
als die door den Raad in eene vorige vergadering is gewijzigd.
b. Dat de heer Blok bij missive van 23 Junij zijn dank
betuigt voor de plaats gehad hebbende regeling van het on
derwijs en geeft de verzekering zijne beste krachten te zullen
aanwenden.
a en i worden voor kennisgeving aangenomen.
c. De Voorzitter deelt den heer Zur Muhlen mede, dat ten
aanzien van de plaatsing van banken op de openbare weg, is
goedgevonden, bij wijze van proef, twee banken te plaatsen
in het zoogenaamde plantsoen bij het spoorwegstation, doch
dat er bezwaar bestaat tegen het plaatsen van banken in het
laantje aan de Hoofdgracht, de bewoners aldaar zullen er niet
op gesteld zijn die banken tegen over hunne ramen te hebben.
De heer Zur Muhlen zegt, dat het juist zijn bedoeling was,
om in het laantje banken te doen plaatsen, ten gerieve van
de wandelaars.
De heer de Breuk wil bij wijze van proefneming ook twee
banken in het laantje doen plaatsen.
De Voorzitter maakt de opmerking, dat de grond in het
laantje tot den Waterstaat behoort en brengt het volgende
voorstel in omvraag: twee banken te plaatsen in het plantsoen
en magtiging van den Raad dat het D. B. zich wende tot
den Waterstaat ter bekoming van vergunning, om ook op dien
grond banken te mogen plaatsen.
De heer van Strijen verlangt, dat het doen van uitstallingen
op die banken streng zal worden verboden.
De heer Haagsma wil meer banken, ook op andere punten
der gemeente.
Het voorstel in omvraag gebragt wordt met 10 tegen 5
stemmen aangenomen, tegen stemde de heeren van Kelckho-
ven, Bakker, Graat, Boomsma en de Voorzitter.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de gewone rond
vraag gedaan, waarbij de heer Zur Muhlen de aandacht
vestigt op eene overtreding der gemeente-politie, door eenige
waterrijders, die het voorgeschreven bordje niet op hunne
karren hebben.
De heer de Breuk zegt opgeméB
de Willems- en Botbruggen eene^H
en weder voer, die ongetwijfeld lek^^H^B
wateruit het Koegras afkomstigmet kanaalwa^B
mengd moet worden; Spr. ziet hierin gevaar voor
zondheid van de gebruikers van dat water en geeft inB
king om dat te doen voorkomente meer, daar men hi^|
duinwaterleiding uitmuntend water tegen billijken pi^^B
bekomen.
De Voorzitter zegt de verkoop van dat water niet te küB
nen verbieden, dat de concurrentie vrij is; maar dat toezigE*
zal worden gehouden op den goeden staat der schuiten.
De heer Haagsma zegt, dat die schuiten voor de scheep
vaart niet gemist kunnen worden, wil daarom geen afschaffing
maar keuring om de 3 maanden.
Niemand het woord meer verlangende, wordt de vergade
ring gesloten.
1T IBTtT W S T IJ D 11T 3- B 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 26 Junij 1868.
Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden
kommandant kapt. ter zee P. A. van Rees, is gisteren
morgen van hier naar Birkenhead vertrokken.
De 1" luit. bij het korps mariniers P. A. van Braam
Houckgeest, wordt eervol ontheven als 2e offic. instrukteur
van de kadets bij dat korps en vervangen door den 1° luit.
J. L. Cadet.
Z. M. heeft benoemd bij de dienstdoende schutterij
te Wormerveer tot kapitein-kommandant de heer C. J. M.
Swaan, voormalig luitenant ter zee 2e klasse.
Z. M. heeft benoemd tot heemraad van den polder
Eijerland op het Texel de heer A. Blussé.
Z. M. de Koning heeft Hl), nieuw benoemden adjudant-
generaal J. A. v. d. Bosch, tevens benoemd tot groot-officier
van het Huis des Konings, met bepaling, dat hij als zoo
danig zal zijn toegevoegd aan Z. K. H. den prins van Oranje
Met goedkeuring van Z. M. den Koning zal in de
maand Augustus of September a. s. in de nabijheid van de
vlakte van Waalsdorp een algemeene nationale wedstrijd wor
den gehouden voor scherpschutters enz., welke door den Ne
derlandsehen weerbaarheidsbond is uitgeschreven. Tot deel
neming aan dien wedstrijd zullen niet alleen worden uitge-
noodigd alle vereeuigingen tot bevordering van 1s lands
weerbaarheid en de vrijwilligerskorpsen, maar ook de korpsen
van het Nederlandsche leger, de kon. nederl. marine, benevens
de korpsen der d. d. schutterijen.
Deafd. Haarlem der maatsch. tot Nut van 't Algemeen
beproeft aldaar voor het garnizoen een leeskamer en ver
pozingzaal op te rigten. Dat is wel een bewijs op hoe
ruim veld die maatschappij zich beweegt.
De gemeenteraad van Nijmegen heeft op voorstel van
mr. Prancken met algemeene stemmen besloten, zich te
wenden tot Z. M. den Koning, ten einde te verkrijgen
slooping der vestingwerken en afstand van de alsdan vrij
komende gronden aan de gemeente.
Dezer dagen gingen te Rotterdam twee jongelieden,
18 en 17 jaren oud, in de Rotte baden. De oudste kon
alleen zwemmen, en bond zich een touw om het iijf, om zoo
met den jongere over de Rotte te zwemmenhalverwege ge
komen zijnde, zonken beiden in de diepte en verdronken.
Voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer
in het hoofdkiesdistrict Dordrecht, ter vervanging van den
heer mr. P. P. van Bosse, zijn uitgebragt 1622 geldige
stemmen, waarvan waren uitgebragt op den heer Jhr. Mr.
W. T. Gevers Deynool 809 en op den heer Mr. M. Bi-
chon van IJsselmonde 806. Daar alzoo geene volstrekte
meerderheid is verkregen, moet tusschen beide genoemde
heeren eene herstemming plaats hebben. Er zijn 23 inge
leverde billetten van onwaarde verklaard.
Van Zwolle 23 Junij meldt men
Heden wordt voor het Provinciaal Geregtshof in Over
ijssel behandeld de zaak van Willemiua Grisse, oud 25 jaren,
arbeidster van Slagharen, beschuldigd van kindermoord, door
het kind, waarvan zij op 5 November 1867 bevallen was,
kort na die bevalling levend op het vuur te werpen en te
verbranden. Zeven getuigen en deskundigen werden gehóórd,
terwijl de beschuldigde wordt bijgestaan door den advocaat
mr. Eppo Heerkeus te Zwolle. De beschuldigde bekent
hare bevalling, doch ontkent, in strijd met hare vroegere
verklaringen, het kind levend op het vuur te hebben ge
worpen, als zijnde het volgens hare verklaring reeds dood,
toen zij het verbrandde.
De eerste steen van de groote draaibrug voor zee
schepen over het kanaal door Walcheren werd Dingsdag
gelegd. De brugput was met vlaggen versierd. De vorde
ringen van het werk laten zich gunstig aanzien.
Tn een brief uit Leeuwarden, ook handelende over
de ontvlugting der 6 boeven, wordt als zeer opmerkelijk
gewezen op het inbreken van 4 der toen ex-gevangenen in
eene woning te Roodkerk, Zij groeven onder den muur