4*5 schepen gestrand, van welke er 6 met man en muis zijn vergaan, 35 geblevendoch de bemanning gereden 4 later afgebragt ziju. Van deze schepen zijn gestrand 26 tusschen de Eems en Texel, 8 op de Hollandsche kusten 11 op den Banjaard, Ooster-en Zeeuwsche kusten. Van de gestrande schepen waren 25 naar Nederlandsche, 20 naar vreemde ha vens bestemd. Van deze vaartuigen waren 11 Nederlandsche, 12 Engelsche, 8 Fransche3 Pruisische, 1 Hannoversche, 5 Noordsche, 1 Bremer, 1 Hamburger, 1 Amerikaansch en 2 onbekende vaartuigen. Uit het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, worden tegenwoor dig ondersteund 936 oud-strijders van Waterloo; 67 ver minkte strijders van Waterloo; 24 uit oorlogen van 1814; 157 uit de Belgischen strijd; 102 uit oorlogen in de Oost- Indiën; 55 nagebleven weduwen van gesneuvelde krijgers; 316 blinden (volslagen) in en door de dienst, welke te Wa terloo, in België of in de Oost-Indische oorlogen gestreden hebben; 164 blinden in en door de dienst, welke echter geene veldtogten. hebben medegemaakt; 411 infirmen welke in Belgie gestreden hebben; 18 uit de Oost-Indie; 42 in en door de dienst welke echter geene veldtogten hebben me degemaakt en 353 veteranen, die na 40jarige dienst hulpbe hoevend zijn geworden. Uit Harlingen schrijft men het volgende: De kermis zal hier weinig worden. Men verneemt dat de marktmeester geene plaats heeft kunnen vinden voor tenten waarin vertooningen worden gehouden die niet strooken met streng regtzinnige denkbeelden zoo als bijv. een schouwburg. Uit Arnhem schrijft men In eene naburige stad zou een jong mensch zijne belij denis doen, een oppassende jongen die trouw ter kerk gaat en te huis was in de bijbelsche geschiedenis, enz. De kerkeraad der gemeente weigerde echter hem als lidmaat aan te nemen en gaf hem hiervan kennis. Ofschoon erkennende, dat hij niet gehouden was zich over zijne besluiten te verantwoorden, was de kerkeraad welwillend genoeg, om de gronden van weigering mede te deelen en noemde ook als zoodanig op: //dat de betrekking, die de jongeling bekleedt, gepaard gaat met ontheiliging van den heiligen rustdag des Heeren." Het jonge mensch was bediende in eene sociëteit Daarmede heeft de kerkeraad uitgemaakt dat koffijhuis- bedienden geene goede christenen zijn. Voor de jurisprudentie van de orthodox-gereformeerde kerk is deze uitspraak zeker niet onbelangrijk. Men schrijft uit Maastricht, 28 Junij. Donderdag avond sloot de koster van O. L. Vrouwe, zorgvuldig de deuren der kerk; doch nog eens terugkeerende, oin de eene of andere redenvond hij achter het groot altaar een onbekend persoon, die zich verborgen had. De schuilende gaf voor dat hij uit godsdienstzin in de kerk was gebleven 't gelukte, hem echter niet den koster te overreden, die hem aan een politie-agent uitleverde. Uit Meppel meldt men dd. 25 dezer: Op de tweede jaarlijksche wolmarkt, met tamelijken aanvoer, waren de prijzen der gewone soort 85 ets. tot 1.05 per ned. pond betere kwaliteit gold meer, ofschoon de handel niet heel levendig was. De boterhandel, aangevoerd p. m. 25.000 ned. pond, was beter geanimeerd; de eerste kwaliteit gold per vat f42 tot f44; stukboter IJ- ned. pond f 1.40 tot 1.65. Voor nieuwe aardappelen, zuiver van smaak en gaaf van stuk, besteedde men f4 tot f5 per mud. Voor vette varkens per ned. poed 40 h 48 ets magere bragten f16 h f36 op, jonge varkens (biggen) 5 it 13, Friesche schapen f8 5 14; dito lammeren f3 a 6. De gunstige weerge steldheid deed de prijzen stijgen. Zaturdag morgen vertrokken per boot van Arnhem naar Rotterdam ruim een honderdtal landverhuizers, om van daar per scheepsgelegenheid naar hun nieuw vaderland Ame rika te vertrekken. De meesten hunner waren uit de ge meente Aalten herkomstig en behoorden tot den mingegoe- den landbouwenden stand. Zij vertrokken onder het geleide van een oud dorpsgenoot, die na een 14 jarig verblijf al daar, thans zijne betrekkingen in Holland weder voor de eerste maal bezocht. Als plaats hunner nederzetting hadden zij het thans in volle ontwikkeling zijnde Minnesota gekozen. Mannen, vrouwen, grijsaards en kinderen, allen zagen er welgemoed en tevreden uit, en verklaarden vol vertrouwen op de leiding van hun ouden bekende de reis te aanvaarden. - Omtrent het Amerikaansche oorlogschip, Franklin onder bevel van den admiraal Farragut, dat het anker heeft laten vallen voor de stad Vlissingeu, worden de volgende bijzonderheden medegedeeld Zijn uiterlijke opstal is reusachtig, en maakt op den toe schouwer een grootschen indruk. Het schip meet 370 voet, en heeft een stoomwerktuig van 1400 paardenkracht-, het welk een ruimte van 25 stappen lengte en 50 breedte be slaat, en door den waterdamp van 32 ketels in beweging wordt gebragt. De schoorsteenen kunnen, naar gelang van omstandigheden, in- en uitgeschoven, en, zoo doende, korter of langer gesteld worden. Het monsterschip verheft zich 85 voet boven den waterspiegel en peilt er 25 onder. De ka juiten, wapenkamers, enz. zijn allerprachtigst en zindelijk. Er zijn aan boord 60 offic., 735 manschappen en 70 vuur monden van het grootste en nieuwste model. Het gedenkteeken voor Luther is den 25en ten 2 ure des namiddags te Worms onthuld, in tegenwoordigheid van vorsteu en aanzienlijken, onder feestgezang en groote geestdrift van het volk. De groothertog van Hessen had zijn plaats naast koning Willem, de groothertog van Weiinar naast den koning van Wurteinburg, de kroonprins van Prui sen naast prins Willem van Baden. Op het feestterrein waren ongeveer 15,000 menschen bijeen. De feestredenaars waren Opperman van Zittau. de deken Keim van Worms, de prelaat Zimmermau van Darinstadt en burgemeester Bück van Worms. De vorsten, vooral koning Willem en de kroonprins van Pruisen, werden bij hunne komst op het feestterrein met geestdrift ontvangen. De beste orde en eene feestelijke stem ming heerschten den geheelen dag. Het monument maakt een tredenden indruk. Het denkbeeld om militairen in vredestijd voor den landbouw te bezigen vindt in Hongarijen toepassing. De laudbouwvereenigingen in dat deel der Oostenrijksche mo narchie hebben berekend, dat daarvoor 30,000 soldaten konden gebruikt worden en hebben zich tot den minister van oorlog gewend met verzoek zooveel manschappen beschikbaar te stellen. In geval daartoe niet kon worden besloten liep. zeiden zij, de oogst groot gevaar. De minister heeft beloofd de vereischte stappen daartoe te zullen doen. Als de manoevres in de maand Augustus het niet beletten, zullen een aantal krachtige mannen ter beschikking van de laudbouwvereeni gingen worden gesteld. Dezer dagen is het eerste nummer verschenen van den Elecleur, een blad, hetwelk onder de ieiding staat van de heeren Jules Favre, Hénon en Eugèue Picard. Het hoofdartikel, onderteekend door den secretaris der redactie, begint op de volgende, veelbelovende wijze: //Voor 16jaren zeide men onsLaat de politiek rusten. Laat u blinde lings aan uw lot over; wij zullen redden! Waar voerden die redders ons heen p Gij weet het. Het budget, hetwelk de 3 milliard te gemoet gaat, kan het u zeggen; Mexico, Sadowa, het gebrek aan werk, de stilstand van handel en nijverheid, de negenjarige diensttijd bij het leger, ziju al zoo vele daadzaken, welke het antwoord op die vraag kunnen geven. Eerst thans is Frankrijk werkelijk in gevaar!" Dit eerste nominer is in beslag genomen wegens opwekkiug tot haat en minachting tegen de regering. De Daily Neios strijdt tegen het steeds aangroeijend aantal orgels, dat zich in Londen vertoont, en de meest krach tige zenuwen aan de hardste proef onderwerpt, vooral als er eenige dier instrumenten, soms geheel valsch, in korte nabij heid van elkander worden gedraaid. Het blad wil het getal orgeldraaiers tot een zeker cijfer beperkt zien en thans bij politie-verordening bepaald hebben, dat in één straat slechts één tegelijk mag spelen. De Griekscbe dagbladen deelen mede, dat voor het nog ongeboren kind der koningin een prachtig zilver doopvont wordt vervaardigd, dat 300,000 fr. kosten zal, welke som reeds bij publieke inschrijving is gevonden. Wij zullen niet zeggen dat de Grieken beter deden hun schulden te betalen, dan zulk kostelijk speelgoed aan te schaffen, maar eer zij tot zulke overtolligheden besluiten, mogten zij toch inderdaad wel eens hunne aandacht wijden aan de verbetering van de middelen van verkeer en van de handhaving van een goede politie. De politieke, berigten uit de Zuid-Afrikaansche repu bliek luiden in den regel nog zeer ongunstig. In 't Noorden hebben de vijandelijke Kafferhorden vrij spel, en de regering schijnt niet hij magte er iets tegen te doen. Gemis van eenstemmigheid onder hen die het roer in handen hebben, geinis aan promptheid in de uitvoering van gezag bij som migen, en misbruik van gezag bij anderen, geven reden tot herhaalde en luide klagten. Vooral de Zoutpansbergers heb ben het zwaar te verantwoorden. Velen hunner zijn ter prooi aan wezenlijke ellende. De regering zelve begint thans weêr wat doortastender te handelen. De krijgsraad is geproclameerd en de weerbare bevolking wordt onder de wapenen geroepen. Al het gebroken ijzerwerk uit de woningen der particulieren wordt opgeza meld, ten einde er kanonkogels en bommen van te gieten. Van het kleine gezelschap, dat naar Moselikatse's land getrokken is, om de daar aanwezige goudvelden te exploite ren, is gunstig berigt ontvangen. Tegen een belasting in geld is hun veroorloofd uitgravingen te doen. Thans wordt' er een onderneming op touw gezet, om een vereeniging vam 200 personen te vormen, om te zoeken naar goud en diar manten. Een vreeseüjk drama heeft Vrijdag jl. de gemeente Ever nabij Leuven, in verslagenheid gedompeld. Een jongeling Tan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 2