BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE TEXEL. iilARKTBERIGTEN. CARGA-LI ADVERTENTIE IV. 1. Een groote SCHUUR met STALLING en HOOIBERGING, aan de Kerkgracht, te Helderzeer geschikt voor Bergplaats van Turf. 2. Een SCHUURTJE aan de Oestersteeg te Nieuwediep. Reeds in zijne vroegste jeugd toonde hij een bijzondere lust voor de studie van de grieksche en romeiuscke oudheden, de wiskunde en bovenal voor de geschiedenis. In. den zomer van 1814 verliet hij de latijnsche schooi van zijne geboortestad met den eersten prijs in de eerste klasse en werd aan dc hoogeschool ingeschreven. In het begin van 1815 volgde hij den cursus aan het atheneum illustre te Amsterdam en inzonderheid de collegies der hoogleeraren van Leunep, van Swindcn en van Keencn. In 1817 behaalde hij te Leiden de eerste groote gouden medaille, die kort te voren door den Koning voor de beantwoording van eene prijsvraag was uitgeloofd. In 1S18 zette hij zijne studiën voort aan de akademie te Leiden en verwierf in 1819 nogmaals de gouden medaille. Nadat hij den doctorsgraad verkregen had ondernam hij, ondersteund door de regering, eene wetenschappelijke reis naar Duitschland. Hij bezocht de voornaamste akademien en maakte zich met de studie der wijsbegeerte vertrouwd, welk in dien tijd aan de Duitsche hooge- scholen in zoo hooge mate bloeide. Toen hij in 1822 in zijn vaderland terugkeerde, om een akademischen leerstoel te bekleeden, die vroeger voor hem bestemd was, werd hem deze geweigerd juist op grond van zijne wijsgeerige studiën, omdat uit een ker kelijk opzigt daartegen bezwaren bestouden. Men vreesde de gevaren, die voor de studenten uit de kennis der philosopkie van Spinoza, Schelling en Hegel konden voortspruiten. Zelfs de beschermer van Thorbecke, de minis ter Falck wien onze staatsman vijf jaren vroeger eene onpartijdige historische studie gewijd bad, was niet bij niagte de toenmaals bestaande vooroordeeleu te trotseren. Thorbecke, die nu in Nederland zonder betrekking waskeerde naar Duitschland terug en begaf zich allerecvst naar Giessen, waar hij als pri- •vaat-docent een akademischen cursus opende. Later vestigde hij zich te Göttingen, waar hij zijn brief aan professor Eichhorn „over de organische karakters der geschiedenis" uitgaf eu optrad als medewerker aan het weten schappelijk tijdschrift de „Göttinger Gelehrtcr Auzeiger. Toeu in het najaar van 1824 het vooroordeel geweken scheen dat voor hem vroeger in Nederland een hinderpaal was geweest, keerde hij naar zijn vaderland terug en gaf kort daarop zijne „Bedenkiugeu aangaande het Regt en het Natuurlijk Regt" in het licht. In het begin van 1826 werd hij tot professor in de staatswetenschappen, aan de hoogeschool te Gent beuoemd. Hier hield Thorbecke van 1825 tot 1830 een cursus in de geschiedenis der staatswetenschappen, de staatshuishoudkunde, de statistiek eu hare toepassing. De beginselen der regering die toeu gehuldigd werden, gaven hem aan leiding om in 1829 zijn vlugschrift over dc iurigting van het onderwijs uit te geven. Op het laatst van 18-30 zag hij zich gedwongen, door de scheidiug van Belgie en llollaud, Gent te verlaten. Hij begaf zich naar Leiden, waarbij benoemd werd tot hoogleeraar in de regten. In dezen tijd schreef hij zijne beroemde werken over de verandering van het Europeschc staten-stelsel (1831) en over de erkenning van de onafhankelijkheid van Belgie. Behalve in het genoemde vak, hield hij te Leiden ook een cursus over de geschiedenis van het romeinschc regt en het handelsregt, over de geschiedeuis der constitu- tien, die van de Nederlandsche wetgeving, het administrative regt, de uit legging van de grondwet vau 1815. Door de groote sympathie, welke hem overal ten deel viel, vormde zich een school van jeugdige leerlingen, die voortdurend toenam en die den geest zijner beginselen alom verbreidden en op die wijze zijn arbeid in zekeren zin voltooiden. Zijne werken ondersteunden dien geest eu zijne pogingen. Zijne aantceke- ningen op de grondwet, waarvan spoedig een tweede druk het liebt zag, stelde de talrijke gebreken en ergelijko misbruiken aan de kaak, die sedert 1814 in de regering dezes lands wareu ingeslopen. Bij dat werk voegde hij eene proeve van „grondwetsherziening," aanmerkingen die een historisch overzigt van het ontstaan der grondwetten vau 1814 en 1815 bevatten en tevens eene opwekking voor de toekomst. Dit werk heeft de publieke opinie geheel wakker geschud, die reeds sedert geruimeu tijd, maar altijd te ver geefs, op eene verbetering der constitutionele instellingen aandrong. Des ondanks outbrak der regering de moed tot doortastende hervormingen, waar van het gevolg was, dat de weinig beduidende verbeteringen, welke Thor becke in 1840 met eenige van zijuc politieke vrienden inde dubbele kamer voorstelde, verworpen werden. Maar weldra liet de openbare meening aan deze overtuiging regt wedervaren. Dc volksvertegenwoordiging en de booge collegien van staat ijverden onverdroten door adressen voor doortastende verbeteringen, en de openbare meeuing door hare organen. Nogtans stuitte het voorstel tot grondswetsherziening, hetwelk in Decem ber 1844 uegen leden der tweede kamer voordroegen, ondanks de schitterende verdediging van Thorbecke, op den ouverbiddelijken tegenstand van de partij, die uit beginsel tegen de invoering van alle nieuwighedeu was. Aau deze partij is ook de nederlaag toe te schrijven, die het hoofd der negen maunen, Thorbecke, na deze vruchtelooze poging ondervoud, toen hij in 1846 door^ de Provinciale Staten van Zuidholland niet herkozen werd. De Duitsche schrijver laat hierop eëne schets voïgen van de politieke geschiedenis van ons land tot op den tegenwoordigeti tijd, eene geschiede nis, die wij als bekend mogeu onderstellen. Hij eindigt zijne biographie aldus Wij zagen korten tijd gelcdeu, dat het Thorbecke gelukte niet slechts een liberaal kabinet te vormen, maar, wat hij reeds vroeger, in 1862, verlangde, een kabinet, waarin hij zelf geen zitting had. Toen waagde het nog nie mand van zijue partij om zonder zijne persoonlijke deelneming in een mi nisterie op te treden dat hij gevormd had. Thans gelukte liet hem den ar beid van zijn gansche leven te voltooijen en er levenskracht aan te schenken. Hij weuschte, dat het onafhankelijk van zijn persoon zou bestaan hij be noemde de leden van het ministerie en blijft zelf, hen steunend, lid der kamer. In no. 746 van ons blad hebben wij (zie advertentie) de uitgave aange kondigd van het 4e duizendtal van „Mijne verbanning uit den Evangelie dienst," van Dr. ZAALBERG Pz., te 's Hage, waarvan wij de lezing om op de hoogte dezer kerkelijke procedure te komen, niet genoeg kunnen aanbevelen. Vraagt men, welken indruk de lezing dier brochure bij ons heeft achter gelaten, hij is deze dat de christelijkc(r) raad van Eerwaarde raanuen, met en zestal predikanten aan het hoofd, die hunne vergaderingen met gebed aanvangen en met dankzegging eindigen, al zeer onchristelijk en onregtvaar- dig hebben gehandeld, door den predikant Zaalberg van den predikstoel te weeren en eene aanklagt tegen ZWEerw. bij het klassikaal kerkbestuur van Zuidholland in te dienen en dat even onchristelijk en onregtvaardig door dat bestuur en daarna ook door het provinciaal kerkbestuur is gehandeld, door den Haagschen kerkeraad, ter wille van zekere partij, in het gelijk te stellen en Dr. Zaalberg te veroordeelen. Doch, even als alle andere zaken, heeft ook deze treurige geschiedenis hare lichtzijde. Dr. Zaalberg, die wij hoogachten om zijne geschriften, is nu nog meer in onze achting gestegen. Hij toch staat daar alleentegen over zijne aanklagers, zijne gemeente en zijne regters, maar kalm en fier, en als den eik in het woud, biedt hij den storm het hoofd. Bij een (2eer geveinsd) schrijven, dat zijn vonnis vergezelt, dringt het proviuciaal kerkbestuur bij Dr. Zaalberg aan, ora in zijn vonnis te berusten, en daardoor de Haagsche gemeente eene dienst te bewijzen; dewijl het be stuur dan voor de toekenning van een rijks-pensioen zijne medewerking toezegdedoch ook deze verzoeking wordt door ZEerw. met verachting van de hand gewezen. Hij wil Haagsch predikant zijn of onwaardig worden verklaard, maar geen pensioen genieten, waarop hij thans nog geen regtma- tige aanspraak kan maken. In dat aanbod van het provinciaal kerkbestuur zien wij het doorslaande bewijs dat de Haagsche kerkleeraar Zaalberg, volgens kerkelijke wetten en verordeningen, het predikambt niet kan worden ontzegd, en dat men zijne zwakheid tegenover Dr, Zaalberg bewust, ZEerw. in een hinderlaag heeft trachten te lokken. Men zou Dr. Zaalberg zoo gaarne waanzinnig ziendoch dat ZEerw. er verre af is van in dien toestand te vevkeerenbewijzen de ondervolgende regelen, die op bladz. 105 zijner brochure gelezen worden „Waarlijk, het ontbreekt mij niet aan moed. Ik heb tegenwoordig een „zeer karig deel van maatschappelijk levensgenot, en ga met de mijnen „misschien een sombere toekomst te gemoet. Maar, bij God voor al de „levensvreugde, en al den overvloed der wereld, zou ik niet medeplichtig „willen wezen aan een vonnis als dat, hetwelk over mij geveld is en ik „acht het een der schoonste plichten, die ooit aan de Synode der Ned. Herv. „kerk kuunen worden opgedragen, zulk een goddeloos vonnis te niet te doen." Wij hebben goeden moed, dat de Synode niet, zoo als het klassikaal- en provinciaal kerkbestuur van Zuidholland, alleeu op grond van den schijD, den afgetobden strijder het „iveg met u" zal toeroepen, maar dat zij, boven partijen verheven, de schoone pligt zal vervullen, het „goddeloos vonnis" te niet doeude, den man met zoo veel geestesgave voor de kerk te behouden. Van 17 23 Julij 1868. ONDERTROUWD Geene. GETROUWD Pieter Vos en Goske van der Iloek. GEBOREN Maria, dochter van Paulus Visser eu Aaltje List. Neeltje, dochter van jaq Roeper Jsz. en Willerapje Bruin. Arie, zoon van Cor- nelis Dijksen Pz. en Neeltje Koorn. Jakob, zoon van Johannes Hopman en Aagje Huisman. Arie, zoon van Gerrit Plaatsman eu Grietje Ellen. OVERLEDEN Gerardus Johannes Busselman, 21 dagen, zoon van Ba rend Busselman en Erouwtje Puiman. Coruelisje Bakker, 76 jaren. Barbera vau Kooten, 13 dagen, dochter van Adrianus van Kootenen Geertrui de Graaf. Willem Huizinga, 61 jaren, weduwnaar van Johanna van Tol. Cornelis Wuis, 19 jaren, zoon van Pieter Wuis en Dieuwertje Salm. Jacob Bakker, 17 dagen, zoon van Jacob Bakker en Hilgen Kooi. PURMERENDE, 21 Julij. Aangevoerd 272 stapels Kleine Kaas, 10 Middelbare. Boter van f 1.25 tot f 1.35 per N. P. Gemiddeld fl.30 per N. P. Aangevoerd SI Runderen. Vette Koeijen gingen niet vlug, evenwel tot tamelijke goeden prijzen van de hand. In Melkkoeijen was hijzonder weinig handel. Vroeg- en Kalfkoeijen zijn niet best te plaatsen. 25 Paarden. 122 Vette Kalveren, prijs van 50 tot 75 ct. per N. P. Handel levendig. 34 Nuchtere Kalveren, prijs vau f6 tot f 14 per stuk. Handel stug. 54 Vette Varkens. De prijs was vau 38 lot 46 cents per N. P. Handel stug. 13 Magere Varkens, van fll tot f16, en 103 Biggen van f4 tot f6. Handel stug. 821 Schapen en Lammeren. Vette Schapen blijft de handel hetzelfde; het drooge weder in aanmerking genomen is de prijs redelijk. Magere Schapen zijn slecht te verkoopen. Lammeren geheel onverkoopbaar. Kip-eijeren 1'2.70, Eend-Eijeren 3.80. per 100 stuks. 9 mud peren f5 tot f 6 per mud. Verleden Diugsdag zijn ter waag gewogen 239 stapels Kaas, wegende 63197 N. P. De hoogste markt was voor Kleine Graskaas f27.Mid delbare f26.Aangevoerd 280 N. P. Boter. SCHA GEN 23 Julij. 20 Stieren f 60 a 120. 5 Kalf-Koeijen f 150 a 200. 6 Nuchtere Kalveren f4.50 a 8. 100 Magere Schapen f6 a 12. 184 Vette Schapen f 18 a 22. 3 MageréVarkens f 8 a 13. 17 Biggen f4 a 6. 16Konijnen f0.10 a 0.75. Kippen f 0.40 a 0.50. Duiven f 0.10 a 0.35. Boter f 0.90 per kop of f 1.20 per Ned. pd. Kaas f0.17^ a 35 ct. per N. P pd. Kipeijeren f2.40 a 2.50, Eendeijeren f3.50 per 100 stuks. ENK HUIZEN, 23 Julij. Kaas aangevoerd 74 stapels, wegende 18068 Ned. ponden. Hoogste prijs f27.50, Laagste f23.Karweij per 50 kilo f!8.52|. Capucijnders pér mud f 12.50 a 11.Wijker valcn f 10.a f9. SNEEK, 21 Julij. Prijs der Boter f 50.50. BELPAST, 20 Julij. Vlas. De aanvoer bedroeg 196 tou, waarvan 131 machinaal en 65 uit de hand gezwiugeld tegen 142 in 1867. Voor de eerste werd 7/6 a 12/6 betaald en voor de tweede 6 a 8/9. De aanvraag was groot voor den tijd van het jaar, er was veel vraag en de prijzen waren vastde kwaliteit was superieur eu alles werd grif opgekocht. Van IS tot en met 24. Julij zijn insfeklaard JST. te Helder tot lossing Naam van het Schip Gezagvoerder. Plaats van herkomst. Lading. Voor wien bestemd. II er o Min er va Flamingo Carbon Waldridge Alpha George Smith Hero Thomas Mary Brilliant Blackness Albatros Elïsabeth William Haunah Augusta Francis T. Barlinson L. Paissen N.J.Cederijscn G. Boston G. Edwards J. Thompson S. Marshall j. W. Mann J. Shotton J. Sonderland C. Dickmann D. S. Bath E. Ward J. Jullork C. M. Aberg W. Mardy Sufiderland Memosant Sundswall Sunderland Newcastle Sunderland Riga Sunderland Newcastle Sundswall Middlesbro Steenkolen Hout Steenkolen Hout Steenkolen Hout Steeukolen B. Hagedoorn Bruinvis Blikman C. B. Hagedoorn J. Bruuings Wurfbain C. id. Heint C. Wurfbain C. id. id. Blikman C. Wurfbain C. H. IJ. Sp. M. Blikman C. P. C.Brunings Afkomstig van J. J. C. SUSSENBEE.G. Af/comstig van L. VAN BERK. Te bevragen ten kantore van de Notaris W. J. Hidde Bok.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 3