ïlieuros- en <flÖoertentie--6fftÖ. M 748. Achtste Jaargang. (868. WOENSDAG 29 J U L IJ. gi'öedte. POLITIE. jSict-offi cfëcï 0Ebccïte. 1TI B TT W 3 T IJ D IXT B ÜT. COURANT. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.30 Franco per post «1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advertentien van 14 regels is 60 Centen voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve mende Advertentienintezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Ten bureie van den ondergeteekende is gedeponeerd een DUIMSTOKJE. Helder28 Julij 1868. De Commissaris van Politie A. C. BOONZAJER. POLITIEK OVEKZIGT VAN DEN DAG. Nog altijd is het bondgenootschap tusschen Frankrijk, Bel- gie en Nederland het onderwerp der politieke gesprekken. De half officiële bladen in Frankrijk hebben van hoogerhand in last gekregen terug te komen van hun al te stellige ontkenningen van de plannen, in deze der regering toegeschreven. De oorlogs- en vredespartij schijnen beiden die plaunen toege daan de eerste hoopte dat Pruisen in dat bondgenootschap een uittarting zien en Frankrijk den oorlog verklaren zou; i de laatste hoopt daarentegen dat de vereeniging tot een al- gemeene ontwapening zou leiden. De Pariser Correspondenz deelt omtrent de zaak het vol gende mede»Wij zijn heden in staat eenige naauwkeurige opgaven te doen betreffende de beoogde unie tusschen Frank rijk België en Nederland. Het plan daartoe is ontstaan bij het kabinet der Tuileriën, kort voor dat de Luxemburgscbe kwestie ter sprake was gekomen; de inlijving van het groot hertogdom bij Frankrijk zou echter als brug voor de verdere regeling dienen. Doch de algemeene gisting, die destijds zich in Europa openbaarde bij het bekend worden van het inlij vingsplan, en de nederlaag, die voor een deel der Fransche regering in die zaak leednoodzaakte liaar hare ontwerpen nit te stellen. Thans scheen het oogenblik ter uitvoering gunstig te zijn. Openingen werden gedaan op de meeste kiesche, de voorzigtigste en vertrouwelijkste wijze, niet aan de kabinetten van Brussel en 's Gravenbage, maar aan de hoven in de twee residentiën. De heer de Laguéronnière, een der voornaamste aanhangers van het verbindingsplan, zou als gezant te Bruseel ter bevordering van de zaak werkzaam zijn. Maar zij werd te vroeg ruchtbaar en vond in Europa bijzonder in Belgie en Nederland, zulk een algemeene afkeu ring, dat de keizerlijke regering voor de tweede maai den terugtogt moest aannemen. De heer de Laguéronnière zal nu niet meer naar Brussel gaan. Drie dagen geleden had hij audiëntie hij den keizer, zoo gezegd wordt om over de Mexicaansche obligatien te spreken, maar in waarheid om van Napoleon III te vernemen dat hij den begeerden gezant- schappost te Brussel niet krijgen zal. Nu is nog slechts de vraag, of het kabinet der Tuileriën zijn voornemen voor goed opgegeven heeft, dan wel of later, als de gelegenheid beter is, men er weder mede voor den dag zal komen." De Spaansche regering komt van de eene ongerustheid in de andere. Pas had zij in angst gezeten, dat de koningin ter elfder ure zou terugtrekken en de gestrenge maatregelen tegen de generaals en tegen den hertog en de hertogin van Mont- pensier niet zou bekrachtigen, of ziet, daar komt het ge rucht, dat Prim Londen heeft verlaten en zich hegeven heeft naar Lissabon, waar zich alreeds deelnemers aan zijn pro- nunciamento van 1866 bevinden. Zij heeft van den Spaanschen gezant te Londen mededeeling van zijn vertrek ontvangen en tevens de kennisgeving, dat alle geëmigreerde militairen, van de verschillende punten waar zij zich bevonden, naar Lissabon op weg zijn. Zij is te ongeruster, omdat twee leden van het Portugeesche kabinet vrienden van Prim zijn. Door dien de wijziging van het Portugeesch ministerie, in dezen het Spaansche kabinet ongunstigen zin, juist zamenviel met de terugkomst der koningin van Portugal te Lissabon, meent men, dat de Italiaansche regering er niet vreemd aan is. Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 28 Julij 1868. Z. M. heeft met den 16" Augustus a. s. benoemd tot 2n luitenant bij het korps mariniers de kadets bij dat korps, H. B. van Rhijn, J. J. Reeringh en H. J. Romeny. Aan den matroos le kl. J. Schippers, aan boord van Zr, Ms. transportschip Javaliggende alhier en de vorige week uit lndie gerepatrieerd, is de groote gouden medaille uitgereikt benevens een gratificatie van f100, voor 50 jaren onafgebroken en trouwe dienst aan den lande bewezen. Te Helvoet is jl. Vrijdag aangekomen het te Vlaar- dingen te huis behoorende sloepschip Klasina, waarvan de stuurmanHugo Verschoor en een der matrozen, door het breken van de waterzeilknie, over boord gevallen zijn en verdronkennog een der manschappen werd bij die gele genheid zwaar gekwetst. Omtrent de ongeregeldheden te Oude Tonge wordt aan de N. Bolt. Cl. nog het volgende geschreven Zekere Z. weesvader, werd eenige dagen geleden beschul digd van in eene ongeoorloofde betrekking te staan met de weesmeisjes, waarop hij van zijne betrekking werd ontzet en naar de gevangenis te Brielle opgezonden. Nadat hij daar een paar dagen had doorgebragt, keerde hij terug. Dit gaf aan vele ingezetenen zulk eene vreugde, dat zij met vlaggen al zingende door de straten liepen, waarop zij door den burgemeester aangemaand werden het straatrumoer te staken en naar huis te gaan het zingen hield dan ook op, inaar men sloeg bij den pastoor en nog een katholiek de glazen in, daar men den pastoor beschuldigde, den weesvader in het ongeluk te hebben gestort. Den volgenden dag kwam er eene commissie voor de regtbank te Brielle, ten einde enkele der oproermakers te verhooren; het gevolg daarvan was, dat de weesvader andermaal is getransporteerd, terwijl men zegt, dat nog twee der belhamels naar Brielle zijn ver trokken. Ten einde nu voor goed een einde aan het inslaan van glazen te maken, zijn er uit Bergeu-op-Zoom vier-eu- zestig militairen ontboden, welke zijn ingekwartierd en eeni ge dagen voor de veiligheid zullen zorgen; ook is het ver boden, om met meer dan drie personen bij elkander te staan. Onder de Oostindische berigten lezen wij het volgende Soerabaija, 25 Mei. In het Grisseesehe (Sidayoe is eene ziekte uitgebroken onder het vee. Er sterven vele karbou wen. Bereids is een veearts van hier derwaarts gedirigeerd. Wij hopen, dat Java bewaard mag blijven voor de ramp, welke Sumatra's veestapel dermate heeft geteisterd. Men meldt verder, dat te Sidho-ardjo eene ziekte onder de paarden is uitgebroken, bestaande in eene opzwelling van den buik en stoornis in de ontlasting, daaraan zouden reeds verscheidene paarden gestorven zijn. De onvermoeide en verdienstelijke veearts heeft reeds order ontiangen zich derwaarts te spoeden. Van de uitgebrokene veeziekte te Sidayoe is nog niets naders vernomen. Van Soerakarte schrijft men het volgende: "Naar ik ver neem, zijn er weder twee voorvallen, dat de roovers bewoonde huizen hebben aangetast en eenige goederen hebben geroofd; in de dessa 1'oerie is het zonder bloedvergieten afgeloopen, doch te Klatten is de bewoner van het huis vermoord. De politie heeft de daders reeds gevat, zooals het gerucht loopt het waren bewoners van dezelfde en omliggende dessa's. Het zich zoo dikwerf herhalen van roofpartijen maakt den toe stand in de Vorstenlanden niet beter dan die reeds was want velen worden afgeschrikt om meer in de binnenlanden té wonen, waarvan voorbeelden zijn aan te wijzen. Opval-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 1