Achtste Jaargang.
1808.
Jlieuros- en
ZATURDAG
<ftÖoertenUe--öfaÖ.
14 NOVEMBER.
gcberite.
«fèiet-offiriëel gebeeïti\
ariBTrwsTiiDiirq-Biir.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per po3t B 1-50
Men abonneert ïich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Ad verten tien van 14 regels is 60
Centen voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdag»
middag 12 uur gelieve men de Adverteutiên intezendeiu
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
POLITIE.
Ten burele van den ondergeteekende i
Guuden OORBELLETJE.
Helder, 3 Nov. 1868. De Commissaris van Politie,
A. C. BOONZAJER.
gedeponeerd een
POLITIEK OVERZIGT VAN DEN DAG.
Wat de Spaansche kwestie betreft, daar heerscht nog steeds
dezelfde onzekerheid over. De Spanjaarden weten niet, wien
te kiezen en dit kon wel eens ten gevolge hebben, dat het
voorloopig bewind bleef voortbestaan, nog na de bijeenkomst
der Cortes.
De generaal Espartero, thans 76 jaren oud en kinderloos,
maar nog gezond en sterk van ligcbaam, wordt mede als
candidaat voor den troon genoemd.
De Madridschö correspondent van de Londensche Times zegt
in een schrijven van dén 5den dezerdat die canHiJaïïïur
onder het publiek zeer ernstig wordt besproken en dat zij,
wel beschouwd, in de tegenwoordige tijdsomstandigheden wer
kelijk aan te bevelen zou zijn.
De katholieke dagbladen van Madrid behelzen thans dag
aan dag adressen, door Spaansche vrouwen aan het voorloopig
bewind gerigt om eerbiediging van de katholieke kerk, en in
zonderheid instandhouding der nonnenkloosters te verzoeken
Twee telegrammen uit Londen meldendat de geschil
len tusschen Noord-Amerika en Engeland op den weg van
schikking zijn. Eeue algemeene commissie van scheidsregters
is benoemd, en voor de verschillende bepaalde geschilpunten
zijn bijzondere arbiters aangewezen. Disraëli had dus regt
op 't banket van den lord-mayor te zeggen, dat de moeije-
lijkheden tusschen de heide broederstaten waren verdwenen.
Hg voegde er bij, dat de geheele staatkundige gezigtseinder
opgehelderd is; alleen de wapeningen van Frankrijk en Pruisen
doen vrees koesteren, maar daar geen van beiden oorlog
zuchtige bedoelingen hebben, meent de Eng. premier, dat ook
in deze een vriendschappelijke regeling te vinden ware.
Mogt dit gelukken, door bemiddeling van 't Britsehe ministe
rie, Europa zou het er dankbaar voor wezen.
Te Parijs trekt zeer de opmerkzaamheid de inschrijving op
het gedenkteeken ter eere van den afgevaardigde Baudin, die
den 2 December bij de verdediging van regt en wet tegen
den coup d'e'tat sneefde. Door de hoofden van alle partijen
buiten de imperialistische wordt ingescheven; de regering toont
er zich zoo verbolgen over, dat de bladen die de'inschrijvings-
lijsten mededeelen, worden vervolgd. De keizer wordt zeker
niet gaarne aan de December dagen herinnerd; maar 't on-
regt, wat men nu doet, is zeker weinig geschikt, om het toen
gedane onregt te doen vergeten!
De uitslag der verkiezing in Amerika, van generaal Grant,
tot president der vereenigde staten, is door Colfax genoemd
«Een zege der burgerlijke vrijheid voor allen, geregtigheid
voor allen en bescherming voor allen, zonder onderscheid van
kleur of politieke meening," Is Colfax de redenaar, Grant
heeft nog weinig in 't openbaar 't woord gevoerd en dat is
ook zgne taak niet. Sedert den afloop van den oorlog heeft
generaal Grant, naar ieders meening, intusschen met oordeel
en gematigdheid gehandeld. In den beginne meende men, dat
hij de inzigten van den president deelde. Doch toen de heer
Johnson in een hoe langer hoe meer wanhopige positie kwam
tegen het congres en tegen de heerschende openbare meening,
schaarde generaal Grant zich aan de zijde der meerderheid,
door welke hem thans eene zeer uitgebreide magt is toever
trouwd. Hij heeft echter gedurende zijne geheele loopbaan
met groote gematigdheid gehandeld, hij is steeds eerder als
bemiddelaar dan als overwinnaar opgetreden, en't vermoeden
rijst, dat dit voortdurend zijn streven is en zal blijven.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 13 Nov. 1868.
De beenbreuk waarvan wij in ons vorig nummer melding
maakten, was vergezeld van dusdanige gevaarlijke inciden
ten, dat men zich den volgenden dag genoodzaakt zag het
been beneden den knie aftezetten. De vrouw is daartoe
in het gemeente ziekenhuis opgenomen.
De kunstbewerking is door den heer Dr. Haremaker ten
uitvoer gebragt, in bijzijn van een 13tal genees- en heel
kundigen, waaronder vele officieren van gezondheid der marine.
De vrouw bevond zich heden morgen, na een vrij rusti-
gen nacht redelijk wel.
Door den brandraad in deze gemeente werd dezer dagen
eene vergadering gehouden, gewijd aan de belangen van het
brandwezen, met eene gepaste rede van den opperbrnnd-
meester, den he.er K. J. Krul, werd deze vergadering, die door
14 leden werd bij gewoond, geopend; de heeren H. J. Rip-
pens en C. Rood waren door ongesteldheid afweziger
- werd hulde gebragt aan de goede diensten der brandweer.
Na het lezen der notulen werd overgegaan tot het nazien
en opmaken der lijsten van de in dienst gestelde personen,
overeenkomstig art. 10 der verordening op het brandwezen.
Vervolgens deed de opperbrandmeester mededeeling, dat
door het gemeentebestuur was benoemd en aangesteld bij
spuit No. 5 als 2e assistent-brandmeester de heer M. de Klerk
en als kommandeur de heer Joh. de Beurs, bij spuit No. 4
als kommandeur de heer Jb. Ligtenberg.
Daarna werd verslag gedaan van liet beproeven der ver
schillende spuiten op 9, 10, 12 en 13 October jl. verrigt,
waarbij gunstige resultaten waren verkregen, terwijl de ge
breken die werden opgemerkt, spoedig waren hersteld.
Nadat de opperbrandmeester den leden had opmerkzaam
gemaakt op een en ander bij voorkomenden brand door hen
te verrigten of in het oog te houden, en niemand der leden
het woord verlangde, werd deze vergadering met een woord van
dank gesloten hetwelk door den heer K. Lastdrager werd
beantwoord, die daarin den wensch uitte dat de opperbrand
meester liet brandwezen nog vele jaren in alles ter zijde mogt
staan en gezondheid steeds zijn deel moge zijn.
Gisteren morgen is aan boord van het wachtschip alhier
bij de waclitparade, ten 9 ure, ten aauhoore van de geheele
equipage, door den eerste officier, de kapt-luit. t/z. W. F. L. de
Vriese, een brief voorgelezen, geadresseerd aan den komman-
dant van genoemd wachtschip, den kapt. t/z. F. A. A. Gregorij,
en onderteekend door den hoofdcommissaris van politie te
Rotterdam, den heer mr. C. C. Cardinaal, waarin laatstgenoemde
zijne bijzondere dank betuigt aan een der schepelingen van het
wachtschip, den marinier Jan Breemen, die tijdens de on
langs plaats gehad hebbende ongeregeldheden te Rotterdam,
zich aldaar met verlof bevond en zich vrijwillig ter beschik
king van een der dienstdoende commissarissen heeft gesteld,
en na met een sabel te zijn gewapend, verschillende uitval
len met de agenten op de bandelooze hoop heeft medege
maakt, bij welke gelegenheid hij menige oproerling heeft ge
arresteerd. Bij een der uitvallen, die door het volk telkens
met een hagelbui van straatsteenen werd begroet, werd hij
zoodanig getroffen, dat hij ter aarde stortte en moest worden
weggedragendaarna weder tot bewustzijn teruggekeerd,
schaarde hij zich andermaal in bet gelid der agenten en heeft
zich weder voorbeeldig kloekmoedig gedragen.
Ter belooning van zijn gedrag, was in bovengenoemden
brief een postwissel voor hem ingesloten, ten bedrage van
f2.50 (zegge twee gulden vijftig centeu).
Ook hebben wij inzage bekomen van het aan hem, reeds