Het gezelschap «Ernst en Schertsvierde gisteren
avond in eene buitengewone vergadering, haar tienjarig be
staan op eene wijze die met regt feestelijk mag genoemd
worden. Het bestuur dezer vereeuiging verdient allen lof,
voor de vele moeite en kosten, die het zich getroost heeft
tot het verschaffen van zoo vele afwisselende nuttige en aan
gename uitspanningen, waarmede zij de vergadering zoo ge-
ïuimen tijd heeft weten bezig Je houden.
Voor de astronomische en microscopische voorstellingen,
waaronder ook het aanschouwelijk reisverhaal in de Noordpool
gewesten behoort, was iemand met de daartoe vereischte toe
stellen van elders ontboden, wij brengen dien heer onzen lof
voor zijne beschaafde en duidelijke wijze van explicerendit
vooral heeft er veel toe bijgedragen, dat, hoewel het voor
allen eene genoegelijke uitspanning mag genoemd worden,
het voor velen nog eene aangename leerschool was daarenboven.
Het nommer twee van het programma, de verijdelde Za-
menkomst of de gefopte Oom, een blijspel in een bedrijf,
bragt de lachspieren niet weinig in bewegingniet minder
was dit het geval met de pantomime in twee bedrijven
Wit en Zwart, of de snakerijen van Pierrot, waarin wij
vooral laatstgenoemde hebben bewonderd in de goede op
vatting, flinke uitvoering en aplomb van zijn spel, zoo als
men het zeldzaam bij een delittant zal aantreffen. Colum-
bine zag er uit om te stelen, indien hare colossale ligchaams-
bouw daartoe geen bezwaar ware geweest, al de optredende
personen werkten flink mede tot het welgelukken dezer pot
sierlijke voorstelling, die met een zeer prachtig tableau ein
digde, verlicht door bengaalsch vuur.
Het overige van dien avond of liever nacht, werd den
dans gewijd, afgewisseld door gepaste voordragten en toasten.
De ruime zaal van Tivoli kon ter naauwernood de vele
feestvierende leden en genoodigden bevatten.
Ten slotte nog een enkel woord van hulde voor de
prachtig aangebragte vlaggen-decoratië door de geheele zaal,
versierd door vele nette schilden met toepasselijke opschriften.
De raad der gemeente Rotterdam heeft in zijne ver
gadering van 12 November jl. benoemd tot havenmeester
aldaar den heer R. N. J. Bijl, thans havenmeester bij het
Noordhollandsch kanaal, met 23 van de 37 stemmen, 13
stemmen werden uitgebragt op den heer K. J. van Hemert
en eene stem op den lieer J. Verberne.
Bij de regeling van het traktement voor die betrekking
en wel hoofdzakelijk aangaande de kosten voor een bureau,
werden uitvoerige discussien gehouden en ten slotte door den
voorzitter het volgende voorstel gedaan, dat met algemeene
stemmen werd aaugenomeu De raad besluit de jaarwedde
van den havenmeester vasttestellen op f2600; en hem eene
som van f500, voor een bureau toetekennen, tenzij de ge
meente hem een bureau aanwijst.
Zondag jl. is de heer Zaalberg in de Willemskerk te
's Hage voor een talrijk gehoor opgetreden. Hij heeft van
den kansel eene afkondiging van den kerkeraed medegedeeld,
luidende
De kerkeraad maakt bekend, dat de bediening van den
heiligen doop, voortaan niet geschiedende overeenkomstig de
verordeningen der Ned. Herv. kerk, zal beschouwd worden
als nietigen de de kerkeraad zal weigeren om de kinderen,
die niet gedoopt zijn in den naam des vaders, des zoons
en des heiligen geesten, in de doopregisters in te schrijven.
In eene korte, goed geschreven brochure over het
oproer te Rotterdam, toont de heer W. Hoogvliet, vroeger
commissaris van politie te Leiden, aan hoe onze politie mist
wat zij in de eerste plaats noodig heeft om te kunnen hande
len eene wet welke haar daartoe de bevoegdheid geeft. Eene
wet op de rijkspolitie bezit Nederland niet en de meeste
handelingen der politie, die niet tot de gemeentepolitie be-
hooren, zijn wel beschouwd onregtmatige daden. De schrijver
herinnert aan de taak in 1852 aan eenige deskundigen op
gedragen, om eene wet op de rijkspolitie te ontwerpen. Wis
seling van ministers heeft die zaak op den achtergrond doen
geraken haar weder ter tafel en tot een goed einde te bren
gen acht de heer Hoogvliet, en zeker ieder, die in de politie
iets meer ziet dan eene magt om tegen straatschrobben, klee
denuitkloppen, enz. te waken, volstrekt noodzakelijk.
Aan de memorie van beantwoording van den minister
van binnenlandsche zaken omtrent hoofdstuk V der staats-
begrooting ontleeuen wij het volgende
Dat door de toenemende bevolking in de' laatste vijf
jaren het getal leden der Tweede Kamer met vier vermeerderd
moet worden.
Een wetsontwerp tot nieuwe regeling der schutterijen is
afgewerkt en zal eerstdaags aan den raad van state worden
verzonden.
Het verslag van het onderzoek omtrent den toestand der
hier te lande in de fabrieken arbeidende kinderen, zal door
den druk worden openbaar gemaakt. De commissie belast
met het onderzoek van drinkwater, in verband met de ver
spreiding der cholera, heeft hare taak volbragt, terwijl met
het drukken van het verslag een aanvang is gemaakt.
Erkennende de behoefte aan eene algemeene wet op den
waterstaat, meent de minister echter zich intusschen tot par
tiële regelingen te moeten bepalen, waaruT^a^H
meene wetgeving des te beteren met—minde^jM
kunnen geboren worden. In dat opzigt is btjae^rel^^H'
state aanhangig een wetsontwerp tot intrekking van de be^^
staande wetgeving betrekkelijk de breedte van de veilingen
der wielen van voertuigen, enz., terwijl men bezig is met
het omwerken van een door de vorige regering opgemaakt
ontwerp op bet bouwen en planten langs dijken. Een wets
ontwerp betreffende de middelen van vervoer te land en te
water is voorbereid.
Sedert eenigen tijd is bij den raad van state in overwe
ging een ontwerp van wet tot regeling van het veeartsenij-
kundig staatstoezigt en de veeartsenijkundige politie, en.een
ander tot regeling van de uitoefening der veeartsenijkunde.
De vereeniging van teekenonderwijzers in Nederland,
heeft een adres aan den minister van binnenlandsche zaken
gerigt, om haar leedwezen te kenuen te geven over het plan
der regering ter geheele opheffing der koninklijke academie
van beeldende kunsten te Amsterdam.
De commissie voor het aanwerven vaD pauselijke zou-
aven in Nederland en Belgie hebben in last gekregen de
werving te bespoedigen en zooveel recruten mogelijk naar
Rome te zenden. Voortaan zullen om de veertien dagen
de vrijwilligers derwaarts vertrekken. In de vorige week hebben
53 Belgen en Nederlanders, zich van Brussel naar Rome
begeven. Men gelooft dat deze verdubbeling van den ijver
een gevolg is van 's pausen vrees, dat in de eerstvolgende
maand de Eransche bezetting van Rome aanmerkelijk ver
minderd zal worden.
Men verneemt omtrent een te Batavia te huis behoo-
rend schip, de Sophia Louisa, gezagvoerder de Bruyn Prince
waarvan men sints geruimen tijd geen narigt had ontvangen,
de volgende ijzingwekkende bijzonderheden
Bedoeld vaartuig dreef handel te Koetei en zou bij wijze
van voorschot aanzienlijke uitgaven gedaan hebben ter beko
ming van getah-pertsjah en andere producten. Na de ont
vangst van eene belangrijke som, wier inning veel moeite en
geduld gekost had, zou het schip onverwachts in het noor
delijk gedeelte van straat Macassar overvallen zijn geworden
door lieden, die bepaald wisten, dat aan boord klinkende
specie aanwezig was. De gezagvoerder werd weldra het slagt
offer hunner hebzucht, terwijl zijne vrouw, op het moordge
schreeuw toegeschoten, met haar kind over boord geworpen
werd. Na het sneuvelen van eenige welgezinde matrozen,
zocht de overige bemanning haar heil in mast en touwwerk.
De onverlaten dwongen hen echter met de tromp van het ge
laden geweer, om naar beneden te komen, en het schip naar
den wal te boegseeren. Aldaar zou men van de zijde der
strandbewoners tegenwerking hebben ondervonden, uit vrees
voor het Nederlandsche gouvernement, zoodat men het vaar
tuig heeft laten zinken. Naar men verzekert, zijn de da
ders van dien gruwelijken moord reeds door de welgezinde
bevolking uitgeleverd.
Aangaande de ziekte toestand van den kroonprins van
Belgie schrijft men thans het volgende:
Sedert de laatste crisis heeft hij niet meer in het park
rondgereden. Vijf of zes malen daags is het noodig hem van
bed te doen verwisselen, want het water welt zoodanig op
uit de met zorg opengehouden insnijdingen in de beenen dat
het door het beddegoed heen loopt. Om de zieke niet met
de, handen aan te raken, vervoert men hem in een beddela-
ken. Drie beafsteeks, verscheidene ponden ossenvleesch wor
den hem eiken dag toegedienddaarbij drinkt hij port en
oude bordeaux. Het is duidelijk dat alleen dit versterkende
en tevens ligt te verteren voedsel hem de noodige kracht
schenkt om zoo lang aan de wreede ziekte weerstand te bie
den. Men zegt dat hij sedert de laatste crisis veel veranderd
is. Van de reis naar Nizza is geen sprake meer, daar het
volstrekt onmogelijk is hem te vervoeren.
In het hart van Londen is voor eenige dagen een fabriek
van valsche wissels ontdekt, die op groote schaal werd ge
dreven. Zaturdag stonden drie buitenlanders teregt, allen
Duitschers en genaamd Siegmund Striemer, Gustav Stowen
en George Kunicke. De City-sollieitor deelde mede, dat hij
in het bezit was van niet minder dan twintig wissels, tot een
nominaal bedrag van 5000 p. st. De liandteekeningen van
de verschillende trekkers, acceptanten en géranten waren niet
alleen treffend nagebootst, maar zelfs waren de wissels voor
zien van de verschillende handels-stempels. Vijftig van die
stempels werden in de werkplaatsen der aangeklaagden ge
vonden. Zij schijnen het handwerk reeds lang te hebben ge
dreven en niet alleen Londen en Engeland, maar geheel het
vasteland met hunne valsche wissels te hebben overstroomd.
- Te Gossignies (Henegouwen) had onlangs des avonds in
de marmerzagerij aldaar, het volgende plaats.
Een arbeider ging de draairol insmeren, die de zagen in
beweging brengt, toen hij, bij een gat van vijftig duimen,
waardoor een drijfriem loopt, bebloede kleedingstukken ont
dekte. Meer aandachtig deze beschouwende, zag hij het lijk
van een man en deed onmiddelijk de machine stil staan. Het
lijk opgenomen, werd dit voor het ligchaam van een der werk
lieden, Durlicq geheeten en 20 jaren oud, herkend. Het lig
chaam, was afgrijselijk verminkt. De dood zal oogenblikkelijk
geweest zijn.
De oorzaak van dit verschrikkelijk ongeval moet, zegt men,
aan de onvoorzigtigheid van den ongelukkige, die er het slagt
offer van werd, worden toeschreven. Durlicq, schijnt het,
vond vermaak, om zich in de zagerij te begeven en daar door