PI
llUJi
Kinmis- en
«flÖoertentte-6faÖ.
85.
Achlste Jaargang.
ZATERDAG
5 DECEMBER.
Scheiding tusschen Kerk en Staat.
m
I8G8.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post w w 1.60
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
COURANT.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 60
Centen voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentiënintezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Aan nieuwe abonnenten op het volgende
kwartaal, ingaande 1 Januarij a. s.wor
den de nummers die deze maand nog ver
schijnen, gratis verstrekt.
In het nommer van 1 Januarij a. s. zal
als naar gewoonte, weder een Naamlijst
opgenomen worden van allen die hunnen
Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uit te brengen aan
Familie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam wordt gevraagd 50
Centen, ten voordeele der armen van de verschillende gods
dienstige gezindheden te dezer plaatse, na aftrek van eenige
kleine verschotten, indien die niet te vermijden zijn. Drukloon,
papier, euz., wordt niet in rekening gebragt.
Na afloop zal in dit blad rekening en verantwoording der
gelden worden gedaan.
Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst voorkomt,
zullen te bekomen zijn legen betaling van 10 Centen, mits
vóór het afdrukken aan te vragen.
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opgaven
te willen zorgen, en zich vroegtijdig franco te adresseren
aan den uitgever.
S. GILTJES.
In de zitting der Tweede Kamer van Dingsdag en Woens
dag jl. zijn de Hoofdstukken IV11 en VIIC der Staatsbe-
grooting 1869, betrekkelijk de Eerediensten, met groote
meerderheid aangenomen.
Uit de gevoerde discussien is ons weder duidelijk ge
bleken dat het volkomen ernst is bij het tegenwoordig
ministerie, om het doel, aan den hoofde dezes genoemd, te
bereiken. De banden die er nog tusseben den staat en de
verschillende gezindten bestaan, wil de regering langzaam en
voorzigtig los makenopdat ieder zich vrij en onathankelijk
bewege. Van daar, dat de departementen van eeredienst
onder het vorig bewind, in der haast opgerigt, bij de optre
ding der thans fungerende ministers werden opgeheven. Daarom
is het ook te begrijpen, datde minister Fock ruiterlijk verklaarde,
geene verandering in de wet op het lager onderwijs der volks
vertegenwoordiging te zullen voordragen; zoodat de gemoeds
bezwaren, die door de verschillende orthodoxsche rigtingen
werden geopperd, in de kerken en catechesatien moeten wor
den bevredigd. De staat draagt door ijverige bemoeijingen
de noodige zorgen voor de stoffelijke en verstandelijke ont
wikkeling der natie, minder passend zou het zijn, in den
tegenwoordigen tijd, zijn werkkring langer dienstbaar temaken
tot bevordering van de in talrijkheidmaar niet in ver
draagzaamheid en liefde, dagelijks toenemende godsdienst sec
ten. De geschiedenis leert het ons, dat daar waar de rege
ringen zich het meest met de godsdienst aangelegenheden heb
ben ingelaten, die nimmer aan het doelvrede en onderlinge
liefde, hebben beantwoord, integendeel de treurigste gruwelen
de bloedigste gevolgen hebben opgeleverd.
De meeste, zoo niet alle oorlogen, die in vroegere en latere
tijden gevoerd werden, waardoor op zoo wreedaardige wijze
zoo vele stroomen bloeds werden vergoten, waarvan zoo vele
bladzijden in de algemeene en bijzondere historie de onte
gensprekelijke, doch treurigste getuigenis kunnen aflegden,
hebben hunnen oorsprong in de begunstiging, door de regering,
van de eene wijze van Godsvereering boven de andere. Men
bestreed niet alleen de denkbeelden, maar meer nog de mensehen
niet met de pen in de kabinetten van de dienaren der kroon,
maar met het zwaard op het slagveld. De beruchtste naam,
door geloofshaat en dweepzucht, in de annalen der volksgeschie
denis, onder de staten van Europa, heeft het Iberische schier
eiland, Spanje. Daar voornamelijk was de zetel van geloofs
haat en geloofsdwangdaar waren inquisitie, bloedraad en
raden van beroerte, heerlijke uitvindingen van dien treurigen
tijd, waarin brandstapels, houtmijten, stroppen, pijnbanken en
schavotten de middelen waren om andersdenkenden het ge
loof der regering op te dwingen. Gelijk de meeste lan
den, waarin die heiligschennende beginselen worden geleeraard,
verzwakken en verzinken, is dit ook het lot van het anders zoo
schoone en vruchtbare Spanje, waarin nog voor eenige weken
een Bourbon op hare verhevene zetel troondedoch heen ging
uit vrees van verjaagd te worden.
uHet is zoo moeijelijk te regeren, daar, waar de weg ver
sperd wordt door dweepzieke priesters en geestdrijvende non
nen." Zoo zeide een geleerde dezer dagen en hjj had ge
lijk. In deze woordenuit den mond van een bevoegd regter,
zien wij de de schande van Spanjes naaktheid in zijn geheel.
Beschouwen wij het heelal als een onafscheidelijk geheel, en
elk indivedu als een schakel der groote menschenketen, dan
mogen wij, hoewel Nederlanders niet onverschillig zijn ten
aanzien van de belangrijke gebeurtenis in Spanje.
Rilling en siddering beving voor zeker de partij van Groes
en de Brauw, die met een beklemd harte die merkwaardige
ommekeer in Spanje vernamen, een gevaarlijke koortsaandoe
ning omgaven de leden van de ultramontaansche partij, die
vernamen, dat men in het bigotte Antequerra een nonnen
klooster met de bewoonsters in asch deed veranderen.
Nu hopen wij, dat het Spaansche volk, door schade en
schande rijp genoeg zal zijn, voor de reorganisatie welke het
dezer dagen heeft aangevangen. Het leere nu zelf denken en
zelf handelen, om zich Diet aan den leiband te laten houden
van eene partij, die op de domheid der menigte speculeert.
Moge Spanje zonder verkeerde schaamte, amende honorable
doen aan de nageslachten, voor het leed, de ellende en den
kommer, dien het aan het voorgeslacht heeft berokkentl als
het daartoe den moed bezit dan is Spanje waardig bestuurd
en geleid te worden, door de mannen die thans het voorloo-
pig bewind uitmaken. De toekomst moge heilrijker, vrucht-
dragender zijn dan het verledene, om de inkomsten van den
staat, beter dan vroeger te besteden. Die gelden wendde
men aan ter bevordering van 's lands belangen, voor het al
gemeen welzijn, tot ontwikkeling en beschavingdoch niet
ten gerieve van ziekelijke godsdienstige overdrijving.
Bij de verklaring dat naast de kerk, de synagoge zal ge
bouwd worden, bij die teruggegevene regten aan niet-eatho-
lieken, kan Spanje heilzaam voor zijne bewoners worden.
De band, die kerk en staat verbond, is verbroken.
Door het voorloopig bewind is plaats gemaakt voor vrij
heid van godsdienst.
In de kerk gelooven wij, elk volgens zijne leerstellingen
en dogma 's; doch alle leerstelsels moeten zich vereenigen als het
ware in één brandpunt. Zij gaan uit en komen weêr te za-
men, zij verspreiden en ontmoeten elkander, in die goddelijke
vonk, in elk wezen ingeblazen, dat naar ligchaam en ziel
mensch genoemd wordt, die vonk is liefde. Liefde in die
beteekenis: heilzaam voor elk in zijn ware gedaante, in zijn
oorsprong en gevolg. Als dit zoo begrepen en verstaan wordt
is de Godsdienst geen dwang, maar eene; vrijheid.
De Staat moet onze regten handhaven met de wet in de
hand, maar kan zich vrijelijk ontslaan van de verpligting,
om ook voor het zieleheil der natie te zorgen.
Ten slotte nog een krachtdadig bewijs, hoezeer de Nederl.
regering zieh wil losmaken van kerkelijke bemoeijingen en
alle dwang op godsdienstig terrein wil vermijdendat in
de memorie van beantwoording tot Hoofdstuk VIII (Oorlog)
der Staatsbegrooting 1869, voorkomt art. 31In het ten dezen
jare ingevoerde reglement op de inwendige dienst, komt de
bepaling, betreffende het consigneren in de kazerne van de
militairen, die niet ter kerke willen gaan, niet meer voor.
Van zoodanige regering, die voor de ontwikkeling en bescha
ving zorgt, maar tevens het eigen oordeel in den zelfs het
meest van haar afhankelijke onderdanen, erkent, zijn wij
milde en heilrijke bepalingen te wachtenvan zoodanig be
wind kunDen wij ons verzekerd houden dat jood, roomsch en
A. M. Chuinacciro.