Rteums- en
<ftÖoertentte--6faÖ.
Achtste Jaargang.
ZATURDAG
12 DECEMBER.
Officieel gedeelte.
politie.
Biet-officiëeï gedeelte.
Zitting van den Gemeenteraad,
186$.
ÜLDERSC
»este.T
;one
uitenl.
van kr
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.80
Franco per post 0 w 1-60
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes
COURANT.
De prijs der Advektentien van 14 regels is 00
Centenvoor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdag*
middag 12 uur gelieve mende Advertentiënintezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Aan nieuwe abonnenten op dit blad,
ingaande 1 Januarij a. s., worden de num
mers die deze maand nog verschijnen,
gratis verstrekt.
In het nummer van 1 Januarij a. s. zal
"als naar gewoonte, weder een Naamlijst
opgenomen worden van allen die hunnen
Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uit te brengen aan
Familie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam wordt gevraagd 50
Centen, ten voordeele der armen van de verschillende gods
dienstige gezindheden te dezer plaatse, na aftrek van eenige
kleine verschotten, indien die niet te vermijden zijn. Drukloon,
papier, enz., wordt niet in rekening gebragt.
Na afloop zal in dit blad rekening en verantwoording der
gelden worden gedaan.
Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst voorkomt,
zullen te bekomen zijn legen betaling van 10 Centen, mits
vóór het afdrukken aan te vragen. t
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opgaven
te willen zorgen, en zich vroegtijdig franco te adresseren
aan den uitgever.
S. 6 I L T J E 8.
Ten burele van den ondergeteekende is gedeponeerd een
CRUSIFIX.
Helder11 December 1868. De Commissaris van Politie,
A. C. BOONZAJER.
op Dingsdag 8 Dec. 1868.
Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Secretaris de heer L. Verhey.
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezig de heeren van Strijen en Zur Muhlen.
De notulen der vorige vergadering worden gelezenen goed
gekeurd.
1). Aanbeveling Leden Bestuur Weeshuis.
De met 1 Januarij a. s. aftredende leden zijn de heer K. J. Krul, presi
dent van genoemd collegie, en mejufvrouw Spigt, weduwe A. C. A. Sender-
man; behalve de aftredende zijn op de aanbeveling geplaatst de heer J. S.
Janzen en mejufvrouw Kwak, echtgenoote van den heer A. Overtoom. De
aftredende worden herkozen, de heer Krul met 12 en mejufvrouw Senderman
met 14 stemmen.
2). Aanbeveling Burgerlijk Armbestuur.
De met 1 Januarij aftredende leden zijn de heeren J. Borst, A. J. van
Kelckhoven en W. van der Wooning. In de ingekomen aanbevelings missive
wordt medegedeeld, dat men aanvankelijk voornemens was dezelfde heeren
weder op de aanbevelings lijstte plaatsen als eerste candidaten, doch dat
de heer Borst, wegens gevorderde jaren, dringend had vefrzocht niet weder
in aanmerking te komeu; tengevolge daarvan deed men thans alleen de voor-
dragt van slechts twee dubbeltallen, als: A. J. van Kelckhoven en J. Jong-
kees; W. van der Wooning en J. Dito, zullende ter vervanging van den heer
Borst eene nadere aanbeveling inzenden, teveus aan den raad in overweging
gevende, om aan den heer Borst dank te betuigen voor zijn 21jarige werk
zaamheid in dit collegie, waarvan de laatste 10 als voorzitter, en hem te
verzoeken, om met zijn veelvuldige kennis en ondervinding van het arm
wezen, bedoeld collegie te willen blijven voorlichten daar waar het noodig
mogt zijn.
Op voorstel van den Voorzitter vereen igt zich de raad met laatstgenoemd
verzoek en wel bij acclamatie.
De aftredende leden, de heeren van Kelckhoven en van der Wooning
worden herkozen, beiden met 13 stemmen.
4). Benoeming tan een lid voor het bestuur der Plaatselijke Teekenschool.
Op de voordragt zijn geplaatst de heeren W. Kok, R. Boomsma en J. G,
R. Vos. De heer Kok wordt gekozen met 13 stemmen.
5). Benoeming van een Commissaris voor het Ziekenhuis en de Apotheek*
De Voorz. deelt mede dat aftredende commissaris is, de heer D. de Lange.
De heer de Lange wordt herkozen met 12 stemmen.
De Voorzitter herinnert, dat ook tot de periodieke werkzaamheden dezer
vergadering behoort, de vaststelling van het maximum van den onderstand
voor het volgende jaar. Het daartoe gedaan voorstel met bijgevoegde staat
wordt met algemeene stemmen goedgekeurd
6). Brief Gedeputeerde Staten belasting-voorstellen.
De Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten een brief is ontvangen van
25 Nov. jl., waarin mededeeling wordt gedaan, dat de besluiten tot heffing van
bestaande verbruiks-belastingeu door dat collegie. aan Z. M. is opgezonden
met voordragt tot goedkeuring, except de accijns op den turf, oordeelende
Gedep. Staten dat die belasting over 1869 kan worden afgeschaft, op welke
voordragt bij Ged. Staten is ingekomen een schrijven van den Minister van
Binnenlandsche zaken, met verzoek daarvan mededeeling te doen aan den Raad
dezer gemeente. In genoemd schrijven geeft de Minister te kennen, dat hij
met het collegie van Ged. Staten van meening is, dat de accijns op den tnrf
behoorde te worden afgeschaft, dat hij verwijst naar het oordeel van zijn voor
ganger, kenbaar gemaakt in Maart jl.; voorts dat met geen woord is melding ge
maakt van de heffing van schoolgelden, en dat slechts 2000 is uitgetrok
ken tot schulddelging, hoewel de inkomsten op wel 10,000, hooger geraamd
zijn dan over 1866.
De Voorzitter vraagt of ook iemand het woord over deze aangelegenheid
verlangt.
De heer de Breuk vraagt of het Dagel. Bestuur in deze ook een
praeadvies zal uitbrengen.
De Voorzitter antwoordt, dat het praeadvies, zou zijn in overeenstemming
met het gevoelen van den raad, dat voldoende bekend is, om in het belang
der gemeente niet te kunneu toegeven in de afschaffing der heffing van de
thans voorgedragen belasting.
De heer de Breuk zegt, dat hij die vraag gedaan heeft alvorens zijn'mee
ning kenbaar te maken, om daarmede van zijne zijde blijk te geven, dat hij
het Dagel. Bestuur wil ondersteunen, waarop spreker zijn gevoelen mede
deelt, ongeveer in de volgende bewoordiging
Het vraagstuk van de afschaffing der accijns op het Gemaal, Geslacht.
Gedisteleerd en den Turf in onze gemeente, heeft sints geruimen tijd mijne,
en gewis onzer aller aandacht in hooge mate bezig gehouden. Het vraag
stuk toch Mijnheer de Voorzitteris van zeer moeijelijken aard voor den
Helder, omdat wij de 90 mille, die de heffing van een en ander p. m. op
brengt, op geen andere wijze zouden kunnen vinden, dan door het verhoogen
van den hoofdelijken omslag. Aangenomen dat wij in het volgende jaar van
het Helderech Kanaal afkomen, en dat wij onze plaatselijke commiesen
zouden kunnen missen, dan blijft er toch nog altijd (in ronde cijfers) een
inkomen van 70 mille ongedekt, en zou alzoo de hoofdelijke omslag 7 malen
moeten worden verhoogd. Hoe dit in onze gemeente met gewenscht gevolg
zou zijn toetepassen, verklaar ik niet te begrijpen. Nu reeds, bij de heffing
van even 10 mille, ondervinden wij groote moeijelijkheden.
Het i9 dus met genoegen dat ik vernomen heb, dat de hooge regering
ons nog weder voor het volgeud dienstjaar (als gevolg onzer vertoogen) de
heffing der accijnsen toestaat; maar, met leedwezen heb ik gehoord, dat men
er aan vast houdt, dat wij den accijns op den turf zullen loslaten. Het be
drag der beffing op dat artikel is geraamd op f 5000.Stel nu, dat wij
de kleine bezoldiging der turftonsters, aan haar als wachtgeld toestonden,
dan zou de dienst, (altijd evenwel ten nadeele van andere posten), mis
schien nog wel rond kunnen loopen, maar, ik voor mij, ben niet genegen,
om tot die afschaffing, met bet oog op de toekomst, overtegaan. Waarom
Omdat ik dan mijn beginsel zou moeten loslaten, hetwelk is, dat ik in geen
geval mijn stem zon kunnen geven tot de afschaffing van alle accijnsen iu
onze gemeente. Eenmaal dat beginsel losgelaten hebbende kan ik niet con
sequent blijven voor de toekomst. Zullen de ingezetenen, door de afschaf
fing der accijns op den turf gebaat worden Ik geloof het niet Mijnbeer
de Voorzitter De accijns op de korte en lange turf, is dooreen geslagen
3 cents per ton, die waarschijnlijk, in de zak van den turfschipper zouden
teregt komen, speciaal waar het kleine inslagen geldt, hetwelk bij velen het
geval is. Even als de afschaffing van den accijns op het varkens- en scha-
penvleesch, volstrekt de prijzen niet hebben doen dalen, zoo geloof ik ook
niet, dat de afschaffing van den accijns op de turf, het artikel in prijs zou
doen verminderen, en hoewel de uitvoer op het artikel vleesch van grooten
invloed op den prijs is, zoo denk ik hierbij toch onwillekeurig aan den turf
schipper, wie dan ook die schipper zijn mogeonverschillig of hij is grond
eigenaar, producent of leverancier en détail. Nog een voorbeeldde ge
meente accijns op den wijn is afgeschaft, maar kom eens in de hotels, en
ga daar eens na, of ge minder voor de flesch betaald dan vóór de afschaf
fing; het is der moeite niet waard die paar centen, antwoordt men u, als
gij er aanmerking op maakt. Zoo gaat het, Mijnbeer de Voorzitter, in het
dagelijks leven met de afschaffing der accijnsen op de consumptie, daar waar
de verkoop in het klein plaats heeft, en het volk, dat er, zoo men zegt, door
gebaat moet worden, koopt immers niet anders dan in het klein.... Er is
onderscheid tusschen theorie en praktijk. De hooge regering wijst er ons
op, dat wij onze inkomsten kunnen verbeteren, door het heffen van school
geld op de lagere scholen, en toch weet zij (blijkens van hier overgelegde
stukken,) dat die heffing hier slechts eenige honderden guldens zou kunnen
opbrengen. Wat zou dat baten? Gezwegen nog van de hatelijkheden, enz.
die er het gevolg van zouden kannen zijn.
Het kosteloos onderwijs :]op de lagere scholen, acht ik daarbij, om meer