Marine, tot leniging der zeeramp op Terschelling, daar ge
voelden wij eerst regt die geheimzinnige magt, die de toon
kunst op het menschelijk hart kan uitoefenen.
Te zwak ons gevoelende om de betooverende indrukken
van dat in deze gemeente zoo éénig concert in woorden
weer te gevenlasschen wij hier liever de verheven poësie in
van den' dichter G. A. Broekhuijs, waar hij zingt in zijn
LOF DER TOONKUNST:
Kent gij die wonderbare magt,
Die steeds met bovenaardsche kracht,
Het menschelijk hart kan treffen,
En het zij in leed of in de vreugd,
Altijd de ziel stemt tot geneugt
En haar weet op te heffen
Kent gij dien geest die elk bezielt,
Waarvoor de vrome nederknielt,
Wien zelfs de wilde huldigt,
Wiens aanzijn eene woestenij
Herschept in eene Maatschappij,
En d'orde menigvuldigt
Kent gij die Seraf die ons voert,
Terwijl zij onze zinnen roert,
Van uit dit stofgewemel,
En door haar heil'ge tooverij,
De ziel in zaal'ge mijmerij
Doet wonen in den Hemel.
De toonkunst, die Muze alleen heeft de magt
Een mensch zoo gevoelig te treffen
Zij is eene heilstar in duisteren nacht
En leert ons het schoone beseffen,
Zij loutert en balsemt en streelt het gemoed,
Kan hier reeds ons wezen vereng'len.
Terwijl zij de harten in God'lijken gloed,
Al heem'lend te zaam weet te streng'len
Hoe lieflijk, hoe heerlijk verrukkend en schoon
Betoov'rend is 't klanken gewemel
Elysiums heil, als 't melodisch getoon
Harmonisch ons voert naar den Hemel.
Wie ooggetuige is geweest van dit prachtig concert, be
seft de waarheid van des dichters lof. Immers werden hier
de twee onmisbare factoren (voordragt en uitdrukking) waar
het op het teruggeven van een toonstuk aankomt, mees
terlijk in acht genomen. Hoe correct, technisch-zeker en
door nuances of schakeringen bezield, was deze manier van
uitvoering. Welke diepzinnige, gevoelvolle, fantaisierijke en
treffend aangrijpende opvatting der vocale- en instrumentale
toonstukken, verwekten niet bij ieder hoorder die reproductie
van gewaarwordingen, aandoeningen en hartstochten, welke
zijn uitgedrukt. Geen enkel noramer van het uitgebreide
programma, waaronder de beide solo's van de heeren Janzen
en Kleené eene eervolle plaats bekleeden, heeft de adel der
kunst gekwetstwel een bewijs dat alle medewerkers zich in
verschillende en inzonderheid de heeren directeuren Egbers
en Weckesser in alle takken der muziek t'huis gevoelen.
Wij spreken hier opentlijk onzen dank uit aan het bestuur,
dezer concertvereeniging, voor de betoonde ijverige en loffe
lijke bemoeijingen, waarmede het, zoodra de bede om hulp
tot ons kwam, zich ten taak stelde, om de in deze gemeente
meest ontwikkelde talenten tot de uitvoering van iets grootsch
te vereenigen.
AVij verheugen ons met allen die op het altaar der liefde
hunne stoffelijke bijdragen offerden, over de aangename her
innering aan zulk een genotvollen avond verbonden.
Eene zaak echter blijft thans nog te weuschen over, dat
is: dat uit deze zoo talrijke, tot een liefdadig doel veree-
nigde zangers, eene krachtige liedertafel moge geboren worden.
Het gepaste oogenblik is thans juist daar, om in dien zin
iets goeds tot stand te brengen.
Heden is bij het bestuur van het letterminnend ge
nootschap Liefde tol Kunstde kwitantie ontvangen van
de aan de weduwen en weezen te Terschelling uitgekeerde
gelden, als aan: wed. Molenaar, f41.69; wed. Ree, f37.90;
wed. Bierman, f30.32; wed. Zeijlemaker, f30.78; wed.
Groendijk, f22.74; wed. van Keulen 1895; wed. Nadort
f 18.95; wed. de Breed f 15.16; wed. D. Geus f 15.16.
Aan het ministerie van marine werd aanbesteedhet
bouwen en leveren van drie loodskotters met beschieting
en mastgesteldaarvoor waren 4 billetten van inschrijving
ingekomende minste inschrijving was die van den heer P.
Boelen, te Ridderkerk, voor ƒ46,800.
Men schrijft ons van Wieringen 29 Dcc.
Het stormachtige weer heeft hier de laatste dagen be
langrijke schade veroorzaakt. De kleine watermolen in den
polder Nieuwland, is omver gewaaidde groote bijna in
brand geraakt. Vele huizen zijn gehavendeen boerenhuis
is geheel, een ander gedeeltelijk ingestort. Aan het Wes-
terlander hoofd geraakten 4 schuiten en een tjalk driftig,
doch werden met veel inspanning behouden, en velen be
kwamen averij, een paar schuiten zijn omgeslagen en on-
tramponeerdeen oud man die aan boord verblijf hield is
daarbij verdronken.
Ook de schade aan de zeeweringen is aanzienlijk, gehecle
stukken wierdijk zijn weggeslagende dijk langs het Nieuw
land is deerlijk gehavend en dreigde intebreken, ten gevolge
waarvan de bewoners begonnen de polder te ontruimen. De
steenglooijing is plat geslagen. Al het beschikbare werk
volk is thans daaraan bezig om de grootste gaten te stoppen.
De schade aan die dijk bedraagt vele duizenden. Het is
te hopen dat de storm zich niet herhaalt, anders is de in
braak onvermijdelijk.
De opbrengst der Zondag avond door de Pletterij-
Vereeniging uEendragt en Vriendschapte 's Hage ten voor
deeleder weduwen en weezen van de. verongelukte bemanning
van den Terschellinger loodsrinkelaar no. 4 gegeven voor
stelling heeft, na aftrek der onkosten, f 392.08 bedragen.
Bij de herstemming in het hoofdkisdistrict Gorinchem
heeft de heer mr. J. Heemskerk Az. 1157 en en de heer
van Loon 948 van de 2161 uitgebragte geldige stemmen
op zich vereenigdterwijl 8 stemmen van onwaarde zijn
verklaard en 48 stemmen in blanco. Alzoo is mr. J. Heems
kerk Az. tot tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal gekozen.
Een grooten toevloed van nieuwsgierigen lokte te Harlin-
gen de aankomst van eene vreemde sloep uit zee, bemand
met vijf personen, één stuurman en vier matrozen. Het
bleek dat zij behoorden tot de equipage van het Nederlandsch
Stoomschip Stoomvaartdat in het Oude Vlieop reis
van Amsterdam naar Hamburg, aau den grond is geraakt.
Kort daarna zijn zij met de sleepboot »MagneF ter adsi-
stentie terug gekeerd.
Ook is gisteren de stoomboot Archimedes, kapt. de Liefde,
met hetzelfde doel uit de haven het Nieuwediep daar heen ver
trokken, doch heden morgen teruggekeerd zonder dienst
te hebben gepresteerd, daar de Stoomvaart door het lossen
in liglers en met behulp der stoomboot Magnet reeds vlot
was geraakt, en is thans door laatstgenoemde boot in de
haven van Harlingen binnen gesleept.
Maandag jl. was te Harlingen groote beweging onder
de uitoefenaars van den kleinhandel. Zondag was een schuit,
bemand met twee hunner, benevens een paar kooplieden uit
Overijssel, de zee ingestoken met bestemming naar Terschelling,
waar eene partij gestrande goederen zou verkocht worden;
onder die goederen was ook boomwol, vandaar de aan
wezigheid der Overijsselaars. Algemeen werd de moed be
wonderd der mannen welke zich bij het stormweder van
Zondag in een broos vaartuig (en dit was het inderdaad)
op de golven waagden, maar zoo waar is het wat de dichter
'Zegt
//Spoort menschenmin tot eed'leumoed,
//De winzucht soms hetzelfde doet."
Men had Maandag morgen taal noch teeken van de schuit
tvernomengearriveerd was ze niet, want dan had men een
telegram van Terschelling gezonden. Eindelijk komt tegen
den middag een telegram van Leeuwarden, meldende dat de
boot had gestooteu en daarna voor wind en zee tot op de
hoogte van Hol werd was voortgestormd en daar gestrand
washet geld was behouden en de menscben ook. Giste
ren namiddag arriveerde dan ook een en ander per spoortrein
van Leeuwarden.
Yoor eenige dagen las men in de bladen het berigt,
dat op een rerschen trein uit een der wagons een schot
gelost was, waarschijnlijk aangelegd op den machinist van
een voorbijkomenden trein. Men meende hier weer met
een Eenian te doen te hebben, doch thans schrijft in de
Dublin Evening Mail iemand, dat hij zich herinnert juist
op dien trein een schooljongen gezien te hebben, die een
kinder-percussie-geweertje had afgeschotenen die het voor
komen had van met de kers-vacautie naar huis te gaan.
De officieuse Corresp. Italienne bevat het volgende
//Sedert verscheidene dagen kent de buiCenlandsche pers
aan onze Regering een aandeel in de Spaansche zaken toe,
die het volstrekt niet heeft. De zonderlingste geruchten zijn
in omloop gebragt. Men beweert zelfs dat de Prins van
Carignan naar Spanje zou vertrokken zijn of op 't punt zou
staan daar heen te gaan. Wij moeten het publiek waarschu
wen tegen soortgelijke tijdingen die op geen anderen grond
rusten dan op de behoefte die zekere bladen gevoelen om
de wereld met tijdingen die op 't effect werken, te vervul
len. Wij meenen te weten dat de Prins van Carignan er
niet aan gedacht heeft zijn winterverblijf te verlaten dat, naar
men weet, te Turijn gevestigd is".
De oorsprong der enveloppen, blijkt van oudere dag-
teekening dan het begin dezer eeuw, zoo als wij dezer dagen
op gezag van een Engelsch blad mededeelden. In een Eranseh
post-tarief van 11 April 1676, leest men
//Sera payé cinq sols de la simple lettre, six sols pour
la lettre avec enveloppe, sept sols pour la doublé lettre, et
quinze sols pour Tonce des paquets" enz.
Wanneer zij zijn ontstaan Ziedaar een vraag, die hare
lopossing wel nimmer zal vinden.