Op de kust alhier is aangedreven eeu zware ronde
paal, lang 30 Amsterd. voeten, aan het eene einde voor
zien van een gegoten ijzeren schoen; uien vermoedt dat hij
afkomstig is van de werken van Holland op zijn smalst.
Bij het departement van marine is berigt ontvangen
dat het transportschip Javaden 24 November in de Ta
felbaai is binnengeloopen en bij gunstig weder den 2 De
cember zijne reis naar Indie zou vervolgen.
Z. M. schroefstoomschip de Amstel onder .bevel van
den luit. t/z le kl. K. C. Bunnik, is in den voormiddag
van 7 dezer van Hellevoetsluis vertrokken ter opvolging
zijner bestemming: de kust van Guinea.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederl.
Leeuw den kapt.-luit. t/z. J. A. van de Yelde, onder-directeur
der marine te Amsterdam; den luit. t/z. 1° kl. H. van Goens,
adjudant van den minister van marine; en den kapt. le kl.
bij het corps mariniers F. G. H. Hornborstel, belast met de
opleiding der kadets bij genoemd corps.
Z. M. heeft de ingenieur 2e kl. bij de marine B. W.
Tideman, op zijn, verzoek, met den laatsten dezer maand,
eervol uit 's rijks dienst ontslagen.
Dezer dagen is te 's Hage vergaderd eene commissie
tot het ontwerpen van een nieuw schijfschiet-reglement, be
staande uit den majoor Luclitmans, de kapiteins W. H. Door
man en Riethagen en den 1D luitenant Bresier, van de nor
maal-schietschool.
Het kieskollegie der Ned. herv. gemeente te 's Bosch
heeft het volgende 12tal predikanten geformeerd: dr. Boon
te oude-Pekela; v. Doesburgh te Zuidzijpe; v. Konijnenburg
te Hoogeveen; Moorrees te Yianen; Mossel te Nederhorst
•den Berg; Moulijn te Weesp; Nijhoff te Drimmelen; Pier-
-son te Heinenoord; Dr. Rutgers te Brummen; Snellen te
Nieuwveen; Yliegenthart te "Vreeland; v. Borssum Waalkes
te Joure.
Men verneemt, dat onlangs door den Nederlandschen
Weerbaarheidsbond besloten zou zijn, om in het aanstaande
itaajaar een tweeden nationalen wedstrijd voor scherpschutters
<enz. te houden, en wel op de Bildtsche vlakte, in de on-
«niddelijke nabijheid van Utrecht.
In de Schager Ct. leest men:
Gepasseerden Zondag arriveerden te Schagen, per eersten
trein uit Alkmaar, de officier van justitie, de regter com
missaris en de griffier der arrondissements-regtbank, verge
zeld van een med. docter, ten einde in loco onderzoek te
doen, naar de oorzaak van het overlijden van een zeer jong
kind van J. W., die onlangs een tweede huwelijk had aan
gegaan met A. Z., welke vrouw naar men zeide, het wicht
van 13 maanden had mishandeld. Vele getuigen werden
ten raadhuize verhoord, de zitting hield aan tot in den
avond; den volgenden morgen is het corpus delicti naar
Alkmaar opgezonden. Het laat zich hooren dat de Schager
bevolking naar den afloop zeer nieuwsgierig is.
Het Ned. schip Sourabaije Packetkapt. S. C. J. Oli-
vier, van Batavia naar Amsterdam, is, volgens telegram uit
Londen, met assistentie te Ramsgate binnengebragtheb
bende op strand gezeten.
Het in ballast zijnde schip Andrew Jacksonkapt
Mc'Callum, is, volgens te Londen ontvangen telegram, van
Point de Galle 29 Dec., den 4 dito in straat Gaspar totaal
verongelukt; het volk is gered.
Men schrijft uit Vlissiugen, 6 Jan.
Op de voormalige uitrustingswerf der marine alhier, is men
begonnen met het afbreken der houten kappen die zich aldaar
bevinden; men schijnt voornemens te zijn al de daar aanwe
zige houten getimmerten op te ruimen.
Naar wij vernemen zou eene Engelsclie maatschappij aan
de regering aanbiedingen gedaan hebben om de constructie
werf alhier over te nemen.
De begrooting voor de Nederlandsche bezittingen ter
Kust van Guinea voor 1869 bedaagt in ontvang f24,000;
in uitgaaf f183,000, zoodat het subsidie f159,000 beloopt.
Voor 1868 bedroegen de ontvangsten f17,525, alzoo voor
1869 meer f6,475 geraamd. De uitgaven zijn daarentegen
voor 1869 ook met f37,475 vermeerderd.
In onderscheidene dagbladen als de Ulr. Cl., het
Dagbladenz. is dezer dagen gemeld, dat de onder-adju
dant Marquinie van het regement rijdende artillerie, die, na
den te Amersfoort plaats gehad hebbenden brand in de
stallen, gedegradeerd was, in zijn raug hersteld is.
Dit is wel waar, maar niet de geheele waarheid. Het
heeft min of meer den schiju alsof de kolonel hem weer
hersteld heeft.
De man die met onbegrijpelijke strengheid door den ko-
jonel-kommandaut van het regiment is behandeld en meer
dan 100 dagen in arrest heeft gezeten, heeft regt, dat zijne
zaak eerlijk en onpartijdig wordt vermeld.
De onder-adjudant Marquine van het regiment rijdende
artillerie, die door den kolonel-kommandant van het regi
ment tot kanonnier was gedegradeerd, is uit arrest ontsla
gen en bij vonnis van het hooge militaire geregtshof in zijn
rang van onder-adjudant bij het regiment hersteld.
Men leest in het Dagblad van 's ffage van 8 Jan.:
In den nacht van 16 op 17 September des vorigen jaars,
had te dezer stede in de Spuistraat eene aanranding plaats
van twee heereu, geëmployeerden bij de posterijen, die des
tijds veel sensatie heeft verwekt en op dit oogenblik nog
wel aan geeu onzer lezers uit het geheugen zal zijn gegaan.
Men weet dat de daderstwee jonge menschen, in beschon
ken toestand onmiddelijk door de heereu inspecteurs Har
den berg en Mertz werden gearresteerd en zij dien ten gevolge
heden voor het Provinciaal Geregtshof in Znidhollaud teregt
stonden.
De teregtzitting van heden heeft echter geene nieuwe
bijzonderheden aan den dag gebragt. De verschillende ver
klaringen kwamen allen, in 't kort, hierop nedernadat eerst
eene vrouw door de beide aanranders aangesproken en na
eenige bedreigingen was losgelaten, ontmoetten zij de twee
heeren, aan wie ze geld vroegen, met wie ze aan het wor
stelen geraakten, en van wie er een eene wonde aan het
hoofd bekwam, tengevolge van een val tegen een trottoir.
Na de aanhouding der aanranders verminste een der heeren
zijn horologie, dat een der arrestanten bekende ontvreemd
te hebben.
De beschuldigden, Pieter Jacobus Bakker en Johannes
Cornelis Hansen, bekenden ook heden volkomen hunnen
schuld of ontkenden althans niets, maar gaven voor in hun
dronkenschap niet te hebben geweten wat ze gedaan hadden
De Adv.-Gen. rnr. van Maanen achtte hunne schuld be
wezen aan moedwillige mishandeling en de eerste bovendien
aan diefstal met geweldpleging, waardoor kwetsing is veroor
zaakt en requireerde mitsdien hunne veroordeeling, wat den
eerste betreft tot tuchthuisstraf voor den tijd van 5 tot 20
jaren en voor den tweede tot gevangenisstraf van eene maand
tot twee jaren en eene geldboete.
De Adv. mr. Gaade, de verdediger van de besch., trachtte
in het breede aan te toonen dat in casu de dolus ontbrak
en de besch. alzoo niet strafbaar waren. Hij concludeerde
mitsdien tot vrijspraak.
Morgen ochtend ten 10 ure doet het Hof uitspraak.
liet Limburgsche blad Le Courrier de la Meuse heeft
eene inschrijving geopend ten behoeve van het pauselijk
leger. De ontvangen bijdragen bedroegen bij het eindigen
van het jaar 1868 de som van 1804 francs 58 centimes.
Omtrent den beambte bij den Rijnspoorweg te Arn
hem, die verdacht van diefstal van een trommel met geld
uit een der goederenwagens in hechtenis genomen is, loopen
aldaar vele geruchten. De plafformist, zoo als hij genoemd
werd, omdat hij dienst deed op de platform bij de aankomst
der treinen (hij haalde de plaatsbiljetten op) moet zijn be
drijf reeds sedert jaren uitgeoefend hebbeu. Het werd echter
niet ontdekt, omdat hij de voorzigtigheid had voorwerpen
van waarde liever te verduisteren dan te verkoopen, daar
dit zijne ontdekking ten gevolge had kunnen hebben. Hij
eigende zich slechts het geld toe en wierp het overige in
sekreetputten of grachten. Zoo moeten er thans uit het
heimelijk gemak een aantal voorwerpen van waarde, die se
dert jaren daarin verborgen lagen, te voorschijn zijn geko
men. Hunne zwaarte heeft hen doen zinken, tengevolge
waarvan zij bij vroegere ruimingen achter zijn gebleven.
Men verhaalt ook, dat een aantal gouden kettingen, enz.
in der tijd door hem geworpen zijn in het thans gedempte
paardenwed, zoodat deze kostbaarheden wel als verloren kun
nen worden beschouwd. De beschuldigde moet, zegt men,
volledig bekentenis doen van al hetgeen hij bedreven heeft.
Uit het rapport van den heer Wellis, secretaris van den
Noord-Amerikaansche marine, blijkt dat de zeemagt der
Vereenigde Staten op 36 oorlogschepen is gebragt. Het te
genwoordig effectief is 206 schepen met 1,743 kanonnen en
aldus verdeeld35 schepen van de eerste klasse, met 662
kanonnen: 37 van de 2e kl. met 483 kanonnen; 76 van
de 3e kl. met 414 kan.; 38 van de 4e met 184 kan.
Van dit getal zijn 52 gepantserd met 129 stukken en slechts
40 van die schepen zijn gestationeerd of op kruisvaart. De
heer Wellis wijdt uit over de door de oorlogsmariue aan den
zeehandel bewezen diensten en constateert, dat admiraal Far-
ragut gedurende zijn kruistogt in de Europesche wateren geen
enkele aanvraag om bescherming van Amerikanen heeft ont
vangen. Overal in Europa wordt de bloote titel van burger
der Vereenigde Staten geëerbiedigd.
Volgens het jaarlijksch rapport van den adjudant-generaal
is de geregelde landmagt der Vereenigde Staten tegenwoordig
43,741 man, zoowel blanken als negers, na aftrek van 4,340
personen van het corps ingenieurs en ander bijzondere takken
van dienst.
De Secretaris van Oorlog geeft de verzekering, dat de le-
gervermindering elke maand voortgezet wordt, zoodat in het
volgende jaar het effectief op een minimum van 20,000 man
zal worden gesteld. Tengevolge van de buitengewone uitga
ven voor den Indiaanschen oorlog, zal er een supplementair
crediet vereischt worden van 13,975.000 dollars. Voor de
eerstvolgende dienst zal het oorlogsbudget waarschijnlijk
65,682,000 dollars beloopen.
In de Nederlandsche Spectator van Zaturdag leest men
onder het pluksel: Mijnheer de Spectator! Mijn vader is
geabonneerd op het bijblad en ik snuffel daar wel eens in.