E1DERSCHE
Jïteums- en
Zaturdag
27 Februarij.
Negende Jaargang
NIEUWSTIJDINGEN.
M 809.
1809.
Verschijnt D1NGSDAG- eu VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.30
Franco per post nu u 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post.
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertentie^ van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken meer 15 Centen. Zegelrégt voor
elke plaatsing 35 Centen. Voor des Dingsdag en Vrijdags
middags 12 uur gelieve men de Advertcntien intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT JE S.
POLITIEK OVERZIGT VAN DEN DAG.
De Grieksche kwestie is voor 't oogenblik terzijdegesteld.
Dat dit slechts eene oplapping is, erkent ieder. De minister
Delyannis moet uit Athene aan deu griekschen gezant te Pa
rijs. Rhangabë eene nota hebben gezonden, waarin het pro-
tokol aan eene scherpe kritiek is onderworpen en de belan
gen van Kreta bij vernieuwing aan de welwillendheid der
mogendheden worden aanbevolen. Uit Athene is aan 't Dag
blad van Moskou geschreven, en in dat schrijven aan de
Russische regering het verwijt gedaan, Griekenland te hebben
opgeofferd. Het is opmerkelijk, dat het Russ. blad zulk een
verwijt durft opnemen, daar de pers in Rusland niet vrij is.
Koningin Victoria wenscht de beide pavlements-huizen niet
te ontvangende ministers hebben nu aangekondigd, dat het
adres in antwoord op de gewone wijze zonder ceremoniëel
zal worden overhandigd.De Habama-kwestie zal weldra
in 't parlement ter sprake komen.
In België is onverwacht een krisis uitgebroken. De wet
op de spoorweg-concessiën is afgekondigd, en daarmede heeft
de krisis niets te maken. De oppositie in den senaat heeft
echter eensklaps, zonder discussie, de begrooting van justitie
met 25 tegen 25 stemmen verworpen. De ministers, zegt de
Echozullen hun ambtgenoot niet zoo maar prijs geven, en
men verwacht dus een ministerie-verandering of ontbinding
van den Senaat.
In Spanje is het votum van erkentelijkheid jegens 't voorl.
bewind nog aan de orde bij de Cortes. De aanneming is
echter zeker. TVat de kandidatuur voor de kroon betreft,
men zegt, dat Serrano, Topete, Lorenzana en Ayala (allen
leden van het voorloopig bewind) voor den hertog de Mont-
pensler zijn, en Zorilla, Sagasta, Figuerola en Romero voor
Don Ferdinand van Koburg. Omtrent Prim zou men nog
in het onzekere zijn. Insusschen heeft Don Ferdinand bij
vernieuwing stellig verklaard, dat hij 't kalme burgerleven
niet voor een kroon wilde prijs geven.
De kandidatuur tot den Spaanschen troon van Ferdinand
van Portugal wordt ondersteund door de meest verspreide
bladen, die maar niet genoeg kunnen wijzen op de geographi-
sche voordelen van de Iberische Unie. In de officiële kringen
wint zij al meer en meer veld en dagelijks nemen de voor
standers er van toe, onder de leden der Cortes. Die kandidatuur
heeft dus groote kaas, ofschoon die van Montpensier nog niet
geheel en al is opgegeven.
Het voorloopig bewind heeft alle kabinetten van Europa
geraadpleegd over die twee kandidaturen. Men weet dat
die van Ferdinand de sympathien heeft van Frankrijk en
Engeland, men wacht nu het antwoord der andere mogend
heden af.
De Madridsche Estandartewelke de zaak van koningin
Isabella voorstond, heeft opgehouden te verschijnen. In zijn
laatste nommer zeide het dat het thans, na kennis van het
jongste manifest der koningin gekregen te hebbenhare zaak
onherstelbaar verloren achtte. De Isabellisten hebben nu in
de Madridsche dagbladpers nog twee organen, namelijk El
Siglo, die terugroeping der koningin, en la Ecopa, die de troon
beklimming van haren zoon onder een regentschap wenscht.
De Italiaansche kamer heeft weder slechts het budget voor
't loopend jaar voorloopig goedgekeurd. Het is minder goed,
dat deze onregelmatige toestand zoo wordt volgehoudenhet
constitutioneel stelel kan daarbij slechts verliezen.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 26 Febr. 1869.
Bij de heden te 's Hage plaats gehad hebbende aanbe
steding van het maken der fundering, enz., voor het Ko
ninklijk Instituut op 's rijks werf alhier is de minste in
schrijver bevonden te zijn, de heer M. Deutekom, te Am
sterdam, tegen de som van f47,700.
Sedert eenige dagen is men van wege de marine reeds
om het terrein bestemd voor bedoeld Instituut, van
boomen, enz. te ontdoen, ook zal de zich daar bevindende
amusements-zaal Maandag a. s. door de adelborsten ontruimd
worden, aan wie voor dat doel thans tijdelijk de receptiezaal
in het Directie-huis wordt afgestaan.
Z. M. heeft, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend
aan mr. S. P. J. Kros, als plaatsverv. kantonr. alhier.
Bij Z. M. besluit van den 25 dezer is met ingang
van den 1 Maart a. s., de adelborst der le kl. L. P. D.
Op ten Noort bevorderd tot luit. t/z. 2e kl.
Z. M. heeft den luit. t/z. lc kl. jhr. W. F. van
Spengler, met ultimo April, eervol ontslagen als inspecteur
over het loodswezen enz.te Brouwershaven.
De geuoemde betrekking wordt met 1 opgedragen aan
den luit. t/z. Ie kl. P. Roodzant, insp. over het loodswezen
enz. te Hellevoetsluis, die alsdan met de beide betrekkingen
zal zijn belast.
Tevens worden met Mei de navolgende commissarissen
der loodsen in hunne betrekkingen overgeplaatst, als: naar
Brouwershaven de heer H. N. HissTug, thans te Hellevoet-
sluis naar Arasterdam de heer J. J. den Herder, thans te
Brouwershaven; naar Hellevoetsluis de heer E. Verschoor,
thans te Rotterdam, en naar Rotterdam de heer L. van Kes-
teren, thans te Amsterdam.
Met den laatsten Maart aanst. wordt de lieer J. R.
van Duynen, op zijn verzoek, eervol ontheven van de be
trekking van visiteur der quarantaine op Schiermonnikoog.
Men schrijft ous van Texel dato 24 Februarij het
volgende
Gisteren had alhier een treurig sterfgeval plaats.
De heer J. Vis, voornaam graanhandelaar, woonachtig te
Zaandijk, bezocht ons eiland als naar gewoonte ter uitoefening
van zijn bedrijf. Met de stoomboot Ada van Holland te
Oudeschild aankomende, meende hij met de diligence naar
den Burg te rijden, hij vond echter de wagen reeds vol en
besloot te gaan wandelen; de Schans passeerende gevoelde
hij zich niet wel en verzocht aan een hem ontmoetend jong-
mensch, de zoon van den landman J. Zeegel, of er ook
gelegenheid was hem per rijtuig naar den Burg te brengen.
Genoemde persoon biedt zich daartoe aan en verzocht den
heer V. in het naastbij gelegen huis een oogenblik te willen
vertoeven tot hij het rijtuig inspant. Daar gekomen gaat
de heer V. zitten en na weinige oogenblikken toevens valt
hij van de stoel, men schiet hem te hulp, doch het leven
heeft hem reeds verlaten het ligchaam dat men opbeurde
was een lijk.
Hij had zich door een edel en braaf karakter, gepaard
aan een aangenamen omgang, hier op het eiland vele vrienden
verworven, die hem met weemoed nastaren.
Zijne familie verliest in hem een braaf echtgenoot en vader,
en de maatschappij een edel mensch. Lang zal de nage
dachtenis aan hem bij velen in eere blijven.
Jl. Dingsdag had op het Noordhollandsch kanaal, nabij
de Burgerbrug, een droevig ongeval plaats. Terwijl het
Nederl. brikschip Alidakapt. Dijker, komende van Am
sterdam, door een stoomboot gesleept, in volle vaart was,
geraakte een vlet, bemand door een der matrozen van ge
noemd schip en den sjouwerman H. Veenstra, dwars voor de
boeg waardoor dit ranke vaartuig omsloeg en onder het
schip doorging. De matroos greep nog tijdig de sleper van
de boot, doch genoemde Veenstra vond, helaas, op die plaats
zijn graf.
Hij laat eene weduwe na met 6 kinderen, woonachtig te
Amsterdam.