Men meldt van Hellevoetsluis 31 Maart het volgende
Het schip Antje, kapt. Klein, is heden uit zee geretour
neerd met overgeworpen lading, hebbende op 53° NBr. en
2° 55' OL. gered de equipagie van het Nederl. kofschip
Christina Merthakapt. Hanningh, van Schiedam met eene
lading spoorijzer naar Koningsbergen bestemd, dat aldaar
gezonken is.
Z. M. heeft bepaalt
Art. 1. .De kantoren van in- en uitklaring en van ex
peditie, dienende tot ontvang van regten in buitengewone
gevallen, op de eilanden Vlieland en Terschelling worden
opgeheven.
Art. 2. Op de Vliereede wordt eene eerste wacht ge
vestigd tot in- en uitklaring der schepen, die langs het
vaarwater tusschen de eilanden Terschelling en Vlieland in-
of uitgaan.
Art. 3. Op het eiland Terschelling wordt gevestigd een
kantoor der in- en uitgaande regten, dienende tot ontvaug
van regten in buitengewone gevallen.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking met den eersten
April 1869.
De koninklijke hoftooneelspeelster, mevrouw Marie Nie-
mann-Seebach treedt hier te lande in deze maand op verschil
lende plaatsen op, als: 1 en 26 April Rotterdam, 2 April den
Haag, (vereerd door de toezegging van H. M. de Koningin),
3 en 29 April Delft, 5 April Dordrecht, 6 en 24 April
Arnhem, 7 en 21 April Zutphen, 8 en 20 April Deventer, 9
en 19 April Zwolle, 10, 13 en 17 April Leeuwarden, 12 April
Harliugen, 14 en 16 April Groningen, 25 April Nijmegen,
27 April Haarlem.
Men schrijft uit Maastricht. De heer Regout heeft aan
den H. Vader ten geschenke gezonden een prachtig stuk groene
zijde met goud doorwerkt, door hem van den Taikoen van
Japan ontvangen, tijdens diens bezoek van de uitgebreide
etablissementen van den heer Regout.
Bij dat geschenk is ook gevoegd een keurig bewerkte por-
celeinen inktkoker, zeer fijn verguld en eenig kristalwerk met
de Pauselijke wapens, vergezeld van een album, bevat
tende de afbeelding der verschillende nijverheids-ondernemin
gen te Maastricht.
Al deze geschenken zijn den Paus toegezonden door tus-
schenkomst van den Internuntius te 's Gravenhage, die be
reids de ontvanst er van aan den heer Regout heeft berigt.
Voor jaren geleden werden op Meerenberg concerten
gegeven door en voor de patiënten. De geneesheerdie
de muzijk als een heilzaam geneesmiddel voor krankzinnigen
beschouwdewerd zelf voor in de hersenen gekreukt be
schouwd en stierf later werkelijk in dien ongelukkigen toe
stand. Sedert is men in België begonnen van de muzijk
als geneesmiddel gebruik te maken. Volgens het verslag
van Dr. Boijclover Somerset Lunatic Asylumwordt de
muzijk in Engeland met het beste gevolg toegepast, vooral
bij herstellenden.
Ir, het thans rondgedeeld verslag der regering over
de kust van Guinea, komt omtrent de laatste periode van
het aldaar voorgevallene (en dat overigens uit de jongste
interpellatie over dit onderwerp meer in de bijzonderheden
is bekend geworden) het volgende voor
Bij ontvangst hier te lande van het berigt omtrent de
te Coramendah ontstane verwikkelingen, werden door de re
gering terstond maatregelen genomen om Zr. Ms. stoomschip
het Metalen Kruis dat in April naar Nederland moest te-
rugkeeren, te doen vervangen door een ander oorlogschip,
terwijl van hieruit zooveel mogelijk werd voorzien in de
behoefte aan levensmiddelen en munitie, alsmede aan steen
kolen ten dienste van het oorlogschip.
.Ten einde aan de bezetting een beduidend overwigfc te
verzekeren, werd ook een 250tal achterlaadgeweren, verge
zeld van personeel met de behandeling dier wapenen bekend,
uitgezonden.
Behalve een voorschot van f4000, werden aan de neger
regering van Elmina gemagtigd om, zoo noodig, nadere
verstrekkingen, ook van levensmiddelen te doen, en om,
bij wijze van tijdelijken maatregel, het aantal manschappen
bij de vaste bezetting, naar gelang van omstandigheden,
uit te breiden.
Aan den gouverneur werden opvolgelijk onderscheiden
voorschriften gegeven, met betrekking tot zijne gedragslijn
jegens de in verzet zijnde volken. Hem werd daarbij in
het bijzonder aaubevolen met de meeste omzigtigheid te
handelen alles te vermijden wat tot verbittering aanleiding
zou kunnen geven en daarentegen te trachten van lieverlede
het vertrouwen dier volken te winnen.
De Engelsche regering betoonde zich van haren kant
niet ongezind zooveel doenlijk haren invloed aan te wenden,
om de onder Britsch protectoraat staande volken van ver
dere vijandelijkheden terug te houden.
Beide Europesche besturen ter kuste traden sedert in
overleg omtrent blijvende staatkundige maatregelen in het
belang der bevolking aldaar.
De taal der oppositie-bladen wordt in Frankrijk met
den dag dreigender. De Siècle bevatte dezer dagen een
artikel, waarin hij in overweging geeft, of het niet tijd zou
zijn, om het paschen der joden en der christenen af te
schaffen en in plaats daarvan een paaschfeest te vieren, dat
meer in overeenstemming was met den tijd en den geest
van Frankrijk en wel: '/La P&pue de la Révolution." De
France roept den schrijver er van toe: //Louis Jourdan
mag den profeet spelen zooveel als hij maar wil, hij
zal toch de Mozes Diet worden van het door hem aan
gekondigde paschen. Hij zou de democraten wel tot aan
de Roode zee kunnen voeren, maar met de herinneringen van
1793 en 1848 zal men moeijelijk den anderen oever be
reiken." Niet minder ongerust maakt zich de France over de
vrijdenkers, die op goeden Vrijdag als vrijeters in de Ave
nue St. Mandé waren bijgekomen. Acht honderd menschen
die zich met groot rumoer op de vleeschspijzen wierpen.
Daaronder ook 80 vrouwen en eenige kinderen. Zekere
vrouw Ming hield een warme redevoering over gewetens
vrijheid. Bij de rede van Dreo, werd de vergadering zoo
opgewonden, dat de aanwezige commissaris van politie van
de gelegenheid gebruik maakte om de zaal te doen ontruimen.
Aan een brief uit Madrid, van 24 Maart gedagteekend,
aan het dagblad la France wordt het volgende ontleend
//De ongerustheid is algemeen. Sinds Maandag is bet uiter
lijk aanzien van de hoofdstad geheel veranderd. Er broeit
iets; er dreigen gebeurtenissen te ontstaan die een gausche
omkeering zullen te weeg brengen. Zal het de republiek zijn
of een monarchale Staatsgreep of wel een militaire dictatuur?
Niemand weet 'tmaar het gouvernement neemt voor
zorgsmaatregelen, de troepen zijn in de kazernen gecon
signeerd men merkt ongewone bewegingen onder de nationale
militie op; de Juveniud repubïicune had een manifestatitie
voorgenomen, waartegen de overheid zich verzet heeft,
De omstreken van het Cortes-gebouw zijn dagelijks met
een menigte nieuwsgierigen en werklieden gevuld, die een
wachtwoord schijnen af te wachten. Om de circulatie te
herstellen heeft men, behalve een groot aantal stadsagenten,
een escadron cavallerie eu een bataillon vrijwilligers noodig
gehad. Dat alles bewijst dat men vrees koestert en dat de
republikeinsche minderheid een extra parlementaire pressie
op de beraadslagingen der Cortes tracht uitte oefenen. Voor
't oogenblik echter gelooft men niet dat de materiële orde te
Madrid ernstig wordt bedreigd.
In een naderen brief aan hetzelfde blad, wordt de toestand
van Spanje op nieuw als zeer ernstig geschetst. De vrees
wordt uitgedrukt voor een uitgebreide Carlistisch-Isabellistische
beweging. Er wordt gesproken van een aanstaand militair
pronuntiamento. Onderscheidene bijzonderheden worden daar
omtrent vermeld en het vermoeden wordt zelfs uitgedrukt
dat maarschalk Prim in de gevormde combinatie is betrokken,
aangezien hij de zaken haar loop laat en inmiddels op zijn
buitengoed gaat jagen.
In het Turksche en in Turksche karakters gedrukte
dagblad Vooruitgang komt de volgende beschouwing voor, die
inderdaad van het begin tot het einde behartigenswaardige
opmerkingen bevat
»Gaan wij voor- of achterutt? Men verschilt hierover van
gevoelen. De een zegt: vooruitgaat het; een ander achteruit
zoo hard het kan een derde middelman beweertwij blijven
waar wij zijn. Wij willen deze beweringen eens nagaan. De
vooruitgangsmannen zeggen, dat wij yooruitgaan omdat wij
gedeeltelijk de Europesche beschaving hebben aangenomen.
Waarin bestaat die nabootsing Wij hebben ons nationaal
kostuum afgelegd, ten tweede onze zeden en eindelijk zijn wij
onverschillig geworden in het godsdienstige. Iedere natie, be
schaafd of onbeschaafd, heeft in het algemeen een bijzondere
kleeding en de schoonheid of leelijkheid der kleeding is niet
toevallig, maar hangt van de levenswijze en den smaak des
volks af. Bij voorbeeld. Toen wij nog groote tulbanden
droegen, bouwden wij sterke huizen, legden groote bibliotheken
aan, en verlichtten de geheele wereld. Thans dragen wij een
fez, een naauwen broek en kunnen geen duurzame huizen
bouwen, nog nuttige boeken schrijven. Zoo is het ook met
gewoonten en zeden. Wij groeten elkaar als de Franken
maar wij werken niet als de Franken van den vroegen morgen
tot den laten avond. Dat volgen wij niet na. Wij volgen
alleen datgene na, hetwelk niets met den ware vooruitgang
te maken heeft. Wat wint het volk er bij, wanneer men bij
het groeten elkander de hand geeft, in plaats van «salaam"
te geven. Een aap kan men dat ook leeren. Al die dingen
brengen ons niets vooruit. Wij hebben op die manieren niets
tegen, maar zagen liever manieren volgen, welke wezenlijk
voordeel gaven. Gewoonten en gebruiken zijn de beschaving
niet. Of iemand een wijde of naauwe broek draagt, dit zal
zijn capaciteit noch voor- noch nadeel doen. Wat nu onver
schilligheid in de godsdienst betreft, de voorstanders der be
schaving, welke de godsdienst aan kant zetten, begaan daar-
meê een grooten misslag. Zonder godsdienst kan de maat
schappij niet op den duur bestaan.
De geschiedenis bewijst zulks. Godsdienst is een natuurlijk,
onafscheidelijk bestanddeel eens menschen. Onverschilligheid
op dit punt is geen teeken van vooruitgang.
»Welke teekens van vooruitgang zien wij dan? Waar vin
den wij in ons midden een goed bouwmeester, een bekwaam
kunstenaar, een bedreven goudsmid of horologiemaker, een