die volksmenigte herhaardelijk heeft toegesproken en tegen de politie opgezet en hulp tegen haar gevraagd of beloofd heeft, o. a. door te spreken van mishandeling en driest ge weld, waartegen men zich van getuigen moest voorzien en verzetten, zoo hij zeide //niet anders dan langs den ordente- lijken en wettigen weg," maar waarbij hij toch voegde //houdt jelui goed, wees sterk, in tijd van nood zal ik u helpen, toont je kracht als het er op aan komt;" dat hij ook bij zijne arrestatie en na weer vrij gelaten te zijn, herhaaldelijk tegen de politie hulp van het volk gevraagd en aan het volk beloofd heeft. Nadat in bijzonderheden is aangetoond, hoe verzet en ongeregeldheden van de zijde der menigte het gevolg zijn geweest van de aangewezeu feiten, beveelt het arrest: dat de beklaagde voormeld, Jacob de Vletter, zal worden teregtgesteld ter zaken voorschreven, dat is het door redenen in openbare plaatsen gevoerd en door gedrukte ge schriften opzetten tot wederspannigheid, die daarop is gepleegd door meer dan twintig gewapende personen en medeplig- tigheid aan de misdaad van aantasting, gewelddadigen en fei telijken wederstand jegens bedienende beambten, handelende ter uitvoering der wetten en der bevelen van het openbaar gezag, gepleegd door meer dan twintig gewapende personen; door de ingezetenen tot het begaan van die misdaad door beloften te hebben uitgelokt en opgeruid door aanspraken in het openbaar ten aanhoore van eene verzameling van personen gehouden. -Jonas Melhado, die jl. Zaturdag door het Prov. Ge- regtshof in Zuidholland tot zes jaren tuchthuisstraf is ver oordeeld, heeft zich van die uitspraak in cassatie begeven. Omtrent de werkstaking onder de scheepstimmerlieden te Amsterdam, deelt de Amsterdamsche Courant mede, dat op eene werf, waar den eersten dezer betaald werd, de scheepstimmerlieden rustig het loon zijn komen ontvangen voor de twee dagen die zij gewerkt hadden. Hoewel dus een begin van verbetering wordt waargenomen acht de Amst Ct. het toch wenschelijk nogmaals op de noodlottige gevolgen te wijzen, die vooral voor den werkman, uit voortdurend verzet kunnen voortspruiten, terwijl het blad zich met kracht verzet tegen de pogingen van hen, die de arbeiders in hun verzet willen steunen, door het geven van bedeeling. Het doet een beroep op het eergevoel der werklieden en raadt hen in hun eigen belang aan tot toenadering mede te werken. Op Walcheren blijft het rustig. Dat door de Nederl. werklieden aan de Belgische groot onregt is gepleegd, blijkt meer en meer. De aannemers hebben dit openlijk bekend gemaakt. De heer van Lennep te Amsterdam zegt, dat het, naar aanleiding van 't gebeurde wenschelijk zou wezen, dat spoedig het volgende mogt kunnen worden medegedeeld:. *De hoofdstad van Walcheren en gansch Nederland zijn van verontwaardiging vervuld over het onregt op Walcheren tegen de Belgische arbeiders gepleegd. Er hebben zich com- missien gevormd om de geleden schade te vergoeden en de smet, welke op Nederland kleeft, door de gewelddadigheden, die jegens vreemdelingen hebben plaats gegrepen, uit te wisschen. De Belgische arbeiders hebben overal het werk hervat. Er is voor de kinderen der Nederlaudsche polder werkers eene school opgerigt, ten einde door onderwijs en door behoorlijke opleiding tot alle maatschappelijke deugden, aan het jonge geslacht onzer polderwerkers die begrippen van orde en regt te doen verkrijgen, welke hunne ouders zoo deerlijk toonen te missen." In het Dagbl van 's Gravenh. leest men de volgende correspondentie: X. vraagt met bescheidenheid aan Z. Exc. den minister van Oorlog of het Z. Exc. niet wenschelijk zonde voorkomen, te bepalen, dat in garnizoenen als den Helder, Hoorn, Delfzijl en Vlissingen voortaan de kagchels aan de wachten minstens niet voor half Mei worden weggenomen zoo mede die wachten tot dien datum gedeeltelijken brand te verstrekken. Zoo b. v. worden thans aan den Helder, als elders, de kagchels ingenomen en zitten de manschappen, nu het hier nog zeer koud is, des nachts zonder vuur. Neemt men hierbij in aanmerking dat verscheidene posten vlak aan zee zijn geplaatst, dan kan men nagaan of het ook in het belang van den soldaat zou zijn, wanneer hij, na zijne nachtelijke wandeling van uren, in een verwarmd lokaal kwam. Een wethouder ten platten lande in Friesland is door de arrondissements-regtbank aldaar veroordeeld tot eene geld boete van f10. met subsidaire gevangenisstraf van 1 dag, wegens het sluiten van een huwelijk als ambtenaar van den burgerlijken stand, zonder zich te hebben verzekerd van de bij de wet gevorderde toestemming. Men acht het niet nutteloos te vermelden, dat de hooge prijzen, welke de Fransche koopers voor paarden betaalden, gedaald zijn, en nog meer zullen dalen door den invoer van Ilongaarschen daar te lande. De hoofdmarkt is Pesth en de plaats van levering Straatsburg, waar in het afgeloopen jaar reeds 28000 stuks zijn aangekomen, die zoowel voor particu lier gebruik als voor het leger waren bestemd. De Hongaar- sche paarden zijn uitstekend goed en veel goedkooper dan de Nederlandsche. Het Noord-Duitsche parlement heeft zich verklaard voor de vrijheid van de uitoefening der geneeskunde, waartoe men voortaan niet alleen niet meer den titel van doctor zal eischen, maar die, wat meer is, geheel en al vergund zal zijn aan de kwakzalverszij behoeven er zich ten minste geen brevet van geneesheer voor aan te schaffen. In de be raadslaging werden een menigte voorbeelden aangehaald van gekroonde hoofden en aanzienlijke personen, die in den Iaat- sten tijd de zorg voor hunne gezondheid hebben toevertrouwd aan niet gepromoveerde personen. Bij het Russische leger zijn ingevoerd ambulante keu kens. Deze bestaan in koperen ketels op wagens aangebragt, welke met rooster en schoorsteen zoo zijn ingerigt, dat men al rijdende kan koken. Daardoor zal men het opslaan van veldkeukens vermijden. Den 19 en 20 April werd de leve ring van een massa dezer keukens aanbesteed. Het grootste gepantserde schip der Oostenrijksche Ma rine, en misschien wel het grootste, dat ooit van een der werven aan de Adriatische zee van stapel liep, is nu te Triest te water gelaten. Het zal den naam van Lissa voe ren en is 272 voet iaDg, 45 voet wijd en heeft eene water- verplaatsing van 6000 ton. De werktuigen zijn 1000 paar denkrachten sterk, terwijl de bewapening uit 12 Krupp-ka- nonnen van 300 pond zal bestaan. Zeer ernstig blijft nog steeds de strijd over het Ame- rikaansche schip Mary Lowoll, Het schip werd niet ver van Ragged Islandeen klein eiland der Bahama-groep, prijs gemaakt, naar Havanna gebragt en door de Spaansche regtbanken veroordeeld. De Amerikanen eischen nu de uit levering, bewerende dat het schip wederregtelijk op de hooge zee, 6 mijlen van Ragged Island, is genomenook de En- gelsche autoriteiten hebben tegen de uitspraak der Spaan sche regtbanken geprotesteerd en aangetoond, dat de aanhou ding slechts twee mijlen van het eiland, dus in de Engelsche wateren had plaats gehad. Volgens de laatste mededeelingen van generaal Dulce houdt men eene intrekking van het vroe gere vonnis voor waarschijnlijk. Het hooge Amerikaansche geregtshof voor speciale za ken heeft, in een geval van nadruk, beslist, dat het copieregt niet verder gaat dan tot het manuscript zelf, daar door de uitgave het werk een algemeen eigendom is geworden, waarop niemand zijn bijzonder regt kan doen gelden. Een half uur van Thebe en bijna onder de oogen eener talrijke patrouille gendarmerie werd een postwagen aange houden, door eene bende van acht man geplunderd en een reiziger, een rijke handelaar in victualiën uit Athene, gevan gen genomen. Nadat dit geschied was, vond de patrouille het eerst geraden den wagen te naderen en te onderzoeken, en hem tot de volgende pleisterplaats te escorteren. Maar van vervolgen der roovers was geen sprake. De patrouille werd deswege gearresteerd, doch de roovers eischen losgeld voor hunne gevangenen. De regering zal nu tot buitenge wone middelen overgaan, om deze plaag van Griekenland met wortel en tak uit te roeijen. De straat vuilnis van Parijs wordt jaarlijks gemiddeld voor 600,000 frs. verpacht. De aannemers verzamelen dit vuil in groote vuilnisreservoirs, waar het door opname van zuur stof uit den dampkring tot rotting overgaat en hierna voor 3 a 5 frs. per kub. el wordt verkocht. De. opbrengst van die massa bedraagt dan ongeveer 3 millioen frs. In 1823 verkreeg de stad slechts 75,000 frs. aan pachtpenningen in 1831 be taalden de aannemers haar reeds 166,000 frs. en in 1845 steeg deze som tot 500,000 frs. Sedert de annexatie van kleine gemeenten van den omtrek is deze som nog aanmerkelijk toegenomen. Verscheidene duizenden werklieden houden zich dagelijks bezig met de verzameling en het vervoer van de vuilnis. De Moniteur verhaalt de volgende episode uit het leven van den Belgischen minister Frère-Orban Toen de heden- daagsche minister van Leopold II nog student washad hij kennis gemaakt met een schoon, jong en beminnenswaardig meisje, dat tot eene der rijkste industriële familiën van Belgie behoorde. Hij beminde het jonge meisje en werd weder be mind. De ouders wilden evenwel van geen huwelijk weten. Eenigen tijd na de kennismaking naderde de dag waarop Frère-Orban (hij noemde zich toen enkel nog Frère) zijn laatste examen moest doen. Op den morgen van dien dag zag hij het jonge meisje: »Gij doet" zeide zij »heden uw laatste examenals gij er door komt, vervoeg u dan heden avond in het theater in onze loge en binnen eene maand ben ik uw vrouw." »»Maar uwe ouders?"" »Ik sta voor alles in" was het antwoord der jonge dame. De avond valt. Het theater is propvol. Plotseling wordt de loge van den rijken industrieel geopend en Frère vertoont zich bij den in gang. Het jonge meisje springt op en vliegt om den hals van den jongen advocaat. Eene maand later trouwde Frère met mejuffer Orban, en noemde zich sedert, zoo als in Belgie meer geschiedt, Frère-Orban. Madame Reguier, de vrouw van een regterlijk ambtenaar te Versailles, liet zich eens, te midden van een talrijk gezel schap, waar zij met haar echtgenoot genoodigd was, midden in 't gesprek van anderen, eenige opmerkingen ontvallen, die daar volstrekt niet te pas kwamen en buitendien nog hoogst onbeduidend waren. Ten aanhoore van alle tegenwoordigen werd zij hierover door haar man berispt, die haar toevoegde: »houd u toch stil, madame, je bent eene zottin!" Van dat oogen blik af heeft zij haar leven lang geen enkel woord meer gesproken; zelfs niet tot hare kinderen. Eens liet men in hare tegenwoordigheid een gefingeerden diefstal plegen in de hoop haar als 't ware bij verrassing een woord te ontlok ken, maar zonder uitwerking, want niets zelfs dit niet, was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 2