GROOT MENTAAL CONCERT,
Mwsis Sacrwm.
ADVERTENTIES.
op Woensdag 1"2 Mei a. s. Aanvang 8 ure.
in do kiosks bediend, zoodat er tweemaal daags voor 6000
personen spijzen worden gereed gemaakt.
De graaf van Waldeck, de gewezen vriend van Dan-
ton, den bekenden revolutieman, heeft ondanks zijn 103 jari
gen ouderdom een doek geschilderd, waarop 255 personen
voorkomen, welk schilderij op de eerstdaags te openen Pa-
rijsche tentoonstelling van schilderijen en beeldhouwwerken
een eereplaats zal innemen. De graaf doet iederen dag zijn
gewone wandeling, verheugt zich nog in het bezit van al
zijne zintuigen en is gehuwd met een 40jarige Engelsche
vrouw. Beider zoon is 18 jaar oud.
Opdat de winkeliers op hunne hoede zouden zijn,deelen wij
de volgende allernieuwste methode mede om hen een strik te
spannen.
Een elegant gekleed heer treedt den winkel van een goudsmid
binnen.
»Ik begeef mij binnen weinige dagen in den echt, mijnheer, en
wilde mijne aanstaande bij die gelegenheid eenige kleinigheden
aanbieden, een paar ringen, oorbellen, een armband, of broche
met diamanten. Maar niet al te duur, bij elkander zoo wat voor
een honderd gulden of vier, vijf. Hebt u zoo iets?"
«Wel zekermijnheer" en de winkelierregt in zijn schik
stalt op de toonbank allerlei voorwerpen uit.
De heer beziet het een na het ander en vraagt naar den prijs.
«Een aalmoesje, asjeblief, meneer," klinkt het plotseling aan
de deur, die door een bedelaar ten halve wordt opengeduwd.
«Ga voorbij!" roept de winkelier, zonder om te zien.
«Och, meneertje, mijne vrouw is ziek en vier wurmpjes
van kinderen hebben sints gisteren niks gegeten!"
«Ga» voorbij, zeg ik je beveelt de winkelier.
«Een enkel stukkie brood, meneertje
De winkelier wordt boos en maakt eene beweging als of
hij de buitendeur wil gaan sluiten.
Maar de vreemde heer komt tusschen beiden. Hij neemt
een gulden uit zijn porte-monnaie en zegt lagchende tot den
winkelier
«Een aalmoes, een paar dagen vóór mijn huwelijk brengt
my misschien geluk aan
De vreemdeling gaat daarop naar den bedelaar en duwt
hem een gulden in de handte gelijk met een der kost
baarste diamanten ringen, die op de toonbank uitgespreid
liggen.
De bedelaar geeft een vloed van dankbetuigingen ten beste,
waaraan de ander een einde maakt door hem de deur-voor
den neus digt te werpen.
Nadat de bedelaar zich verwijderd heeft verklaart de
vreemde heer, dat hij met zijne aanstaande vrouw terug-
keeren zal, om haar zelve te laten kiezen wat zij het liefst
heeft.
Daarna heeft een van beiden plaats
De vreemdeling vertrekt en de winkelier ontdekt te laat dat hij
werd bestolen.
Of de winkelier ontdekt nog tijdens de aanwezigheid van den
chevalier d' industrie dat het voorwerp verdwenen is maar
dat brengt hem niet verder. Immers het voorwerp zelf is verdwe
nen, zonder dat de winkelier doorziet dat de bedelaar een com-
père was. Ook de politie is in de meeste gevallen onmagtig, daar
de hier bedoelde dieven geld vertoonen waarmede zij de voor
werpen die zij ter bezigtiging vroegen, konden betalen en de
noodige afspi'aak met het eene of andere vrouwspersoon hebben
gemaakt, met wie zij dan zoogenaamd «op trouwen" staan.
DE MAGT DER VERBEELDING.
Het volgende is een verhaal door een ongelukkigen vader aan den schrij
ver op hun reis naar Livorno gedaan, uadat de schrijver liera bij het in
schepen het leven had gered. Dc zoon, van vvien daarbij sprake is, bevond
zich mede aan boord, dc neerslagtigheid die uit zijn geheele houding sprak,
de diepe rimpels die zijn voorhoofd doorsneden en het verglaasde dat zijn
oogcu eigen sc-hecn, trokken telkens dc aandacht der reizigers en in het bij-
zoiider de aandacht van den schrijver tot zich.
„Mijn zoon had zich voor twee jaren geleden verloofd met de dochter van
een mijner rijke handelsvrienden en dit tot genoegen van wederzijdsche fa-
miliën. Van den kant van het meisje bevonden zich jeugd, schoonheid,
rijkdom, beschaving van hoofd en hart, terwijl mijn zoon met ziju helder
oordeel eene soliedc zaak, die in de city gunstig bekend staat en eene
staalfabriek te Manchester aaubragten daar de jonge lieden elkander vurig
beminden, mogt men van die verbiudteuis dc schoonste verwachtingen koes
teren. Een maand ongeveer vóór de voltrekking van het huwelijk, kwamen
het meisje en haar vader eenige dagen doorbrengen op ons nabij Manchester
gelegen landgoed, en met één de iuderdaad kolossale fabriek bezigtigen.
Dat de jongelui die dagen boven de wolken waren, kunt gij deuken. Maar
juist toen wij naar Londeu terugkeeren zouden, sprong er één van de
stoomketels in de fabriek en zagen wij, mijn zoou en ik, ons vcrpligt
achter te blijven. Wij beloofden dus, dat wij zoodra de noodige beschik
kingen gemaakt zouden zijn, volgen zouden. Mijn zoon brandde intusschen
van ongeduld. Eindelijk was alles geschikt. Wij gaan, wij komen te
Londen en mijn zoon spoedt zich naar de woning van zijn verloofde. Toen
hij daar kwam nam de bediende met een diepe buiging zijn hoed en over
jas aan.
„Mijnheer," zcide hij eindelijk met moeite, „is op 't oogenblik buiten
staat u te ontvangen." „Is de jufvrouw daar dan „Ja, mijnheer."
,i'Alleen „Alleen, mijnheer 1" autwoordde de bediende langzaam zon
der hem aan te zien.
Mijn zoon spoedde door de voorkamer naar de salon, waar hij haar dacht
aan te treffen. Hij doet dc deur open, de gordijnen hangen voor de ven
sters lichten branden er op een tafel naast een crucifiks, daarvoor staat
een doodkist met witte bloemen versierd zijne bruid is dood 1
Een gil, die door het geheele huis weerklonk, bragt de gansche familie
bijeen. Zelfs stoud hij, mijn zoon, als een geest midden in het vertrek, en
eerst twee dagen daarna kwam hij weer zoo ver bij, dat hij opheldering ge
ven en ontvangen kon.
Met den spoortrein, die onze gasten weer naar Londen bragt, was onder
weg een of ander gebeurd eenigen slechts hadden daarbij lichte wonken
bekomen, maar zijn meisje was ten gevolge van een hersenschudding omge
komen en onbegrijpelijk van berigtcn die men tot ons gezonden had,
was niet één tot ons gekomen. Verpletterd, verbrijzeld nam hij deel aan
de begrafenis in de familiegrafkeldersgeen enkele traan in zijn oog, stom
en als verstompt stond hij er bij. Maar toen de sarcophaag gesloten werd,
zonk hij bezwijmend neder. Nicmaud evenwel bemerkte dit. leder was te
veel vervuld met de zaak zelve. Bovendien was het in den kelder donker.
Allen verwijderden zieh dusde deur werd gesloten, en mijn zoon was
leveud begraven.
Geruimen tijd nadat wij vertrokken waren, kwam hij weêr bij. Hij richtte
zich een weinig op en staarde in de diepe duisternis. Waar was hij? Hij
bedenkt zich, 't wordt hem licht, duidelijk, hij is vergeten
Vergeten 1 Opgesloten in den kelder, verre van iedere menschclijkc woning.
Een koude huivering ^gaat hem door de leden. Doch weldra vermant hij
zich. Ilad hij dicuzelraen morgen niet duizendmaal dea dood ingeroepen
Had hij zelf het niet allerwenschelijkst verklaard, ontheven te worden
van een leven, dat hem tot een last geworden was, ten einde naast de ge
liefde afgestorvene te mogen rusten En nu rustten hij reeds bij haar
zeker zweefde haar reine geest om hem; zeker bad dc verheerlijkte thans
tot den Almachtige, dat ziju einde kalm mocht zijn, en dat hij met haar
weer vereenigd mocht worden.
Maar die opgewonden denkbeelden wijken voor andere en betere overwegin
gen. Had hij daar buiten, in de wereld geen pligtcu meer te vervullen en de
banden, waarmee hij aan zijne nog levende betrekkingen gehecht was, zouden
die zoo gemakkelijk verscheurd kunnen worden Mogt hij zoo ligtvaardig
zijne moeder vergeten, die hem met zoo alles trouwe liefde had opgevoed
Moest hij niet veeleer alles in het werk stellen om haar het schrikkelijk
deukbeecld te besparen: mijn kind is levend begraven, ellendig gestorven,
van honger omgckomcu
Van honger I Daar trad het spook voor hem zijne verbeelding
looverde het daar duidelijk voor hem, zoo als het uit de diepste duisternis
op hem toetrad, Honger 1 Daar kwam het op hem aan met de diepliggende
brandende oogen, met de verdorde lippen, met het vlcescliloos, grijndzend
gelaat; een tochtwind scheen de lompen, waarin het gehuld was, te bewe
gen en het klapperend gebeente te ontblootcn.
Een hevige angst greep hem aan, en met een schrikkclijken gil viel hij
van zich zeiven.
De koude steenen deden hem echter weer bijkomen. Leven riep hij wan
hopig uit, leven wil ik, leven zal ik. Ilij stond op, waggelde vooruit,
maar stoot zich aan iets. Geen licht Ja, Goddank hij had gereedschap om
licht te maken bij zich. Hij steekt een lucifer aan en zoo ook een vvas-
kaarsje. Daarmede begeeft hij zich naar de deur. Maar dezo is, naar het
schijnt vervaardigd uit dikke eikenhouten planken, eu sluit hermetisch.
Hierdoor te dringen is onmogelijk. Wat dan nu te beginnen
{Slot in liet volgend nummer
MARKTBERIGTË1V.
SCIIAGEN, 5 Mei.
2 Paarden f50 a 70, 3 Ossen f 150 a 210, 2 Stieren f 60 a 125, 40
Magere Gelde Koeijen f 110 a 160, 20 Vette Gelde Kocijen f160 a 270,
60 Kalfkoeijeu f120 a 200, 30 Vaarsen f60 a 115, 10 Gras Kalveren
f25 a 6025 Nuchtere Kalveren f 3 a 8, 738 Magere Schapen f 14 u
30, 100 Lammeren f 3 a 10. Bokken en Geiten f 0.50 a G, 16 Magere Var
kens f 14 20, 100 BiggCD f8 a 11. Konijnen 10 ïi 75 ets., Kippen 30
a 100 ets., Eenden 25 a GO ets. Duiven 10 a 20cts. Boter 72£ ets. per
kop of f 0.96-2- Per Ned. pd., Kaas 20 a 40 ct. per NP. Kipcijcren
f2.20 a 2.30, Eendijeren f3.40 per lOOstuks.
PL'RMERENDE, 4 Mei.
Geen Kaasmarkt om de jaarmarkt.
Boter van 0.92^ tot f 1.05 per ned. pd. Gemiddeld 0.97-| per Ned. pd.
Aangevoerd 5S Runderen. Vette Koeijen weinig aangevoerd, en tot hoogen
prijs verkocht. Melkkocijen uithoofde der gister gehouden jaarmarkt niet
aangevoerd. Tijd- en Kalfkocijen dito.
1 Paard. 110 Vette Kalvcreu. Prijs van 55 tot 75 ct.pcr ned. pd. Handel
vlug. 88 Nuchtere Kalveren f 4 a 12; handel vlug. 42 vette Varkens. De
prijs was van 50 tot 56 ets. per ned. pd. Handel matig vlug. 22 Magere
Varkens f 17 a 28 en 396 Biggen van f7 tot 12. Handel matig vlug. 1018
Schapen en Lammeren; vette Schapen als altijd voortdurend hoog in prijs.
Overhouders worden wekelijks duurder verkocht. Lammeren worden thans
ook weder aangevoerd; de handel hierin is vrij levendig, de prijzen van f 4
tot 10 voor geschikte waar. Kipcijereu f 2.40, Eendeijereu f 3.50, Kicvits-
Eijercn f 4 de 100 stuks.
SNEEK, 4 Mei. Boter f41.
Woensdag 12 Mei vertrekt van hier de Oost-
Indische landmail via Marseille.
Heden overleed plotseling ten onzen huize, onze
Moeder en Behuwd-Moeder, Mejufvrouw A. van MAA-
B.EN, eerst weduwe den Heer G. Coster, laatst den
Heer L. Band in den ouderdom van tachtig en een
half jaar.
HelderMede uit naam van Broeders
den 6 Mei 1869. en Ziisters
P. BOLL.
H. BOLL—COSTER.
met welwillende medewerking van den Hr. Egbers
onder de ïjeiding van den heer
^Lo ne?rr
Stedelijk Ore hest-Directeur en Kapelmeester te Alkmaar
Toegangs-b'ewijzen zijn aan het lokaal verkrijg
baar; voor een Heer75 ct.
h ii Dame50
Plaatsen zijn te bespreken a 10 ets. extra.