BURGERLIJKE STAM) DER GEMEENTE TEXEL. verkocht, bestaat de oosterijksche schroeflottille op dit oogenblik slechts "uit 3 zwakke fregatten, 2 korvetten eü 7 kanonneerbooten. Oostenrijk bezit op dit oogenblik aan gepantserde schepen slechts 7 fregatten, die tot den strijd geschikt zijn, terwijl twee andere de Lissa en de Kaiser in aanbouw en niet voor over 2 jaar gereed kunnen wezen. De geheele bruikbare vloot bestaat dus uit 19 schepen met 237 kanonnen, waarvan slechts 84 van de grootste en nieuwste soort. Ecne vergelijking der maritime strijdkrach ten van Oostenrijk van het jaar 1866 met die van 1869 wijst dus eene belangrijke vermindering aan. Te Basel is dezer dagen des nachts brand ontstaan, beneden in een huis; in welks bovenverdieping twee dienst maagden en vier kinderen sliepen wier ouders afwezig wa ren. Het oudste kind is er in geslaagd, met het jongste uit het brandende gebouw te ontkomen en dit is ook aan een werkman, die in den kelder sliep, gelukt. Eene der dienstboden is van de ladder der brandspuitgasten gevallen en aan de gevolgen van dien val overleden. De andere dienstmaagd was reeds gered, toen zij, aan de twee achter gebleven kinderen denkende, zich, om dezen te redden, op nieuw in de vlammen stortte, waarin zij echter ongelukkiger wijze met de twee kleinen den dood heeft gevonden. Een zeer aardig scène heeft dezer dagen voor het kantongeregt te Antwerpen plaats gehad. Een ondanks zijn 72 jaren nog zeer kras en levendig mannetje, het dansmeesterken bijgenaamddat zijn brood verdieut met dansen in de herbergenwasvan bedelarij beschuldigd voor den regter gedaagd. Om nu de verraderlijke valsch- heid van de beschuldigingdat zijne kunst met bedelarij moest worden gelijk gesteld aan te toonenverheft hij zich zoo hoog als hij kat» op zijne kleine beenen en begint op, dolle wijs te dansen tot groot vermaak van het publiek. Te vergeefs tracht de president hem tot kalmte te brengen; zijne danswoede neemt hierdoor slechts te meer toe en houdt eerst opals hij afgenat neerzinktom zijne veroordeeling tot een maand gevangenisstraf te hooren uitspreken. Berigten uit Petersburg luiden ten hoogste verontrustend over de waarschijnlijke toekomst van die stad. Sedert eenige jaren heeft men er eene verzakking waargenomen, die niet, gelijk te Nijmegen, van plaatselijke aard is, maar algemeen en gelijkmatig zonder ophouden voortgaat. Er is bevonden, dat er niets tegen te doen is, daar zij een gevolg is van den bodem, die in zinkende toestand verkeert. Komt de natuur niet te hulp, dan zal van Petersburg na een halve eeuw niets meer te zien wezenbehalve eenige torenspitsen en enlcele hooge daken en scboorsteenen. Er worden reeds middelen beraamd om het hot en al wat tot de regering betrekking heeft te verplaatsen. In de stad houdt men dit, zooveel mo gelijk is, geheim. Terwijl in Engeland aan den eenen kant het streven zich openbaart om den Zondag ten nutte van geestontwikkeling te besteden, door bijv. verzamelingen van natuur, kunst en wetenschap op dien dag open te zetten, werkt aan den an dereu kant de reactie met verdubbelde ijver, om dien dag te doen doorbrengen in een zelfduodende rust en ledigheid. Zoo heeft zich te Portsmouth een verbond gevormd van lijkwagensverhuurders, lijkenafleggers en lijkenbezorgers, om zich des Zondags met geen lijken in te laten. Het stelt zich voor, alle confrères in het vereenigd rijk tot hun besluit te dóen toetreden. Te Malton stierf op 90jarigen leeftijd John Wright, die 44 jaren lang een pensioen van fl.10 per dag heeft genoten als oud-soldaat. Hij was geweest in 28 gevechten en had be hoord tot het 79e regiment hooglanders. (In Engeland haDdelt men zoo met hen, die hun vaderland hebben verdedigd; bij ons laat men velen aan de algemeene liefdadigheid over). Het exclusivisme wordt bij de Mormonen hoe langer zoo meer in werking gebragt. Hun streven om invloed van buiten te weren is hun gebleken ten eenenmale te moeten mis lukken, tenzij dat zij een middel konden uitvinden om het ver keer onmogelijk te maken. Daarin meenen ze nu geslaagd te zijn door het invoeren van eene nienwe taal, althans in geheel andere lettervormen wordende uitgedrukt. Daarmedeziju reeds 10.000 schoolboeken gedrukt. Of't bun gelukken zal déze geheim te houden, is wel boven allen twijfel verheven. Hun president Brigham Young, heeft 23 vrouwen, naar het ligchaam en 51 naar den geest. Overigens kan men niet ontkennen, dat onderhen een goede welvaart en betamelijkheid heerscht. De heer Rüscher heeft onlangs te Elberfeld en in ee nige andere fabriekdistricten voordragten gehouden voor het volk, waarin hij over den toestand der werklieden sprak en hen aanmaande door pligtsbetrachting en ijver, geenzins door werkstaking of oproerige bewegingen, tot de welvaart te ge raken. waax-op zij regt hebben. In eene der door dien staat huishoudkundige uitgesproken redevoering komen de volgen de beschouwingen voor: De zucht naar welvaart is natuurlijk en zelfs pligtmatig. Indien welvaart zeer gemakkelijk te verkrijgen ware, zou het genot daarvan een groot gedeelte zijner aantrekkelijkheid verliezen. In het bestrijden en over winnen van moeijelijkheden ligt de x*oeping van den mensch. Die moeijelijkheden zijn somtijds grooter dan de kracht, waarmede wij ze te keer gaan. De vraag is, of wij die kracht al dan niet zouden bezitten, indian wij de juiste middelen aan wendden om haar toe te passen?" Het verkeerd toepassen pu van kracht is, volgens de heer Rüscher, ééne der redenen, waarom de toestand van den werkman in geheel Europa niet Zoodanig is als hij wenschen zou. «Indien allen" (zeide hy) »dip sedert jaren zich bemoeijen met den zoogenaamden strijd tusschen kapitaal en arbeid, zich hadden toegelegd óp hunne eigene zaken, zouden wij verder gevorderd zijn dan thans, nu de werkman aan het spreken over arbeid de voorkeur geeft boven het arbeiden zelf." »Ik durf u vragen" (aldus sprak de heer Rüscher eene vergadering van werklieden aan) «of niet zij, die in kroegen zich opwerpen als voorgangers en apostelen, veelal het minst bruikbaar zijn in fabriek of werkplaats?" Volgens de Elberfelder-Zeitung is in vele vergaderingen, waarin de spreker deze vraag tot zijne toehoorders rigtte, geantwoord met een luid: «Ja! ja!" De redenaar zette voorts uiteen, hoe kapitaal het product is van opgespaarde verdiensten, en hoe elk werkman, die wekelijks slechts weinige stuivers in de spaarbank belegt, met het doel om daarvoor na eenigen tijd een stukje grond, een huisje of beter gereedschap 'te koopen, zich «schuldig maakt aan de in veler oog zoo afschuwelijke misdaad van kapitaalbezit." «Welnu (aldus ging de spreker voort): ik noodig u allen uit, zoo misdadig te worden! Ja, wij willen aan het kapitaal den oorlog verklaren, en zullen niet rusten voordat wij het hebben veroverd met de onoverwinnelijke wapenen van vlijt en spaarzaamheid!" Eere wie eere toekomt Het is thans den heer Kalishoek die zich ten volle die eere heeft waardig gemaakt, door een honderdtal jeugdige zangers en zangei'essen, leerlingen van de zangschool Euphonia, met hunne ouders en belangstellenden, eene regt feestelijken avond te doen doorbrengen. Op zeer vei-rassende wijze heeft hij geene moeite noch kosten te groot geacht, om van zijn vooringenomenheid met de jeugdige leerlingen dezer inrigting blijken te geven, en waaxwoor zeker niemand dankbaarder zijn zal dan elk van die zangers en zangeressen. Doch ook wordt dit blijk van belangstelling niet minder geprezen door ieder die het zeldzaam genot heeft gesmaakt op deze inderdaad feestelijke bijeenkomst tegen woordig te zijn. Wie toch die de zoo natuurlijke, ongekunstelde en daardoor misschien zoo liefelijke en welluidende zangstem men toeklonk, werd niet getx-offen en deelde niet bij den aan blik van zoo vele lagehende kopjes, in het geluk dat dezen naar hartelust smaakten. Los en vrij werden al de nom- mers van het feestpx'Ogi-amma, zelfs verre boven verwachting uitgevoerd. Wij zouden daarom onregt doen, indien wij geene loffelijke vermelding maakten. Ten eerste van den onderwijzer, den heer Kuijk, die op roemrijke wijze zijn bekende tact als zangonderwijzer hand haafde, en die ook bij deze gelegenheid de wel eens geop- pex-de meening heeft gelogenstraft, als of het wel slagen zijner zanguitvoeringen, geheel af hankelijk. zouden zijn van begelei dende strijk-instrumenten. Ten anderen van de zich zoo verdienstelijk gemaakt heb bende jonge dames M. en M. Jelgersma, die een paar stukjes met pianospel accompagneerden, en met een zestal hax-er vrien dinnen in staat waren, om bij eene gevoelvolle voordragt van het «Kom vader kom mee," door H. C. Worp, al het edele der toonkunst te doen uitkomen. Vervolgens van de jonge jufvrouwen B. Giltjes, D. Groot, T. Dalmeijer en L. Jelgersma, die als om strijd met elkander in hare solo's en duetten wedijverden en uitmuntend hebben voldaan, zoo ook de jonge heeren G. Driessen en H. de Leur in het zoo vaderlandsche lied «Oranje boven," enz. Eindelijk alle eer aan onzen plaatselijken muziek-directeur, den heer Egbers, die ook deze inrigting zijne belanglooze medewerking - waardig keurde, om sommige solo's te begeleiden. Ten slotte zij eere aan alle de overige zangers en zange ressen, die wel blijken gaven van waardige proeven te kunnen leveren op het gebied der zangkunst. Vatten wij alles te zamen, ook de aangename oogenblikken die de heer Maju met zijne «dissolving-vieuws" het jonge ge slacht verschafte, dan kunnen wij van al de genotene uitspan ningen gerustelijk zeggen, dat zij regt feestelijk waren en zeker niet spoedig uit het geheugen zullen gaan. CORRESPONDENTIE. De van het Anti-Dagblad zegel-verbondmet verzoek tot plaatsing, ontvangen circulaire zal in ons volgend nommer worden opgenomen. Van 7—13 Mei 1869. ONDERTROUWD Picter Boon en Elisabetb Vermeulen. Lammert do Waard en Maartje Peper, weduwe Pieter Sluisman. GETROUWD Dirk van dor Vis, weduwnaar van Enna Hoving en Trijntje Kooucr. Cornelis Koogcr en Engeltje Plaatsman. GEBORENCornelia, dochter van Jau Gornes en Jantje Dopmeijer. Sandrina, dochter van Gerbrand Iluizinga en Ilendrikje Jacobs. Cornelis, zoon van Pieter Visser en Naantje Vlaming. OVERLEDENNaantje de Boer, 70 jaren, gehuwd met Willem Maas, MAUKTBERIGTEN. AMSTERDAM, 12 Mei. Tarwe, bonte Poolsche f315, Rogge, Petersburg loco f194, Galatzfl98, Tagaurog f195 a 194, Koolzaad, dadelijk 66^, Raapolie 6 weken 36^, dito vliegend 35, dito, voorjaar (Mei 1870) 39, dito najaar 37j. Lijnolie 6 weken, 334, dito vliegend 32^, dito najaar 334- SCHAGEN, 13 Mei. 2 Paarden f60 a 100, 8 Ossen I'80 a 130, 3 Stieren f 80 a 125, 30 Magere Gelde Kocijen f 110 a 160, 8 Vette Geldo Koeijeu f180 a 220, 40 Kalfkoeijeu f 110 a 180, 10 Vaarsen 1' 70 a 120, 5 Gras Kalvcrcu f40 a 6025 Nuchtere Kalveren f3 a 7, 1 Ram f18, 650 Magere Schapon f 14 u 27, 30 Vette Schapen f 26 a 36, 600 Lamineren f4 11.50,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 3