HELDERSCHE COURANT.
3Iteuo)S-- ril flÖoerteiifie--6foÖ.
Zaturdag
5 Junij.
M 857.
Negende Jaargang.
1869.
■ÈSffiriëd gcöccïte.
Jjgiet-nffitiëel gehalte.
Jhr. Mr. C. van Foreest of den
Generaal W. J. Knoop.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.30
Franco per post 1-50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Do prijs der Advertenties! van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Zegclregt voor
iedere plaatsing 35 Centen. Voor des Dingsdag en Vrijdags
middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intczendcn.
Ingezonden stukken minstens écn dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J E S.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
POLITIE.
Gevonden op de openbare straat een OORBELLETJE.
Helder, 4) Junij 1869. Be Gommissaria van Politie
A. C. BOONZAJER.
iii.
De vreemdeling beschuldigt ons, Nederlanders, vaak van
koelheid of onverschilligheid voor het staatkundige leven
vooral blijkbaar in de trage opkomst bij de stembus. Geheel
ongegrond is die beschuldiging niet. Wij zoeken de oorzaak
vooral daarin, dat onze landgenooten zich niet genoeg reken
schap geven van de bestaande toestanden. Wanneer zij meer
door eigen oogen trachtten te zienzouden zij het gewigt
der zaak gevoelen, en niet van de stembus wegblijven. Zij
zouden hunne stem met overtuiging uitbrengen en die niet
afhankelijk stellen van raadgevers die vaak meer hun eigen
belang en dat hunner vrienden raadplegen dan het welzijn
des lands. Zij zouden zich dan vrijwaren tegen het zelfver
wijt van door traagheid of ligtgeloovigheid te hebben mede
gewerkt tot het bestendigen van misbruiken die in ons va
derland niet minder dan elders te vinden zijn.
Zal de verkiezing van aanstaanden Dingsdag bewijs geven
van meer belangstelling? Wij hopen het.
Met het oog op het bijzonder gewigt dier verkiezing hebben
wij in onze twee voorgaande artikelen getracht de onderwijs
kwestie welke thans eene hoofdrol zal spelenzoo duidelijk
voor te stellen als ons mogelijk wasten einde de kiezers
van ons districtzelfs de minder ontwikkeldein staat te
stellenzeiven te oordeelen en niet aan den leiband van
anderen te loopen.
Twee partijen staan thans tegenover elkander.
De eene verlangt de grondwetwelke ons de openbare
gemengde school waarborgt en de wet op het lager onderwijs
te handhaven. Zij waardeert hoog het goede, dat die school
heeft gesticht die aan allen zonder onderscheid voldoend
■onderwijs verleentzonder iemand ergernis te gevenals
hij niet pcir jorce geërgerd wil zijn die geene liefdelooze
scheiding in de hand werkt tusschen armen en rijken die
verdraagzaamheid aankweekt en godsdiensthaat buitensluit
diewat men ook zeggen moge geene ongodsdienstigheid be
vordert maar het leerstellig godsdienstonderwijs buiten de
school houdt en aan de leeraars en voorgangers der gezind
heden overlaatomdat deze alleen daartoe de bevoegde per-
soonen zijn; die, in één woord, sedert een aantal jaren
getoond heeftde school van het nederlandsche volk te zijn.
De andere wil in haren geestgrondwet en schoolwet
veranderen. De openbare gemengde school moet bijzaak
wordenen langzamerhandals een onvermijdelijk gevolg
daarvan te gronde gaanzij mag van christelijke deugden
niet meer sprekenopdat zij des te spoediger in discrediet
vervalle. Overal moeten vrijekei'kelijke of sektescholen
worden opgerigtal ware het ook, dat, ten gevolge daarvan,
de partijen elkander met de grootste bitterheid de school be
twistten en godsdiensthaat de plaats der eendragt moest
innemen. De behoeftigen veelal door gebrek aan middelen
verhinderd van die scholen gebruik temaken, zullen welligt,
als eene aalmoesnog gelegenheid ontvangen om eene open
bare school te bezoeken niettegenstaande die partij wregt
voor allenin haar vaandel geschreven heeftLeerstellig
godsdienstonderwijs zal op den voorgrond staan de gehecle
school moet '(volgens den heer Groen) godsdienstig zijn cn
wat daarvan te wachten ismogen sommige dergelijke reeds
nu bestaande kerkelijke scholen bewijzen.
Wanneer het nregt voor alleneens op alle- burgers van
Nederland konde worden toegepastdoor hun de gelegenheid
te geven zonder pressie hunne stem over deze zaak uit te
brengen waarlijk de beslissing zou ligtelijk te voorspellen
zijn. Maar die zaak is aan onze volksvertegenwoordigers op
gedragen en de kiezers zullen te beslissen hebben aan wien
zij die zaak meenen te moeten toevertrouwen.
De heer van Foreest, welke thans ons district vertegen
woordigt isteen tegenstander der openbare gemende school.
Vroeger schoolopzienerkan hij beter dan iemand over het
vóór en tegen dier school oordeelenmaar hoeveel nut hij
ook zou kunnen stichten door zijne ervaringen aan de kiezers
mede te deelen en daardoor misschien de voorstanders dier
school van hunne dwaling te overtuigen, hij blijft zwijgen.
Hij moge dus als mensch als burger aller achting verdienen,
als vertegenwoordigerals staatsman kan hij ons geen ver
trouwen inboezemen. Met het oog op zijne antecedenten weten
wij niet, wat wij van hem te wachten hebben. Hij die in
eene zaak van gèwïgt éénmaal van overtuiging is veranderd
doet ons fcoo ligtelijk voor eene tweede verandering vreezen.
Is ons oordeel in dit opzigt ongunstighet doet ons leed
want persoonlijk achten wij hem hoog. In eene zaak als deze
mag dit ons echter niet weerhouden voor ODze overtuiging
uit te komen.
Tegenover hem staat de Luit. Generaal W. J. ICnoop,
een man wiens geheele levensloop getuigt van vastheid van
beginselen en karakter wiens ronde verklaring zijne over
tuiging zóó helder bloot legt, dat alle twijfel, alle onzekerheid,
alle vrees verdwijnten wat vooral thans alles afdoende is
die de grondwet en de wet op het lager onderwijs verlangt
te handhaven en dus een vijand is van «afbreken zonder
op te bouwen."
Wie is hier de ware conservatief?
Maar hij is een vreemdelingzeggen welligt sommigen
zoolang wij in ons district een geschikt persoon bezitten
mogen wij toch niet op een vreemdeling onze stem uitbren
gen van wien wij zoo weinig weten.
Een vreemdeling! Een Nederlander noemt gij een vreem
deling Iemand die steeds bewezen heeftdat de liefde voor
het vaderland en voor alles wat goed en edel is, zijne woorden
in daden bestuurt noemt gij een vreemdeling, omdat hij niet
in het district Alkmaar woontGij moogt dat anderen na,
zeggen na, gedacht hebt gij zeker niet.
Een volksvertegenwoordiger wordt wel door een bepaald
district afgevaardigddoch niet met het doel om alleen do
plaatseijke belangen van dat district te behartigen en daarvoor
te strijden maar om het algemeen belang des vaderlands te
bevorderen. De heer van Foreest begreep dit immers ook zoo,
toen hij bij den aanleg van den N. Holl. spoorweg heeft ge
tracht de duinstreek te begunstigen en een uitgebreide wel
varende streek van ons gewest te isoleren. Wij gelooven
volstrekt nietwat sommigen beweren dat daarbij de ver
betering zijner eigene bezittingen bij hem in aanmerking
kwammaar om 's rijks schatkist eene uitgave van eenigne
tonnen te besparen zou hij toch een aanzienlijk deel van ons
gewest hebben benadeeld. Bewijst dit niet, dat ook hij an
dere dan plaatselijke belangen bovenaan stelt wanneer hij
het noodig acht En zou de heer Knoop in dergelijk geval
minder vertrouwen verdienenomdat hij niet in het district
Alkmaar woont
Indien u overigens weinig van hem bekend is veroorlooft
mij u de opmerking te maken, dat dit toch wel eenigzins
eigen schuld mag genoemd worden. Dè centrale kiesvereeni-
ging heeft getracht in hare circulaire door eenïge aanhalingen
uit zijne geschriften die hij zeer zeker niet heeft geschreven
met het vooruitzigtom in de kamer te worden benoemd
zijne edele beginselen bloot te leggen. Ten bewijze, hoe weinig
inspanning het zou kosten die aanhalingen te vermnffigvüK
digen neem ik het eerste stuk het beste, dat jnij voor de
band komt. Ik wil niet kiezen want «je man v4n-beginselen
verloochend zich nimmer. Het is over den rMJjthiren eed
(KrijgsV en geschiedk. geschriften le deel.) -