Leidsche hoogeschool te vieren, zal dienen"Het bezoek van Robert Dudley, graaf van Leicester, op den 22n Januarij 1586 aan de leidsche hoogeschool gobragfc." Deze optogt zal niet alleen bestaan uit ridders met hun gevolg en uit staatslieden, maar er zullen zich ook een aantal studenten uit dien tijd bij bevinden. Het minimum der deelhebbers is bepaald op 225. Volgens de //Nieuwe Bijdragen" van de maand Mei, zijn of komen met 1 Julij a. s. vacant: 34 openbare scholen voor gewoon lager onderwijs, 8 bijzondere en 4 openbare scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs. Men schrijft uit Tegelen, 5 Junij: Onlangs liet een dief zich des nachts in de kerk opsluiten. Reeds had hij de offerblokken geledigd en verschillende zilveren voorwerpen op het altaar verzameld, om zich daarmede te verwijderen, toen hij eensklaps hoort roepen//Moeder, meeder sta op, ik moet u wat zeggen," waarop een stem antwoordde: //ik kom, ik kom." Verschrikt door deze geheimzinnige zamenspraak, die hij meende op hem betrekking te hebben, neemt de dief, met achterlating der gestolen voorwerpen, ijlings langs een klok- kenzeil de vlugt door het venster. Van waar echter die stemmen, te midden van den nacht Een inwoner dezer gemeente, die het door gebruik van te veel oud bier des nachts dikwijls te benaauwd in het bed krijgt, heeft alsdan de gewoonte het graf zijner moeder te bezoeken en haar luide al zijne wederwaardigheden mede te deelen. Thans was zijne zuster bevallen en volgens oud ge bruik ging hij der overledene dit aankondigen. Het antwoord had hij zich zeiven gegeven. De Indische berigten loopen tot 25 April. De beweging in het Bekassische is ten gevolge van het arresteren der hoofdschuldigen aan het verzet geheel onder drukt. Intusschen blijft de policie voortgaan met het opsporen van nog zwervende muitelingenterwijl de in- struktie der gearresteerden met kracht wordt voortgezet. Volgens particuliere berigten, bij het Dagblad van Gravenhage ontvangen, was men te Batavia van gevoelen, dat het gebeurde te Bekassie wel eens tot een grooter op stand had kunnen aanwassen, indien het niet spoedig door militaire raagt was onderdrukt geworden. Op Tjomas, een der particuliere landen nabij Buitenzorg, was de stemming der bevolking niet rustig geweest. Door gepaste maatregelen en het toegeven van den landheer aan gedane eischen, had de gisting aldaar geene gevolgen gehad. 'Te Buitenzorg was het garnizoen in gereedheid gehouden en gedurende twee dagen niet uit de kleeren geweest. Of in het toen in de Bataviasche Ommelanden gebeurde wel degelijk hoofden zijn betrokken geweest en dan welke, schijnt nog niet te zijn bewezen. Welligt kan dit punt aan het licht komen, indien het mogt blijken, wie het feest te Ratoe Djaja (Maart jl.), waarop 4 buffels zijn geslacht, heeft bekostigd. Het gebeurde te Bekassie zou zijne vertak kingen hebben gehad van af Cheribon tot in Bantam. De opstand schijnt te vroeg te zijn uitgebroken en zou hebben moeten beginnen op de Koensfeesten in Mei. Te Batavia had eene panische schrik geheerscht en ieder zich van vuurwapenen voorzien. Bij andere berigten van Midden-Java ontvangen, wordt gewag gemaakt van eene zamenzwering in de vorstenlanden, ten doel gehad hebbende alle Europeanen aldaar te vermoorden; de vorsten van Solo en Djogiakarta van hunne trooueu te werpen en het voormalige rijk van Mataram te herstellen; een toeleg, welke niet tot uitvoering is kunnen komen, door de ontdekking en nog tijdige arrestatien van een of méér per sonen, met loffelijken ijver door den resident van Djogiakarta bestuurd. Deze gebeurtenis had plaats gehad kort vóór het ontslag van den resident van Soerakarta. In de Arnk. Ct. leest men aangaande het bovenstaande het volgende: "De verkiezingen zijn op handen en juist juist wordt aan het Dagblad weder verzekerd dat er ernstige gebeur tenissen in de koloniën plaats grijpen. Het Dagblad om schrijft ze niet: het geeft het motief maar aanwaarop de conservatie //opjagers" kunnen fantaseeren. Het consigne is: "ongerust maken omtrent de koloniën," de toepassing is aan de agenten overgelaten." Van Blitar meldt men: In den avond vau Dingsdag 3 April stoven 2 inlanders den stoep op voor het huis van den pachter voor deu ver koop van opium alhier, en niettegenstaande ettelijke Chi nezen, ondergeschikten van dien pachter, voor de deur stonden, wierpen zij den aan het venster zittende toekang timbang (die belast is met het verkoopen) zijne eigene lamp in het aangezigt, bemeesterden een trommeltje waarin circa f 120. zilvergeld was, en verwijderden zich met dien buit, zonder dat het tot nog toe gelukt is hen te achterhalen. Den 7 Eebruarij jl. is de Eransche bark Tamaris, van Macao vertrokken, aan boord hebbende 300 Chinesche koeli's, bestemd voor Havanna. Reeds in het begin der reis bleek het, dat de verhouding tusscben Chinesche en bemanning te wenschen overliet. Den 1 Maart zeilde de Tamaris Straat Sunda in en de laatste aanteekeningen in het logboek zijn van den 8 daaraanvolgende. Den 18 Maart bragt het Hol- landsche schip Maria Elisabeth de bemanning der Tamaris met uitzondering van den gezagvoerder, te Batavia aan. Zij was, na gedurende geruimen tijd in eene sloep te hebben rondgezworven, door de Maria Elisabeth opgemerkt en aan boord genomen. De zwervelingen verhaalden, dat de in op stand gekomen koelie's hen aan de golven hadden prijs ge geven, den gezagvoerder noodzakende, in hun midden te blijven. Naar aanleiding van dat verhaal zond de komman- dant der zeemagt, schout-bij-nacht Andreae, aan alle stations- kommandanten bevel, op de Tamaris te kruisen, wat het gunstig gevolg heeft gehad, dat de kommandant der te Pa- dang gestationeerde Borneode kapitein-luitenant Eeldman, den 8 April, op de hoogte van het eiland Nias de Tamaris ontdekt, aangehouden en op sleeptouw genomen en naar Pa- dang opgebragt heeft, waar zij aan den consulair agent van Erankrijk overgegeven is. De Chinezen hebben zonder slag of stoot zichzelven en het schip in handen van den kommandaut der Borneo gesteld. Hun getal was door ziekte, maar ook door strijd, tot 267 verminderd. De gezagvoerder is verdwenen. Volgens het beweren der koelie's is hij, ou- middelijk nadat de bemanning het schip verlaten had, in zee gesprongen. Of hij al dan niet verdronken was, wisten zij niet. De Sum. Crt. voegt hieraan toe, dat de Tamaristoen hij de Borneo bemerkte, alle zeilen had bijgezet, om den vervolger te ontkomeu, maar vruchteloos; meer en meer won de Borneo in den afstand, die dat boord van de Tamaris scheidde, en zond zoodra mogelijk eene goedbewapende sloep af, om het schip te beklimmen. De Chinezen, voorzeker zich bewust, dat tegenstand hier nutteloos zou zijn, lieten zich, zonder wederstand te bieden, benaderen en gevangen nemen De gezagvoerder der Tamariszou, volgens de verklaringen der oproerlingen, dienzelfden morgen over bbord gesprongen zijn, doch deze verklaring vindt, en dat met regt, bij niemand geloof. Uit vrees, van in hem een wrekend getuige hunner misdanen te zullen krijgen, hebben zij den ongelukkigen man voorzeker om het leven gebragt, hopende zich hierdoor te redden van de straf, die hen wacht. Wat hiervan zij, dat is zeker, dat de Europesche beman ning van de Tamarismet den Ie stuurman Lecoeur aan het hoofd, zich aan eene zware misdaad schuldig gemaakt heeft, door den kapitein, op welke wijze dan ook, te verlaten. De gedwongen aftreding der regterlijlce ambtenaren op zekeren leeftijd komt aan de belgische schatkist duur te staan. Te Brussel zijn reeds twee voorzitters van het hof van cassatie met een pensioen van 18,000 frs. en zal er spoedig een derde op pensioen gesteld moeten worden. Te Luik zijn er nu twee eerste voorzitters van het hof van appel met een jaargeld van 11,000 frs., twee procureurs-generaal met gelijk jaargeld, twee voorzitters der regtbank met 7300 frs. 'sjaars, vier kamer voorzitters in plaats van twee met 8500 fr. Bij het hof van cassatie zijn ten gevolge der wet zeer bekwame ambtenaren op pensioen gesteld, wier namen op de pensioenlijst voorko men voor een bedrag van 60,000 frs., terwijl hunne opvolgers dezelfde tractementen genieten en niet meer diensten bewijzen dan zij. Indien men bedenkt, dat op 1 Januarij 1869 een tekort in de belgische schatkist was van 8,260,000 fr.dan is het geen wonder, dat men voor dit bezwaar der pensioen- lijst ernstig beducht is. De kamer van afgevaardigden in Belgie heeft men 54 stemmen tegen 33 het ontwerp betreffende den lijfsdwang, gelijk het door den senaat is gewijzigd, verworpen, en daar entegen het regeringsontwerp tot volledige afschaffing der gijzeling aangenomen. Het onlangs te Weenen ingewijde nieuwe opera-gebouw heeft ongeveer 6 millioen florijnen gekost. De eerste steen voor dit gebouw werd 4 Maart 1862 gelegd. Het tooneel wordt door onbrandbare gewelven van de overige gedeelten van den schouwburg gescheiden en bij het geheele stelsel van bouwen is zooveel mogelijk gevaar voor brand vermeden. De ventilatie en verwarming geschieden door stoommachines. Vier duizend gaspitten brengen de verlichting aande zaalwit en goud met lichtroode tinten, wordt door een kroon van 190 pitten en talrijke candelabres verlicht. De onder-koning van Egypte heeft aan H. K. H. prinses Louïsa van Zweden en Noorwegen die den 28 Julij in den echt zal treden met Z. K. H. den Kroonprins van Denemar ken,als huwelijksgeschenk doen aanbieden een collier en oorringen van zeer groote paarlen, in brillanten gezet en door brillanten ook aan elkander geschakeld. Volgens den Independant van Constantine heeft in Al giers weer bloed gevloeid. Voor ongeveer een jaar werden handelsbetrekkingen aangeknoopt tusschen Guelsa in Tunis, en Tebesca in de provincie Constantine. Den 5den April kwam eene karavaan van Guelsa in Tebesca; den 14den nam zij den terugtogt aan. Zij bestond uit 26 Arabieren, eene inlandsche vrouw, en drie israëlieten en had eene waarde bij zich van 50,000 frs., waaronder 10,000 frs. in geld. Den 15den werd de karavaan, nadat zij den Oued Mahuine had gepasseerd, op fransch gebied door 150 inboorlingen aange vallen; aan het hoofd stonden kadis, die door de fransche regering zelve benoemd zijn. De karavaan werd van alles beroofd en 26 personen gedood. Wat meer is, een kadi ver langde van den vader van een vermoorden israëliet een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 2