liLUGEIlLIJKh STAM) DER GEMÏÏE TEXEL. alle rigtingen verspreid en de overblijvende, p. m. 150 man hebben zich bij aankomst der troepen (60 man), zonderden minsten tegenstand overgegeven. //De wapens die volgens de couranten zijn buit gemaakt bestonden hoofdzakelijk uit aangepunte bamboezen. //Hoe of iemaud aan zulk eene zeer gewonezich in de ommelanden van Batavia steeds herhalende beweging eenig politiek of religieus karakter kan toekennen gaat mijne be vatting te boven. Ik kan dit alleen toeschrijven aan eene totale beneveling van het gezond verstand door angst en zenuwachtigheid." De vreeselijke bijzonderheden zijn thans bekend om trent het vergaan van de fransche paketboot le général Abattucci. Het wordt meer en meer duidelijk dat de kapi tein van dit vaartuig de grootste schuld heeft aan het onheil, zoowei door eene nalatigheid in het aanbrengen der signalen, als door het verzuim van maatregelen die het zinken konden voorkomen. Wat het laatste betreft zoo moet worden erkend dat hij evenzeer als alle passagiers meende dat het gevaar voorbij was juist toen het het dreigendste was, na de vree selijke schokken die men van weerszijde had gekregen was men een oogeublik tot rust gekomen en wachtten de pas sagiers op bet voordek de aankomst af van sloepen, die door een driemaster in het verschiet op hunne noodsignalen waren uitgezet. Juist op dit oogenblik week het waterdigte beschot der machinekamer, de machinist wierp zich in zee en het voordek geraakte onderwater, met één golfslag werd het tusschendek vernielddaarop begon het achterste gedeelte van het schip te zinken. Alle aan boord aanwezige zagen het levensgevaar en be sloten moedig te sterven een jonge priester die aan boord was verrigtte de dienst en weinige oogenblikken later had den allen een graf gevonden in de golven zonder dat een kreet was gehoord. Slechts een twintigtal werd gered door zich gedurende anderhalf uur zwemmende boven water te houden. De noordsche brik was zelve zoo beschadigd dat zij dit verschrikkelijk tooneel moest aanzien zonder verdere hulp te verleenendaar zij ieder oogenblik haar sloep noo- dig kon hebben om haar eigen bemanning te.redden. Onder de verongelukten behooren de hoofd-officier le Cauchois-Féraud met zijne echtgenootde pausselijke consul te Marseille met zijne vrouw en schoonmoedereen jonge dame uit Marseille en een jeugdige italiaansche vrouw met haar vijfjarig kindje, ook de priester is mede omgekomen. De noordsche brik is zwaar beschadigd in de haven van Livorno aangekomen. Een correspondent schrijft uit LondenEene uitvin ding die, ingeval zij voor degelijk verklaard wordt, van een onberekenbaar nut zal worden, is onlangs uit Amerika ingevoerd en zal dan ook hare reis naar het Europesche vaste land doen. Het betreft een toestel tot redding van schipbreukelingen. De oevers van den Theems waren gedu rende de laatste dagen overstroomd van eene digte massa toeschouwers, terwijl een Amerikaan met zijne vrouw, aan wie, door den uitvinder kapitein Stonor opgedragen was voor het nieuwe toestel in Europa genootschappen te zoeken, in het water spartelden. Het geheele toestel, bestaande uit een kort buis van kurk, een om hals, handen en voeten naauwsluitend guttaperchakleed en een paar gewigten aan de voeten, kan in weinige minuten aangetrokken worden. Zóó uitgerust, kan men bij eene schipbreuk gerust in het water springen; het kleed houdt den persoon boven, daar de gewigten tot verzekering van den loodregten stand dienen. Het toestel wordt voltooid door een zinken kistje, in den vorm van een boeijer, welke uit twee afdee- lingeu bestaat; de bovenste voor beschuit, liebigsche worsten, een flesch cognac, bengaalsch vuur, romeinsche kaarsen en een revolver (de drie laatste artikelen om te seinen), boven dien nog voor eenige sigaren en eene courant om de verveling te verdrijven. De onderste afdeeling bevat een voorraad van water voor acht dagen en is voorzien van een waterdigt gesloten guttaperchabuis om te drinken. Naar men zegt, heeft de pruisiscbe regering het plan te kennen gegeven, het toestel in te voeren, waarvan de kosteu op ongeveer 7 beloopen. De uitvinder, wien het meer om een menschlievend doel als om winstbejag te doen is, heeft reeds last gegeven 50,000 van deze kleedingstukken en kistjes te maken en is bereid, ze voor 1 o£ per reis uit te leenen. Betreffende de aanleidende oorzaak van de moord te Livorno gepleegd op den Oosterijkschen Consul aldaar, den heer Inghirami en de verwonding bij die geïègenheid van den Oosterijkschen generaal Crenneville op wien het eigenlijk gemunt wasverneemt men thans het volgende In 1848 en 1849 behoorde Livorno tot het groothertogdom Toskane, dat onder zijn vorst Leopold II eene voor dien tijd en dat land zeldzame mate van geluk genoot. In 1848 hadden daar, even als schier overal in Europa, oproerige bewegingen plaats. De groothertog wilde ook wel het staatsbestuur her vormen naar den zin des volkszelfs verklaarde hij aan Oostenrijk den oorlogomdat het volk het eischte. De eene hervorming volgde op de andere. Maar de pausvolstrekt niet ingenomen met al die. liberaliteiten in zijne omgeving dreigde met den banvloek en Leopold wien de vrijheids zucht toch reeds te ver gingriep de Oostenrijkers te hulp. Dezen bezetten zonder slag of stoot het land. Alleen Livorno, het broeinest der vrijheidsapostelen boot weerstand, Toen het had moeten zwichten werd de Crenneville daar als goe- verneur aangesteld en zwaaide een ijzeren schepter. Mannen kregen stokslagen vrouwen en meisjes werden in het open baar met de zweep afgestraft enz.alles onder goedkeuring der Oostenrijksche regering: De Crenneville was wreeder en strenger dan de gouverneur van eenige andere stad. Dit had plaats in Mei 1849. Nu na 20 jaren kwam hij voor 'teerst weer in Livorno. Maar hij was nog niet vergeten. De politie bespeurde den haat der bevolking, waarschuwde hem, dekte hem zooveel zij kon; maar juist toen hij zich wilde inschepen voor Civita-Vecchia, werd hij met zijn vriend Inghirami aan getast. Hij zelf kreeg een dolksteek in 't aangezichtzijn vriend door het hart. Het is te hopen dat hieruit geen twist tusschen Italië en Oostenrijk voortkomt. Beider gouvernementen zijn wel zeer bevrienden de Oostenrijksche minister von Beust heeft nog niet lang geleden door den Oostenrijkschen gezant te Florence von Kubeck aan den koning van Italië laten ver zekeren dat het keizerlijk goevernementhet verleden ver getende en de zaken nemende zooal3 zij waren, van opregte vriendschap jegens Italië blaakte. Zeker hebben ook beide gouvernementen te veel in hun eigen land te doen om met elkaar geen vrede te houden. Maar er moet tusschen die twee veel, veel vergeten en vergeven worden. De vrienden van Italië zijn daarom niet te vreden over den minister dien zij voor te lauw verklaren en die naar hun zin niet scherp genoeg onderzoek doet naar het gedrag der politie in Livorno. Of de Crenneville wel gewaarschuwd is, wordt in Weenen zeer betwijfeld. WIERINGER BRIEVEN. De Helder is toch in waarheid een benijdenswaardig plekje grond. Pas is er de R. C. bewaarschool geopendde eerste steen gelegd voor het Marine-Instituut; weder een liberaledominó beroepen, het Artillerie-Vrijkorps aan het schijfschieten met geweren, zeker achterladers, of daar is de dag aangebroken dat de stembus, als er niet te veel kuoopen in zitten, onze goede Jonkheer van Foreest voor de zeventiende maal in de Kamer zal brengen. Daarmeê zal dan weêr een nieuw tijd vak van bloei en welvaart voor den Helder aanbreken en kan men gerust verwachten, dat de voor de deur staande kermis weer regt luisterrijk opgeluisterd zal worden. Maar dit laatste zult ge toch niet te danken hebben aan de kersversche kiesvereeniging »Regt voor Allen", waarmeê ge maar weêr zoo onverwachts begunstigd werd, en waarvan uwe zus van 6 dezer de geboorte en den naam aankondigende, ons tevens haar programma heeft doen kennen. De leden van die vereeniging, Mijnheer de Redacteur, schij nen flinke mannen te wezen, die nog al hars op de snaren hebben en het zou ons niet verwonderen zoo het programma de Regering een panische schrik had aangejaagdzij immers toch zeggen met klem en nadruk, dat hunne heiligste regten met voeten worden getraptdat hunne beginselen waar (zeker de ware) zijn dat ze eerlijk en liberaal willen wezenhet laatste in den volsten zin des woords, dat ze hunne regten. niet zullen vragen maar eischendat zc protesteren, de Hemel zij der liberalen genadig, tegen de maatregelen door deze genomen, om den met onze lokale belangen bekenden Jonkheer uit de Kamer te weren, enz. enz. Bovendien willen ze verdraagzaam wezen, verdraagzaam zoo als bij de April-beweging, begrijpt ge. Hun eisch iszoo als ge weet, ook niet buitensporig, neen och neen, zij eischen niets anders, dan eene schoolwet herziening, met hetgeen daaruit geboren wordt. De mannen van de historische christelijke rigting, zijn hier, zoo wij meenen, wat onhandig geweest; zij hadden van geen schoolwet moeten sprekenhunne veldheeren toch, hebben de schoolwetkwestïe op zij, maar niet uit het hoofd gezet, niet om de liberalen te verschalken, volstrekt niet. In de laatste dagen ging hun niets meer ter harte en spraken ze over niets dan over het verlies onzer koloniën, herstel van 's lands finan- tien en behoud van het koningschap; met deze drie teedere puntjes hebben ze ijverig getracht de liberalen gedwee to maken en voor de goede zaak te winnen. Nu staat »Regt voor Allen," te uwent, alleen, maar geen nood want zij willen en zij zoeken en zij eischen »Regt voor Allen" en daartegen is geen magt ter wereld opgewasschen Wij wenschen het vaderland, u mijnheer de redacteur en de inwoners van den Helder van harte geluk met deze heu gelijke gebeurtenis, en do leden van R. v. A.een bestuur schijnen ze niet te varenonverdroten geduld, om te blijven willen, zoeken en eischen. Wieringen, t. t. 8 Junij 1869. TUUL. Vim 3 10 Juuij. ONDERTROUWD Sicuwert Duinker en Antje Drijver. GETROUWD Pieter Bruiju en Catharina Mojen. GEBOREN Dirk, zoon van Hnijbert de Ridder en Andrina Gort. Pijtje, dochter van Klaas Eelinau en Cornelisje Eelraan. Elisabeth Ca tharina, dochter van Arnoud Langeveld en Neeltje Daalder. Ida, dochter van Jan Roosendaal en Neeltje Vermeulen. Catharina, dochter van Jan Vos en Sara Maria Muijskcs.Jannetje, dochter van Jan Buijs en Maartja Bruin. ONERLEDENHcrherdino Maria Josephine Boijmans, 16 maanden, d. van Josephus Hendricus Boijmans cu Elisabeth Willielmina Gocstee. Weertje van der Sterre, 4d< jaren, gehuwd met Hendrik de Wijn. Een levenloos aangegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 3