ELDERSCHE COURANT.
Jïïcums- en
Zaturdag
<flÖoertentie--6fttÖ.
3 Julij.
\M 845.
Negende Jaargang.
1869.
De Conservative bladen na de
verkiezing.
Verschijnt DIN6SDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post 1-25
Men abonneert zich bij alle Bockhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Do prijs der Advertentien van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentien intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
gebfEÏtc.
POLITIE-,
In den nacht van den le op den 2e Julij jl. op de pu
blieke straat gevonden, een ZILVEREN MEDAILLE. De
regtmatige eigenaar kan zich tot terugbekoming aanmelden
ten Burele van den ondergeteekende.
De Commissaris van Politie,
A. C. BOONZAJER.
jSkt-ofitiifel gebeeïte.
In een vorig artikel hebben wij over den afloop der ver
kiezingen ons gevoelen gezegd. De herstemmingen hebben
geene verandering gebragt.
Do uitslag heeft ons verheugdniet omdat het onze IJdel
heid streelde, dat de tegenpartij geslagen werd, maar omda£
wij daarin het bewijs zagen dat de groote meerderheid, even
als wij, godsdiensthaat verfoeit en verdraagzaamheid lief heeft
omdat zij heeft getoond, niet minder dan wij, overtuigd te
zijn, dat eendragt alleen ons vaderland kan behouden en ver
deeldheid het op den rand des verderfs zou brengen.
Het doet ons echter leed, dat de geslagene partij tot hoogst
berispelijke middelen hare toevlugt neemt, om hare nederlaag
te vergoêlijken, door een vlek op de zegepraal te werpen.
Begrijpt zij dan niet. dat het lasteren, vooral haar, weinig
voegt, die in dagbladen, brochures, strooibriefjes, enz.vaak
de grofste onwaarheden verkondigde en niet schroomde om op
listige wijze gebruik te maken van de namen van regtschapen
mannen, om onder eene geleende vlag hare waar aan den
man te brengen
Dat de verkiezingen na den afloop nog eens besproken wor
den kan zeer nnttig zijn. Het kan ons personen en zaken
naar waarde leeren schatten. Het kan den volksvertegenwoor
diger tot aanmoediging strekken in zijne vaak hoogst moeije-
lijke taak. Het kan aan kiezers, wien soms alle middelen
welkom zijn, als zij maar tot het doel leiden, eene gevoelige
les geven. Maar dan moeten daarbij waarheid en eerlijkheid
den boventoon voerenniet het kleingeestige bezwalken van
ware verdiensten, om zich zeiven als eene soort van marte
laar te doen voorkomen. De overwonnene, die den eerlijken
overwinnaar belastert, is nooit een held, is altijd slechts een
lafaard geweest.
Deze gedachten kwamen telkens bij ons opals wij het
Dagblad en de Tijd inzagen, en vooral toen wij de Nieuwe
Alkm. Ct. van 26 Junij in handen namen.
Het Dagblad beschuldigt de liberalen van "partijhaat
dat zij »door leugen en laster de heillooze magt van gods
diensthaat hebben opgewekt"; dat zij "de nieuwe kerkelijke
beweging zonder grond of regt in het leven hebben geroepen
waarvan het motief een leugen was."
Wij willen hierbij een oogenblik stilstaan.
"De liberalen hebben de kerkelijke beweging in het leven
geroepen het motief was een leugen."
De oorzaak dier beweging is in de eerste en voornaamste
plaats de ouderwijs-kwestie.
Door wien is die kwestie gesteld Door geene anderen
dan door de ultramontacen en de anti-revolutionnairen. Wie
niet willens blind is, heeft geene bewijzen noodig. Wij durven
ons beroepen op de katholijken zeiven, voor zooverre zy het
blinde ijveren der ultramontaDen met ons afkeuren. Dat
er vele zulke katholijken zijn, bewijst mede de stad
Pforzheim in Badenwaar eene anti-ultromontaansche vcr-
eeniging werd opgerigt tegen de aanmatiging der geestelijken,
die terstond door 91 geachte katholijken onderteekend werd.
Wij begrijpen wel, dat de Dagblad-partij met leede oogen
heeft ontwaard, dat de liberalen de kwestie hebben aanvaard.
Het was toch te wachten, dat het Nederlandsche volk, dat
voor zulk en groot deel liberaal is, niet laf genoeg zou zijn,
om lijdelijk een zijner dierbaarste instellingen, het openbaar
neutraal onderwijs, op listige wijze te laten ondermijnen.
Maar dat het Dagblad ons dat regt schijnt te ontzeggen
of lieverons de schuld geeftdat het door de tegenpartij
zelve gekozen wapen haar eene welligt doodelijke wonde
heeft toegebragt, zie, dat begrijpen wij niet. Het getuigt
of van verblindingof van speculatie op de ligtgeloovigheid
der lezers. Wij gelooven het laatste, doch noemen het alsdan
alles behalve vereerend voor de abonnés op het Dagblad
Wij zouden het Dagblad wel eens willen vragen of het
niet gewaagd iseen zoo groot getal geachte nederlandsche
kiezersdie toch zeker everzeer het regt hebben eene over
tuiging te bezitten maar kortweg van leugen en laster te
beschuldigen? Hem, die in de daden van anderen steeds eene
lage beweegreden meent te vinden moeten zulke praktijken
zeker niet vreemd zijn. De heer van Foreest vindt het roem
rijker te sneven met de heeren Pijnappel en Gefkendan
te overwinnen met de heeren Dullertvan der Linden en
van Eek. Mij dunkt de laatstgenoemden zullen het evenzeer
roemrijker vinden door het Dagblad te worden aangeblaft
dan te overwinnen door zijne aanbevelingen.
Het is onze vaste overtuigingdat de waarheid altijd ein
delijk zegepraalt. In de veronderstellingdat het Dagblad
door innig zielsverdriet bewogen werd, toen het zich zoo zeer
vergatom iets te bewerendat slechts door enkele ver
blinden voor goede munt kan worden gehouden geven wij
het den welgemeenden raad geduld te oefenen. Is de zaak
van het Dagblad waarheid en niet een leugen zoo als het
zoo onvoorzigtig de onderwijs-kwestie heeft genoemd, welnu,
het trooste zichwant dan zal ook die waarheid eenmaal
zegepralen. Ilc vrees echter dat deze troost weinig zal baten,
zoolang de Dagbladmannen niet beter overtuigd zijn van de
waarheid hunner zaak dan zij thans schijnen te zijn.
Er bestaat tusschen de beschouwingen van de Tijd en het
Dagblad eene merkwaardige overeenkomst.
De uitslag der herstemming in de Haarlemmermeer is
(volgens de Tijd) niets anders dan het gevolg van religiehaat,
en dewijl dat blad alle regiliehaat diep schijnt te verfoeijen,
moet zij daarentegen hare stem verheffenom aan haar ge
voel van teleurstelling lucht te geven. Wel vindt zij nog
daarin eenige troostdat de heer Pijls toch katholiek is
hetgeen toch niet verhinderd heeftdat zij hem hevig en
met alle magt heeft bestreden. De heer van Cooth te
Bredawien niet lang geleden door katholieke geestelijken
leeken en dagbladen openlijk de candidatuur was aangeboden,
en die tot in de wolken verheven werdondervonc| thans
ook de meeste tegenwerking. De Tijd veracht partijhaat;
althans beschuldigt zij daarvan de liberalendoch eindigt
haar berucht Bijvoegsel tegeu de verkiezing van den heer
Pijpers met de woorden »welk katholiek zal stemmen voor
Pijpersdie gestemd heeft voor het gouvernementwelks
leeraren zulke dingen aan onze kinderen laten leeren
Kan bet nog noodig zijn de inconsequentie de hatelijkheid
van zulke handeling aan te toonen Wij rekenen daartoe te
veel op het gezond verstand onzer lezers. Wij willen hen
niet vervelen met het bijvoegsel op den voet te volgen
slechts ééne opmerking moge hier eene plaats vinden.
Door het Bijvoegsel zijn wij tot de overtuiging gekomen
dat het werk De Biechtvader van den Abt..., zooals wij ver
wacht haddende zaken verkeerd voorstelt, of althans over
drijft. Immers, wanneer het, volgens de Tijd, bij den katholiek
reeds eene vrome huivering te weeg brengt, dat den kinderen
wordt medegedeelddat zij tot de zoogdieren kunnen gere
kend worden, dewijl zij door hunne moeders gezoogd worden,
dan is het onmogelijkdat aan vrouwen en jongelieden door
hunne herders of leeraren vragen kunnen worden gedaan
die niet anders dan in het latijn kunnen worden wederge
geven zonder elk regtschapen man te doen blozen. Dat
verheugt ons werkelijk, want wij zouden de achting, die
wij, in weerwil van geloofsverschil, onzen katholieken broe
ders toedragenmoeten prijs gevenindien iets dergelijks
waar konde wezen.