Nieuwstijdingen. in vertwijfeling uitroepen Geregte hemelwat heb ik in Junij 1869 gedaanDan zult gij willen herstellen wat gij bedierft. Maarzoo het al daarvoor niet te laat mogt wezende schade door uwe schuld aan het publiek belang berokkend zal onuitsprekelijk groot zijn." "Wij willen den indzuk van die krachtige welsprekende woorden niet verzwakken door er ons gevoelen bij te voegen; de lezer moge zelf oordeelen. Zou de schrijver de Tijd tot model hebben gekozen Wij hadden ons ten taak gesteld aan te toonen dat de schrijver in de N. A. Ct. de hoofd ver eischte van den dag bladschrijver niet bezit. Het geheele stuk ademt een geest van wrevelvan onverdraagzaamheid van hatelijkheiddie op elke lezer, zoowel den verlichten katholiek als den prote stant een pijnlijken indruk maakt. Het heeft ons werkelijk inspanning gekost onze taak ten einde te brengen en zeer zeker hadden wij de pen eerder nedergeworpen r indien wij niet hadden gedacht door onze beschouwingen nut te stichten. Haast zouden wij genegen zijn de W. A. Ct. een Dagblad of Tijd in miniatuur te noemenindien wij niet vreesden haar te veel eer aan te doen. Wanneer de conservatieven den steun behoeven van zulke bladen zou men dan niet bijna denken dat hunne dagen ge teld zijn Helder, Nieuvvediep Willemsoord, enz,, 6 Julij 1869. Zaturdag jl. werd in het Bierhuis de Brouwer" eene vergadering gehouden van de kiesvereeniging Burgerpligt bijeengeroepen door het bestuur, op schriftelijk ingediend verzoek door 10 leden. De heer Hidde Bok opende de vergadering en meende alvorens de notulen te doen lezen de vergadering in keunis te moeten stellen van de inge komen stukken en deed daarvan lezing. 1°. Eene missive van den heer S. Th. Beets waarbij hij voor zijn lidmaatschap •zoowel van het bestuur als van de vereeniging bedankt. 2°. Een brief van den heer W. J. Hidde Bokwaarbij ook deze voor zijn lidmaatschap van het Bestuur bedankt. (De heer G. Spigt voegt hierbij ook als bestuurslid te bedanken «n zich niet meer verkiesbaar te stellen.) En 3°. een ver zoek van 10 leden tot het beleggen van eene vergadering. De heer Hidde Bok verklaart zich bereid, op het ver langen der vergadering, om deze te leidenechter niet meer als president of als bestuurslid maar als gewoon lid van Burgerpligten verklaart zich tevens bereid tot het verleenen van alle mogelijke iulichtingen, wanneer die ge waagd worden. Hij weuschte thans aan de orde te stellen het benoemen van een nieuw bestuur. Na eenige discus- siën wordt door een der leden het volgende voorgesteld De vergadering te sluiten Burgerpligt te ontbinden en te trachten eene nieuwe kiesvereeniging op te rigten. Nadat ook hierover eenige discussiën zijn gehouden wordt eerst het voorstel van den heer Bok in omvraag ge- bragt en met meerderheid van stemmen verworpen. Daarna wordt het andere voorstel in omvraag gebragt en met meer derheid van stemmen aangenomen. De vergadering ging daarop uiteen. Zondag middag ten 12 uur hebben de officieren van de landraagtalhier in garnizoen en corps bij den vice- admiraal directeur en kommandant der Marine alhier hunne opwachting gemaakt ten einde Z.Exc. met zijne be vordering te complimenteren. Gisteren morgen ten 10 ure is door den vice-admiraal, directeur en kommandant der marine alhier, de equipage van Zr. Ms. stoomschip Java afgemonsterd. Het Zweedsch of Noordsch oorlogs-korvet waarvan wij in ons nommer van Vrijdag jl. melding maakten als bij .Egmond geloodst, is den volgenden morgen alhier binnen- geloopen en op de reede geankerd onder het lossen van saluutschoten. Bij het beantwoorden van dit saluut is op het Wachtschip alhier een treurig ongeval gebeurd. Bij het aanzetten vaii de cardoes vatte deze vuur door dien welligt het sundgat niet goed gesloten werd gehouden het schot ging af en de lader (een matroos) werd met de aan zetter een eind weg in de haven geworpende pogingen aangewend tot het opvisschen van zijn lijk zijn alle mis lukt. Het is zeer waarschijnlijk door de stroom medege- sleurd. Ook de kommandeur van het stuk (mede een matroos) werd door de achteruitslag van het stuk op de borst gewond. Heden morgen ten 8 ure is de vice-admiraal, directeur en kommandant der marine alhier, O. A. Uhlenbeck, met Zr. Ms. monitor de Tijgerkommandant luitenant ter zee le kl. T. J. G. van Tiel, naar Ilarlingen vertrokken, ten einde aldaar de op morgen (Woensdag) te houden zeil- en roei- wedstrijd bij te wonen. ZExc. is vergezeld van zijn adjudant, de luitenent ter zee le kl. II. D. Guijot en vele andere officieren der marine. Een stoom'oarkas der marine werd door de Tijger op sleep touw genomen. Zondag morgen zijn mede van hier met hetzelfde doel vertrokken Z. M. Instructie vaartuig Urania, kommandant luit. t./z, le kl. J. W. Binkes, Z. M. Instructie vaartuig ^ernate luit. t/z. N. Mac Leod en Z. M. verdedigings vaar tuig Claudius Civilius kommandant luit. t./z. le kl. D. G. Wolterbeek Muller. ~Wij zijn door het departement van marine in staat gesteld omtrent het gebeurde met eene sloep van Zr. Ms. schroefstoomschip de Amslelgestationeerd ter Kuste van Guinea, de navolgende bijzonderheden mede te deelen. //Op den 26cn Mei jl. was de Amstel ten anker gekomen voor Commendah, een krom waarvan de bevolking, vroeger onder Eugelsche heerschappij, doch sedert de laatste grens regeling aan het Nederlandsche bestuur toegewezen, nog steeds eene vijandelijke houding tegen dat bestuur aanneemt. Eene sloep met twee officieren, en wel de luiteuants ter zee der 2e klasse J. Vriemoet Drabbe en E. Zegers Veeckens benevens een ouderofficier, de 2e schiemansmaat J. C. van Esen acht gewapende roeijers, zijnde de matrozen der lc klasse D. de Vries en K. P. C. de Bazel, de matrozen der 2e klasse A. Ballemeijer, L. J. de Kijke, J. H. Zurburg en J. Garcet, alsmede de matrozen der 3e klasse W. Greve en W. E. Drioel. vertrok op verkenning naar den wal, waar de bemanning door negers overrompeld en gevangen gemaakt werd. Na gehouden overleg met den gouverneur ter kuste van Guinea, en ook ingevolge de raad van den gouverneur der Engelsche bezitting Cape Coast, die nog eenige invloed op de bevolking van Commendah schijnt uit te oefenen, besloot men om vooralsnog geene middelen van geweld te gebruiken om hen tot het uitleveren der gevangenen te noodzaken. De beide gouverneurs, bekend met de zeden en gewoonten der inlandsche bevolking, waren overtuigd dat deze mits niet in het naauw gebragt aan blanke gevangenen uit eerbied het leven zouden sparen, en men vond het dus ge raden, eerst door den gonverneur van Cape Coast pogingen te doen in het werk stellen om de uitlevering der gevangenen te verkrijgen. Volgens de laatste berigten zoude uitlevering op den 10a Junij plaats hebben, doch volgens geruchten zouden er in- tusschen reeds eenige der gevangenen bezweken zijn; met zekerheid was daarvan echter niets bekend. Er blijft alzoo hoop bestaan op hun behoud, te meer daar de berigten, dat reeds een luitenant, de onderofficier en vijf matrozen zouden zijn omgekomen, zich alleen gronden op ge ruchten, die bij het afzenden van de officiëele rapporten nog door niets bevestigd zijn. De minister van marine heeft het echter noodig geacht onverwijld twee zee-officieren, en wel de luitenants ter zee der 2e klasse P. E. baron van Ileerdt en E. W. Iludig met de Eugelsche mail naar de Kust van Guinea uit te zenden, als waarborg om, indien onverhoopt deze noodlottige geruchten mogten bewaarheid worden, in de dienst aan boord van het stoomschip te voorzien." Staatscourant. Op het Wachtschip alhier zijn gisteren twee onder-officie ren en 8 matrozen aangewezen om naar de kust vau Guinea te vertrekken ter aanvulling van de bemanning van de Amstel. Zij zijn bereids heden met de trein van 2.25 van hier vertrokken, Naar wij vernemen zal eerstdaags in dienst worden gesteld Z. M. schroefstoomschip 2e klasse Vice-Admiraal Koopman met bestemming voor de kust van Guinea. Vijftig man mariniers onder bevel van een luitenant zou op dien bodem worden gedetacheerd. Na voldoend afgelegd examen is door Z. M. benoemd onder meer anderen tot 2e luit.-kwartierm. bij het 2e reg. infanterie den sergeant J. S. Oudraad van het 7e reg. in fanterie. Zaturdag jl. is op de razende bol alhier gestrand een Engelsche visscherschuifcZondag is de bemanning bestaande uit 5 personen er afgehaald met de schuit van schipper P. Troost. De mast en een groot deel der inventaris is mede geborgen. Het vaartuig is geheel wrak en zal wel spoedig uit elkander slaan. Men schrijft ons van Terschellingen Bij gelegenheid der alhier gehouden kermis op 25 Junij 11. heeft er te Midsland eene harddraverij plaats gehad waarvan 24 paarden hebben deel genomende prijs be staande in een fraai porseleinen serviesis gewonnen door de bruin merrie van den heer C. A. Bosbereden door zijn zoou C. C. Bosde le premie bestaande in 4 schil derijen door de bruine merrie van G. C. Doeksen bereden door zijn zoon C. G. Doeksen en de 2° premie bestaande in een fraaije tabak- en sigarendoos, door de zwarte merrie van den heer J. C. Kooimanbereden door den pikeur C. J. Schaap. Uit een particuliere brief van St. Martin West-Indiëu) ontleen en wij het volgende In het begin van Junij heeft hier een verschrikkelijk ongeluk plaats gehad. Op het Engelsche eiland Sombrero alwaar 300 werklieden van hier werkzaam zijnis het kruidhuis in de lucht gesprongen, 5 menschen werden gedood en 4 zwaar gewond waarvan een op reis naar hier is overleden. Vele anderen werden ligt gewondal het werkvolk is zoodanig onthust dat zij eischten naar hier terug te keeren. Eeu schoener en een bark heeft het volk naar hier over- gebragt. Het gejammer van die negers is verschrikkelijk om te hoorenvoor iemaud die met de neger-emotieu niet be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 2